De bekende chimpanseeonderzoekster Jane Goodall komt naar België. Een gesprek over apen die bijna mensen zijn, en over de strijd tegen het uitsterven van onze naaste verwanten.
Honderd jaar geleden leefden er naar schatting twee miljoen chimpansees in de Afrikaanse regenwouden, vandaag blijven er minder dan tweehonderdduizend over. Veertig jaar geleden begon de toen piepjonge secretaresse Britse Jane Goodall voor rekening van de bekende paleontoloog Louis Leakey een onderzoek naar de leefwijze van chimpansees in het Tanzaniaanse Gombereservaat. Dat leverde baanbrekende inzichten op.
Het project in Gombe loopt nog altijd, maar Goodall (ondertussen bijna 67 jaar oud) reist de wereld af om aandacht te krijgen voor het lot van de mensapen en hun leefwereld: het tropische regenwoud. Op 21 en 22 maart is ze in België, maar de voordrachten en het diner zijn al uitverkocht. Ter introductie een gesprek dat ze toestond tijdens een van de weinige dagen dat ze dit jaar thuis was.
Vindt u het verrassend dat er nog altijd mensen zijn die niet willen horen dat wij van apen afstammen?
Jane Goodall: In mijn ervaring zijn dat er vandaag toch veel minder dan vroeger. De mensen beginnen de aard van de aap beter te begrijpen en zijn dus minder bezorgd over het feit dat we een gemeenschappelijke voorouder hebben.
Is dat omdat apen in onze ogen menselijker geworden zijn?
Goodall: Ik denk het. Wij evolueren weg van het beeld van King Kong. We zien nu veel meer menselijke aspecten in apen.
Hoe menselijk zijn apen dan wel?
Goodall: De chimpansee en de bonobo staan genetisch ongeveer even ver van elkaar als van ons. Hun DNA verschilt amper een procent van het onze. Hun bloed, hun afweersysteem, de structuur van hun hersenen: ze lijken allemaal sterk op de onze. Er zijn ook opvallende overeenkomsten in gedrag. Apen omhelzen elkaar, houden elkaars hand vast, slaan elkaar gemoedelijk op de rug, maken en gebruiken werktuigen, vormen familiebanden met affectie op lange termijn, werken samen en etaleren – vooral in gevangenschap – merkwaardige intellectuele capaciteiten. Jammer genoeg zijn ze net als wij niet alleen liefhebbend en medelevend, maar hebben ze ook een donkere en brutale kant.
Die hen nog menselijker maakt?
Goodall: Ik vrees van wel. Er zit wat van het King Kong-beeld in hen én in ons. Chimpansees zijn soms heel gewelddadig.
Maken we apen niet menselijker dan ze zijn, omdat we ze met mensenogen bestuderen?
Goodall: Nee hoor. Iedereen die aandachtig naar apen kijkt, ziet eerst en vooral hoeveel aap ze eigenlijk wel zijn: een belangrijk element uit hun leven dat we nooit zullen vatten.
U trok naar het Gombereservaat om door de studie van chimpansees meer over onze voorouders te weten te komen. Bent u daarin geslaagd?
Goodall: Dat denk ik wel. Elk vakwerk over de evolutie van de mens gaat uitgebreid op de chimpanseestudies in. Gedrag fossiliseert niet. We kunnen zien hoe onze voorouders eruitzagen door hun beenderen te bekijken, we krijgen inzicht in wat ze aten door de slijtage van hun tanden te bestuderen, we onderzoeken hun leefwijze via hun werktuigen. Maar we kunnen op geen enkele manier nagaan hoe ze zich gedroegen. Daarvoor moesten we naar onze naaste verwanten gaan kijken. Ze hebben zoveel met ons gemeen dat we wel een gemeenschappelijke voorouder gehad moeten hebben, waarvan ook wij heel wat meedragen.
Hoeveel aap zit er nog in elk van ons?
Goodall: Heel veel. Het grootste onderscheid zit in de gesofisticeerde taal die wij gebruiken. Apen kunnen gebarentaal leren, maar voor zover we weten, hebben ze geen enkel communicatiesysteem dat onze taal in de verste verte benadert. Wij hebben de mogelijkheid om te leren over iets dat nog niet bestaat, om te plannen met het oog op de verre toekomst. Dat maakt ons ook verantwoordelijk, voor onszelf en voor de apen.
