Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

De Dutroux-commissie, één jaar na de Witte Mars : een terugblik met een uitgetreden commissielid, de VU’er Geert Bourgeois.

Niemand kan beweren dat de Dutroux-commissie niets heeft opgeleverd. Een jaar geleden vielen de eerste verslagen binnen van rijkswachtgeneraal Willy Deridder en van de procureurs-generaal van Cassatie, eerst Jacques Velu, daarna Eliane Liekendael. Die waren eensluidend : hier en daar een mineure dysfunctie, voor het overige niks aan de hand. We weten intussen beter.?

Terwijl in Neufchâteau de eerste verjaardag van de Witte Mars werd herdacht, blikte VU-Kamerlid Geert Bourgeois terug op één jaar Dutroux-commissie. Tot voor kort was de West-Vlaming één van de meest attente leden van die onderzoekscommissie. Enkele weken geleden stapte hij op, mistevreden over de weigering van de regering om rekening te houden met de commissievoorstellen voor de hervorming van de politiediensten. Een beslissing die hij, volgens sommigen, intussen betreurt.

GEERT BOURGEOIS : Toch niet. Toen ik mijn ontslag indiende, besefte ik dat ik niet meer zou kunnen meewerken aan het belangrijke onderzoek naar de mogelijke bescherming van Dutroux en zijn trawanten. Maar ik kon het niet langer aankijken hoe de regering, politieke en andere gezagdragers hun verantwoordelijkheid ontliepen.

De houding van gewezen justitieminister Melchior Wathelet is onaanvaardbaar ; wat commissaris-generaal Christian De Vroom opvoerde, dat kan niet, en procureur Georges Demanet al evenmin. Die bedoel ik met gezagsdragers die weigeren hun verantwoordelijkheid te nemen.

Aan de andere kant zijn er de mensen die in het rapport van de Commissie-Dutroux vermeld worden. Volgens de wet maken wij, de commissie, alleen opmerkingen over verantwoordelijkheden. We spreken ons niet uit over de vraag of die mensen al dan niet moeten worden gesanctioneerd.

Dat zegt premier Dehaene ook.

BOURGEOIS : We mógen ons daarover zelfs niet uitspreken. Het staat letterlijk in ons rapport : ?Het is niet uitgesloten dat individuele tekortkomingen tevens tuchtrechterlijke en/of strafrechterlijke gevolgen hebben. Maar het komt de commissie niet toe zich daarover uit te spreken.?

De commissie is grotendeels samengesteld uit juristen. Heeft niemand tijdens de besprekingen over het eindverslag in Corsendonk opgemerkt dat de commissie geen enkele macht had om sancties op te leggen in geval van grove fouten.

BOURGEOIS : Dat is opgeworpen. In de wet staat dat wij alleen opmerkingen mogen formuleren. Er is zelfs discussie of we verder mogen gaan dan het vastleggen van de politieke verantwoordelijkheid. Niettemin waren enkele leden vastbesloten namen te noemen.

Maar de commissie heeft al die mensen gehoord als getuigen. Uit hun getuigenissen hebben wij deducties, analyses gemaakt. Geen van die getuigen is door ons veroordeeld. Al moeten we toegeven dat enkelen onder hen intussen wel door de publieke opinie werden veroordeeld.

Heeft u dan begrip voor wie voorhoudt dat sommige betrokkenen al erg genoeg werden bestraft door de manier waarop ze publiekelijk aan de schandpaal werden gespijkerd.

BOURGEOIS : Ik heb daar begrip voor. Toch blijf ik erbij dat na deze zaak, sommige gezagdragers of hun verantwoordelijkheid moesten opnemen, of daartoe moesten gedwongen worden.

Ik maak een onderscheid voor de rijkswachters, speurders, substituten die in het rapport werd vermeld. Die hebben uiteraard het recht zich te verdedigen. Maar wat ik niet neem, is de herbenoeming van Wathelet als Europees rechter. Dit is puur politiek. Daarover moest niemand oordelen behalve de regering. Zo ben ik het ook niet eens met het eervol ontslag van procureur Demanet die in zijn rechtsgebied een puinhoop naliet en dan heb ik het nog niet over zijn zoon en alle andere zaken die eerstdaags aan het licht zullen komen.

Wij hebben inderdaad de Brusselse procureur Benoît Dejemeppe geen enkele individuele tekortkoming verweten. Maar hij is verantwoordelijk voor een parket dat de zaak- Loubna Benaïssa mismeesterde. Die zaak werd opgelost met gegevens die vier jaar geleden al beschikbaar waren, maar waarmee toen niks werd aangevangen. Dejemeppe had zelf moeten zeggen : mijn organisatie heeft gefaald, ik stap op. Ofwel had justitieminister Stefaan De Clerck, die daartoe de bevoegdheid heeft, deze beslissing in zijn plaats moeten nemen.

