Een kleine anderhalf jaar na Madrid is Londen de tweede Europese hoofdstad die wordt getroffen door blinde moslimterreur: bij vier bomaanslagen op drie metrotreinen en een bus komen minstens vijftig mensen om het leven. De daders worden gezocht in kringen van Al-Qaeda. Families blijven zoeken naar vermisten. Moslims roepen op tot eenheid met de hele gemeenschap. Een reportage van Anna Luyten uit Londen.
Valse hoop, dat is het ergste. Een mobiele telefoon die blijft overgaan. De zo bekende stem op het antwoordapparaat die blijft beloven later terug te bellen. Maar hoop, hoe laag de kwaliteit ook, is het enige wat ze nu kan koesteren.
Yvonne Nash, een blonde vrouw in zwarte parka, zat vrijdagavond voor een bloemenzee op de stoep bij het Londense King’s Cross station. Steeds meer bloemen kwamen erbij. Steeds meer mensen legden ingetogen een boeket op de grond. Met kaartjes en opschriften als ‘Dank u dat u mijn pappa veilig terug naar mij heeft gebracht. Maar ik bid U, help de mensen die hun geliefden verloren hebben in deze laffe aanslag.’ Of: ‘Londen zal Londen blijven.’, ‘Onze stad is sterker dan voorheen. Zij die dit gedaan hebben, hebben gefaald.’ De opschriften werden verlicht door kaarsen. Autobussen reden opnieuw voorbij. Treinpassagiers trachtten opnieuw hun trein te halen.
De krantenkiosk had de dagbladen van de dag voordien opzijgelegd. Jubelende titels van de donderdagkranten – ‘The Olympics 2012. Britain’s Golden Day!’ – maakten vrijdag plaats voor foto’s van bebloede mensen, wrakken, pijn, wanhoop en woorden als ‘Terror comes to London’. De triomf had plaatsgemaakt voor treurnis en enkele uren later, voor terechte trots. ‘Business as usual’hangt er als een banier boven vele plekken van de stad. ‘We mogen kwaad zijn, maar niet bang. We moeten het leven laten voortgaan’ zegt David Mc’Oham, die donderdag niet op de fatale metro stapte omdat zijn vrouw hem belde dat hun zoon met hoge koorts van school moest worden gehaald. ‘Het toeval is blind.’
Het leven van Yvonne Nash (31) blijft niet gewoon voortgaan. Ze zit gevangen in een strop van onzekerheid en dreigend verlies. ‘Ik moet hem vinden’, zegt ze. Ze houdt een kleurenfoto vast van diegene die ze ooit was: een lachende vrouw die zich bemind wist door een lachende man. ‘Ik ben al zeven jaar samen met Jamie’, zegt ze. Ze wil nog niet in de verleden tijd spreken. Ze wijst op de foto naar een man in T-shirt tegen wiens schouders ze leunt. ‘Ik mis hem. Ik ben langs alle ziekenhuizen gelopen. Waar is hij? Ik moet weten waar hij is.’ Ze spreekt in stiltes. Haar nagels zijn rood gelakt. Haar vingers vormen opnieuw een klauw rond het beeld van lang geleden.
*
‘Ik zal later zijn’, waren de laatste woorden van Jamie Gordon, haar vriend. Gordon, een financieel beambte, belde donderdagochtend om 9.42 uur naar zijn werkgever van City Asset Management. Zijn oproep werd getraceerd en bleek uit de wijk Euston te komen. Dat was niet zijn dagelijkse route naar het werk, maar de nacht voordien was Jamie Gordon bij vrienden in het centrum van Londen blijven slapen. Vijf minuten later ontplofte in Euston de bom op bus 30. De mobiele telefoon van Jamie Gordon, waar Yvonne Nash zo hopeloos naar belde, werd teruggevonden tussen de wrakstukken van de bus. Bij de explosie stierven 13 mensen. Yvonne Nash blijft geloven dat haar vriend ergens in Londen in schoktoestand ronddoolt.
