In het Europese parlement is alles nieuw: het gebouw, de voorzitter en de meerderheid. Nieuw is ook de erg bescheiden rol van de Belgische leden.
Straatsburg heeft er een kathedraal bij: een splinternieuw Europees parlement met veel glas en een toren van zestig meter hoog en een diameter van honderd meter. Vorige week dinsdag werd het gebouw in gebruik genomen en hield het pas verkozen Europees parlement er zijn eerste zitting. Niet toevallig was de opening van het complex verschoven tot na de Europese verkiezingen, want het prestigeproject is niet van aard om de kiezer milder tegenover Europa te stemmen. Hoewel nauwelijks vijfhonderd meter verder de vergaderzaal van de Raad voor Europa ligt, vond de Franse lobby het noodzakelijk om het Europees parlement een eigen nest te geven. Naar de precieze kostprijs heeft men het raden. Alleen de contractprijs van 1993 is bekend: 16 miljard Belgische frank.
De belangrijkste reden voor de bouw van dit pronkstuk ligt in Brussel. Parijs kon het niet slikken dat in de Belgische hoofdstad een nieuw parlementsgebouw werd neergezet, terwijl Straatsburg met oudere lokalen bleef zitten. Tot meerdere eer en glorie van de Franse diplomatie werden met de grote middelen vier hectaren omgewoeld en meer dan 185.000 vierkante meter vloeroppervlakte aangelegd. De Europese volksvertegenwoordiging beschikt nu over twee splinternieuwe parlementsgebouwen op minder dan vijfhonderd kilometer van elkaar.
Ronduit indrukwekkend is de hemicyclus waar 750 parlementsleden kunnen plaatsnemen. Het is een immense houten stolp zonder ramen, met veel kunstlicht binnenin. Zonder micro kan niemand zich verstaanbaar maken en om de collega’s aan de overzijde te zien, is een toneelkijker nodig. Zelfs de anciens zaten met hun houding verlegen, en moesten zich een weg zoeken in dit architecturale statement. De nieuwkomers die tot dusver alleen in gemeentehuizen of redactielokalen vergaderden, werden er zich plots van bewust dat ze een andere wereld binnentraden. De dominante architectuur stimuleerde het zelfvertrouwen van het parlementair instituut. “Dit is een echt parlement”, zei Nicole Fontaine, voor de gelegenheid in een opvallend rood kleed, nadat ze in de eerste stemronde tot voorzitter was verkozen.
AFGEVAARDIGDEN VAN EEN KLEIN LAND
Slechts terloops werd in dit prestigieuze decor verwezen naar de dramatisch lage opkomst van de kiezers. Alle aandacht ging naar de verdeling van de belangrijke posten in het parlement. Daarin spelen de Belgen niet meer mee. Met het vertrek van Leo Tindemans (CVP) en vooral Wilfried Martens (CVP) en het ontbreken van sterke persoonlijkheden is voor de Belgische parlementsleden slechts een bescheiden rol weggelegd. Als vertegenwoordigers van een klein land worden ze nu overeenkomstig behandeld.
Meer dan een decennium lang leefden België en vooral de CVP boven hun stand in het parlement. Dankzij Tindemans en Martens kreeg de Vlaamse christen-democratie beduidend meer dan haar toekwam en kon ze jaren na elkaar de EVP-fractie leiden. Die vette jaren zijn definitief voorbij. De CVP-parlementsleden beschikken niet langer over machtige hefbomen. In een fractie van 233 parlementsleden heeft de CVP met haar drie leden geen stem meer in het kapittel. Ondanks haar vele Belgische ministerportefeuilles kon er voor Miet Smet niet eens de leiding van een parlementscommissie af en evenmin kreeg ze een zitje in het bureau van de fractie. Dat ging naar Marianne Thyssen die door de Belgische leden voor haar inzet en degelijk werk werd beloond en tot delegatieleidster werd verkozen.
De CVP voelt zich trouwens hoe langer hoe minder thuis in een fractie waarin naast de Britse conservatieven nu ook gaullisten en lieden als Silvio Berlusconi het hoge woord voeren. In weerwil van het programma van Athene is de EVP in het parlement uitgegroeid tot een conservatief amalgaam. Veel inhoudelijke verschillen laten de christen-democraten blauwblauw, omdat de EVP bovenal de grootste fractie wil zijn. In 1995 waarschuwde toenmalig CVP-voorzitter Johan Van Hecke op het EVP-congres in Madrid voor deze evolutie. “We mogen nooit onze overtuigingen opgeven en naar een grijze beweging zonder profiel afglijden. We zullen nooit aanvaarden dat de EVP een partij zonder Europees hart en christen-democratische ziel wordt.” Vandaag zit Van Hecke zelf in het parlement en wordt hij dagelijks met het “onaanvaardbare” geconfronteerd.
