De in opspraak gebrachte Antwerpse advocaat Abdel El Mouden verdedigde zich vorige week tegen de kritiek. Het centrum-Leman, dat hem als lesgever schorste, heeft die maatregel alvast weer ongedaan gemaakt.
Heel wat migranten in Antwerpen waren vorige week nog niet bekomen van de zware aanval in de pers tegen ‘het establishment’ van de Marokkaanse gemeenschap. De kat werd de bel aangebonden door het internetblad MaoMagazine, dat (onder de titel ‘ Moroccan’ roll‘) ‘prominente allochtonen’ van geknoei met regularisatie- en visumaanvragen beschuldigde. Waarbij een hoofdrol voor de Antwerpse advocaat Abdelhamid El Mouden zou zijn weggelegd. El Mouden, die de Belgische nationaliteit heeft en getrouwd is met een Nederlandse advocate, is al jaren een van dé voorvechters van het integratiebeleid. De beschuldigingen tegen El Mouden werden nog versterkt door andere media, die niet alleen zijn naam, maar ook zijn foto vrijgaven, én door Vlaamse politici, die prompt de oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie eisten.
Vorige week kwam El Mouden, die met vakantie in Spanje was, halsoverkop terug naar Antwerpen om zich te verdedigen. Hij bezwoer de pers dat hem geen enkele schuld trof en dat er in geen enkel regularisatie- of visumdossier iets onwettigs kon worden vastgesteld. Eerder al had de Antwerpse stafhouder, na een onderhoud met procureur Bart Van Lijsebeth, gezegd dat El Mouden nooit in verdenking was gesteld en ten onrechte in opspraak werd gebracht. Daarop besloot El Mouden om klacht in te dienen tegen MaoMagazine, mogelijks op basis van de antiracismewetgeving. Hij voelt zich immers niet alleen in zijn professionele hoedanigheid, maar ook nadrukkelijk in zijn etnische origine geviseerd. Om die reden hebben ook andere vooraanstaande migranten al gesuggereerd om klacht in te dienen ‘namens de Marokkaanse gemeenschap’.
DE STRAAT VEGEN
Ontgoocheling is er ook om de reacties in het ‘progressieve kamp’. De SP, die El Mouden in het verleden graag als invloedrijke allochtoon op zijn lijsten zette en hem ook voor de raad van bestuur van het centrum-Leman had voorgedragen, vond nu dat hij maar best ontslag kon nemen als bestuurder. Het Antwerpse gerecht kreeg een ultimatum van enkele weken om de nodige onderzoeken af te ronden, zo niet zou ook de SP een parlementaire onderzoekscommissie eisen. Het centrum-Leman, op wiens vraag El Mouden lessen in Marokkaans familierecht aan magistraten gaf, besliste om hem tijdelijk als lesgever te schorsen. Een wel zeer tijdelijke schorsing, want inmiddels liet het centrum al weten dat de advocaat zijn lessen mag voortzetten en zeker geen ontslag uit de raad van bestuur moet nemen. De schorsing werd ongedaan gemaakt op basis van nieuwe informatie, bevestigt voorzitter Jean Hallet.
El Mouden legt nog wel begrip aan de dag voor de houding van het centrum, dat zich in de strijd tegen het Vlaams Blok immers ‘heiliger dan de paus’ moet opstellen. Maar hij heeft geen begrip voor de ‘hetze’ in de pers en de politiek. El Mouden: ‘Veel Marokkanen zeggen nu: zie je wel dat ze ons in Vlaanderen niet willen! Ook wie Nederlands spreekt, gestudeerd heeft, een maatschappelijke positie heeft opgebouwd en de Belgische nationaliteit heeft aangenomen, blijft in de ogen van veel Belgen uiteindelijk een criminele Marokkaan. Alsof het in onze genen zit. Blijkbaar wordt een Marokkaan die kan lezen en schrijven als een gevaar beschouwd, en zeker als hij zich actief inzet voor de integratie van allochtonen in de maatschappij. Marokkanen zijn alleen goed om in de mijn te werken en de straat te vegen.’
Zelf kwam El Mouden op vijfjarige leeftijd naar België (‘Borgerokko’), waar z’n vader als gastarbeider in de metallurgie ging werken, tot hij wegens een loodvergiftiging op vervroegd pensioen werd gesteld. Na zijn collegetijd begon El Mouden te werken voor de campagne ‘Culturen als Buren’ van minister Karel Poma (VLD), zowat het prille begin van het Vlaams integratiebeleid. Als student aan de VUB in Brussel (Rechten, plus een bijzonder diploma Sociaal Recht) zette hij zich in voor Centrum West in Molenbeek en andere migrantenverenigingen. Daarna werd hij als jurist door de universiteit van Leuven aangetrokken om een studie te maken over de vraag waarom vreemdelingen geen toegang tot het openbaar ambt krijgen. Nadien werkte hij jarenlang als medewerker van het Vlaams Centrum voor de Integratie van Minderheden (VCIM) en was hij nauw betrokken bij de structurele uitbouw van erkende integratiecentra en zelforganisaties.