Jamie Gordon is niet de enige wiens dagschema van voorbije donderdag naar een leegte leidt. Familie, vrienden en collega’s van vermisten lopen door de stad en vormen een keten van affiches met foto’s van lachende, gelukkige mensen in de fleur van hun leven. Familiekiekjes. Romantische beelden. En daaronder een smeekbede: Please help! en een telefoonnummer. Met hun tanden bijten ze haastig stukken plakband af van een grote rol. Ze vertellen haastig hun verhaal, ze vormen een spoor van zwijgzame noodkreten doorheen de stad.
Shahera Akhter Islam (20), een bankbediende, had donderdag een afspraak bij de tandarts voor haar werk. Ze nam de ondergrondse naar Liverpool Street. Om 8.45 uur probeerde ze haar oom Nazmul Hassan te bellen. Hij kon de telefoon toen niet opnemen. Sindsdien heeft niemand nog iets van haar vernomen. Shahera en haar familie zijn moslims. Ze bezoeken iedere vrijdag de moskee in Whitechapel. Haar familie, afkomstig uit Bangladesh en in de jaren zestig naar Engeland verhuisd, vreest dat ze omkwam in de bom bij Aldgate Station. Haar oom Nazmul Hassan leidt de zoektocht. Hij zegt dat Shahera makkelijk herkenbaar is. ‘Ze verliet het huis in haar uniform van de Cooperative bank.’
Myriam Hyman, een 32 jarige vrouw uit het noorden van Londen, belde om 9.30 uur naar haar vader om te zeggen dat ze uit de geëxplodeerde ondergrondse trein tussen King’s Cross en Russell Square was gehaald. Haar vrienden zijn bang dat ze bus 30 heeft genomen. Lana, haar vriendin, hoopt dat Myriam nog in schok door de stad dwaalt.
Michael Matsushita, 37, nam de ondergrondse via King’s Cross en Russell Square. Hij groeide op in de VS in een familie van Vietnamese vluchtelingen. Na de septemberaanslagen wilde hij weg uit New York. Hij begon deze week te werken als toeristische gids.
Phil Beer, 22, een kapper in salon San Rizz, reed donderdagochtend samen zijn vriend Patrick Barnes met de ondergrondse naar zijn werk toen op die lijn een bom ontplofte. Patrick Barnes werd gewond in een ziekenhuis teruggevonden. De moeder van Phil blijft een dialoog herhalen: ‘Alles werd donker en verward op die trein die donderdagochtend toen de bom ontplofte. Patrick riep: ‘Phil, waar ben je?’
Phil zei: ‘Ik ben oké. Waar ben jij? Ik kan je niet zien.’
Patrick riep: ‘We gaan sterven.’
Phil riep vanuit het duister: ‘Rustig maar, we zullen niet doodgaan.’
Zijn moeder prevelt de laatste woorden van haar zoon als een gebed: ‘Rustig maar, we zullen niet doodgaan.’
Diep in de ondergrondse bij King’s Cross is op zondag nog een grote zoektocht bezig naar lichamen van vermisten. Enkele honderden reddingswerkers zoeken er in de meest penibele omstandigheden naar lichamen en menselijke resten tussen de wrakken van de geëxplodeerde trein. Vijf teams wisselen elkaar voortdurend af. De wrakken zitten in een smalle, donkere tunnel op 21,3 meter onder de grond. De temperatuur loopt er op tot 60 graden. Er is weinig zuurstof en de schade is groot. Reddingswerkers moeten enkele honderden meters naar de plaats van het onheil lopen. Een traumateam van de politie is ter plaatse om de reddingswerkers bij te staan. Een brandweerman die even naar boven komt zegt: ‘Het is de hel, daar beneden. Lichamen zitten verwrongen in wrakken, mensen zijn door de explosie weggeblazen in die smalle tunnel. Ik kan niet beschrijven wat ik zag.’