Hoe schokkend was het voor u vast te stellen dat uw geliefde studieobjecten oorlog voerden en kinderen vermoordden?
Goodall: Ik was diep geschokt. Ik dacht aanvankelijk echt dat chimpansees veel liever waren dan mensen. Maar ineens zag ik dat ze in bepaalde omstandigheden even vreselijk zijn als wij.
Werden ze niet tot oorlog verplicht, omdat hun biotoop te klein werd onder druk van de mens die hun woud omhakte?
Goodall: Dat was zeker niet het geval toen ik in Gombe de oorlog volgde. Het ging puur om een territoriaal conflict. De groep die ik bestudeerde, was te groot geworden en in twee gesplitst, waarbij een groep in het noorden bleef en een andere het zuiden inpalmde. De noordelijke groep begon na verloop van tijd de zuidelijke aan te vallen, omdat ze dat gebied vroeger ook gebruikte. Ik denk nu dat er te veel mannen met een sterke persoonlijkheid in de groep gekomen waren, en dat het zo onleefbaar geworden was.
Uit de hand gelopen chimpanseepolitiek?
Goodall: Zoiets, ja. Maar we zullen pas meer inzicht krijgen in wat er toen precies gebeurd is, als we het nog eens meemaken.
Hoopt u op een nieuwe oorlog, voor de wetenschap?
Goodall: Absoluut niet. We zien nu wel geregeld problemen aan de rand van de territoria. Chimpansees houden niet van vreemdelingen.
Heeft die ervaring u een andere kijk op de burgeroorlog in Bosnië of de volkenmoord in Rwanda gegeven?
Goodall: Ja hoor. Ik begreep helaas dat die vijandige gevoelens diep in ons geworteld zijn. We zitten nu eenmaal met die agressieve neigingen. Dat is tragisch, en we kunnen het niet langer ontkennen.
Als de chimpansee en de bonobo het geluk hebben te overleven, zouden ze dan op termijn nog menselijker worden?
Goodall: Ik denk eigenlijk dat ze, als de juiste evolutionaire druk blijft bestaan, zouden doorgaan zoals ze nu zijn. Tenzij er bijvoorbeeld op het vlak van het klimaat iets sterk verandert. Er kan wild worden gespeculeerd over de vraag wat van ons mensen maakte.
Wat zou dat geweest kunnen zijn?
Goodall: Er zullen verschillende drukkingsmiddelen geweest zijn die ons in de richting van het menszijn duwden, zoals het verkillen van het weer en het feit dat we onze haren verloren.
Wat zou er nodig zijn om chimpansees meer in de richting van de mens te duwen?
Goodall: Ongetwijfeld iets dat hen ertoe zou drijven hun hersenen nog meer voor hun overleving in te zetten. Ze hebben capaciteiten in hun hoofd die ze momenteel niet gebruiken.
Is het feit dat ze in de natuur werktuigen hanteren, zoals stokjes om naar termieten te vissen en sandalen om op stekelige takken te zitten, een stap naar meer menszijn?
Goodall: Ze gebruiken een breed gamma aan werktuigen, maar geen enkel is gesofisticeerd. Het zijn waarschijnlijk wel dezelfde tuigen die onze vroege voorouders gebruikten.
Waarom heeft taal ons zo sterk veranderd?
Goodall: Het maakt het makkelijker om informatie uit te wisselen. Kinderen leren gemakkelijker van hun ouders. En als iemand een idee heeft, kan een groep samen gaan zitten en erover praten zodat er meer uit het idee gehaald kan worden. Chimpansees staan aan het begin van culturele uitwisseling. Ze dragen hun tradities gewoon over door observatie en imitatie, wat hun mogelijkheden beperkt.
Er zijn mensapen in gevangenschap die symbolen en gebarentaal geleerd hebben. Is dat een soort circus of is dat echt?