JURIDISCHE RAAD
Ook nadat hij zich als advocaat gevestigd had, bleef hij actief in lokale migrantenverenigingen in het Antwerpse. Zijn advocatenkantoor (‘jong en geëngageerd’), waar naast El Mouden nog confraters van Belgische, Nederlandse, Poolse en joodse afkomst werken, is vooral in vreemdelingen- en familierecht gespecialiseerd. Het is een ondankbare materie, waar maar weinig advocaten zich in België op toeleggen. Dat heeft onvermijdelijk tot gevolg dat de namen van die weinige advocaten in veel dossiers van vreemdelingen opduiken én dat zij vaak in botsing komen met allerlei officiële instanties die met verblijfsvergunningen te maken hebben. El Mouden heeft zelfs de Belgische staat al laten veroordelen voor een overhaaste uitwijzing. El Mouden: ‘Het klopt dat wij ons hardnekkig opstellen en alle middelen uitputten. Maar uitsluitend op basis van het Belgische wetboek.’
Onder meer de dienst Vreemdelingenzaken en sommige ambassades ergeren zich soms aan die ‘hardnekkigheid’. Zo is het consulaat in Casablanca vertrouwd met de correspondentie van El Mouden namens zijn cliënten; een briefwisseling die dan ook opdook toen eerder dit jaar een onderzoek naar het visumbeleid in Casablanca werd gevoerd. In een ander onderzoek naar onregelmatigheden door een ambtenaar van het district Deurne kwam ook de naam van El Mouden voor. ‘Als advocaat geef ik juridische raad en verdedig ik mijn cliënten zo goed mogelijk. Maar blijkbaar mag dat niet voor vreemdelingen. Juridische spitstechnologie, noemen ze dat dan. Nee, dat is jarenlang opgebouwde kennis en ervaring. In geen enkele zaak heb ik zelf een onregelmatigheid begaan.’
In de regularisatiecommissie heeft hij al een vijftiental cliënten verdedigd, wat bij hem een positieve indruk heeft achtergelaten. El Mouden: ‘Er wordt daar degelijk werk geleverd, maar blijkbaar moet dat om politieke redenen nu kapot worden gemaakt.’ Na een alarmerende brief van voorzitter Herman Pas – die zich nu afzet tegen de ‘stemmingmakerij’ tegen de regularisaties en benadrukt dat de overgrote meerderheid van de aanvragen correct zijn – waren begin dit jaar al honderden dossiers geblokkeerd, vooral omdat er mogelijks onregelmatigheden met doktersattesten en andere papiertjes zouden zijn gebeurd. El Mouden: ‘Het gaat slechts om een fractie van de 32.000 dossiers. Mensen hebben jarenlang in de illegaliteit geleefd en moesten op een paar weken tijd alle mogelijke papiertjes verzamelen om hun verblijf te bewijzen. Nogal logisch dat er in die berg papieren soms iets onregelmatigs zit. In dat geval moet het gerecht haar werk doen en onderzoeken of er gefraudeerd werd.’
ALS EEN BAKSTEEN
Een paar weken geleden vroeg CVP-kamerlid Tony Van Parys naar aanleiding van een artikel in Humo, waarin politieke tussenkomsten van de minister van Binnenlandse Zaken werden gelaakt, om een parlementaire onderzoekscommissie. De CVP, die in de regularisatiecommissie enkele onderzeeërs heeft zitten, wou eerder al de hele procedure gewoon opschorten. Na de recente berichtgeving over het Marokkaanse establishment eiste Van Parys (nota bene oud-minister van Justitie) weer dat het parlement uit vakantie zou terugkeren om stante pede een onderzoekscommissie op te richten. VLD-fractieleider Hugo Coveliers, die de regularisatie als ‘groene verworvenheid’ nooit verteerd heeft, sprong op de kar en steunde het verzoek. Ook andere Vlaamse partijen hadden er wel oren naar. Het gevaar lijkt niet denkbeeldig dat zo’n onderzoekscommissie vooral een forum voor platte demagogie en stemmingmakerij zou worden.
Dat sommigen El Mouden, die zich al vijftien jaar voor de integratie inzet, als een baksteen lieten vallen, zal nog lang een bittere smaak nalaten. ‘Het is een dubbele aanval. Enerzijds willen politici munt slaan uit de hetze tegen mijn persoon, anderzijds wordt samen met mij ook de Marokkaanse gemeenschap door het slijk gesleurd. En aan dat laatste til ik nog veel zwaarder dan aan mijn eigen besmeurde reputatie.’ De voorbije maanden hadden Marokkaanse intellectuelen uit Antwerpen nog vergaderd om een fonds op te richten, waarmee talentvolle leerlingen zouden kunnen voortstuderen, maar het animo daarvoor zal nu wel geminderd zijn. ‘Dit schandaal is een slechte zaak voor de integratie. Ik hoor sommigen nu zeggen dat echt integreren toch onmogelijk is, zelfs voor wie hoog op de maatschappelijke ladder klimt. Sommigen komen tot het besluit dat ze hier dan blijkbaar toch niet welkom zijn. En dat is erg.’
Chris De Stoop