‘De onafhankelijke boekhandel is op sterven na dood’, jammeren de boekhandelaars in koor. Ondanks de hoera?berichten van uitgevers en importeurs over stijgende omzetten, grotere oplagen en een beter rendement, gaat het met de kwaliteitsboekhandel in Vlaanderen steil bergaf.
Athena is een schoolvoorbeeld van een kwaliteitsboekhandel: rekken volgestouwd met boeken, zachte klassieke muziek op de achtergrond, rondslingerende literaire tijdschriften en gratis koffie of thee. Op het eerste gezicht lijkt Athena een bloeiende boekhandel, maar schijn bedriegt. ‘Als ik uitreken wat ik verdien, kom ik aan amper 2,50 euro per uur’, klaagt Eliane Goldwasser. ‘Het ligt niet aan de verkoop – klanten krijg ik genoeg over de vloer – maar vooral aan uitgevers en importeurs die misbruik maken van hun macht. Ze weten dat ik hun boeken nergens anders kan kopen. Ze voelen zich dus ook niet geroepen af en toe inschikkelijk te zijn. De korting die de boekhandel van de uitgever krijgt, draait in het beste geval rond 40 procent op de verkoopprijs. Bij de meeste uitgeverijen maakt het niet uit of ik één exemplaar of honderd exemplaren van een titel bestel, mijn korting blijft onveranderlijk vastgebeiteld op die 40 procent. Als ik een Fnac of een Standaard boekhandel was, zou ik meer kunnen krijgen. Ik ben maar een kleine garnaal en ze kunnen het niet laten me dat af en toe flink in te peperen. Ik kan niet zonder de boeken van grote Vlaamse uitgevers. Ik moet altijd beleefd en vriendelijk blijven en opletten dat ik geen brokken maak. Want dan snij ik in mijn eigen vlees.’
Eric De Ridder van boekhandel Bredero in Mol is het kotsbeu. ‘Mijn boekhandel bestaat achttien jaar, maar ik vrees dat ik het negentiende niet haal. Als ik geen wilde weldoener tegen het lijf loop, mag ik mijn winkel definitief sluiten.’
Ook De Ridder wijst met een beschuldigende vinger naar de uitgevers: ‘De schoolboekenuitgevers zijn tenminste eerlijk. Zij zeggen vlakaf: “De boekhandel moet eruit.” Ze willen alle tussenpersonen uitschakelen en rechtstreeks aan scholen leveren. Algemene uitgevers daarentegen eten het liefst uit zoveel mogelijk ruiven. Je kunt hun boeken zowel bij de grote warenhuizen als bij de zelfstandige boekhandel vinden. Sommigen schrikken er zelfs niet voor terug rechtstreeks aan particulieren te verkopen.’
Goldwasser beaamt: ‘Ketens zoals Colruyt, Makro of Carrefour krijgen gigantische kortingen. Ze interesseren zich enkel voor bestsellers en stunten met de prijzen. De lekkere brokken zijn voor de grote warenhuizen, wij krijgen de restjes: de moeilijke dingen waar amper iets aan te verdienen valt.’
LITERAIRE WOESTIJN
Uit een studie van de Nederlandse Koninklijke Vereniging van het Boekenvak van eind 2001 blijkt dat meer dan 60 procent van de Nederlanders zijn boeken in de boekhandel koopt. Warenhuizen en supermarkten vormen een verwaarloosbare 10 procent. De rest haalt zijn leesvoer bij de boekenclub of bestelt via het internet.
