CONSERVATIEF TEGEN AARTSCONSERVATIEF

MITT ROMNEY beschikt voorlopig over de rijkste oorlogskas en de sterkste organisatie. © ERIC THAYER/REUTERS

Tot niet zo lang geleden leken de Republikeinse voorverkiezingen in de VS te worden beslecht in drie etappes. Na de indrukwekkende zege van Newt Gingrich in South Carolina blijkt dat we enkel nog maar de proloog hebben gehad. De strijd kan nog weken- of maandenlang doorgaan en legt de breuklijnen bloot in het Republikeinse kamp.

In de drie voorbije voorverkiezingen kwam telkens een andere winnaar uit de bus. Sinds de Republikeinen hun primaries organiseren volgens het huidige model van een gemediatiseerde afvalkoers is dat nooit eerder gebeurd. Toch heeft elke verkiezing in zekere zin een logische winnaar opgeleverd: de juiste man op de juiste plaats. Het rurale Iowa deed zijn christelijk-conservatieve reputatie alle eer aan door op de valreep Rick Santorum te omhelzen. De stedelijke gebieden van Iowa kozen voor de gematigde Mitt Romney. Omdat het verschil zo klein was (en omdat er gegevens ontbraken uit acht stemlokalen) besloot het partijbestuur van Iowa de zege uiteindelijk aan beide kandidaten toe te kennen. Niettemin steekt Santorum die eerste pluim nu op zijn hoed. Na de conservatieve predikant Mike Huckabee in 2008 ging in Iowa opnieuw een militant van de christian right met de overwinning aan de haal.

Toen verhuisde het circus naar New Hampshire – in de noordoostelijke regio van New England. Daar gaf Mitt Romney zijn tegenstanders het nakijken. Zijn score was indrukwekkend (hij haalde bijna veertig procent van de stemmen) maar niet verbazend. New Englanders zijn pragmatischer en gematigder in hun politieke overtuigingen dan de protestantse plattelanders van Iowa. Bovendien was Romney gouverneur geweest van buurstaat Massachusetts. De tweede etappe in de race was in feite een saaie, voorspelbare krachtmeting.

Daags na New Hampshire leek Romney af te stevenen op een gemakkelijke en snelle eindzege. Zelfs in South Carolina – de volgende halte – gaven de peilingen hem een ruime en schijnbaar onoverbrugbare voorsprong. Toen begon Newt Gingrich, als een opstandige Romeinse generaal uit de provincies, aan zijn bedreigende opmars tegen de kroonpretendent. Hij liet zijn huurlingen vernietigende aanvallen uitvoeren op Romneys kwetsbare flank: zijn verleden als zaakvoerder bij Bain Capital. En hij leidde persoonlijk het offensief tegen Romneys belangrijkste wapenarsenaal: zijn geldreserves. Gingrich vroeg Romney klare wijn te schenken over zijn inkomsten en belastingen, en Romney sputterde en aarzelde. Daarmee versterkte hij alleen maar zijn kwalijke imago als een schatrijke, wereldvreemde en elitaire zakenmagnaat die zijn overwinning dacht te kunnen kopen. Gingrich liet overigens niet na om de regionale ressentimenten uit te spelen. In de zuidelijke en oerconservatieve staat South Carolina omschreef hij Romney steevast als een Massachusetts moderate – een typering met de lading van een scheldwoord, wel te verstaan. Zo scherpte hij het contrast aan met zijn eigen profiel: een radicaal uit de Deep South. Gingrich is afkomstig uit buurstaat Georgia. Zijn tirades tegen sociale uitkeringen, de seculiere stedelingen of de bemoeizucht van Obama’s overheidsdiensten gaan er in het zuiden in als zoete koek. Nog steeds sluimert in South Carolina – 150 jaar na de Burgeroorlog – een nostalgisch verlangen naar zuidelijke autonomie. De Tea Party, met haar afkeer van Washington en haar nadruk op states rights, heeft die oude ideeën en sentimenten een moderne vertaling gegeven.

