Volgende zondag staat in het voetbal de topper tussen Club Brugge en Anderlecht op het programma. Winst kan blauw-zwart op weg zetten naar een tiende landstitel.
HOE IS HET toch mogelijk dat Anderlecht keer op keer kampioen wordt ? Terwijl elke Bruggeling zal bewijzen dat, met een veel kleiner budget, de aankooppolitiek van Club tot een veel betere kern heeft geleid. En tot een betere ploeg. Anderlecht heeft geen Paul Okon. Anderlecht heeft geen duo Van der Elst – Staelens. Anderlecht heeft geen René Eijkelkamp. Brugge ook niet meer, maar het heeft dan wel Mario Stanic in de plaats. En als die blessurevrij en topfit kan meedraaien, zal hij nog meer gensters slaan dan hij tot nu toe al deed.
Hoe kan het dan dat telkens weer Anderlecht de titel pakt ? Het is de enige vraag die Antoine Vanhove even in verlegenheid brengt. Op al de andere heeft hij het antwoord al klaar vóór de vraag halfweg is. Vanhove is direkteur van Club Brugge, en al tientallen jaren lang één van de invloedrijke krachten achter de blauwzwarte schermen. Vanhove, met alle sluwheid van de commercant, waarop ze in West-Vlaanderen een patent hebben, maakt de tussenbalans van een seizoen waarin Club Brugge de titel zou moeten pakken. Nog maar eens.
ANTOINE VANHOVE : Ons voordeel is dat we de zwaarste twee uitwedstrijden achter de rug hebben. Hoewel we ze allebei verloren, zowel op Anderlecht als op Standard, staan we nog bovenaan. Ook Lierse moet naar hier komen. Nu goed, die topmatchen zijn op eigen veld even gevaarlijk als buitenshuis, dat werd in het verleden genoeg bewezen. En bovendien vrees ik veel meer verplaatsingen naar ploegen als KV Mechelen. Zelfs Waregem, dat na de winterstop en de bekerzege tegen Standard opnieuw gelanceerd leek, was een moeilijke opdracht.
Jullie programma oogt dankzij die thuismatchen makkelijker dan dat van Anderlecht. Bovendien hebben jullie met de wedstrijd op Cercle altijd een thuismatch extra.
VANHOVE : Mag ik er op wijzen dat wij thuis tegen Cercle gelijk speelden. Dus, zo een groot voordeel is dat ook weer niet.
Club Brugge staat er voor het eerst sinds lang goed voor, na de winterstop. De jongste jaren waren jullie telkens op achtervolgen aangewezen.
VANHOVE : Dat is juist. En vergeet niet dat er vóór de winterstop al twee wedstrijden van de terugronde waren afgewerkt. Ik moet eerlijk zeggen dat ik op Sint Truiden een beetje panikeerde toen we na een kwartier 2-0 achter stonden. Maar de ploeg zette dat schitterend recht. Dat was een echte opsteker.
Broos zegt dat Club al drie jaar de beste ploeg heeft…
VANHOVE :… de best uitgebalanceerde ploeg, dat zeg ik ook.
Maar hoe komt het dan dat Anderlecht drie keer na elkaar kampioen wordt ?
VANHOVE : Tja, hoe komt dat ? Er liep altijd wel iets mis bij ons. Neem vorig seizoen : de slechte velden en de vele uitgestelde matchen speelden ons parten, enkele scheidsrechterlijke beslissingen, drie spelers eruit getrapt op Lommel, een paar zware uitschuivers zoals de 3-3 tegen Seraing. Dat zijn al redenen genoeg. Ik vind dat Club de afgelopen seizoenen goed voetbal bracht. Verleden jaar begonnen we met een nieuw spelsysteem. Dat verliep in het begin wat moeizaam. En we kregen op Anderlecht een ferme dreun : we hadden ze de hele wedstrijd door bij de keel en dan verliezen we nog. Ik zei die avond tegen Broos : speel voort zoals we nu spelen, blijf bij de nieuwe taktiek. En ik meen dat dat op het veld gerendeerd heeft. Ook al zijn we geen kampioen geworden en werden we Europees gewipt.
Des te merkwaardiger dat u begin dit seizoen René Eijkelkamp van de hand doet. De man op wie het systeem gebaseerd was en voor wie u Amokachi verkocht. Broos moest daardoor sleutelen aan zijn taktiek. En wat zien we : terwijl jullie vorig jaar een achterstand op Anderlecht ophaalden, geven jullie nu een riante voorsprong uit handen.