Voor Vlaanderen zijn er geen cijfers beschikbaar, maar het zou Eliane Goldwasser niets verbazen als de verhoudingen hier totaal anders liggen. ‘Vlaanderen telt één boekhandel per 25.000 inwoners, in Nederland is de verhouding 1 op 10.000. Elk Nederlands dorp dat zichzelf respecteert heeft minstens één goede boekhandel. Hier is een stad als Antwerpen bijna een literaire woestijn. Een evenement als de boekenbeurs is daar mee verantwoordelijk voor. Boek.be, de ‘belangenvereniging’ van het boekenvak, ontleent haar enige reden van bestaan aan de organisatie van de boekenbeurs. Zowel boekhandels als uitgevers en importeurs maken deel uit van Boek.be, maar als puntje bij paaltje komt, verdedigt ze maar één belang: dat van de uitgevers. De jaarlijkse boekenkermis wordt voorgesteld als de ultieme promotie voor het boek, terwijl het vooral een goed geoliede geldmachine is voor de uitgevers en de importeurs. Ze verkopen er rechtstreeks aan particulieren en gaan er met ons levensnoodzakelijke rendement lopen. De hele boekenproductie staat in het teken van de boekenbeurs. Alle belangrijke titels verschijnen er net voor. De rest van het jaar is het huilen met de pet op. Op het moment dat je als boekhandel fatsoenlijk winst zou kunnen maken, gaan de uitgevers er op de beurs mee lopen. Van compensatie voor de boekhandel is geen sprake.’
André Van Halewyck, uitgever en voorzitter van Boek.be, is zich bewust van de wrevel bij boekhandelaars over de boekenbeurs. ‘Dat is nooit anders geweest’, stelt hij. ‘Toch mag je de positieve effecten van de beurs niet onderschatten. Ze is een begrip geworden in Vlaanderen en genereert in één week tijd enorm veel publiciteit en aandacht voor het boek. Ik geef toe dat er omzet verloren gaat voor de Antwerpse boekhandel, maar ik denk niet dat je er in de rest van het land over hoort klagen. Niets houdt hen trouwens tegen deel te nemen aan de beurs. De Groene Waterman doet dat al jaren, en met succes.’
‘Athena is een eenmanszaak’, repliceert Eliane Goldwasser. ‘Moet ik mijn winkel elk jaar begin november elf dagen sluiten om een stand open te houden op de beurs? Heel Boek.be lijkt trouwens meer op de processie van Echternach dan op een belangenvereniging voor het boekenvak. De belangen van boekhandels, uitgevers en importeurs botsen er voortdurend, wat de vereniging ook vleugellam maakt. Er wordt geen enkel initiatief genomen om ons te helpen.’
HUIS VAN HET BOEK
Boek.be overkoepelt de Vlaamse Uitgeversvereniging (VUV), de Vlaamse Boekverkopersbond (VBB) en de Verenigde Boekenimporteurs (VBI). De vereniging huist in een statig pand in de Hof ter Schriecklaan in Berchem. Op de gevel blinkt een koperen bord waarin ‘Huis van het Boek’ gegraveerd staat. Eric De Ridder is ondervoorzitter van de VBB. Hij vreest dat de tegengestelde belangen in Boek.be het ‘Huis van het Boek’ vroeg of laat zullen laten instorten als een kaartenhuis. ‘We kunnen als boekhandelaars geen vuist maken in de organisatie’, zucht De Ridder. ‘Er is geen reglementering, er is niets. Uitgevers zijn handelaars in bedrukt papier. Het interesseert hen niet wie of wat hun waar slijt. Zolang ze hun handel gedumpt krijgen, is er voor hen geen vuiltje aan de lucht. Eigenlijk is het idioot nog langer bestuurslid te blijven.’
De vaste boekenprijs is een thema waar al jaren over gepalaverd wordt. Goldwasser en De Ridder zien het als een conditio sine qua non voor het voortbestaan van de zelfstandige kwaliteitsboekhandel. ‘Als de wet op de vaste boekenprijs er komt, heeft de Boekverkopersbond eindelijk een poot om op te staan’, zegt Eric De Ridder. ‘Nu kunnen we alleen een beleefd briefje schrijven waarin we onze leden erop wijzen dat met buitensporige korting verkopen weinig collegiaal is. We zouden eventueel dossiers kunnen aanleggen tegen Colruyt, Carrefour en Makro om aan te tonen dat hun winstmarge te laag of onbestaande is. Maar dan hebben we de medewerking van de uitgevers nodig. En daar kunnen we naar fluiten.’