Goodall: Oh, het is zeker geen circus. De bonobo Kanzi kan met zijn symbolen op een heel spontane manier communiceren, net als de chimpansees die gebarentaal geleerd hebben. Hun intellect is echt adembenemend. Ik ben er bijvoorbeeld van overtuigd dat, als ze zouden kunnen samenzitten en praten, chimpansees minder gemakkelijk tot geweld zouden overgaan dan ze nu soms doen.
Heeft iemand er ooit aan gedacht om zo’n ‘geleerde’ aap mee naar het veld te nemen?
Goodall: Dat plan heeft bestaan, maar ik vrees dat zo’n aap snel door de anderen gedood zou worden. Je moet de vraag stellen of het beschikken over zo’n taal nuttig zou zijn voor een aap in het veld. Waarom zouden wilde chimpansees een vreemde taal leren en aanvaarden? Ze zouden er weinig mee kunnen doen.
En het inschakelen van zo’n taalvaardige aap als een vertaler tussen zijn wilde soortgenoten en de wetenschappers?
Goodall: Ik vrees dat zo’n aap nog minder van zijn wilde soortgenoten zou begrijpen dan menselijke waarnemers.
Wat zou een slimme aap van mensen vinden?
Goodall: Hij zou ongetwijfeld verbaasd zijn over het feit dat wij zo ongelooflijk onhandig zijn, dat wij zo zwak zijn. Apen zijn zo goed aan hun leven in het woud aangepast, en wij kunnen hen daarin niet volgen. Hij zou evenmin onder de indruk zijn van ons intellect, want dat zou hem in het woud niet veel vooruithelpen.
U observeerde een regendans bij uw chimpansees. Zouden ze in staat zijn om religie of een ander soort mystiek te cultiveren?
Goodall: Zeker, hoewel ze ook daarbij gehinderd worden door het feit dat ze geen gesofisticeerde taal hebben. Hun regendans is fascinerend, net als hun dans bij een waterval, als ze van voet op voet rondwervelen. Soms gaan ze zitten en staren ze met een dromerige blik naar het water. Als ze op dat moment over hun gevoelens zouden kunnen communiceren, zou dat snel tot een soort animistisch gevoel leiden, zoals ongetwijfeld bij onze vroege voorouders is gebeurd. Maar zonder taal zitten de gevoelens en emoties in hun lichaam gevangen.
Wat vindt u van de evolutiepsychologen die zich inspannen om menselijk gedrag vanuit het standpunt van onze voorouders te verklaren?
Goodall: Ik vind dat ze te ver gaan. We hebben zeker kenmerken met onze voorouders gemeen, zoals non-verbale communicatie, lachen, contacten die tot agressie leiden en andere die ons gelukkig maken. Maar we hebben ondertussen zoveel mogelijkheden bij gekregen, onder meer door de ontwikkeling van onze hersenen waarmee we onze instincten kunnen controleren, dat we niet langer rondlopen en ons gedragen zoals we ons voelen. De meeste mensen gedragen zich nu geciviliseerd. De wereld zou er nog een stuk slechter uitzien als we ons niet zouden inhouden. Maar we wéten dat het slechte in ons weer naar boven kan komen.
Ook in pakweg het Verenigd Koninkrijk?
Goodall: Absoluut. De burgeroorlog tussen lord Cromwell en koning Charles was ongelooflijk gewelddadig. In Noord-Ierland zagen we het extreemste geweld. Alle mensen zijn ertoe in staat. In chimpansees en andere apen is er jammer genoeg een sterke correlatie tussen agressie en seks. Mannen worden meer tot geweld aangetrokken dan vrouwen. Daarom zie je dat vooral mannen zich naar het leger haasten, en dat in het Midden-Oosten Palestijnse jongens stenen naar de Israëlische soldaten gooien. Meisjes doen zoiets niet.
Had u dan niet liever bonobo’s bestudeerd, waar de vrouwen het voor het zeggen hebben en er minder agressiviteit is dan bij chimpansees?
Goodall: In geen geval. Chimpansees zijn eindeloos fascinerend.
Hebt u ooit bonobo’s in het wild gezien?
Goodall: Nee, jammer genoeg niet, en ik vrees dat het er niet meer van zal komen. Ik heb zelfs nooit een gorilla in het wild gezien.
