‘De generositeit van het Westen is één grote leugen’
Op 11 februari 2011 dwong het massale volksprotest in Egypte dictator Hosni Mubarak tot aftreden. Acht maanden later is het enthousiasme van toen grotendeels verdwenen. Mubarak mag dan al terechtstaan, de bonzen van het oude regime delen ondertussen nog steeds de lakens uit. Is de revolutie vastgelopen? ‘Veel eisen zijn nog niet ingewilligd, maar we wanhopen niet’, zegt de Egyptische feministe Nawal El Saadawi.
Nawal El Saadawi heeft de controverse nooit geschuwd. De Egyptische schrijfster, bekend en berucht om haar strijd tegen vrouwenbesnijdenis, huishoudelijk geweld en religieus fundamentalisme, gaf in het voorjaar van 2011 op het Tahrirplein een gezicht aan de opstand tegen dictator Hosni Mubarak. Sindsdien reist El Saadawi de wereld rond om te spreken over het nieuwe Egypte en wat zij de vijanden daarvan noemt: de huidige Egyptische machthebbers, hun westerse donoren en de islamisten. Op een zucht van haar tachtigste verjaardag straalt El Saadawi een jeugdig dynamisme uit. Twee uur lang staat ze ons te woord, met een stem die geen seconde haar stevigheid verliest. ‘Ik word radicaler met de jaren’, giechelt ze.
Na het vertrek van Mubarak kwam de Hoge Militaire Raad aan de macht, een club van oudgedienden van de verjaagde president. Kunnen we dan wel spreken van een echte revolutie?
Nawal El Saadawi: Het was een echte volksrevolutie: alle sectoren en klassen waren vertegenwoordigd. Maar het is juist dat de kop van het regime is verwijderd en het lichaam nog intact is. En daar heeft de revolutie een fout gemaakt. Voor Mubarak vertrok, benoemde hij nog vlug de Hoge Militaire Raad. Hij wees zelf zijn opvolgers aan! Dat was onzinnig, maar we waren zo blij dat Mubarak weg was. En we vertrouwden het leger.
Was dat niet naïef?
El Saadawi: Het leger heeft een goede staat van dienst. Het beschermde ons op het Tahrirplein toen de politie ons aanviel. Er is een verschil tussen de legertop en de lagere officieren. De generaals zijn corrupt. Zij waren protegés van Mubarak en spelen ook vandaag een dubbel spel. Zij intrigeren met de VS, die hen ook dit jaar weer twee miljard dollar toestoppen. En met de Moslimbroeders. De jonge officieren daarentegen steunen de revolutie.
In de loop van het jaar is er wel vooruitgang geboekt. Een aantal politiemensen werd veroordeeld en gouverneurs werden vervangen. Mubaraks partij, de staatsvakbond en de gehate geheime dienst werden ontbonden. De vakbondsvrijheid is ingevoerd. En er wordt een publiek proces tegen Mubarak gevoerd.
El Saadawi: Maar er is nog werk aan de winkel. Het is goed dat Mubarak terechtstaat. Maar hij verblijft in een ‘vijfsterrenziekenhuis’ en onderhoudt zijn contacten. Wij eisen dat het proces voor een revolutionaire rechtbank wordt gevoerd. Hij is geen gewone misdadiger, want hij had de hand in de dood van duizenden. Hij moet zich voor de hele natie verantwoorden. Hij moet een politiek proces krijgen, geen gewoon strafrechtproces.
Op economisch vlak wordt er geen vooruitgang geboekt. De legertop wil de vrije markt en de zakenlui die onder Mubarak groot werden vrij spel geven. Met de zegen van het Westen. Dat plan staat haaks op de eisen van de revolutie: sociale en economische gelijkheid, sociale rechtvaardigheid, vrijheid. Ook die basiseisen zijn nog niet ingewilligd, maar we wanhopen niet.
In maart keurden de Egyptenaren in een referendum enkele grondwetswijzigingen goed. Er komen nu eerst parlementsverkiezingen en pas daarna wordt de grondwet herschreven. De Moslimbroederschap en de aanhangers van het oude regime kregen zo hun zin. De seculiere democraten vrezen dat snelle verkiezingen voor een status-quo zullen zorgen.
