In Rusland wordt ze verslonden. Haar hoofdpersonage, een ijzige Moskouse politierechercheur, is haar alter ego, geeft ze toe. Alexandra Marinina.

Ik ben een immoreel creatuur, dacht ze. Normale menselijke gevoelens zijn mij vreemd. Heb ik werkelijk maar twee emoties, belediging en angst? Ik zal proberen een vrouw te zijn, dacht ze. Misschien zou daardoor de ijskorst die haar binnenste bevroor en haar hart versteende een beetje smelten. Er heerste in haar een niet-aflatende ijzigheid en een eindeloze verveling. Ze hield alleen van intellectueel werk.

‘Ik ben een analysemachine.’ Nastja Kamenskaja, rechercheur en analyticus bij de Moskouse politie, kan niet vaak genoeg benadrukken hoe koud en gevoelloos ze is. Rookt als een schoorsteen, drinkt liters oploskoffie. Werkt zich door bergen informatie heen, ontwikkelt theorieën, maakt analyses van misdaden, neemt tendensen waar, toont fouten aan, lost misdaden op. Niet iemand met wie lezers zich gretig identificeren en toch heeft ze de kille aantrekkingskracht van een gletsjer, getuige de populariteit van haar schepper, de Russische misdaadauteur Alexandra Marinina (pseudoniem van Marina Anatoljevna Aleksejeva). Meer dan zeventien miljoen exemplaren zijn er inmiddels van haar boeken verkocht. Eenentwintig romans tot nu toe, de eerste verscheen in 1993, maar de auteur noemt zich desondanks even lui als haar protagoniste, die voor negentig procent haar alter ego is.

Marinina is een paar dagen op promotiebezoek in Amsterdam. Haar agent zit zwijgend aan haar zijde, vertaler Theo Veenhof praat daarentegen voor twee, want ze geeft geen interviews in het Engels. Spreekt de taal wel, maar prefereert deze omweg, die afstandelijker is. Begin veertig, een grijs colbert met daaronder een pantershirt, een gouden kruisje om de hals. De asbak ligt vertrouwd vol peuken. Alexandra en Nastja roken gelijk op. Grotendeels haar andere ik? Ja, daar neemt ze geen afstand van. Is ze net zo gedistantieerd? Ja. Zijn zelfs Nastja’s lichamelijke problemen de hare? Ja. Toen haar moeder haar eerste boek, De hand van een moordenaar, gelezen had, zei ze: Ik wist helemaal niet dat jij zo’n slechte rug had.

‘Detectives kunnen heel goede literatuur zijn’, zegt Nastja Kamenskaja in Uitwedstrijd, het tweede in het Nederlands vertaalde boek. Marinina hoeft niet in de wereldliteratuur te worden opgenomen. Als de mensen haar boeken met plezier lezen, vindt ze dat meer dan bevredigend. In Rusland wordt ze verslonden en dat heeft, volgens haar, ook te maken met de inhaalslag na de val van het communisme. Boeken, zeker buitenlandse werken, waren daarvóór helemaal niet of in onmogelijk kleine oplagen verkrijgbaar. De honger die toen ontstond, wordt nu gestild. En of dat nu met misdaadromans is of met andere boeken, wat maakt het uit? Belangrijk is dat je de lezers biedt waar ze op een bepaald moment behoefte aan hebben. Dat men nu graag detectives leest, is niet specifiek Russisch. Het was altijd al haar favoriete genre: breed, universeel, je kunt er alles in kwijt. Russen zijn bijvoorbeeld vooral geïnteresseerd in de manier waarop ze ethische en psychologische problemen in haar boeken uitwerkt en in hoeverre die toepasbaar zijn op hun eigen leven.

In de jaren ’60 las ze alles wat ze te pakken kon krijgen. Vaak misdaadromans die zich in de negentiende eeuw afspeelden, ongevaarlijk, ze konden zonder enig ideologisch probleem worden gedrukt. Daarna werd iemand als Agatha Christie uitgegeven; er was nog steeds geen sprake van een afspiegeling van de actualiteit in het Westen. Oud werk van Simenon (een van haar favorieten) en Dick Francis, Sjöwall en Wahlöo. Alles waaruit de lezer zou kunnen opmaken hoe goed ze het in het Westen hadden, werd weggelaten. Het officiële standpunt was dat de arbeiders daar in diepe armoede en ellende leefden. Na de perestrojka werd alles achter elkaar vertaald. Alles wat vóór 1970 in het Westen was geschreven, kon worden uitgegeven zonder honorarium of rechten te betalen. Van boeken ná ’73 moest men de rechten kopen.

Begin de jaren ’90 begonnen Russische uitgeverijen dan ook met het oudere, gratis werk. Nadat ze daarmee voldoende geld hadden verdiend, konden ze de rechten kopen van moderne auteurs. Toch blijft het mondjesmaat: pas zeer recentelijk is een boek van Sue Grafton in het Russisch vertaald. Mary Higgins Clark is de enige vrouwelijke misdaadauteur die al geruime tijd te krijgen is. Er is iets van Patricia Cornwell, maar een schrijfster als Elizabeth George is nog altijd niet vertaald.