VANHOVE : Het was niet onze bedoeling om Eijkelkamp te verkopen. We begonnen trouwens met hem aan het seizoen. Stanic is niet aangetrokken om Eijkelkamp te verdringen. Ons idee was om ze samen te laten spelen. Maar René kwam een paar keer op de bank terecht en kon dat niet verkroppen. Ik denk dat we fair zijn geweest met hem. Er was interesse van Roda JC en Vitesse, wij hadden een prijs vastgesteld en voor datzelfde bedrag hapte later PSV toe. We zeiden toen niet : hola, een rijke koper aan de deur, we doen er nog wat bij. René kan dus niet klagen over onze medewerking. Ik was dan ook erg ontgoocheld over de manier waarop hij nadien natrapte. Zeker naar Broos, die René in zijn eerste jaar hier de hand boven het hoofd hield toen de supporters hem weghoonden.
Maar waarom ging u na vorig seizoen nog een spits zoeken ?
VANHOVE : Ik ging die niet na vorig seizoen zoeken. We volgden Stanic al drie jaar. Ik had hem zien spelen in Kroatië, maar de transfersom lag toen veel te hoog. Club betaalt geen honderdvijftig miljoen frank. Reken daar een kontrakt van drie jaar bij en je zit algauw aan tweehonderd miljoen voor één speler. Dat is onverantwoord. Stanic belandde uiteindelijk via Gijon in Lissabon. Hij was toen al gekocht door AC Milan dat hem uitleende aan Benfica. Daar was hij dan weer overtallige buitenlander. Ik bleef hem al die tijd volgen en via onze kontakten met Zoran Filipovic, die vroeger hier speelde en nu bij Benfica werkt, legden we hem vast. We bereikten een overeenkomst met AC Milan en Stanic zit nu bij Club voor veel minder dan we drie jaar geleden hadden moeten betalen.
Het verschil is dat Eijkelkamp de anderen deed scoren. Vorig seizoen : Vermant twaalf, Verheyen vijftien, Staelens vijftien. En zelf maakte hij er ook tien. Nu staat Stanic aan het kanon maar de anderen scoren niet meer.
VANHOVE : Niet akkoord, ze kwamen alleen wat later op gang. En neem Robert Spehar, voor het beperkt aantal wedstrijden dat hij speelde, werkte hij goed af. Na 21 speeldagen hadden we vijf doelpunten meer gemaakt dan vorig jaar. En twee minder tegen.
Staelens en Verheyen haalden vorig seizoen een hoger rendement.
VANHOVE : Verheyen is eruit getrapt tijdens de Supercup op Anderlecht. Die speelde de eerste zeven matchen niet mee. Niet te verwonderen dat zijn rendement nog niet hetzelfde is als vorig jaar. Maar de bekermatch in Beveren en het duel in Waregem tonen aan dat hij op goede weg is. En Lorenzo Staelens kende vorig jaar behalve een zeer goede, ook een zeer moeilijke periode. Hij kwam uitgeblust terug uit Amerika, waar hij zeer diep was gegeaan. En later volgde de ontgoocheling over de gemiste Gouden Schoen. Vandaar dat hij misschien extra teleurgesteld was door het vertrek van René. Maar ik merk dat ook hij na de winterstop weer op zijn beste niveau zit.
Als we de kernen vergelijken, heeft Anderlecht meer spitsen dan Club. Jullie hebben eigenlijk alleen Stanic.
VANHOVE : Ik reken Vermant, Verheyen en Spehar ook tot de spitsen. Hun kontrakten lopen ook na dit seizoen nog door. In zoverre dat wij in de direkte toekomst geen aanvallers meer moeten aantrekken.
Anderlecht geeft veel geld uit aan puntspelers : Weber, De Bilde. Zij pikken de besten in.
VANHOVE : Jaja, maar zeg mij eens : wat hebben ze al opgebracht ? In het geval van Weber onder meer door tegenslag, ik geef het onmiddellijk toe. Maar de feiten zijn wat ze zijn. Ze boden ons Weber indertijd, toen hij bij Cercle zat, aan voor negentien miljoen frank. Wij zeiden neen. Weber rendeerde schitterend bij Cercle, maar kan hij het ook in een ander systeem, bij een ploeg die tegen een muur van verdedigers moet opboksen ? Waar hij de bal moet aanpakken met de rug naar doel en moet mee kombineren ? Die vraag is nog altijd niet beantwoord.
