‘Crowdfunding is veel meer dan geld ophalen’

© FRED

U wilt een album opnemen met uw band? Uw favoriete politicus steunen? Uw uitvinding commercialiseren? Geld inzamelen via het internet en sociale media kan een oplossing bieden als de banken de hand op de knip houden. ‘Crowdfunding kan een keerpunt in de wereld van het geld zijn.’

‘Als je vroeger een tof idee had, klopte je aan bij nonkels en tantes of vroeg je aan vrienden aan de toog wat geld. Crowdfunding is grotendeels hetzelfde: je vraagt aan veel mensen een klein beetje geld, alleen blijft je niet meer rond de kerktoren’, zegt Luc Colebunders, voorzitter van de Belgische Crowdfunding Federatie. ‘Dankzij het internet en de sociale media kun je nu in één klap heel veel mensen warm maken om je project financieel te steunen. Dat is toch fantastisch?’

Herinnert u zich de Britse rockgroep Marillion nog? In de jaren tachtig verkocht de band meer dan 15 miljoen albums, het nummer Kayleigh werd een wereldhit, maar toch zal de groep vooral worden herinnerd als de pionier van de crowdfunding. Toen de groep in 1997 op Amerikaanse tournee wilde, had ze daar het geld niet voor. Ze verstuurde een e-mail naar 6000 fans met de vraag om wat geld te storten, in ruil voor een cd die nog moest worden opgenomen. Marillion verzamelde zo 60.000 dollar, maakte de cd, en ging op tournee door de VS. ‘We waren een van de eersten die de mogelijkheden van het internet doorhadden’, zegt Marillion-zanger Steve Hogarth daarover. ‘Het is verbazingwekkend om te zien hoe die manier van geld ophalen opgang maakte.’

Het fenomeen is intussen wijdverspreid. 2500 fans van Foo Fighters verzamelden al 310.000 pond (422.000 euro) om de Amerikaanse rockband rond Dave Grohl naar het Engelse Cornwall te halen – tot nu toe tevergeefs. Anderen gebruiken crowdfunding net voor het omgekeerde: er wordt geld ingezameld om de Canadese band Nickelback ervan te weerhouden om nog in Londen op te treden onder het motto ‘Don’t Let Nickel Back’ – het geld zou naar een goed doel gaan. De teller staat op 339 pond (460 euro).

‘Crowdfunding is een containerbegrip’, zegt Colebunders. ‘Het kan gaan over donaties voor goede doelen of creatieve projecten, maar evengoed over het financieren van startende ondernemers of kmo’s. Het principe is hetzelfde: vele kleintjes maken één groot.’ En sommigen zien het héél groot. Vorige zomer wilde de Brit Thom Feeney Griekenland van een faillissement redden via crowdfunding: ‘In de Europese Unie wonen 503 miljoen mensen. Als iedereen enkele euro’s bijlegt, zijn de Grieken uit de problemen. Dat moet makkelijk lukken.’ Wie 3 euro stortte voor de redding van Griekenland zou in ruil daarvoor een postkaart met een beeltenis van premier Alexis Tsipras krijgen, 6 euro was goed voor een portie Griekse feta en olijven, en er waren ook nog flesjes Ouzo. ‘Dit is geen grap’, verzekerde Feeney bij herhaling. Het was zijn bedoeling om 1,6 miljard euro op te halen, maar de campagne strandde op 1.930.577 euro, bijeengebracht door 108.654 mensen. Zij kregen netjes hun geld terug, en Griekenland moest gered worden door Europese instanties en het Internationaal Monetair Fonds.

Ambassadeurs werven

In België werd crowdfunding bekend dankzij schaatser Bart Swings. Hij had in 2013 geld nodig om deel te kunnen nemen aan de Olympische Spelen in het Russische Sotsji. Hij hoopte 300.000 euro binnen te halen. Uiteindelijk ving hij 150.000 euro via crowdfunding, en een sponsor verdubbelde het bedrag. Swings werd in Sotsji vijfde op de 10 kilometer. Een ander bekend voorbeeld in eigen land is de onlinenieuwssite Newsmonkey, die begin 2014 werd gelanceerd. ‘We staken zelf geld in dit nieuwe journalistieke project, en we konden rekenen op de steun van friends, family en fools‘, vertelt medestichter Patrick Van Waeyenberge. ‘Maar crowdfunding was een essentiële schakel in ons verhaal. We haalden zo 300.000 euro op, goed voor 20 procent van ons startkapitaal.’

De 300.000 euro van Newsmonkey is nog altijd het hoogste bedrag dat in ons land via crowdfunding werd verzameld. ‘Het zegt meer over België dan over Newsmonkey’, lacht Van Waeyenberge. Daar heeft hij gelijk in: vorig jaar werd bij ons 4,35 miljoen euro via crowdfunding opgehaald, waarmee 319 projecten en ondernemingen werden gefinancierd, zo blijkt uit een studie van Douw&Koren. Dat Nederlandse bureau wil crowdfunding helpen bekendmaken en daarbij als gids optreden. ‘4,35 miljoen is heel weinig,’ zegt Simon Douw, ‘bij ons in Nederland werd vorig jaar ruim 60 miljoen via crowdfunding opgehaald.’ België loopt dus achter, en Douw heeft een idee hoe dat komt: ‘Belgen zijn nogal afkering van risico en wantrouwen nieuwe ontwikkelingen. Ze gebruiken ook minder het internet voor geldzaken. En laten we eerlijk zijn, misschien waren er in België ook niet zoveel goede projecten om via crowdfunding geld te vergaren.’

