Na een opvallend geruisloze aanloop werkt Paars vandaag zijn derde bijzondere ministerraad af: die over veiligheid, politie en justitie.
Als een wispelturige rode draad zwerven de rondtrekkende criminelen door de agenda van de bijzondere ministerraad die op woensdag 30 en donderdag 31 maart in de ambtswoning van de premier wordt afgewerkt. De top over veiligheid, politie en justitie zou het pre-electorale moment de gloire van minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael (VLD) en justitieminister Laurette Onkelinx (PS) moeten worden, het moment waarop alle kritieken op politie en justitie met glasheldere maatregelen worden aangepakt. Maar de top draagt ook duidelijk het stempel van Brice De Ruyver, de adviseur over justitie van eerste minister Guy Verhofstadt (VLD), die de rondtrekkende misdadigers tot de nagels aan zijn doodskist heeft verheven.
Qua voorbereiding verschilt de top in Brussel nauwelijks van de twee vorige bijzondere ministerraden. Ook voor de justitietop is de gastheer een van de sterkhouders van Paars – na Louis Michel (MR) in Gembloers en Johan Vande Lanotte (SP.A) in Oostende-Raversijde zitten de excellenties nu dus bij de premier. En net als in Gembloers of Raversijde is er een ellenlange agenda (46 punten) waarmee elke betrokkene op eigen terrein zal mogen scoren voor open doel.
Op de top bij de premier staan onder meer op het menu: een efficiëntere politie, grootschalige acties tegen dievenbendes, méér volk om terrorisme te bestrijden, de mogelijkheid om buitenlandse dieven naar gevangenissen in hun thuisland te sturen, een doelgerichte aanpak van de sociale en financiële fraude en het samenbrengen van de strijd tegen synthetische drugs, hormonen en doping onder één paraplu – precies zoals het jongste rapport van nationaal hormonenmagistraat Johan Sabbe dat enkele maanden geleden al had gesuggereerd. Verder: snellere procedures en verdere informatisering om de achterstand in de rechtbanken weg te werken, een sterker uitgebouwde slachtofferhulp met 24 uur op 24 permanentie, een betere uitvoering van de gevangenisstraffen, het afvoeren van de korte en de vervangende straf, het stimuleren van het elektronisch toezicht en het uitschrijven van hogere, door justitie zelf of door onafhankelijke incassobureaus geïnde boetes.
KNELPUNTEN
Twee dagen lang debatteren de ministers over het op elkaar afstemmen van de verschillende schakels in de veiligheidsketen: preventie en ontrading, opsporing, bestraffing, strafuitvoering. ‘Een nieuw veiligheidsplan voor 2005-2008 zal maximaal de inspanningen van justitie en politie integreren, prioriteiten vastleggen in de strijd tegen de criminaliteit en concrete actiemiddelen aanreiken waar de verschillende beleidsverantwoordelijken en beleidsniveaus hun wagen kunnen op inhaken. Bert Anciaux met zijn verkeerswet bijvoorbeeld, of de gewesten met hun aanpak van milieumisdrijven’, zegt minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael.
Een van de knelpunten tijdens het conclaaf wordt de discussie over meer, en vooral over beter ingezet blauw op straat. België heeft namelijk nu al een zwaar overbemand politiekorps, met 316 agenten per 10.000 inwoners – meer dan Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Nederland – waardoor de verhouding tussen de prijs en de kwaliteit van de operationele dienstverlening scheef zit. Om aan de 2500 bijkomende agenten op het terrein te komen die het regeerakkoord belooft, zal er bijgevolg geschoven moeten worden. Dewael: ‘Die 2500 is in elk geval haalbaar. Met gerichte acties en maatregelen kunnen we dat aantal zelfs optrekken naar 4000 tegen 2007-2008.’
Tot 2008 jaar zullen daartoe zo’n duizend federale agenten uit administratieve en logistieke functies geplukt en de straat op gestuurd worden. Er komt een veiligheidskorps, bemand met 500 mensen uit de mobiliteitspool – een pool met ambtenaren die door de hervorming van de administratie, de inkrimping van het leger of de afslanking van de NMBS geen functie meer hebben. Het korps kan onder andere bij het vervoer van gevangenen ingezet worden. De federale politie zal het personeel leveren voor de dispatching in het Astridprogramma, waardoor 411 agenten op lokaal niveau zullen vrijkomen voor operationele taken. Er komt een geïntegreerde reserve voor federale en lokale politie, er wordt met de politievakbonden gepraat over nacht- en weekendwerk bij (vooral) de lokale politie, en het opleidingsritme zal verhoogd worden om het ideale personeelskader voor de politiezones te kunnen nastreven.
