In ‘De kroonraad’ geven vooraanstaande politici hun opinie over de actualiteit. Deze week Hugo schiltz over de extra begrotingscontrole, de Europese top, de herschikte Franse regering en de uitspraken van paus Benedictus XVI.
Mijnheer Schiltz, de vorige keer waarschuwde u voor problemen met de begroting. De regering pochte een week later met een sluitende controle, maar ondertussen weten we beter.
HUGO SCHILTZ: De indicaties waarover ik toen beschikte, wezen op grotere problemen dan de regering wou toegeven. Het verbaast me niet dat premier Guy Verhofstadt (VLD) zich zo hardnekkig tracht vast te houden aan een sluitende begroting, want het is een van de weinige verwezenlijkingen die hij na zes jaar Paars op zijn erelijst kan schrijven. Door die opeenvolgende begrotingen in evenwicht is de schuldenlast van de overheid gestadig verminderd, waardoor de rente-uitgaven onder controle kunnen worden gehouden.
Nu is een begroting slechts een raming, ik kijk naar de rekeningen. En of die in 2005 in evenwicht zullen worden afgesloten, is allesbehalve zeker. Ik heb geen glazen bol, maar ik heb toch het gevoel dat de conjunctuur in Europa klappen dreigt te krijgen. Onder meer ten gevolge van de referenda in Frankrijk en Nederland, die een grote onzekerheid rond de Europese Unie hebben doen ontstaan. En ondernemingen werken niet graag in een klimaat van onzekerheid. Het gevaar is reëel dat belangrijke investeringsbeslissingen even in de lade worden gehouden, en dat ook het consumentenvertrouwen zakt. Een goednieuwsshow over de begroting kan dan nuttig zijn om wat tegengas te geven, maar die show steunt op weinig solide grond. Er zullen budgettaire kunstgrepen nodig zijn.
Voor de opmaak van de begroting 2005 kondigt het Planbureau nog slechtere cijfers aan. Volgens Verhofstadt moeten we het Planbureau niet ernstig nemen, maar ondertussen heeft de Nationale Bank die prognoses bevestigd.
SCHILTZ: Ik blijf rekening houden met de kans dat de regering na de zomervakantie stopt of op de klippen loopt. Officieel zal dat dan niet om begrotingsredenen zijn, want geen enkele regering kan toegeven dat ze haar begroting niet opgesteld krijgt. Ik had gedacht dat men Brussel-Halle-Vilvoorde als struikelblok zou gebruiken, maar de overlevingsdrang van Verhofstadt II is groter gebleken.
Uit een reeks in ‘De Standaard’ blijkt dat de hervorming van de fiscale administratie weinig zoden aan de dijk zet. In de grote steden krijgt nog geen 2 % van de bedrijven een btw-controle.
SCHILTZ: Men mag van die hervorming ook geen wonderen op korte termijn verwachten. Het is al lang een publiek geheim dat indien de nominale belastingen ook daadwerkelijk geïnd zouden worden, we zeer snel een paar procenten belastingverlaging zouden kunnen doorvoeren zonder verlies aan inkomsten voor de staat. Maar dat is een oud zeer. Toen ikzelf minister van Begroting was, stonden de computers gedurende jaren in kratten in de kelders van Financiën opgeslagen. Toen ze eindelijk werden uitgepakt, bleken ze al voorbijgestreefd. Zoveel jaren later breekt men zich nog altijd het hoofd over een manier om de belastingdiensten performanter te maken. Vooral in de grote steden worden de controles slechts zeer gedeeltelijk uitgevoerd. Antwerpen, Brussel en Luik fiscale paradijzen noemen, is misschien net wat overdreven, maar voor een deel is het waar.
Ondertussen evolueert de technologie van de belastingontwijking, ik spreek nog niet van belastingfraude, zeer snel. Veel sneller dan de mogelijkheden van de overheid om ze te beteugelen. Men slaagt er niet in om de bekwaamste mensen in de administratie te houden, en zo op gelijk niveau te concurreren met de grote fiscale en juridische consultantkantoren. De ambtenaren worden meestal wel goed gevormd, maar zodra ze een bepaald niveau hebben bereikt, stappen velen over naar de privé-sector, waar ze al snel een hoger salaris en een groter werkcomfort vinden dan ze in de administratie ooit kunnen verwerven.
Die toestand ombuigen is een noodzaak, maar het is sneller gezegd dan gedaan. Het gaat om een apparaat van 40.000 ambtenaren, die meestal met weinig soepele statuten werken. De politisering van de administratie blijft sterk, en de overheidsvakbonden koesteren grote argwaan tegen het woord ‘flexibiliteit’. Probeer dan maar eens om, bijvoorbeeld, de beloning van de goede ambtenaren te verhogen, en die van de slechte te blokkeren.
Deze week komen de regeringsleiders van de EU bijeen. Een begrafenisdienst na het afwijzen van de Europese grondwet in Frankrijk en Nederland?
SCHILTZ: We zijn met de EU in een zorgwekkende situatie verzeild. Ik behoor nog tot de generatie die begin jaren vijftig met fakkels in Straatsburg is gaan betogen voor Europa. Maar de ongebreidelde uitbreidingsdrift heeft mij altijd angst ingeboezemd. Ik vond de opeenvolgende uitbreidingen vaak onbesuisd, en telkens kreeg wie Europa liever afremt dan aanmoedigt bijkomende troeven in handen.