Crowdfunding groeit in België wel als kool, zegt ex-journalist Martin Coenen, die de Belgische afdeling van Douw&Koren leidt: ‘In de eerste helft van dit jaar werd al 3,65 miljoen euro opgehaald, we zijn goed op weg om het bedrag van vorig jaar te verdubbelen.’ De opmars gebeurt niet toevallig op een moment dat er grote veranderingen zijn in de financiering van projecten, meent Coenen: ‘Banken geven minder vlot leningen aan beginnende ondernemingen en bestaande kmo’s. Ook goede doelen, culturele instellingen en creatievelingen hebben het steeds moelijker om aan geld te komen. Dan biedt crowdfunding een oplossing.’ De regering-Michel zou volgende maand fiscale gunstmaatregelen lanceren voor crowdfunding. Dat moet het nieuwe volkskapitalisme nog meer wind in de zeilen geven.

Crowdfunding kan dus een alternatief zijn voor het geld van banken, maar het is meer dan het bijeenschrapen van geld. ‘We gebruikten het als marketinginstrument’, zegt Patrick Van Wayenberge van Newsmonkey. ‘Daarom klopten wij bewust niet aan bij de banken. We hoopten dat 1000 mensen ons financieel zouden willen steunen, en dat zouden onze 1000 ambassadeurs zijn. Uiteindelijk vonden we er 1500. Zij konden als eersten van ons product gebruik maken en het nieuws delen met hun vrienden via de sociale media. Zo creëerden ze de buzz waar we op mikten.’ Simon Douw knikt: ‘Crowdfunding is meer dan geld ophalen via een muisklik. Het is een manier van campagnevoeren, en proberen om zo veel mogelijk mensen warm te maken voor je project. Als zij financieel bij je project worden betrokken, zullen ze er mee voor zorgen dat het een succes wordt.’

In de Verenigde Staten lijkt crowdfunding nog het meest op donaties: er wordt geld geschonken aan culturele of filantropische projecten, of aan de campagne van een presidentskandidaat. Veel financiële return hoef je in dat geval niet te verwachten, hoogstens een symbolische, niet-financiële ‘beloning’. Mensen maken bijvoorbeeld samen de publicatie van een boek mogelijk, en worden in ruil daarvoor vermeld in het dankwoord. Als het meezit krijgen ze een gratis exemplaar van het boek.

Maar in Europa is er vaker sprake van een financiële vergoeding als een bedrijfsproject via crowdfunding wordt gefinancierd. Ofwel wordt het geld geïnvesteerd in de vorm van een lening, zodat de geldschieter zijn inleg na een periode terugziet, eventueel met interest. Maar het is ook mogelijk dat hij of zij een aandeel verwerft in het bedrijf. Dat is bij Newsmonkey het geval: ‘Als we ooit een dividend uitkeren, kunnen zij daarvan genieten’, zegt Van Wayenberge. ‘Maar dat zal bij ons de eerste jaren niet vanzelfsprekend zijn. Je kunt het aandeel ook verkopen als je een koper vindt.’

Far West

Wie geld zoekt via crowdfunding kan alles zelf doen, zoals de muzikanten van Marillion met hun e-mailactie. Maar meestal wordt er gewerkt via een ‘platform’. Dat probeert projecten en investeerders met elkaar te verbinden via een website en digitale nieuwsbrieven. Een van de bekendste platforms is het Amerikaanse Kickstarter. Sinds 2009 hebben meer dan 8,8 miljoen mensen via Kickstarter 1,8 miljard dollar beloofd voor meer dan 87.000 projecten. Een van die projecten was Oculus Rift. Het Amerikaanse bedrijfje haalde eind 2012 2,4 miljoen dollar op bij bijna 10.000 crowdfunders om een virtualrealitybril te ontwikkelen. De investeerders kregen een bedankje, hier en daar kreeg iemand een prototype van de bril, en daar bleef het bij. Nauwelijks anderhalf jaar later werd Oculus voor 2 miljard dollar verkocht aan Facebook. Al dat geld ging naar de stichters, de kleine geldschieters zagen er niets van. Tot grote frustratie van sommige crowdfunders, anderen vonden het niet zo erg en waren blij dat ze hun steentje hadden bijgedragen aan het succesverhaal.

Crowdfunding is een internationale business – het internet kent nu eenmaal geen grenzen -, maar ons land telt een tiental platforms die zich specifiek richten op de Belgische markt. Newsmonkey werkte met MyMicroInvest, andere platforms zijn bijvoorbeeld Look&Fin en Crofun, het platform van Luc Colebunders. Sommige platforms bieden alle mogelijke projecten aan, andere kiezen voor een niche. Zo is Socrowd gespecialiseerd in initiatieven in de sociale, culturele en zorgsector, terwijl Boekensteun zich richt op nieuwe literaire projecten en het restaureren en conserveren van oude boeken. De platforms werken niet gratis: meestal vragen ze een commissie van zo’n 5 procent. Colebunders: ‘Dat hoeft pas betaald te worden als het beoogde bedrag volledig werd opgehaald.’