Boek.be-voorzitter André Van Halewyck is ook voorstander van een vaste boekenprijs. Maar hij wijst erop dat de ingewikkelde Belgische federale structuur roet in het eten gooit: ‘Dit is niet direct de bevoegdheid van de Vlaamse minister van Cultuur. Hij kan dat niet in één vingerknip regelen. Het is ingewikkelde economische materie waar nogal wat partijen hun zeg over moeten hebben.’
Binnen het boekenvak geldt de wetmatigheid dat van de tien boeken die een uitgever op de markt brengt, er één zal scoren. Als dat niet binnen zes weken na verschijnen gebeurt, is het boek gedoemd tot ofwel een leven als winkeldochter, ofwel een tweede leven in de ramsj ofwel een barmhartige dood in de papierversnipperaar. Eliane Goldwasser: ‘Er wordt te veel nonsens uitgegeven. Van de honderd boeken zijn er tien leesbaar en is er één echt goed. Boekhandelaars worden gedwongen al die flauwekul aan te kopen. Doordat uitgeven een loterij geworden is, wordt er gigantisch veel geld en tijd – vooral ons geld en onze tijd – verkwanseld.’
Uitgever Van Halewyck is niet onder de indruk van Goldwassers kritiek: ‘Als uitgever moet je je schikken naar de wetten van de markt. De zelfstandige boekhandels geven graag af op Standaard boekhandel, Fnac, Club en op de warenhuizen. Maar zonder de afname van die ketens kan een uitgever nooit overleven. Als hij alleen maar aan kwaliteitsboekhandels mag leveren, kan hij binnen de kortste keren zijn deuren sluiten.’
DAVID TEGEN GOLIATH
Dorian van der Brempt, de vorige directeur van Boek.be, ruilde na amper acht maanden zijn functie in voor een job op het kabinet van minister van Cultuur Bert Anciaux. Hij had zich bij zijn aantreden tot taak gesteld lezen weer ‘sexy’ te maken. Als eerste aanzet wijzigde hij de ‘oubollige’ naam Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen (VBVB) in het ‘swingende’ Boek.be. Naar verluidt zag hij vrij snel het zinloze in van de reanimatie van de VBVB.
Sinds 1 januari is zijn plaats ingenomen door René Van Loon (in een vorig leven commercieel directeur van uitgeverij De Ballon). ‘René is een geschikte kerel die weet hoe de markt ineen zit’, zegt Eric De Ridder. ‘Alleen betwijfel ik of hij het zinkend schip weer vlot zal krijgen. Ik wens hem veel succes, maar ik vrees dat het kalf al geruime tijd verdronken is.’
René Van Loon ontkent niet dat de zelfstandige boekhandel het moeilijk heeft, maar hij vindt dat de problematiek in het juiste perspectief geplaatst moet worden: ‘De zelfstandige boekhandels zijn met weinigen en voelen zich daardoor vaak David tegen Goliath. Maar verhoudingsgewijs gebeurt er voor de boekhandels meer dan voor de importeurs of de uitgevers. Een lastig punt blijft de vaste boekenprijs. Als die er komt, zullen prijzenslagen in grote warenhuizen onmogelijk worden. We mogen er alleen geen fetisj van maken: het is geen zaligmakende remedie tegen alles wat fout loopt in het boekenvak.’
Van Loon is het er niet mee eens dat Boek.be een vereniging is die ten onder gaat aan tegenstrijdige belangen: ‘We dienen allemaal hetzelfde belang. Ik wil de drie geledingen van Boek.be harmonieus laten samenwerken. Als het goed gaat met het boek, plukt het hele vak daar de vruchten van.’
Jan Stevens
‘De lekkere brokken zijn voor de grote warenhuizen, wij krijgen de restjes: de moeilijke dingen waar amper iets aan te verdienen valt.’