Dat Gingrich zelf twintig jaar lang deel uitmaakte van die Wash-ingtoncultuur – als volksvertegenwoordiger en later ook als de machtige voorzitter of speaker van het Huis van Afgevaardigden – lijken veel kiezers te vergeten of te vergeven. Gingrich speelt in elk geval meesterlijk in op de gevoeligheden van zijn electoraat, met het instinctieve opportunisme van het waarachtige politieke beest. South Carolina is een harde, weerbarstige staat. Meer dan het brave Hendrik-type Rick Santorum heeft Gingrich de persoonlijkheid die daarbij aansluit. Zelfs de late ontboezemingen van zijn ex-vrouw Marianne (‘hij stelde mij een open huwelijk voor, hij wou zijn maîtresse behouden’) konden zijn opgang niet stuiten. Integendeel: toen CNN-moderator John King hem in het laatste debat een vraag daarover voor de voeten wierp, reageerde Gingrich met een uitgekookte en vernietigende aanval op de links-progressieve media die met laag-bij-de-grondse thema’s de Republikeinen in de wielen zouden rijden. Als je voor ogen houdt dat South Carolina voornamelijk naar het rechtse FOX News kijkt, dan was de minutenlange bolwassing van CNN waarschijnlijk een van de best lonende momenten in zijn campagne.

Voor elke winnaar was er ook een verliezer. Michele Bachmann trok als eerste haar conclusies. In haar geboortestaat Iowa behaalde ze nauwelijks vijf procent van de stemmen. Bachmann is wellicht veel te vroeg aan haar campagne begonnen, waardoor de media maandenlang de tijd hadden om haar beschamende vergissingen en onwetendheid dik in de verf te zetten. Ook New Hampshire maakte een slachtoffer: Jon Huntsman. Hoewel hij derde eindigde in die voorverkiezing besefte de oud-ambassadeur van Obama dat hij nog weinig kans maakte. Huntsman was zonder meer te beschaafd, te redelijk en te bedeesd om in het harde, gepolariseerde klimaat van het huidige Amerika te kunnen meespelen. Rick Perry ten slotte gaf er de brui aan in South Carolina. Hij zag de bui al hangen nog voor er gestemd werd en trok zich zogenaamd strategisch terug, om de kansen van Newt Gingrich – aan wie hij zijn steun uitsprak – te versterken. Perry kan zich nu troosten met de gedachte dat die strategie ook gewerkt heeft.

Lokale tradities

De eerste drie voorverkiezingen leiden tot een paar voorlopige conclusies. Ondanks het ogenschijnlijk grillige verloop van de campagne zijn de eigenlijke voorverkiezingen relatief logisch geëindigd. In de peilingen voorafgaand aan elke stembusgang mocht het dan een roetsjbaan zijn van pieken en dalen, op verkiezingsdag zelf werd er gestemd in de lijn van de lokale tradities, voorkeuren en gevoeligheden. Ten tweede waren die peilingen op het einde steeds verbazend accuraat: de polls van de vooravond gaven telkens de trend aan die in de voorverkiezing meestal nog werd uitvergroot. Zo bekeken loont het om de polls in acht te nemen. Ten derde blijkt uit de peilingen evenzeer dat er veel late beslissers meespelen: twijfelaars die gevoelig zijn voor ultieme argumenten en incidenten. Ten vierde blijken negatieve campagnetrucjes en vuile aanvallen op de tegenstander wel degelijk effect te sorteren – hoewel niet steeds het gewenste effect. De filmpjes waarin Gingrich zijn rivaal Romney liet portretteren als een gewetenloze risicokapitalist die in zijn jacht op bedrijven en geld eenvoudige, hardwerkende arbeiders cynisch aan de deur zette, hebben Romney duidelijk geen deugd gedaan. Anderzijds wist Gingrich van het belastende getuigenis van zijn ex-vrouw welhaast een troef te maken – de verdediging als de ideale aanval.