Wat zegt u?
Goodall:(onverstoord) Ik heb al bijna geen tijd meer om naar de chimpansees te gaan. Ooit droomde ik om van het ene onderzoeksstation naar het andere te trekken, maar dat was voor ik tot het besef kwam dat ik de wereld rond moest trekken om de mensen bewust te maken. Ik moest gewoon doen wat ik nu doe.
U bedoelt: begrip kweken voor het feit dat de apen onder druk van ons het risico lopen uit te sterven?
Goodall: Inderdaad. Wij zijn verantwoordelijk voor de natuurlijke wereld. De apen lijden onder het feit dat hun wouden verdwijnen en dat het klimaat verandert, en wij lijden ook. We zitten in hetzelfde schuitje.
Waarom is het verdwijnen van een woud slecht voor de mens?
Goodall: Neem nu het Gombereservaat. Toen ik daar in 1960 aankwam, was dat een stukje in een streek met veel woud en enkele dorpen. De mensen leefden er goed, eenvoudig en arm, maar ze hadden genoeg te eten. Vandaag staat er buiten de grenzen van het reservaat geen enkele boom meer. Allemaal omgehakt door mensen: dorpelingen en vluchtelingen. De bodem is geërodeerd, de watertafel gezakt, de grond onvruchtbaar geworden. Daardoor vinden de mensen niet genoeg te eten, en ze zijn te arm om iets te kopen. Dus lijden ze. De vraag is dan: hoe redden we het reservaat in omstandigheden met zo’n zware populatiedruk?
En wat is het antwoord?
Goodall: Het antwoord zijn ontwikkelingsprojecten waarbij niet alleen aan het reservaat, maar ook aan de mensen wordt gedacht. We zijn begonnen met een kleine beurs van de Europese Unie waarmee we in 33 dorpen boomkwekerijen hebben geïntroduceerd. Eerst met snelgroeiende soorten, voor fruit en hout, vervolgens met inheemse soorten. De mensen kunnen bomen verkopen en met het geld nieuwe aankopen. Nu worden er bomen geplant om de bodem te verstevigen en de watertafel te beschermen. Tegelijk werken we met vrouwengroepen, proberen we de levensstijl, de gezondheid, de opvoeding, de eigenwaarde van vrouwen te bevorderen. Want we hopen dat – zoals elders is gebeurd – de toegenomen educatie van vrouwen zich in een daling van het aantal kinderen zal vertalen. Als dat niet gebeurt, wordt het hopeloos.
Zijn er aanwijzingen dat het werkt?
Goodall: Gelukkig wel. De programma’s zijn zelfbedruipend. En de mensen beginnen te begrijpen waarom ze het woud niet mogen uitputten.
Kan dat op grote schaal worden toegepast?
Goodall: Uiteraard. De kinder- en ontwikkelingsorganisaties van de Verenigde Naties zijn zo onder de indruk van onze resultaten dat ze geld vrijmaken om ook elders zulke projecten op te zetten.
Is dat de reden waarom u, ondanks alles, optimistisch blijft over de kansen om de wouden en de apen te redden?
Goodall: We moeten wel, anders kunnen we niet blijven vechten. Ik ben natuurlijk niet achterlijk, ik weet ook dat het mogelijk is dat we mislukken. Maar als mensen zouden beseffen dat hun leven invloed heeft op onze planeet, kunnen we het tij misschien doen keren. Daarom trek ik de wereld rond met mijn verhaal, en proberen we zoveel mogelijk jongeren bij onze plannen te betrekken in het kader van onze Roots & Shoots-programma’s die op scholen zijn gericht.
Vindt u dat apen wettelijke rechten moeten krijgen?