Met De Bilde onderhandelden wij ook, maar wij wilden niet zoveel betalen als Anderlecht. En wat zeker de deur dicht deed, was dat Gilles zei : bij gelijke voorwaarden wil ik wel naar Club Brugge komen, maar niet om te werken. Hij moest in de spits kunnen blijven, de bal aangespeeld krijgen en dan zijn akties maken. Ik belde Michel Verschueren en zei dat wij niet langer geïnteresseerd waren.
Feit is dat Anderlecht de spelers wegkoopt voor de neus van Club. Ze zijn blijkbaar bereid om meer te investeren.
VANHOVE : Mag ik nu eens een vraag stellen ? Hebt u het rekeningetje van Anderlecht al gemaakt ? Neem vorig seizoen. Ze verkopen Nilis voor honderdvijftig miljoen frank, kopen Weber voor zeventig. Ze verkopen Albert voor honderdvijftig miljoen, ze halen Grün terug voor vijftien en kopen Doll erbij voor vijftig. Dat is samen driehonderd miljoen inkomsten en honderdvijfendertig miljoen uitgaven. De andere honderdvijfenzestig miljoen investeren ze in hun stadion. Dit jaar kopen ze De Bilde en verkopen Degryse voor hetzelfde bedrag.
Wij zijn verplicht om het voorzichtiger aan te pakken. Een echte klapper maken is uitzonderlijk. Wij hadden vorig jaar geluk met Amokachi. Dat gaf ons de kans om vier vedetten aan te trekken. Maar wat u zegt, is eigenlijk juist : als ze weten dat Club achter een speler aan zit, zullen ze proberen ons te vlug af te zijn. Ik zeg soms, al lachend : het volstaat dat ik in de krant een naam lanceer en twee dagen later kan hij bij Anderlecht gaan tekenen.
Het is toch niet door u dat Anderlecht Karagiannis, Doll en De Boeck heeft gekocht ! ?
VANHOVE :(lacht) Nog een koffietje, heren ?
Club heeft ondertussen een erg evenwichtige kern, met voor elke plaats een dubbele bezetting.
VANHOVE : Onze aankopen zijn misschien iets minder spectaculair, maar wij zijn biezonder tevreden. Stanic is een kanjer en Spehar ook. Eens hun blessures genezen zijn, verwacht ik grote dingen. Want ook Stanic kan nog verbeteren. Het vorige seizoen duurde erg lang voor hem, zodat hij bijna zonder rust tussenin weer aan de slag moest. Daar komt altijd nog de aanpassing aan de nieuwe omgeving bij, en aan een ander spelsysteem. In het begin akteerde hij soms te individueel, nu is hij beter geïntegreerd in de ploeg. Verder trokken wij Nzelo Lembi en Günter Verjans aan. Dat zijn vier voltreffers die velen ons benijden. We kunnen Stanic nu al verkopen voor meer geld dan ons die eerste keer, drie jaar geleden, gevraagd werd. Het enige wat ik vrees, is dat zijn blessure niet goed zou genezen. Hij zit met een vervelende kwetsuur aan de voet. Als we hem lange tijd zouden moeten missen, kan ons dat de titel kosten.
De grote sterkte van Club blijft het middenveld met Van der Elst – Staelens en vooral met het inschuiven van Paul Okon, waardoor jullie telkens een man meer hebben. En wat voor één.
VANHOVE : Absoluut. Maar we kunnen in zijn plaats ook Medved opstellen, we hebben De Brul die zowel op rechts als in de mandekking kan spelen. We hebben Lembi. Ik denk dat wij echt voor elke plaats een doublure hebben. Met andere woorden : iedereen is ook vervangbaar. En de meesten kunnen bovendien op meer dan één plaats spelen.
Bij Anderlecht komen plotseling spelers uit de eigen jeugd aan de oppervlakte. Babayaro, Peiremans, Preko. Sinds kort Obiorah, Oliseh en De Witte.
VANHOVE : Uit noodzaak, ja. En vele van die spelers zijn ook aangekocht. Ik vraag me af hoeveel van die jongeren er over twee jaar nog zullen overblijven. Waar is Nii Lamptey, voor wie ze tweehonderd miljoen konden krijgen ? Waar is Haagdoren ? Jongere spelers inbrengen is niet zo evident.