Hetzelfde geldt voor De Vroom. De Clerck oordeelde dat die man weg moest. Maar wat zien we ? De Raad van State verwerpt de gebruikte procedure, De Vroom komt terug en de minister legt zich daarbij neer. Wat voor een beeld van onze justitie is dat nu ? Het lag binnen de macht van de regering om aan dit alles iets te doen, maar er gebeurde niks.

Besefte de commissie eind vorig jaar waaraan ze begon ?

BOURGEOIS : Eigenlijk niet. Eén van mijn eerste vragen tijdens de werkvergaderingen was : wij verwijten het gerecht dat het improviseert, maar hebben wij wel een scenario voor een dergelijke onderneming ? Bleek dat zoiets niet bestond. Van alle voorgaande onderzoekscommissies werden nooit analyses gemaakt. We hebben dan naar de Nederlandse voorbeelden gekeken. Zo had voorzitter Marc Verwilghen een onderhoud met Maarten Van Traa. Alleen al de omkadering van de Van Traa-commissie was een veelvoud van de onze. Die commissie vergaderde vooraf maanden achter gesloten deuren om het dossier te analyseren, onderzoeksmethoden uit te werken en de hoorzittingen voor te bereiden. Vergeleken daarbij kwam onze werkwijze neer op pure improvisatie. Wat niet belette dat in de Dutroux-commissie vrij systematisch is gewerkt.

Is de belangrijkste verdienste van de commissie niet geweest dat ze de opgekropte volkswoede heeft gekanaliseerd en eigenlijk onschadelijk gemaakt.

BOURGEOIS : Ongetwijfeld. Vandaar de grote symphatie en dat is een veel te zwak woord van de bevolking voor de commissie, haar leden en vooral haar voorzitter. De commissie heeft met die hoorzittingen voor een ontlading gezorgd. Gaandeweg echter is daarbij de indruk ontstaan dat alle goeie politici in de commissie zetelden en al de anderen niet deugen. Vandaar mijn ergernis als ik Frans Lozie van Agalev op de trappen van het Antwerpse justitiepaleis hoor verkondigen : ?Het gaat nu tussen de commissie en de rest.? Dat klopt uiteraard van geen kanten.

Het is verkeerd de indruk te wekken dat heel het justitie-apparaat onbetrouwbaar is en niets anders doet dan delicate affaires in doofpotten stoppen. Je kan toch niet ontkennen dat het Belgische gerecht niet aarzelt prominente politici en zakenlui aan te pakken. Niet zo lang geleden was er het Uniop-proces met zware veroordelingen. De processen rond Agusta en Dassault komen er binnenkort.

Ik heb ooit tegen regeringsleden gezegd : jullie zijn bezig het Vlaams Blok slapend rijk te maken. Maar wat Lozie uitricht, heeft precies hetzelfde effect.

Ik blijf erbij dat de meerderheid in het gerecht, ondanks hun negentiende-eeuwse uitrusting, zowel wat het materieel als het wettenarsenaal betreft, voortreffelijk werk levert. Ik heb het destijds gezegd tegen minister De Clerck : u heeft nu al drie miljard geïnvesteerd, maar de substituten kunnen nog niet eens voor hun pc gaan zitten en uitzoeken of Dutroux al dan niet voorwerp is van een vooronderzoek. Die mensen werken in erbarmelijke omstandigheden. Er zijn justitiepaleizen die niet eens door een controle van de arbeidsinspectie zouden geraken. Misschien is dat alles veel te weinig aan bod gekomen in de conclusies van de commissie.

Want uiteindelijk is de politiek verantwoordelijk voor die gang van zaken. Sommigen traditionele partijen, die nu verontwaardigd zijn over de dysfuncties in het gerecht en de gebrekkige kwaliteit van de magistratuur, zijn mee verantwoordelijk voor de manier waarop het justitie-apparaat met politieke benoemingen werd volgepropt.

Een jaar geleden werd de volkswoede aangestoken door het spaghetti-arrest van het Hof van Cassatie. Intussen geven de meeste juristen toe dat Cassatie, gelet op de bestaande wetgeving, geen andere uitweg had dan onderzoeksrechter Jean-Marc Connerotte van de zaak te nemen.

BOURGEOIS : Dat was inderdaad mijn reactie : Cassatie kon niet anders. Tegelijk was ik opgelucht omdat het onderzoek in Neufchâteau bleef. Toch viel de woede onder de bevolking te begrijpen : Neufchâteau had Dutroux ontmaskerd, aangehouden en nu werd de onderzoeksrechter opzij gezet door een actie, ondernomen door uitgerekend de advocaat van Dutroux. Maar het minste wat je kan zeggen, is dat zijn aanwezigheid op het spaghetti-diner een grote onvoorzichtigheid was vanwege onderzoeksrechter Connerotte.