Jim Dickie, van het onderzoeks- en identificatieteam van de Londense politie zegt: ‘De meeste slachtoffers hebben vreselijke verwondingen opgelopen. We moeten zoeken naar lichaamsdelen in de wrakken. We kunnen uit respect voor de familie die hopeloos op zoek is naar een vermiste alleen maar zeer nauwgezet en dus erg langzaam werken. Ook materiaal dat ons zou kunnen leiden naar de daders, wordt verzameld. We hebben de beste specialisten ter plaatse, mensen die zeer veel ervaring hebben en van wie velen bij de tsunamiramp in Azië hebben geholpen bij de identificatie. We zoeken daar beneden naar stukken kledij, juwelen, brillen, vingerafdrukken, orthodontisch materiaal, DNA.’ Het kan allemaal naar een vermiste leiden.
Hoeveel vermisten er precies zijn, kan de politie niet meedelen. Op het slachtofferbureau, waar een team van 200 mensen van 21 verschillende ordediensten de telefonische oproepen behandelt en dossiers aanlegt van de slachtoffers, kwamen 24 uur na de aanslag 105.000 oproepen binnen. De politie roept nu iedereen op het haar te melden als er vermisten zijn teruggevonden. Een 54-tal families worden begeleid door slachtofferhulp. De voorlopige politiecijfers van de slachtoffers luiden: 48 doden, 700 gewonden, van wie 350 ernstig. Op de plaats van de aanslag op bus 30 werden 13 doden gevonden. In de ondergrondse van Aldgate telde men 7 doden. In Edgware Road ook 7 doden. En in de ondergrondse tussen King’s Cross en Russell Square borg men tot nu toe 21 doden. Maar het dodental zal vrijwel zeker nog oplopen.
Zondag waren 48 teruggevonden lichamen geborgen in het mortuarium. Later volgden de lichaamsdelen. Het is de pudeur waarmee de politie spreekt, die aantoont hoe nefast de explosie is geweest. ‘We zullen snel ante-mortemgegevens verzamelen. De families zal worden gevraagd om haarborstels, tandenborstels en ander materiaal van de vermisten af te staan, zodat we aan de DNA-analyses kunnen beginnen. Het kan een sleutel zijn tot verdere identificatie van de lichamen.’ In het omzeilen van de details komt altijd de gruwelijkste waarheid boven.
Voor het King’s Cross station stond zondag Andy Trotter, het hoofd van de Metropolitan Police. Hij keek eerst naar de bloemen en de vele rouwbetuigingen van de Londense burgers op de stoep. Toen zette hij zijn politiepet op en legde de laatste officiële stand van zaken uit. Hij had het de voorbije dagen al meer gedaan, tijdens officiële briefings voor de pers in een conferentiecentrum. Maar het voorbije weekend besloot de politie op de hoeken van de straat te spreken en daar alle vragen te beantwoorden.
‘Ik begrijp dat mensen zo snel mogelijk informatie willen krijgen over de vermisten’, aldus Trotter. ‘De identificatie zal nu snel beginnen.’ Hij meldde dat de zoektocht naar de daders nog geen concrete resultaten had opgeleverd, maar dat een internationaal team van terrorisme-experts aan de zaak werkt. Enkele dagen na de aanslag werd wel duidelijk dat de 4 bommen niet het werk waren van amateurs. De drie bommen in de ondergrondse gingen ongeveer gelijktijdig af, wat duidt op een ingenieus tijdsmechanisme.
De politie deed nogmaals een oproep aan alle burgers om informatie die zou kunnen leiden tot de daders door te geven. ‘Zelfs als u denkt, ik heb twee weken geleden iets vreemds gezien. Alstublieft, zeg het ons. De burgers kunnen dit probleem mee helpen oplossen.’ De burgers werd ook gevraagd geen rugzakken of tassen te laten rondslingeren. ‘Iedereen draagt mee zijn verantwoordelijkheid in een efficiënte strijd tegen terroristische aanslagen.’ Duizenden uren van videomateriaal worden nu door de politie onderzocht. ‘De beelden van de bewakingscamera’s op de publieke plaatsen, in de ondergrondse, in de bus, beelden van bewakingsvideo’s in omliggende winkels, private garages, gsm-beelden… we willen ze allemaal onderzoeken.’