El Saadawi: De Moslimbroederschap vormt geen meerderheid in de samenleving. Maar de revolutionairen zijn niet georganiseerd, want daar hadden ze de tijd nog niet voor. De wet op de politieke partijen moet worden veranderd. Zo moet een partij vijfduizend leden en een bepaalde som geld op de bankrekening hebben vooraleer een registratie mogelijk is. Enkel de rijken beschikken over het nodige geld. Sommige miljardairs ‘kochten’ tienduizend leden voor hun nieuwe partij. Als er verkiezingen komen vooraleer die wetten en de grondwet zijn veranderd, lopen we in een val. Want dan zullen enkel de traditionele politieke partijen, de Mubarakgetrouwe elite en de Moslimbroederschap in het parlement zitten. (Kort na dit interview besliste de Hoge Militaire Raad om tussen 28 november en 10 januari, in drie fasen, parlementsverkiezingen te organiseren, nvdr.)
Tijdens de opstand stonden christenen en moslims schouder aan schouder. Is dat vandaag nog steeds zo? Er zijn confrontaties geweest, koptische kerken werden aangevallen, er vielen zelfs doden.
El Saadawi: Die confrontaties kwamen er na de omwenteling, toen de contrarevolutionaire krachten zich begonnen te organiseren. Tijdens de revolutie waren moslims, christenen en niet-gelovigen allemaal verenigd. Geen enkele kerk werd aangevallen. In de massa was geen enkele islamitische slogan te zien of te horen. De Moslimbroederschap was als organisatie afwezig. Pas na de revolutie dook zij op. Ze propageerde haar slogan ‘islam is de oplossing’ en zei dat vrouwen zich moeten sluieren. Terwijl de eisen van de revolutie duidelijk zijn: sociale rechtvaardigheid, waardigheid, gelijkheid tussen man en vrouw.
De spanningen tussen christenen en moslims zijn een product van de verdeel-en-heerspolitiek van Sadat en zijn opvolger Mubarak. Toen Sadat aan de macht kwam, sloot hij een akkoord met Washington: de nationalisten en socialisten in Egypte moesten worden vernietigd. Hij opende de deur voor de fundamentalisten. Ik woon in een volkse wijk van Caïro. Christenen en moslims leven er zonder problemen samen. Egyptenaren zijn van aard zeer tolerant. Maar de Moslimbroeders zijn sterk in sociale dienstverlening. Zij openen ziekenhuizen en bieden goedkope medicijnen aan. Zo komen de armen in hun invloedssfeer. De polarisering is dus kunstmatig, maar reëel.
De Belgische minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere zei onlangs dat landen die na decennia uit een dictatuur ontwaken, niet klaar zijn voor democratie en hulp van het Westen nodig hebben.
El Saadawi: Belachelijk. Die generositeit is één grote leugen. Waarom strooit Washington met miljarden dollars? Om de controle te behouden. Een echte revolutie heeft geen geld nodig, maar wel mensen, miljoenen betrokken mensen. Wij hebben Mubarak verjaagd zonder financiële steun. Het is buitenlands geld, onder meer van US Aid, dat honderden Egyptische ngo’s heeft gecorrumpeerd. Die ngo’s sliepen tijdens de revolutie. Ze kwamen pas achteraf opdagen, zoals de Moslimbroederschap. De invloed van buitenlands geld is zeer negatief.
Op welke manier spelen ngo’s een negatieve rol?
El Saadawi: Ik ben arts, ik geloof niet in symptoombestrijding. Die ngo’s doen aan sociale dienstverlening en liefdadigheid. Ze voeren bijvoorbeeld campagne tegen genitale verminking en zeggen dan dat de oorzaak de islam is. Terwijl het een cultureel fenomeen is, want ook de Egyptische christenen kennen die barbaarse praktijk. Je moet de voedingsbodem wegnemen en die vind je in de politiek, economie en geschiedenis. In vergelijking met de enorme sommen geld die ngo’s voor de strijd tegen vrouwenbesnijdenis ontvangen, is het resultaat erg mager.
