Het is nog even wachten op de officiële uitslag, maar nu al staat vast dat Hamid Karzai de volgende president wordt van Afghanistan.

Het is geen simpele klus die Hamid Karzai (46) te wachten staat. Zijn land is verwoest na 25 jaar oorlog tussen het Rode Leger en de Afghanen, tussen Afghaanse krijgsheren onderling en tussen Afghaanse krijgsheren en de Taliban, islamstudenten die een islamitische staat wilden installeren. Dat lukte maar gedeeltelijk, want het noordoosten bleef altijd in handen van een aantal krijgsheren. De rest van het land werd ‘getalibaniseerd’: vrouwen verdwenen onder burqa’s, scholen gingen dicht en alles wat westers was, werd vernield.

Vijf jaar duurde dat schrikbewind. Toen viel een coalitie onder Amerikaans bevel het land binnen, op zoek naar Osama Bin Laden, hoofd van Al-Qaeda en sturende kracht achter de aanslagen van 11 september 2001. In enkele maanden veegden de westerse troepen het grootste deel van het land schoon, ook al bleven de Taliban aan de grens met Pakistan hun schuilplaatsen behouden.

Van dan af ging het snel: de rijke landen beloofden en gaven financiële steun; de Verenigde Naties stuurden een internationale vredesmacht (Isaf ) ; een vergadering van clanleiders schreef na veel geruzie een blauwdruk voor de toekomst en een overgangsregering onder leiding van Hamid Karzai trad aan. In januari van dit jaar kwam er een grondwet: die verbiedt krijgsheren om een politieke partij op te richten en wil via een gematigde islam de macht van de conservatieve religieuze leiders breken. Het in de grondwet ingeschreven respect voor de mensenrechten moet westerse steun garanderen, terwijl de president, die tegelijk premier wordt, veel macht naar zich toe haalt.

Het verwijt ligt voor de hand: dit is een grondwet geschreven op maat van de westers gezinde Karzai. Dat klopt, maar tegelijk worden daardoor de échte problemen van het land opgevangen. En die zijn enorm.

Ook al heeft de Isaf enkel de grote steden in handen en zijn grote delen van het land nog onveilig, internationale studies wezen uit dat Afghaanse Taliban vandaag in Irak vechten, en dus in eigen land niet meer aan de bak komen.

Het verdeelde land

Zonder hen kan het land weer worden opgebouwd en kan eindelijk een echte economie ontstaan. Want nu draait het land op de opiumhandel. Enkele clans varen daar wel bij, maar die investeren niet in werk en betalen geen belastingen aan de centrale regering. Die moet het nog steeds hebben van de overvloedige internationale steun.

De miljarden die Afghanistan binnenstromen, hebben al verbetering gebracht, al is alles relatief. De doorsnee Afghaan moet het met 20 euro per maand doen, maar dat is wel het driedubbele van wat onder de Taliban te besteden was. Vandaag sterven 3 op de 10 kinderen voor ze vijf jaar oud zijn, onder de Taliban stierf de helft. De scholen zitten overvol. De meeste jongens leren lezen en schrijven, van de meisjes zijn dat er maar 4 van de 10, maar ook dat is een verdubbeling ten opzichte van het Talibantijdperk. De rechten van vrouwen en meisjes worden nog steeds in een groot deel van het land op grove wijze geschonden, maar daar beginnen die vrouwen en meisjes zelf met steeds groter succes tegen te protesteren.

De krijgsheren zijn ondertussen opgenomen in de overgangsregering. Die is een spiegel van een verdeeld land, onderverdeeld in een tiental stammen die op hun beurt uiteenvallen in honderden clans. En ook al is iedereen moslim, de tegenstellingen tussen soennieten en sjiieten worden enkel overtroffen door de strijd tussen de machtige conservatieve religieuze leiders.