Marinina leest bij voorkeur de Russische vertaling, Engels leest ze niet snel genoeg en soms begrijp je een woord niet, waardoor je een belangrijk gegeven kunt missen. Dat geldt merkwaardig genoeg niet voor de Amerikaanse auteur Ed McBain, die ze zeer bewondert. Die bewondering heeft ze doorgegeven aan Nastja Kamenskaja, die als bijbaantje misdaadromans, van onder andere McBain, vertaalt.

VAN BINNENUIT

Marinina schrijft haar boeken niet zomaar uit de losse hand. Ze kent de wereld van wetshandhaving en misdaad van binnenuit. Werkte twintig jaar bij het onderzoeks- en opleidingsinstituut van het ministerie van Binnenlandse Zaken, waar ze misdaadstatistieken en daderprofielen analyseerde en theoretische werken over criminologie publiceerde. Was luitenant-kolonel bij de politie en gaf haar baan twee jaar geleden op om zich volledig aan het schrijven te wijden. Ze is voornamelijk geïnteresseerd in de verhoudingen tussen mannen en vrouwen, ondergeschikten en bazen, kortom: menselijke relaties, en machtsverhoudingen.

Een van haar andere hoofdthema’s: er bestaat niet zoiets als het absolute goed en het absolute kwaad. Elke misdadiger heeft ook iets waar iemand van houdt, hoe monsterlijk zijn daden ook mogen zijn. Daarnaast heeft elke politieman, ook al bestrijdt hij de misdaad, trekken waar je niet van kunt houden.

De beruchte Russische maffia vindt ze eigenlijk niet zo interessant. Ze heeft er als criminologe veel over geschreven en is er min of meer op uitgekeken. Als ze hem nodig heeft voor haar verhaal (vooral in de eerste boeken), of voor haar plot, haalt ze hem uit de kast.

Corruptie is ook zo’n onderwerp. Een verschijnsel dat onontkoombaar is wanneer een samenleving grote veranderingen doormaakt. Vroeger wisten de Russen precies waar ze naartoe moesten met hun vragen en problemen. Naar de communistische partij, de prefectuur, de burgemeester. Nu weten ze het niet meer. Ze zijn hun oriëntatie kwijt. De meest simpele oplossing is dan om smeergeld te betalen.

Zelfs rechercheur Nastja Kamenskaja betaalt soms steekpenningen, als dat nodig is, al voelt ze zich erdoor vernederd. Ook is ze bereid met een huurmoordenaar te slapen, mocht dat bijdragen aan de oplossing van een misdrijf. In Uitwedstrijd sluit ze zelfs een tijdelijk verbond met de plaatselijke, oppermachtige maffialeider, in de strijd tegen mensenhandelaren die vrouwen laten vermoorden in snuff-movies.

Ze toont begrip voor mensen met zware psychische afwijkingen, die niet door de maatschappij worden opgevangen en alleen hun heil kunnen zoeken bij misdadigers, zelf ook soms afgewezenen.

SCHNABBELENDE POLITIE

De onderbetaalde politie is nog een thema dat regelmatig terugkomt in haar boeken. Het probleem is in de loop der tijden alleen maar ernstiger geworden. Vroeger hadden politiemensen weinig mogelijkheden om bij te verdienen. Ze moesten leven van hun miezerige salaris. Nu zijn die mogelijkheden er wel, al zijn ze niet altijd legaal. Bovendien kost het tijd en energie en dat heeft weer een negatieve invloed op het politiewerk. Toch zijn er, benadrukt Marinina, nog goede professionals bij de politie, al is het een minderheid. Ze wil haar lezers vertellen dat niet alle politiemensen dronken, dom of corrupt zijn.

Geweld en seks beschrijft ze liever niet expliciet. Soms is het noodzakelijk: als je bij de afdeling zware criminaliteit werkt, zit je per definitie tussen de lijken. Maar je hoeft niet in detail te vermelden hoe iemand een ander de strot heeft afgesneden of de buik heeft opengereten. Seks is gewoon niet zo interessant om uitvoerig op in te gaan.

Ze begint aan een boek als ze een idee heeft, een begin, een eind, de laatste twee, drie alinea’s. Soms blijkt de hoofddader halverwege het verhaal niet degene die ze in het hoofd had. Vrouwelijke auteurs besteden waarschijnlijk meer aandacht aan de psychologie van de karakters dan aan de plot. Dat wil niet zeggen dat mannen hun personages slecht neerzetten of dat vrouwen slecht zijn in plots. Het is een kwestie van prioriteit.

Recht zegeviert niet altijd in de boeken, evenmin als in de realiteit. Vaak worden alleen de kleine visjes gevangen, terwijl de grote vis wegzwemt. Eén ding komt nooit voor in haar verhalen: dat álle misdadigers ongestraft blijven. Er moet een beetje hoop blijven. Ook voor de maffialeider en de rechercheur. ‘Denisov knikte en deed een stap naar de coupédeur. Hij maakte kennelijk aanstalten om te gaan. Nastja Kamenskaja riep hem iets na. Het was iets onverwachts, want Denisov draaide zich abrupt om. Nastja bewoog zich in zijn richting en kuste hem teder op de wang. Ze glimlachten allebei, maar er was iets triests in die glimlach…’

‘De hand van een moordenaar’ en ‘Uitwedstrijd’ verschenen bij Luitingh-Sijthoff.

Ineke van den Bergen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content