Bij Club breekt vooralsnog geen enkele jeugdspeler door. En in de jeugdreeksen is het Cercle dat kampioen wordt.
VANHOVE : Onze jeugd moet geen kampioen worden. Het resultaat is bijkomstig. Ik zag uitstekende wedstrijden van onze jeugd die we verloren. Dat is niet erg. En wat de doorstroming betreft : in onze beloftenploeg zitten er nu een paar die het volgens mij gaan maken. We hebben junioren die al voor de nationale beloften zijn opgeroepen. En we kopen ook jonge spelers die hier verder gevormd worden. Lembi bijvoorbeeld, Vermant…
Maar als de ploeg volledig is, speelt hij niet mee.
VANHOVE : Hij zal niet zo gemakkelijk nog naast het elftal vallen, geloof me. Vermant is een certitude voor jaren.
U koopt Verjans maar geeft wel Van der Elst nog twee jaar kontrakt bij.
VANHOVE : Dat past nu eenmaal in onze optiek om voor elke plaats twee spelers te hebben. Als Van der Elst volgende week geblesseerd uitvalt, hebben we een volwaardige vervanger nodig. Verjans heeft nog alle tijd, hij weet dat. Hij wist het ook toen hij tekende. Hij moet zorgen dat hij nu zoveel mogelijk leert van Franky. Ze speelden al een paar keer samen.
Hugo Broos is aan zijn vijfde seizoen bezig. En hij heeft het niet altijd even gemakkelijk. Na de uitschakeling door Zaragoza keerde het publiek zich tegen hem.
VANHOVE : En op Beveren waren ze aan het zingen : Broos forever. Daardoor laten wij onze mening niet beïnvloeden. Aan een ontslag van Broos heeft hier nog niemand ook maar één sekonde gedacht. Hugo is een fantastische trainer en een fantastische mens. Dat wil niet zeggen dat wij eeuwig met hem zullen samenwerken, maar voorlopig zijn we nog niet op hem uitgekeken. Hij heeft een kontrakt tot eind volgend seizoen, niets zegt dat we dat niet verlengen.
Vorig jaar drong hij er op aan om alle jeugdploegen volgens hetzelfde systeem te laten spelen. Gebeurt dat ?
VANHOVE : Dat doen we al een tijdje, ja. Achteraan op een lijn zonder specifieke libero, en vooraan over de flanken. Vooral dat laatste is belangrijk. Als het van mij afhing, speelden we zelfs in 4-2-4, maar 4-3-3 is ook al een stap voorwaarts. Onze jeugd wordt uitstekend geleid. Onder meer Hans Galjé en Alex Querter houden zich daarmee bezig. Galjé kent de jeugdschool van Ajax van binnenuit en is geregeld nog bij hen te gast, we kunnen geen betere hebben. Ze spreken van verplichte gediplomeerde Heizeltrainers voor de jeugd, wel, wij hebben er zes. En in onze eerste ploeg lopen er nog een paar.
Voert u bij de jeugd een even strenge selektie door als Ajax doet ?
VANHOVE : Voorlopig niet, wij zijn als topklub verplicht om een zeker aantal jeugdelftallen in kompetitie te brengen. Maar na het arrest- Bosman zou het wel eens kunnen dat wij het anders moeten aanpakken. Ik wil niet op de zaken vooruit lopen, maar het is een mogelijkheid. Ik vrees dat de uitspraak in de zaak Bosman voor het kleine kransje topspelers een gouden zaak is, maar dat ze voor vele klubs de doodsteek betekent. En ik vermoed dat vele profs werkloos zullen worden. Als wij nog 24 spelers in de kern houden, zullen degenen die op het randje zitten, geen al te hoge eisen mogen stellen. En het zal bij andere klubs niet beter zijn.
Paul Okon heeft een dubbele nationaliteit. Hij is ook Italiaan, via zijn moeder. Mogelijk zelfs Duitser, via zijn vader. Kan het dat u hem gratis moet laten gaan ?