Staat het thema van de vrouwenrechten nog prominent op de politieke agenda?
El Saadawi: Nee, er is zelfs sprake van achteruitgang. Tijdens de revolutie stonden vrouwen aan de frontlijn. Toen het leger de macht overnam, werden de vrouwen naar het achterplan geduwd. We werden uitgesloten uit het comité dat de grondwetswijzigingen voorstelde. Die wijzigingen veranderen ook niets ten goede voor vrouwen. In de grondwet staat nog steeds dat de islam de godsdienst van Egypte is en dat de familiewetten de sharia niet mogen tegenspreken. Wat bijvoorbeeld betekent dat een man vier vrouwen mag huwen.
Er zijn moslima’s die zich op de islam beroepen om hun strijd voor gelijke rechten te voeren. Wat vindt u van het moslimfeminisme?
El Saadawi: Alle religies beschouwen vrouwen als minderwaardig. Ik ben niet tegen moslimfeministen die vrouwen willen emanciperen. Maar zij kunnen worden gemanipuleerd. En uiteindelijk moeten zij toch uit dat religieuze keurslijf breken. Ik geloof niet in het bevrijdende vermogen van religies.
Wat is de impact van het Palestijns-Israëlisch conflict op de Egyptische politiek?
El Saadawi: Palestina staat vandaag niet op de agenda. We mogen het doel van de revolutie niet uit het oog verliezen: de corruptie bestrijden, de grondwet radicaal wijzigen en een sterk parlement en een seculiere regering aan de macht helpen.
Toen het Israëlische leger onlangs vijf Egyptische soldaten doodschoot, vielen Egyptische islamisten de Israëlische ambassade in Caïro aan. De revolutionairen proberen die escalatie te stoppen, want de revolutie is nog niet klaar om Israël te bestrijden.
Het Egyptische volk steunt natuurlijk de Palestijnse zaak. Het is geen zaak van Arabieren of moslims alleen. De kolonisatie van Palestina belangt de hele mensheid aan. Het vredesakkoord tussen Egypte en Israël moet op termijn worden gewijzigd, zodat de rechten van het Palestijnse volk worden gerespecteerd.
In 2007 heeft een moslimgeestelijke u in een fatwa ter dood veroordeeld. In een theatertekst had u een god opgevoerd die met zo veel kritiek en tegenspraken in de heilige boeken wordt geconfronteerd dat hij ontslag neemt. Vreest u nog voor uw leven?
El Saadawi: Je weet nooit of zo’n fatwa nog iets betekent. Ik trek het me niet aan. Ik heb altijd op dodenlijsten gestaan. Vandaag hoor ik er niet meer over spreken. De revolutie heeft veel veranderd. Op het Tahrirplein kwamen jongeren van de Moslimbroederschap me omhelzen. Ze zeiden me dat ze mijn boeken lazen, dat ze niet met alles wat ik schreef akkoord gingen maar me wel respecteerden. Ik ben een schrijfster die ideeën verdedigt, geen politica. Ik wil ogen openen, principes ingang doen vinden. We moeten niet enkel ons hoofd, maar ook ons denken ontsluieren.
U wordt binnenkort tachtig jaar. U werd wegens uw ideeën gebroodroofd, in de gevangenis gegooid, verbannen en met de dood bedreigd. U publiceerde 47 romans, toneelstukken en essays. Bent u niet aan rust toe?
El Saadawi: Ik heb besloten niet jong te sterven. Ik wil op de ingeslagen weg doorgaan en alles uit het leven halen. Elke dag krijg ik brieven van mensen die me schrijven dat mijn boeken hun leven hebben veranderd. Het was het allemaal waard en als ik kon zou ik het allemaal overdoen. Ik werk nu aan een nieuwe roman, geïnspireerd door de dagen en nachten die ik in het voorjaar tussen mijn volk op het Tahrirplein heb doorgebracht.
DOOR LUDO DE WITTE EN AN VAN RAEMDONCK
‘We moeten niet enkel ons hoofd, maar ook ons denken ontsluieren.’