Een vijfde conclusie kunnen ze ook in het Witte Huis en het Democratische kamp maar beter ter harte nemen als ze Barack Obama een tweede ambtstermijn willen bezorgen. De late klim van Santorum in Iowa en de plotse zege van Gingrich in South Carolina bewijzen dat conservatief Amerika nog steeds in staat is om te mobiliseren en enthousiasmeren. Doorgaans wordt Newt Gingrich als een makkelijker tegenstander omschreven. Juist omdat Gingrich zo ver naar rechts uitwijkt en zulke eigenzinnige en politiek-incorrecte ideeën lanceert, zou hij gematigde kiezers afschrikken, waardoor Obama in november met de vingers in de neus van hem zou kunnen winnen. Mocht Romney daarentegen de Republikeinse nominatie in de wacht slepen, dan zou het politieke centrum duur bevochten worden – en zou Obama flink wat onafhankelijke kiezers aan Romney kunnen kwijtraken. Die analyse klopt als een bus, maar gaat voorbij aan een andere factor: de opkomst. Als Romney na een verscheurende strijd de voorverkiezingen kan winnen, zullen heel wat ontgoochelde Republikeinen van het conservatievere slag afhaken en thuis blijven op 6 november. Gingrich daarentegen lijkt beter in staat om zijn troepen te laten marcheren. De grondoorlog (de organisatie van de basis) wordt in deze verkiezingen net zo cruciaal als de luchtoorlog (de campagne in de ether), en met zijn provocerende, ideologische en lichtjes opruiende stijl lijkt Gingrich daarvoor beter toegerust dan de gladde en smetloze Romney. Wat Romney dus kan winnen in het centrum, dreigt hij te laten liggen op zijn rechterflank. Voor Gingrich werkt dat omgekeerd.

Aanklampers

Voorlopig hoeven Romney en Gingrich niet tegen Obama in de ring, ze moeten eerst onderling de strijd uitvechten. De kans dat Rick Santorum of Ron Paul nog kunnen meevechten voor de eindzege is gering. Hoe langer ze aanklampen, hoe meer ze Gingrich in de wielen rijden. Hoe sneller ze afhaken, hoe meer dat Gingrich in de kaart zal spelen. Met zijn klinkende zege in South Carolina heeft de oud-parlementsvoorzitter zichzelf gelanceerd als de enige echte conservatieve anti-Romneykandidaat.

Toch zal Ron Paul zijn campagne vermoedelijk nog wat rekken. Zijn relatieve succes is intrigerend en interessant: een teken aan de wand dat heel wat Amerikanen genoeg hebben van de peperdure bemoeie-nis van de VS met de verre buitenwereld. Die isolationistische tendens die Paul belichaamt (en waarmee hij zelfs in linkse vijvers vist) is een reële factor in Wash-ington, die de komende jaren nog op het buitenlands beleid kan wegen. Een opgave van Ron Paul zou Gingrich waarschijnlijk slechts een fractie van Pauls kiezers opleveren: wat het buitenlands beleid betreft, liggen hun beider standpunten mijlenver uit elkaar.

Belangrijker is de keuze die Santorum maakt: doorgaan of een stap opzij doen? Het is lang niet zeker dat alle streng gelovige christenen wier hart tot nu toe naar Santorum uitgaat, de schuinsmarcheerder Gingrich zouden willen steunen. Niettemin zou een opgave van Santorum het conservatieve blok aanzienlijk versterken en Gingrich voorbij Romney kunnen stuwen. De koers die Santorum kiest, kan al een rol spelen in de volgende staat op het parcours: Florida.

Next stop: Florida

Florida is in de Republikeinse voorverkiezingskalender een winner takes all-staat (net als South Carolina). Wie hier de meeste stemmen haalt, mag meteen vijftig afgevaardigden uit Florida meenemen naar de partijconventie in de zomer, waar de presidentskandidaat formeel wordt aangewezen. Zelfs al zou de verliezer in Florida slechts één stem minder krijgen, dan nog verlaat hij het strijdtoneel met lege handen. Dat systeem verschilt van de regels die in Iowa en New Hampshire gelden: daar worden de afgevaardigden (min of meer) proportioneel verdeeld op basis van de score. Een overwinning in Florida is dus niet alleen symbolisch van belang – om extra sponsors, geld en aandacht te genereren. Met het oog op een lange en moeilijke tweestrijd beginnen de aantallen afgevaardigden wel degelijk te tellen. Was de formele eindoverwinning in Iowa uiteindelijk van secundair belang, in Florida wordt het een halszaak. In die context kan de volgehouden deelname van Santorum een lelijke streep door de rekening van Gingrich trekken. Net zoals de groene kandidaat Ralph Nader in 2000 – uitgerekend in Florida – Al Gore van de zege afhield en George W. Bush hielp te winnen (in de presidentsverkiezingen van november), zo zou Santorum nu Gingrich in de weg kunnen staan en Romney een dienst kunnen bewijzen.