VANHOVE : Hij kwam als Australiër naar hier, speelde voor de Australische nationale ploeg. Hij maakte nog nooit gebruik van zijn Italiaans paspoort. Het zou nogal sterk zijn dat de Uefa hem als Italiaan beschouwt. Voorlopig is er over een vertrek van Okon nog niets beslist. Wij gaan hem niets in de weg leggen, wij willen die jongen zijn carrière niet belemmeren. Maar ik zeg : als er drie klubs in de running zijn voor Okon, zijn wij de vierde. Financieel zullen wij tegen sommige konkurrenten niet kunnen opboksen, maar wij hebben andere troeven. Paul is hier graag, dat heeft hij bij de viering van de Gouden Schoen duidelijk gezegd. En hij kan volgend seizoen misschien met ons in de Champions League aantreden. Ik denk dat die argumenten hem niet ongevoelig laten.
Hij is nog maar 23, heeft nog vele jaren voor zich. Op 29 februari zullen wij met Okon spreken. Dan weten we misschien al iets meer over onze opdracht voor volgend jaar (lacht).
Stel dat hij weg gaat. Is Medved dan voldoende als alternatief ? De ?man meer” in het middenveld bent u dan kwijt.
VANHOVE : Ja maar, wij slapen hier niet bij Club Brugge, hoor. Wij hebben ons oog laten vallen op een 21-jarige libero in het buitenland. Een nieuwe Okon, geloof me vrij. Als ik wil, is hij morgen hier. En we hebben dus Medved, en weet je wie er in de verre toekomst ook libero kan worden bij Club Brugge ?
Franky Van der Elst ?
VANHOVE :(lacht) Die ook nog, ja. Maar ik heb het over Lembi. Ik zag hem bij Lokeren drie wedstrijden als laatste man spelen, hij kan het. Snel, wendbaar, sterk, goede pass. Lembi libero en De Brul voorstopper. Of De Brul in de plaats van Staelens, en Verjans in de plaats van Van der Elst. Wij staan er niet zo slecht voor. Wij gaven de meeste van die spelers langdurige kontrakten. Niet iedereen zag daar het nut van in, maar we wisten wat we deden. We hebben een jonge ploeg, en de ouderen verzorgen zich zo goed dat ze ook nog jaren meekunnen.
U bent zelf de belangrijkste pion in het transferbeleid van Club Brugge. Pikt u er feilloos een topspeler uit ?
VANHOVE : Feilloos natuurlijk niet, maar ik denk wel dat ik de gave heb om na vijf minuten te zien wie talent heeft en wie niet. Ik zit al in het voetbal van toen ik een kind was. Mijn vader speelde elf jaar in het eerste elftal van Club Brugge, zonder één zondag te missen en zonder één keer gestraft te zijn geweest. Ook mijn broer kon goed voetballen. Ikzelf minder, ik kon mij wel uit de slag trekken als keeper.
Hoe ontdekt u een nieuwe Okon. Waar let u op ?
VANHOVE : Wij bouwden in de loop der jaren zeer veel internationale kontakten uit. Wij worden getipt, er worden ons spelers aangeboden. Wij gaan die bekijken. Neem nu een libero. Dan let ik op het uitverdedigen, doet hij iets goeds met de bal of is het zomaar een trap naar voren. Hoe wendbaar is hij, hoe snel ? Hoe snel is hij terug als hij zijn positie verlaat ? En in het algemeen : hoe slim is hij ? Wie op zijn 21ste een verdediging leidt, is sowieso een slimme voetballer.
Ik ging indertijd Jean-Pierre Papin scouten bij Valenciennes. Samen met Norbert Roelens. Papin speelde rechtsmidden. Maar ik zag hem twee keer naar doel schieten… dat waren kanonballen. Ik zei meteen : die kopen we, dat wordt onze spits. Voor alle zekerheid stuurden we de week nadien Raoul Lambert nog eens uit en die twijfelde geen sekonde. De volgende dag kochten we hem. Twee weken later kreeg de burgemeester Michel Van Maele van een Franse ploeg al een bod voor Papin dat vijf keer zo hoog lag als wat wij net hadden betaald. En hij had nog niet eens gespeeld bij ons ! We verkochten hem uiteindelijk voor heel veel geld aan Marseille. Bernard Tapie was met zijn privé-vliegtuigje naar Oostende gekomen, samen met Michel Hidalgo. Tapie maakte zich nog behoorlijk boos omdat we een bankgarantie durfden vragen. (lacht)
Die kende West-Vlaanderen duidelijk niet.