Ook in de socialistische fractie speelt de kleine Belgische delegatie geen rol van betekenis meer. Bij de PS – waar toekomstig commissaris Philippe Busquin opgemerkt aanwezig was – zitten te veel tweederangsfiguren, terwijl de voortdurende stoelendans bij de SP haar invloed in de fractie hypothekeert. Zowel het vertrek van Freddy Willockx uit het parlement als het niet opduiken van lijsttrekker Frank Vandenbroucke ondergraaft het Europese prestige van de SP. Ook in de liberale fractie moesten de Belgische leden inleveren. Willy De Clercq speelde het voorzitterschap van een parlementscommissie kwijt en geraakte evenmin in het bureau van de fractie. Nieuwkomer Dirk Sterckx bracht het verrassend tot whip van de fractie, zodat er voor De Clercq geen plaats in het bureau is.
Als er al in een fractie naar de Belgische delegatie geluisterd moet worden, dan wel in de groene. Die werd zopas uitgebreid met de regionalisten, waartoe ook de VU behoort. Met 48 leden is de groene fractie de vierde in het parlement. Zeven van die groenen zijn van Belgische makelij. Paul Lannoye volgt Magda Aelvoet als fractieleider op en zit dus als enige Belg in het bureau van het parlement.
DE CDU NEEMT PRODI ONDER VUUR
In de vorige parlementaire zittingsperioden was het voorzitterschap een zaak van de twee grote fracties. Alleen socialisten of leden van de EVP kwamen in aanmerking voor de begeerde baan. Deze keer liep het anders. Dat had veel te maken met de verkiezingsuitslag en het groter gewicht van de EVP in het parlement. De christen-democraten eisten het voorzitterschap op voor de eerste helft van de zittingsperiode, wat de socialisten een contractbreuk noemden. De EVP hield echter voet bij stuk en vond steun bij de liberalen. Het manoeuvre lukte. De Franse Nicole Fontaine was al bij de eerste stembeurt verkozen. In ruil zal de EVP voor het tweede deel van de zittingsperiode een liberale kandidaat steunen. Het is vooralsnog onduidelijk of het nu tussen socialisten en EVP tot een definitieve breuk komt en de twee grote politieke families elkaar systematisch zullen bekampen.
Een belangrijke test worden de hoorzittingen van en de stemming over de Commissie van Romano Prodi. Veelbetekenend was alleszins de scherpe kritiek van de Duitser Hans-Gert Pöttering, de nieuwe fractieleider van de EVP en dus opvolger van Martens, op de samenstelling van de nieuwe Commissie. Nadrukkelijk verklaarde hij dat de Commissie niet evenwichtig – te veel socialisten en geen CDU’er – is samengesteld en dat Prodi gefaald had. “Bondskanselier Gerhard Schröder heeft zich arrogant opgesteld en u hebt zijn dictaat geslikt.” Pöttering wou ook weten wat Prodi zou aanvangen met de commissarissen die een onvoldoende van het parlement kregen. Prodi had veel Italiaanse woorden nodig om de vraag te omzeilen. De tussenkomst van Pöttering inspireerde de nieuwe socialistische fractieleider Enrique Baron Crespo tot een eerste sneer. “De Duitse nationale zaken kunnen beter in Berlijn worden besproken, niet in Straatsburg.”
Binnen de EVP zal de volgende weken nog hard gedebatteerd worden over de houding die de fractie tegenover de Commissie zal aannemen. Hoewel ze waarschijnlijk de harde koers van de Duitsers niet zal volgen, riskeert Prodi wel averij. Tijdens de hoorzittingen dreigen sommige commissarissen bijzonder hard aangepakt en door het parlement gewraakt te worden. In 1994 werden vier commissarissen te licht bevonden, maar toen nam het parlement genoegen met mooie beloften van Jacques Santer. Prodi zal op minder begrip kunnen rekenen.
In zijn derde tussenkomst voor het parlement legde de nieuwe Commissievoorzitter de klemtoon op de betere werkmethoden van de Commissie. Ook bepleitte hij ingrijpende institutionele veranderingen binnen de Unie. Voormalig premier Jean-Luc Dehaene (CVP) verdedigde een gelijkaardig standpunt, maar werd hierin niet door Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië gevolgd. Opvallend genoeg steunde Prodi, Dehaene op dit punt wel en suggereerde hij bovendien de oprichting van een werkgroep die de Intergouvernementele Conferentie (IGC) moet voorbereiden. Ook hier treedt Prodi in de voetsporen van Dehaene en dreigt een aanvaring met de grote lidstaten.
Over de dioxinecrisis bleef Prodi discreet. Dit in tegenstelling met landbouwcommissaris Franz Fischler die de Belgische hoop op Europees geld vlug onderuithaalde. Regeringscommissaris Freddy Willockx kon in Straatsburg niet verbergen hoezeer deze weigering een streep door de Belgische rekening was. De regering moet nu op zoek naar een alternatieve Europese financiering. Dat zal geduldig en intelligent lobbywerk vereisen, zowel op het niveau van de lidstaten als van het Europees parlement. Uitgerekend in dat parlement waar België nauwelijks nog meetelt.
Paul Goossens