Voor politieke strategen en campagnewatchers wordt Florida ongetwijfeld een heerlijk proefterrein voor micromanagement. De staat is erg divers, en die verscheidenheid aan culturen, talen, leeftijden en ideeën loopt dwars doorheen de Republikeinse gelederen. Romney en Gingrich zullen andere liedjes moeten zingen op het conservatieve platteland dan in de uitdijende grootsteden. Meer zelfs: ze kunnen maar beter een Spaanstalig repertoire hebben, want in Miami en zuid-Florida maken de Cubanen een aanzienlijke groep van het Republikeinse electoraat uit. Daarnaast huisvest Florida een groot aantal snowbirds of bejaarde overwinteraars, van wie er velen uiteindelijk blijven hangen. Ten slotte zijn er de Joodse Amerikanen, die – hoewel ze traditioneel meer Democratisch stemmen – de Republikeinse kandidaten zullen uithoren over hun steun aan Israël.

Newt Gingrich hengelt al lang naar Joodse steun en stemmen; zijn uitspraak over de Palestijnen als een ‘verzonnen volk’ was geen uitglijer, maar een berekende zet. Sinds het begin van zijn campagne probeert Gingrich ook doelbewust de latino’s te paaien. Hij laat Spaanstalige nieuwsbrieven verspreiden en neemt milde standpunten in over immigratie. De voorbije week lanceerde de Gingrichcampagne in Miami een Spaanstalige radiospot waarin Romney als een tegenstander van migranten werd aangeklaagd. Dat alles werpt vruchten af: Gingrich kreeg onlangs nog de steun van een belangrijke groep van Spaanstalige Republikeinen. Romney van zijn kant produceerde een televisiespot waarin zijn zoon – die als Mormoons missionaris in Zuid-Amerika heeft gewerkt – in het Spaans het woord voert. De latino vote kan ook in november een cruciale rol spelen in de eigenlijke presidentsverkiezingen, maar nu al krijgen we daarvan een voorsmaakje.

Spaanstalige Republikeinen vind je niet enkel in Florida (voorverkiezing op 31 januari), ook Nevada (caucus op 4 februari), Colorado (caucus op 7 februari) en Arizona (primary op 28 februari) herbergen heel wat latino’s. Van de andere staten die in februari aan de beurt komen zouden Maine (in New England) en Michigan (waar Romneys vader George nog gouverneur was) in theorie veilig Romneyterritorium moeten zijn. Voor Minnesota en Missouri daarentegen zal er zwaar gevochten worden.

Volhouden tot zes maart

Voor Newt Gingrich is het van het grootste belang de strijd te kunnen rekken en volhouden tot Super Tuesday op zes maart, als er in elf staten tegelijk wordt gestemd. Daar zijn grote zuidelijke staten bij als Georgia (zijn eigen staat), Tennessee, Oklahoma en Virginia (waar hij voorlopig nog niet op het stembiljet staat). Verder staan er die dag ook voorverkiezingen op het programma in een handvol conservatieve staten in het westen, en in het Alaska van Sarah Palin. Palin sprak onlangs haar steun uit voor Gingrich en zal daar vermoedelijk mee doorgaan. Kortom, zes maart zou voor de gewezen Speaker of the House een triomftocht kunnen worden. Tot zolang moet hij het hoofd boven water zien te houden. In eerste instantie moet hij op zoek gaan naar nieuwe sponsors, medewerkers en campagnemanagers voor de volgende etappes.

Mitt Romney beschikt over een veel rijkere oorlogskas en een sterkere organisatie. Dat geeft hem nog steeds een aanzienlijke voorsprong. Toch zal hij zijn rivaal niet zo makkelijk kunnen afschudden. Newt Gingrich is de voorbije maanden al twee keer eerder dood verklaard en twee keer spectaculair teruggekomen. De campagne-watchers zullen wel uitkijken vooraleer ze hem nog een derde keer afschrijven en begraven. Dat geeft Gingrich tijd en respijt, en het recht om te hopen op een super dinsdag.

BERT DE VROEY IS VRT-RADIOJOURNALIST, AMERIKAKENNER EN AUTEUR VAN DE KLEUREN VAN AMERIKA. SPIEGEL VOOR EUROPA.

DOOR BERT DE VROEY

Gingrich omschreef Romney steevast als een Massachusetts moderate – een typering met de lading

van een scheldwoord.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content