VANHOVE : Ik zei : meneer Tapie, als u zo onzeker bent over een bankgarantie, dan ben ik het nog meer. We eisten het hele bedrag ineens, en Kenneth Brylle er nog bovenop. Twee dagen later was het in Parijs geregeld. Weet je dat ik in Denemarken ooit nog de twee Laudrups èn hun vader in hetzelfde elftal zag spelen ? De vader was toen 36. Dat we die broertjes konden gebruiken, was duidelijk, maar ten eerste waren ze nog te jong en ten tweede zaten er al veel rijkere klubs met geld te zwaaien.
Wie was uw grootste ontdekking of aankoop ?
VANHOVE :Marc Degryse. Bij Ardooie. Elf jaar was hij. Hij was nog niet eens voor de Westvlaamse selektie opgeroepen. Degryse had een voorkontrakt met Roeselare, maar die mensen hadden nog niet met de klub gesproken. Pas op : Roeselare zocht goede jongeren en leidde ze op in opdracht van Anderlecht. Toen ben ik zeer snel geweest. Degryse stond met zijn moeder en vader klaar om naar een trouwfeest te gaan. Ik ging naar Ardooie om met de klub alles te regelen, dan viel ik zelf op dat trouwfeest binnen en daar hebben zijn ouders een kontrakt voor Club getekend. Ik had hen wel beloofd dat ik alle problemen zou oplossen met Roeselare, waar ze natuurlijk niet erg gelukkig waren. We gingen daar dan een vriendenmatch spelen en de ruzie was bijgelegd. Met Degryse deden wij een schitterende zaak. Zowel op het veld, als bij zijn transfer. Op zijn zeventiende stond Marc in de eerste ploeg, onder Kesler nog. En de man die hem heel groot heeft gemaakt, is Jan Ceulemans.
Van Cercle kopen jullie niemand ? Geen zaken met de vijand ?
VANHOVE : Wij kochten Balliu van hen. En Moulaert. Dat zijn er al twee.
Dat is dertig jaar geleden.
VANHOVE :(onverstoorbaar) En we gaven hen Gino Maes. Overigens is Cercle voor ons niet de vijand. Die mensen leveren heel goed werk, hebben een fijne neus voor voetbaltalent. Hun probleem is dat ze verplicht zijn al hun toppers te verkopen. Ik ben benieuwd hoe zij de afschaffing van het transfersysteem gaan opvangen.
Wordt Jan Ceulemans ooit trainer bij Club ?
VANHOVE : Dat is moeilijk te voorspellen. Een trainersbestaan is een zigeunerbestaan. Toen Jan einde kontrakt was, creëerde ik voor hem een nieuwe funktie, maar dat liep een beetje mis. Jan was geen man om achter een bureau te zitten en wat scouting te doen. Er vielen nadien een paar ongelukkige woorden, maar het is niet zo dat er ruzie is tussen Jan en mij. Integendeel. Jan woont bij mij in de buurt. Hij loopt nog wel eens lang om een praatje te maken. Jan deed het vorig seizoen prachtig met Aalst. En dit jaar ook, want Eendracht staat onder zijn waarde geklasseerd, die schuiven nog wel terug naar voren. Maar ik herhaal : wij zijn tot nu toe tevreden over Broos, er is bij ons niet meteen een vakature te verwachten.
Is de kern van dit Club Brugge sterk genoeg om volgend jaar Europees beter voor de dag te komen, eventueel in de Champions League ?
VANHOVE : Ik meen van wel. Ik denk te mogen zeggen dat wij de drie jaar zonder Champions League zeer verstandig overbrugden. Als onze Kroaten in topvorm zijn en Okon is nog bij ons, dan mag er geen enkel probleem zijn om Europees mee te draaien. En als Okon weg gaat ; zorgen wij wel voor een vervanger. Tegen Zaragoza waren we drie van de vier helften de betere, alleen ging die bal er niet in. Nu, ik zeg u eerlijk : het is tijd dat we nog eens kampioen worden, en dat we weer geregeld met een Europese uitschieter uitpakken. We zijn dat verplicht aan de standing van de vereniging.
Herman JacquemynsKoen Meulenaere
Mario Stanic haalt uit : Een kanjer en hij kan nog verbeteren, meent Antoine Vanhove, direkteur van Club Brugge.
Antoine Vanhove, links naast voorzitter Fernand De Clerck : We weten bij Club Brugge heel goed wat we doen.
Antoine Vanhove over Paul Okon : Als hij weggaat, hebben we een vervanger klaar.
Met Hugo Broos : Een fantastische mens en een fantastische trainer.