Goodall: Ik zie apen graag als onderdeel van de menselijke verantwoordelijkheid. We vragen niet per se mensenrechten voor apen, maar toch een aantal basisrechten: het recht op leven, de garantie van een zekere vorm van vrijheid, en de garantie dat ze niet gemarteld worden. Dat lijkt me toch niet meer dan redelijk voor onze naaste verwanten. Ik weet niet of een wet veel verschil zou maken, maar ze zou een aantal mensen in ieder geval aan het denken zetten. Ik vind ook dat die basisrechten niet tot mensapen beperkt moeten worden: alle dieren moeten ervan kunnen genieten. Mensapen hebben de kloof tussen onszelf en de rest van het dierenrijk wel gedicht. Als we aanvaarden dat wij niet de enige levende wezens met een persoonlijkheid en met gevoelens zijn, zullen we misschien voorzichtiger zijn met de manier waarop we dieren behandelen. Het moeilijke punt is natuurlijk dat mensen elkaar evenmin echt vriendelijk bejegenen.
Kunnen chimpansees als proefdier voor de mens gebruikt worden als zou blijken dat dat een behandeling tegen bijvoorbeeld aids oplevert?
Goodall: De wetenschap komt ervan terug om chimpansees voor onderzoek te gebruiken. Het lijkt weinig op te leveren. Chimpansees krijgen geen aids, hoewel ze het virus kunnen dragen, en zijn dus geen goed model voor de studie van de ziekte. De meeste chimpanseeonderzoekscentra zullen waarschijnlijk gesloten worden.
Wat vindt u ervan dat wetenschappers binnenkort misschien de genen van de chimpansee in kaart zullen brengen?
Goodall: Daar heb ik nog niet over nagedacht.
Uw acties spitsen zich sterk toe op het steunen van opvangcentra voor chimpanseeweesjes. Leidt dat de aandacht niet van het echte probleem af: het verdwijnen van het regenwoud?
Goodall: Zeker niet. De reden dat er zoveel chimpanseeweesjes zijn, is de handel in vlees uit het woud, zogenaamd broussevlees. De jonge aapjes worden meegenomen nadat hun moeder is gedood, en worden geconfisqueerd of binnengebracht omdat de mensen die ze kochten ze na verloop van tijd niet meer aankunnen. Het is bijna onmogelijk om die diertjes weer in het woud los te laten, maar we kunnen ze ook niet aan hun lot overlaten. We bouwen de opvangcentra uit als plaatsen om mensen te sensibiliseren. De mensen kunnen er zien hoe geweldig apen wel zijn, zodat ze zich ten opzichte van de natuur anders gaan gedragen. De meeste bezoekers hebben nooit chimpansees in het echt gezien. Rond de centra proberen we ook de resterende wilde chimpansees en hun leefgebied te beschermen.
Denkt u dat het probleem van het broussevlees opgelost kan worden? Voor veel mensen is het de enige bron van eiwitten.
Goodall: Als dat probleem de volgende jaren niet wordt opgelost, is dat heel slecht nieuws. Het is een complex probleem, waar veel geld mee gemoeid is. En waarvoor complexe oplossingen nodig zijn: het vinden van alternatieve eiwitbronnen voor de mensen in de meer dan tweeduizend houtconcessies en in de steden, het domesticeren van dieren voor vlees, het zoeken naar alternatieve jobs voor jagers en handelaars, het heropvoeden van pygmeeën die nu geleerd hebben dat het in orde is dat ze alle apen en andere dieren uit hun woud neerschieten, het bewerken van de Wereldbank om steun aan kapprojecten op zijn minst van milieuvoorwaarden te laten afhangen. Maar ik geef toe, het is een nachtmerrie.
U reist de wereld rond met uw boodschap. Wat hoopt u eigenlijk te bereiken?
Goodall: Wij denken allemaal dat wij maar één mensje zijn dat niets kan veranderen. Dát moeten we bestrijden. Hoe meer mensen ‘bewust’ worden, hoe meer druk er op bedrijven komt. Als veel mensen weigeren producten te kopen zoals meubelen van hout waarvoor het regenwoud op onduurzame wijze werd omgehakt, kunnen we iets bereiken. En ik denk dat er momenteel toch een miljard mensen op de wereld zijn die iets over chimpansees weten.
Wie wil storten voor de adoptie van het chimpanseeweesje Timi, of wie meer wil weten over de Roots & Shoots-groepjes voor kinderen kan terecht bij het Jane Goodall Instituut, Postbus 225, 9000 Gent (www.janegoodall.nl).
Dirk Draulans