De steden en gemeenten vrezen dat de federale bijdrage onvoldoende zal zijn om de extra kosten van de politiehervorming te dragen.
De onderhandelingen tussen premier Guy Verhofstadt (VLD) en de Vlaamse, Waalse en Brusselse verenigingen van steden en gemeenten worden voortgezet. Het was de bedoeling die op 16 februari af te ronden; nu wordt het 6 maart. Omdat minister van Binnenlandse Zaken Antoine Duquesne (PRL) zich meer dan eens heeft vergaloppeerd, moet de federale regering extra centen zoeken om de meerkosten van de politiehervorming op te vangen.
Zo wordt verwacht dat de regering jaarlijks aan elk van de 27.500 politiebeambten in de 196 politiezones niet 670.000 frank maar 700.000 frank zal besteden. De voorziene 18,4 miljard frank wordt dus 19,225 miljard. Voor het burgerpersoneel, tewerkgesteld in het kader van de stedelijke Veiligheidscontracten, trekt de federale overheid 480 miljoen frank per jaar uit. Zij betaalt ook 400 miljoen frank om de verhuizing aan te moedigen van gewezen rijkswachters die in sommige politiezones overtallig zijn.
De minder bemiddelde gemeenten, die al een beroep doen op de solidariteitsbijdragen van andere steden en gemeenten (goed voor 1,1 miljard frank), zullen wellicht nog bijkomende financiële hulp krijgen. En om de gemeenten die altijd al te weinig in politiezorg hebben geïnvesteerd toch in de startblokken te helpen, kunnen nog eens enkele honderden miljoenen uit de bus komen.
Het ziet er dus naar uit dat de premier Verhofstadt 2 tot 3 miljard extra nodig heeft om de extra kosten van de politiehervorming op het lokale niveau te betalen. Dat is veel meer dan minister van Begroting Johan Vande Lanotte (SP) nog wil uitgeven. Het kernkabinet zal zich begin volgende week over deze toegevingen uitspreken.
Bovendien trekt de begroting van de federale politie nu al 2,316 miljard frank uit voor steunopdrachten waarvan drievierde de lokale politie ten goede komt. Daarin zitten onder meer kosten van werving, selectie, scholing, begeleiding, personeelsbeheer, uitrusting enzovoort.
De Vlaamse, Waalse en Brusselse verenigingen van steden en gemeenten vrezen echter dat deze federale bijdragen onvoldoende zullen zijn. Daarom bracht KnackStefan Meijlaers van de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten en zes burgemeesters samen voor een gesprek.
* Ieper (burgemeester Luc Dehaene, CVP) maakt deel uit van de politiezone met Poperinge, Heuvelland, Vleteren, Zonnebeke, Langemark-Poelkapelle, Wervik, Moorslede en Staden. Samen goed voor 126.000 inwoners en 221 politiemensen. Volgens de norm van Binnenlandse Zaken dus 16 politiemensen te weinig.
* Genk (burgemeester Jef Gabriels, CVP) vormt een politiezone met Zutendaal, As en Opglabbeek. Samen goed voor 90.000 inwoners en 210 politiemensen. Volgens Binnenlandse Zaken zijn er dat 25 te veel.
* Brussel (burgemeester Freddy Thielemans, PS) vormt een politiezone met Elsene. Samen goed voor een goeie 200.000 inwoners en 2091 politiemensen. Volgens de norm 31 te weinig.
* Leuven (burgemeester Louis Tobback, SP) vormt een eengemeentezone met 88.000 inwoners en 30.000 permanente niet-verblijfhouders, zeg maar studenten. Daarvoor heeft het 230 politiemensen en 55 naar de politie overgehevelde rijkswachters. Volgens Binnenlandse Zaken dus 13 (rijkswachters) politiemensen te weinig.
* Laakdal (burgemeester Patrik Vankrunkelsven, VU) vormt een politiezone met Geel en Meerhout. Samen tellen de drie gemeenten 55.000 inwoners en 113 politiemensen. Hier wordt de vooropgestelde norm gehaald.
* St.-Martens-Latem (burgemeester Freddy Vanmassenhove, VLD) vormt een politiezone met De Pinte, Nazareth en Gavere. Samen goed voor 40.000 inwoners en 54 politiemensen. Volgens de vooropgestelde norm zijn er dit 7 te weinig.