Tijdens de voorbije dagen werd in Londen opnieuw een verhoogde alarmfase aangekondigd. De politie sluit niet uit dat er opnieuw aanslagen kunnen komen. In Birmingham werden zaterdag 20.000 mensen uit het centrum geëvacueerd nadat er een verdacht pakket werd gevonden. Het bleek later vals alarm geweest te zijn.
In de straten van Londen bleef Andy Trotter herhalen dat angst niet mocht overwinnen. ‘De mensen moeten op straat blijven komen, anders hebben de terroristen hun doel bereikt.’
‘Ik blijf de ondergrondse nemen, zoals altijd’, luidt de belofte van Ken Livingstone, de burgemeester van Londen. ‘Ons krijgen ze niet klein. We zullen dit drama samen overwinnen.’ Livingstone hoorde het nieuws van de terroristische aanslag een dag na de feestelijkheden in Singapore waar Londen was uitgekozen tot de stad die de Olympische Spelen in 2012 kon organiseren. ‘In Londen worden 300 verschillende talen gesproken. Londen is een stad die de toekomst van de menselijke soort aankondigt. Alle rassen delen hier hun leven met elkaar. Ik bewonder het stoïcisme waarmee de burgers van Londen op deze aanslag hebben gereageerd. We hebben ons allemaal solidair getoond.’ Livingstone benadrukte de verschillende nationaliteiten van de slachtoffers. ‘Ze zijn niet alleen afkomstig uit Londen, maar ook uit Sierra Leone, Australië, Portugal, China. Dat toont aan dat dit een aanslag was op iedere burger, ongeacht leeftijd, geslacht of ras. De daders van deze aanslag vrezen de vrijheid die hier heerst en de mogelijkheid om hier zelf individuele levenskeuzes te maken. Ze willen ons breken. Ze zullen falen. Tegen hen zeg ik…’ En toen stokte zijn stem even… ‘Tegen hen zeg ik: kijk naar ons op de dag dat we onze doden begraven en om hen treuren. Dan nog zullen er die dag mensen naar Londen komen om hier een beter leven en meer vrijheid te zoeken.’
Een van die mensen die in Londen naar een beter leven zocht, was Ihab Slimane. Ihab, een 19-jarige jongen van Algerijnse afkomst, kwam een paar weken geleden aan in de stad. Hij was opgegroeid in Lyon. Hij wilde in Londen komen studeren en werkte als ober in een restaurant in Piccadilly Circus. Hij kwam donderdag niet op zijn werkplek aan. Hij had een fatale trein genomen. Zijn foto hangt in de hal van de moskee van Finsbury Park. Zijn vrienden zoeken hem. Ook Slimane is een van de vermisten.
De moskee van Finsbury Park werd berucht wegens zijn extremistische imam Abu Hamza al-Masri, die intussen gevangen zit. De moskee is al lang geviseerd wegens ex-bezoekers als Richard Reid, de schoenterrorist, of Zacharias Moussaoui, van wie beweerd wordt dat hij een van de twintig daders van de zelfmoordaanslagen van 11 september was. In die moskee beginnen op zaterdagavond de gelovigen hun gebed. Eerst moeten ze een trap op waarlangs een groot bord hangt met het opschrift: ‘Opgepast videobewaking’. Een wagen van de politie bewaakt de buurt. In een moskee in het oosten van Londen werden die avond enkele ruiten ingegooid. De nieuwe iman van Finsbury Park spreekt geen Engels, maar enkele gelovigen zeggen dat ze de aanslag veroordelen. ‘Bastards’, noemen ze de daders. Ze wijzen naar de affiche met het portret van Ihab. Met een vulpen heeft iemand een pijltje gezet rond zijn naam. Het is niet Slimane Ihab, maar Ihab Slimane. Naast het portret van Ihab hangt een uitnodiging voor de ISLAM EXPERIENCE -dagen in het moslim welzijnshuis om de hoek. Mohammed Gh. die van de moskee meewandelt naar het centrum, wijst eerst nog op de witte vlag boven de moskee, waarop geschreven staat: ‘A new beginning for a new community.’Hij zegt: ‘Ik heb in Duitsland gewerkt in een fabriek en nu in Londen in een kebabzaak. Ik heb mijn vader verloren in een ongeluk. Ik weet wat het is een dode in de familie te hebben. Ik voel met alle slachtoffers mee. Een mens is als mens één met de anderen, meer nog dan als gelovige. Ik geef de terroristen het recht niet mijn mens-zijn, noch mijn geloof aan te tasten.’