Een project als de EU moet enthousiasme kunnen opwekken. Het is een project van revitalisering van Europa, maar het vraagt van iedereen toegevingen. We moeten iets durven inleveren en een financiële inspanning doen om er uiteindelijk met zijn allen beter van te worden. Zowel economisch, politiek als militair is een sterk Europa van cruciaal belang.
Europa was een krachtig idee, maar heeft gaandeweg zijn glans verloren. De politieke leiders zijn dan te snel willen gaan, hebben met tien nieuwe lidstaten een gigantische verruimingsoperatie doorgedrukt, en worden daarvoor nu door de bevolking afgestraft. Het was ook niet erg verstandig om onder dat gesternte een referendum te riskeren over een materie die veel ingewikkelder is dan een simpele vraag om ‘ja of nee’.
In Europa heeft de technocratie de bovenhand gehaald op de politieke boodschap. We worden in ons dagelijkse werk en leven overstelpt met richtlijnen van de Europese administratie in Brussel, tot in de details toe. Op de duur krijgen de mensen schrik van die superstaat, en vooral van de centralistische trekjes ervan. We zouden het systeem van de Verenigde Staten wat beter moeten bestuderen. De VS vormen ook een superstaat, en als het erop aankomt, zijn de Amerikanen patriotten. Maar tegelijkertijd behouden de afzonderlijke staten een sterke politieke en legistieke autonomie. En als ze niet akkoord gaan met de overkoepelende federatie, wenden ze zich zonder dralen tot het Hooggerechtshof.
In Europa moeten we af van de regelneverij, en hebben we eerst en vooral nood aan een nieuwe politieke boodschap. En aan bezielende mensen, zoals Robert Schuman, Jean Monnet, Alcide de Gasperi, en Jacques Delors.
Dreigt de EU af te glijden naar een pure vrijhandelszone?
SCHILTZ: Dat zou een catastrofe zijn. Laten we dan maar vergeten om in de wereldpolitiek nog mee te tellen. Dan zullen de Verenigde Staten, China en Indië binnen tien tot vijftien jaar zonder meer over ons heen walsen. Ik kijk ook met vrees naar de discussie over de Europese meerjarenbegroting. Als iedereen terug wil wat hij erin steekt, zoals Margaret Thatcher met haar beroemde quote ‘I want my money back’, dan kunnen we er beter mee stoppen. Hoe kun je nu de Verenigde Staten van Europa bouwen als de rijkste landen evenveel moeten terugkrijgen als de armste?
In Frankrijk is na het referendum de regering herschikt. De nieuwe premier Dominique de Villepin kondigt een noodplan tegen de werkloosheid aan. Krijgt hij de Franse regering weer op de sporen?
SCHILTZ: Dat zal zeer moeilijk zijn. In Frankrijk is men opnieuw volop verzeild in de politique politicienne. De politieke klasse is in vele landen verworden tot een ‘beheermachine’ die de staat en de macht van de staat beheert, en is veel minder een ‘ideeënmachine’ die nadenkt over hoe de staat er moet uitzien. ‘De kloof met de burger’ is een cliché geworden, maar er is in vele landen een duidelijke vervreemding tussen de elite en de bevolking. De politici worden zozeer in beslag genomen door technische dossiers en door het machtsspel in een gemediatiseerde samenleving dat ze lijken op vissen in een bokaal. Die weten ook niet wat zich buiten hun bokaal afspeelt. Veel politici leven in een virtuele realiteit.
De nieuwe Franse premier lijkt het voorbeeld van een bureaucraat en een technocraat, ik weet niet of Frankrijk dat op dit moment nodig heeft. En wat bij de Franse socialisten bezig is, begint stilaan te lijken op de interne verscheurdheid bij onze VLD. Als de socialisten op deze manier naar de presidentsverkiezingen van 2007 gaan, zijn ze kansloos. Hun grote geluk is dat de UMP van Jacques Chirac evenmin aantrekkelijk is voor de kiezer. We zouden wel eens een heropleving van de extreme partijen kunnen zien: van de communisten aan de linkerkant, en van de kornuiten van Jean-Marie Le Pen aan de rechterkant.
De malaise in Frankrijk bevestigt wat ik al zei over de EU: het lijkt wel alsof in Europa het politieke denken vermoeid is geraakt. We hebben dringend nieuwe maatschappijfilosofen nodig.
Benedictus XVI?
SCHILTZ: Dat is geen filosoof. Hij is het hoofd van een machtsinstituut dat zijn macht put uit een religie, en uit het monopolie op de waarheid en het hemelse geluk dat het opeist.
U hoopte bij de vorige Kroonraadzitting op een nieuwe Johannes XXIII. Die is er niet gekomen.
SCHILTZ: Dat heeft de nieuwe paus vorige week wel op eclatante manier duidelijk gemaakt, met zijn tirade tegen abortus, homohuwelijken, en zelfs het ongehuwd samenwonen. Dat hij daar tegen is, is zijn goed recht. Maar dat hij wie er niet tegen is meteen als zondaars bestempelt, heeft me bijna achterover doen vallen. Ook in het Vaticaan zwemmen ze rond in een bokaal. Ik ben benieuwd voor de komende bisschops- en kardinaalsbenoemingen. Johannes Paulus II heeft die benoemingspolitiek als een wapen gebruikt, op advies van kardinaal Joseph Ratzinger. Dat die nu zelf paus is, bewijst de doeltreffendheid van de strategie. Ik zie hem die als Benedictus XVI nog niet te snel veranderen.
Koen Meulenaere
Hugo Schiltz : ‘Veel politici leven in een virtuele realiteit.’