De platforms spelen dus een cruciale rol bij crowdfunding, maar veel regelgeving voor de sector is er niet. Dat het al eens fout kan lopen, blijkt uit het verhaal van SonicAngel, een Belgisch muziekplatform dat in 2010 werd opgericht door internetondernemer Bart Becks en Maurice Engelen van muziekgroep Praga Khan. Muziekfans konden investeren in beginnende Vlaamse artiesten in ruil voor een rendement op hun aandeel. Er ontstonden strubbelingen tussen de oprichters, en in 2013 verdween SonicAngel van de radar. Zowel investeerders als artiesten beklaagden zich daarna over niet nagekomen beloftes.

‘Het is de Far West’, zegt advocaat Geert Lenssens, die in grote fraudezaken zoals Lernout & Hauspie pleitte en een boek schreef over oplichting. Niet dat hij iets heeft tegen crowdfunding. ‘Integendeel, ik denk dat we onze economie over pakweg 25 jaar niet meer zullen herkennen dankzij crowdfunding. Maar crowdfunding is een paradijs voor fraudeurs omdat er in ons land geen wettelijk kader bestaat.’ Hij wijst erop dat de platformen vaak op totaal verschillende manieren werken. ‘Eigenlijk moet je eerst een betrouwbaar platform kiezen, en dan pas een project. Je mag ook niet vergeten dat de platforms met een deel van het geïnvesteerde bedrag gaan lopen, en vaak zelf geen enkele verantwoordelijkheid willen dragen voor de projecten die ze op hun website propageren. De wetgever moet dringend werk maken van een stevig wettelijk kader en van toezicht op crowdfundingprojecten, te beginnen met de regulering en de controle van de platformen.’

Tom Boets van Febelfin, de vereniging die de belangen van de financiële instellingen verdedigt, heeft ook ‘bekommernissen’ over crowdfunding. ‘Na de bankencrisis is men strenger geworden voor de banken en de professionele financiëledienstverleners. Er zijn allerlei regels uitgevaardigd om wantoestanden te voorkomen. Maar voor crowdfunding is dat niet het geval, en toch gaat het altijd over risicovolle investeringen waar vooral kleine beleggers worden aangesproken. Beseffen zij altijd welk risico ze lopen? Zouden er voor crowdfunding ook geen strengere regels moeten komen om ongelukken te voorkomen?’

Als voorzitter van de Belgische Crowdfunding Federatie kent Colebunders al de kritiek: ‘Het gaat bij crowdfunding om heel kleine bedragen, soms maar 10 euro en maximaal 1000 euro. Je mag ook niet vergeten dat de eerste geldschieters meestal familie, vrienden en kennissen zijn, de sociale controle is dus heel groot. Bovendien doe je niet alleen mee om geld te verdienen, maar ook om mensen te helpen. Maar overal kan er fraude gebeuren. En natuurlijk gaat het bij crowdfunding over heel risicovolle investeringen, want je stopt het geld in prille projecten die nog alles moeten bewijzen. Dan heb je zaken die lukken en zaken die mislukken – dat is nu eenmaal ondernemen.’

Maar dat crowdfunding oprukt als financieringsmiddel, dat kunnen ook de banken niet ontkennen. Sinds kort organiseren ook zij mee de crowdfunding – misschien wel het beste bewijs dat het fenomeen iets voorstelt. BNPParibasFortis heeft een samenwerking opgezet met het platform MyMicroInvest, en KBC richtte een eigen platform op: Bolero Crowdfunding. ‘Uiteraard zijn we op die trein gesprongen’, zegt Koen Schrever, ceo van Bolero Crowdfunding. ‘We willen een brug slaan tussen beleggers die op zoek zijn naar leuke opportuniteiten en starters die op zoek zijn naar geld om hun droom te verwezenlijken.’ Het KBC-platform is zes maanden actief, en er werd voor drie projecten zo’n 300.000 euro verzameld. ‘Niet slecht,’ vindt Schrever, ‘en het zal zeker groeien. Want crowdfunding is meer dan een hype. Het kan een game changer zijn, een keerpunt in de wereld van het geld. Dan moet je als bank natuurlijk zorgen dat je mee bent.’

DOOR EWALD PIRONET EN KRISTOF DALLE, ILLUSTRATIES FRED

‘Er is geen wettelijk kader voor crowdfunding, en toch gaat het altijd over risicovolle investeringen waar vooral kleine beleggers worden aangesproken.’

Sinds 2009 hebben meer dan 8,8 miljoen mensen via Kickstarter 1,8 miljard dollar beloofd voor meer dan 87.000 projecten.

‘Newsmonkey gebruikte crowdfunding als marketinginstrument. De geldschieters werden ambassadeurs die voor de nodige buzz zorgden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content