‘We moeten nog een hoop kinderziektes door,’ zegt een bron dicht bij Justitie, ‘maar als het plan wordt goedgekeurd, moet de kwaliteit van de politie over drie jaar in balans zijn met haar kwantiteit.’ Maar, waarschuwt Dewael: ‘Als we meer politiemensen kunnen inschakelen om hen vervolgens alleen maar doelloos te laten rondlopen, dan is de hele operatie een maat voor niets. Hun inzet moet passen in een globale strategie. Concreet denk ik bijvoorbeeld aan de grootschalige (sper)acties om rondtrekkende dievenbendes te pakken of home- en carjackers te strikken, of aan gemeenschapsgerichte politiezorg, de zogenaamde community policing. We willen ook de wijkagenten herwaarderen, want zij kunnen bijvoorbeeld buurtconflicten voorkomen of de eerste opvang van slachtoffers verzorgen.’
HANDEN EN VOETEN
De boodschap over de justitietop en de inhoud ervan, is opvallend rechtlijnig. De top gaat niet over het blussen van kleine en grote brandjes, maar over het stroomlijnen en op elkaar afstemmen van diensten en databanken: de sociale en economische inspectie moeten dikker worden met de politie, de lokale politie moet taken van de federale kunnen overnemen. De rechtlijnigheid blijkt ook uit het relatieve stilzwijgen dat tot op het laatste moment over deze justitietop is bewaard. Hier geen diarree van de ideeën, ideetjes, voorstellen en plannen waarmee politici, drukkingsgroepen en andere belanghebbenden de aanloop naar Gembloers en Raversijde overspoelden: die ruis is de Lambermont-top tot op het allerlaatste moment bespaard gebleven. Dat komt omdat voor deze ministerraad niet meer dan drie excellenties krachtig de kar trekken: ‘vakministers’ Laurette Onkelinx en Patrick Dewael, en Guy Verhofstadt zelf, die vanuit de coulissen als een autoritaire regisseur stond mee te kijken en via zijn veiligheidsadviseur Brice De Ruyver enkele hardnekkige plooien preventief kon gladstrijken. Desondanks lagen onder meer de omstreden hervorming van het jeugdrecht, de rechtsbijstand voor mensen met lage inkomens en het drugsbeleid, drie stokpaardjes van Onkelinx, bij het ter perse gaan van Knack op maandagavond nog op tafel in het kernkabinet.
Wellicht heeft de sereniteit van de voorbereiding ook iets met de gesprekspartners te maken. De gesprekspartners van Onkelinx en Dewael zijn hun eigen ‘uitvoeringsinstrumenten’: de hoog opgeleide juristen van de parketten-generaal en de top van de federale of lokale politie – diensten die door hun werking en hun cultuur per definitie een grote vorm van autonomie hebben. Daardoor waren de ministers al op voorhand aan handen en voeten gebonden: als ze met de voorstellen van die gesprekspartners geen rekening houden, willen die achteraf misschien niet meewerken en dan valt het nieuwe veiligheidsplan vanzelf al in het water. Dus zullen de verzamelde ministers er met veel plezier enkele van hun eisen doorduwen.
Ongetwijfeld hebben de ontwikkelingen in de wereld de politiek daarbij een handje geholpen. De terroristische aanslagen van 11 maart op drie Madrileense treinstations, en vooral de dreiging van nog meer aanslagen, maken 50 extra politiemensen voor de bestrijding van terrorisme perfect verkoopbaar. En in de nasleep van een periode waarin de bende van Den Dikke in Antwerpen de ene na de andere hold-up pleegde, zal de bevolking de gecoördineerde acties om dievenbendes te strikken onverminderd interpreteren als een toonbeeld van krachtdadig beleid. Zodoende blijft ook de politieke benadering wonderwel overeind: in de paarse coalitie mag iedereen om beurt scoren. Of hij nu rood is of blauw.
Patrick Martens Frank Demets
De top gaat niet over het blussen van brandjes, maar over het stroomlijnen en op elkaar afstemmen van diensten en databanken.