Heeft u ooit het gevoelen gehad : wat we nu aan het doen zijn, kunnen we eigenlijk niet maken. Bijvoorbeeld, toen rijkswachtadjudant Jean Lesage en onderzoeksrechter Martine Doutrèwe omzeggens publiek door de commissie en haar voorzitter voor leugenaars worden versleten. Had u dit genomen, mocht u één van de mensen op de getuigengebank als advocaat hebben verdedigd ?

BOURGEOIS : Ik kan me voorstellen dat dit voor een aantal mensen een heel moeilijk moment was. Voor getuigen die intellectueel al wat zwakker stonden moet zo’n ondervraging zeer zwaar zijn aangekomen.

Maar dat is nu eenmaal die aparte sfeer van zo’n onderzoekscommissie. Misschien zullen we het, precies daarom, niet vaak meer meemaken. Want er zijn daar enkele grenzen verlegd. Ik denk dat het, gelet op de omstandigheden, niet anders kon. De publieke opinie eiste klaarheid.

Let wel, iedereen werd als getuige, niet als beschuldigde, ondervraagd. Al moet ik bekennen dat die grens soms heel vaag was.

De zoektocht naar de politieke verantwoordelijkheid heeft zich volkomen geconcentreerd op Wathelet. Tot ieders verbazing is gewezen minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback nooit ondervraagd. Die had nochtans jarenlang de rijkswacht onder zijn hoede. Dat korps weigerde al die jaren manifest informatie te delen met de gerechtelijke politie, wat in de zaak van An en Eefje fatale gevolgen had. Toch werd generaal Deridder nooit aangepakt zoals de adjudant Lesage en of wachtmeester René Michaux. Waarom ?

BOURGEOIS : Ik denk dat we daar een fout hebben gemaakt. Misschien zullen er nog zaken aan het licht komen die de commissie over het hoofd heeft gezien.

Toch wisten we wat er was mis gelopen. De gerechtelijke politie had haar beklag gemaakt over die Algemene Politie Steundienst en de gebrekkige samenwerking van de centrale documentatiebureaus. Want daar lag de knoop. Er was het opsporingsbericht van het CBO in verband met Dutroux en diens grijze Citroen BX. De gerechtelijke politie in Brugge, op zoek naar An en Eefje, zat nochtans met een pv waarin sprake was van zo’n Citroën, maar bleef verstoken van het CBO-bericht. Het is zeker een leemte in ons werk dat we hier geen verantwoordelijkheid hebben vastgelegd. Wie was uiteindelijk verantwoordelijk voor het feit dat de rijkswacht niet loyaal meewerkte ? Wie dekte het feit dat het eigen CBO tot een almachtig apparaat werd uitgebouwd, dat aan andere diensten alleen doorspeelde wat het zelf kwijt wilde ?

Hoe komt het dat we dit alles over het hoofd hebben gezien ? We zijn destijds bliksemsnel van start gegaan, we kregen plots enorm veel gegevens en informatie te verwerken. De bespreking in Corsendonk was niet echt voorbereid. Temidden van al die activiteit is dat pijnlijke punt, waarover de gerechtelijk politie ons nochtans had ingelicht, onaangeroerd gebleven.

U moet op een bepaald moment toch het gevoelen hebben gekregen dat de commissarissen van de meerderheid vroeg of laat gingen afhaken ?

BOURGEOIS : In Corsendonk was dat niet zo duidelijk. De interne problemen met de leden van de meerderheid zijn ontstaan tijdens de besprekingen in zaal 5 van de Kamer, waar we tijdens de paasvakantie aan de conclusies werkten. Toen zei een vertegenwoordiger van de meerderheid openlijk : ik moet daarover eerst met mijn partij praten. Bij de stemming in de Kamer over Wathelet werd alles duidelijk.

Met de onthouding van de voltallige commissie bij de stemming over het lot van Wathelet moet u toch hebben begrepen dat de Commissie-Dutroux politiek dood was ?

BOURGEOIS : We zijn daar door de meerderheid ingepakt. Een fractieleider van de meerderheid zei me na de stemming in de Kamer : de commissie is op haar bek gegaan en dat is maar goed ook. Toen werd het me pas echt duidelijk dat we in een val waren gelopen. Herinner je nog hoe Louis Vanvelthoven van de SP twee dagen eerder nog zei dat Wathelet zelf zijn verantwoordelijkheid moest nemen. Bij de stemming heeft hij zich zonder meer naar de bevelen van de coalitie gevoegd.