Bij het welzijnscentrum waar tijdens het weekend iedereen welkom was voor de Islam Experience is het druk. Aan de ingang hangt een tekst:
‘Wie een onschuldige ziel doodt, doodt de hele mensheid. En wie ooit een ziel redt, redt de hele mensheid.’ Koran 5: 32.
‘We zijn geschokt en diep ontroerd door de blijkbaar georchestreerde terreuracties. Wij blijven tegenstanders van deze barbaarse misdaden’, zegt Fadi Itani, de directeur. ‘Onze gebeden zijn met de slachtoffers en hun familie. We willen verenigd zijn, verenigd in ons gevecht tegen het terrorisme.’ Kemal Altwankama bij de Al-Neharmoskee en educatiecentrum vlakbij King’s Cross zegt dat het geen zin heeft om zich te schamen voor iets wat men zelf niet heeft gedaan. ‘Ik wil ook fier op de stoep blijven lopen, zoals alle Londense burgers’, zegt de jonge Pakistaan Djibba bij de moskee voor hij weer aan het werk gaat in zijn nachtwinkel.
Muhammed Abdul Bari, van de moskee in Oost-Londen zegt: ‘Men mag de terroristen niet de kans geven de stad opnieuw te verdelen in twee kampen. We hebben na de aanslagen in New York en Madrid zo hard moeten vechten om ons ingebed te blijven weten in de hele Londense gemeenschap en om geen verdeeldheid te zaaien binnen de moslimgemeenschap zelf.’
Vele moslimsvertegenwoordigers als Massud Shadjareh, die opkomt voor de mensenrechten van moslims, benadrukken dat de terroristen moeten beschouwd worden als eenzaten en individualisten die een nefast pad zijn opgegaan dat niets met de islam te maken heeft. Vele moslimleiders voelden zich gesteund door de uitspraken van Tony Blair die zei: ‘We weten dat de daders handelden in naam van de islam, maar dat ze die religie misbruikten.’
En op zondag komen ook de Poolse meisjes en de Duitse jongens en Britse buurtbewoners van Finsbury Park kijken naar het islamcentrum. Terwijl aan de andere kant van de stad, honderdduizenden mensen het einde van WO II vieren.
*
Koningin Elizabeth II geeft die dag het grote voorbeeld. Ze rijdt in een open wagen door de stad. Ze zit in de zon buiten tussen de genodigden de feestelijkheden gade te slaan. Ze herhaalt wat ze al eerder zei: ‘In Londen leeft een generatie die de voorbije dagen ongetwijfeld heeft teruggedacht aan de dagen dat de bommen hier op de stad vielen.’ Ze feliciteerde de veteranen. ‘Ik respecteer wat u zo lang geleden gedaan hebt en waar wij nu nog voor moeten blijven vechten: vrijheid.’ Ze zei dat Londen een stad is waar de burgers hun leven altijd terug opnemen. ‘Ook de voorbije dagen heeft Londen zijn kracht getoond.’
Op het eind van de middag loopt de negentigjarige oorlogsveteraan John Rowell naar een moeder en vader in het park. Zijn medailles blinken. Zijn stok trilt. Hij zegt: ‘Dit is een emotionele dag. Maar ik huil niet. Ik ben er te oud voor geworden.’ Hij kijkt in de kinderwagen. Hij zegt tegen het kind: ‘Angst is een slechte raadgever. Moed, het beste wapen. Laat het u nooit afnemen.’ Dan huilt hij toch.
Anna Luyten