Maar eigenlijk speelde die verdeling in het voordeel van Karzai. Hij is een Pashtun en behoort dus tot de grootste bevolkingsgroep, die het hele zuiden en oosten van Afghanistan domineert. En hij behoort tot de clan die sinds de 18e eeuw de koningen leverde, in een land als Afghanistan een grote troef, zelfs al werd de laatste koning, Mohammed Zahir Shah, in 1973 afgezet.

Maar toen Karzai op 24 december 1957 geboren werd in de buurt van Kandahar, was Afghanistan nog een koninkrijk en was zijn vader, Abdul Ahad, een gerespecteerd parlementslid en rijk genoeg om zijn kinderen naar school te sturen. Hamid werd doctor in de politieke wetenschappen aan de universiteit van Shimlah in India. Na de sovjetinval in 1979 ging de familie in ballingschap. Enkelen van zijn broers trokken naar de Verenigde Staten, Hamid bleef in het naburige Pakistan als adviseur van de moedjahedien en behaalde ondertussen een diploma als journalist in Frankrijk.

In de oorlog tussen de warlords probeerde hij tevergeefs een vergadering van stam- en clanoudsten bijeen te brengen – hij kreeg daarbij de steun van koning Zahir. Dat hij niet betrokken was bij de strijd tussen die krijgsheren wordt nu beloond: hij heeft geen bloed aan de handen. Integendeel, hij was de man die als minister van Buitenlandse Zaken van de regering in ballingschap overal rondreisde om de Afghaanse zaak te bepleiten.

Zoals veel invloedrijke Afghanen geloofde hij in het begin dat de Taliban via de islam vrede zouden brengen. Hij steunde hen – met geld en wapens – tot hij in 1994 zag dat Arabieren als Bin Laden aan de touwtjes trokken. Om die te counteren, probeerde hij een eigen leger van Pashtunen op de been te brengen. Dat mislukte, maar het leverde hem wel goede contacten op met de leiders van de Noordelijke Alliantie.

De Pashtunen

De Taliban namen wraak en vermoordden zijn vader. Hamid, die nog steeds in Peshawar zat, bracht een karavaan van 300 auto’s en trucks bij elkaar en reed naar Kandahar om zijn vader met de gepaste eer te begraven. Tot ieders verbazing durfden de Taliban niet in te grijpen. Ook niet toen Hamid tot clanchef werd uitgeroepen.

Na de aanval op de WTC-torens besefte Karzai dat het maar een kwestie van tijd was voor de VS zouden terugslaan. En dus glipte hij van Pakistan weer Afghanistan binnen. Van dan af ging het snel: een maand na de start van de oorlog was Karzai al ‘de man van het Pentagon’, nog een maand later zat hij in Kabul als hoofd van de overgangsregering. Dat hij vloeiend Engels en Frans spreekt, speelde daar vast bij mee, net zoals zijn elegantie – het modehuis Gucci inspireerde zich op zijn mantel voor een wintercollectie. Zijn diplomatieke overtuigingskracht hielp ook, in het buitenland én in eigen land waar het nieuws dat hij in Tokio en Bonn veel geld had gekregen voor de heropbouw van zijn land hem tot dé leider maakte.

De warlords zijn ondertussen van idee veranderd, nadat Karzai hen had gedumpt op beschuldiging van schending van de mensenrechten. De klacht is terecht: iedereen die in Afghanistan vocht, heeft mensenrechten geschonden. Maar de ware reden is dat hij met het oog op de presidentsverkiezingen liefst alle concurrentie uitschakelde. Want al vormen zijn Pashtunen veertig procent van de bevolking: zeker is zeker.

Ondanks alles is de democratische oefening van 9 oktober, hoe onvolkomen ook, voor de Afghanen toch een teken dat er een nieuwe tijd aanbreekt. En daar is Hamid Karzai de verpersoonlijking van.

Misjoe Verleyen

Ondanks miljarden aan westerse hulp draait het land nog steeds op de opiumhandel.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content