Wellicht zou de regering in nauwere schoentjes zijn geraakt, mocht voorzitter Verwilghen destijds geweigerd hebben de zaak opnieuw aan de commissieleden voor te leggen, en gezegd hebben : op de leden van de meerderheid na, blijft de commissie op haar eerste standpunt omtrent de verantwoordelijkheid van Wathelet. Spijtig genoeg heeft hij dat niet gedaan.

Was het dan nog zinvol door te gaan met een commissie die door de leden van de meerderheid werd verlamd ?

BOURGEOIS : Dat was de grote keuze die moest gemaakt worden. Het belangrijkste argument om door te gaan, luidde : we moeten de consensus bewaren om de beschermingspiste na te trekken en de hervormingen op het spoor te houden. Dat was een moeilijk moment voor mij. Ik was toen al zinnens mijn ontslag in te dienen.

Ironie wil dat u zelf naderhand de oplossing aanreikte door voor te stellen de hervorming van de politiediensten uit de regerinsgtekst te lichten. Op die manier haalde u de meerderheid uit het slop.

BOURGEOIS : Mijn voorstel hield in dat op de voorstellen van de Commissie-Dutroux werd voortgebouwd. Maar ik zag vanop het spreekgestoelte meteen dat de fractieleider van de PSC, Jacques Lefèvre, mijn voorstel afwees.

Over wat er finaal uit de bus kwam, werd achteraf veel te euforisch gedaan. Wat heeft Dehaene toegezegd ? Dat er over het regeringsplan mag worden gepraat, op voorwaarde dat een werkbare meerderheid overeind blijft. Met andere woorden : de regering gaat gewoon door. SP-voorzitter Tobback was er trouwens als de kippen bij om te zeggen dat het hervormingsplan van de meerderheid onaangetast moest blijven.

De CVP is eens te meer afgegaan. Haar fractie, die een week eerder nog het luik over de lokale politie als onverteerbaar afdeed, slikte opnieuw de bevelen van Dehaene. Niemand, ook Pieter De Crem niet, durfde zich te onthouden.

Ook Verwilghen heeft zich laten vangen door meteen een grote toegeving aan de Dehaene te doen in verband met de politiehervorming op federaal niveau.

Sommigen verwijzen daarbij naar de invloed van Brice De Ruyver, de expert van SP-signatuur die de commissie bijstaat, op Verwilghen.

BOURGEOIS : Dat wordt verteld, maar ik kan dat niet inschatten. Ik kan alleen het opmerkelijk verschil vaststellen tussen wat Verwilghen in de Kamer tegen Dehaene zei en zijn strijdlustige taal, enkele dagen eerder op zowat alle tv-stations, over zijn verzet tegen de regeringsplannen.

Hoe legt u die wending uit ?

BOURGEOIS : Ik hoor verschillende versies. Heeft Verwilghen zijn status van wijze man verheven boven het partijkrakeel willen handhaven ? Of hebben we hier te maken met een poging van de VLD om alsnog voeling te houden met de CVP ? Het jongste plan van VLD-voorzitter Guy Verhofstadt voor een loonlastenverlaging was boudweg afgeschoten door de ACW-vleugel van de CVP. Dat zag je aan de onvoorstelbare manier waarop premier Dehaene professor Paul De Grauwe afblafte. Hebben ze bij de VLD op die manier gepoogd toch een brug met de CVP te slaan. Wie zal ’t zeggen ?

Intussen heeft premier Dehaene voorgehouden dat alle beloften aan de initiatiefnemers van de Witte Mars werden ingelost.

BOURGEOIS : Die vertoning heeft op mij weinig indruk gelaten. Wat is er bereikt ? De oprichting van het Centrum voor Vermiste Kinderen, geleid door een nobiljon. Het is niet eens duidelijk wat ze met dat centrum zullen aanvangen. Het zou toch logischer zijn geweest, mocht men justitie wat performanter hebben gemaakt.

De regering klopt zich op de borst omdat het aan Neufchâteau de nodige middelen heeft gegeven om het Dutroux-onderzoek te voeren. Alsof dat niet meer dan normaal is.

De regering prijst de eigen hervormingen : 76 wetsontwerpen ! Dat wordt verteld, dat staat zo in de kranten, maar ze moeten mij die ontwerpen eens tonen. Hervorming van het college van procureurs-generaal ? Dat heeft niks met Dutroux van doen, want zoiets stond al in het regeerakkoord.

Slachtofferhulp ? In de vorige regering was er al een unanieme resolutie van de Kamer die stelde dat de wet op de slachtofferhulp moest worden aangepast. Dutroux heeft die kwestie alleen maar versneld. Maar amper een jaar geleden heeft de regering nog een half miljard van dat geld voor de slachtofferhulp gebruikt om de EMU-norm te halen. Om maar te zeggen…

Rik Van Cauwelaert

Neufchâteau : één jaar na de Witte Mars.

Premier Dehaene : de beloften werden ingelost.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content