Catalonië wil van Spanje af

BARCELONA Anderhalf miljoen Catalanen trokken op elf september door de straten van Barcelona onder het motto 'Catalonië, een nieuwe staat in Europa'. © ANDREU DALMAU/image globe

Het Catalaanse parlement besliste vorige week dat er een referendum komt over welke vorm van zelfbestuur de regio nodig heeft. De politieke stroomversnelling voert zowel Catalonië als Spanje naar onbekend terrein.

Misschien zal de stemming in het Catalaanse parlement van donderdag 27 september later worden beschouwd als hét moment waarop Catalonië zich losmaakte van Spanje. Van de 135 parlementsleden stemden er 114 voor het voorstel om een referendum te houden over zelfbestuur – goed wetende dat de Spaanse grondwet zo’n referendum niet toelaat.

De stemming vormt het voorlopige hoogtepunt van een politieke escalatie. Een week eerder was de Catalaanse minister-president Artur Mas op een koud ‘no’ van Spaans premier Mariano Rajoy gebotst toen hij over een fiscaal pact wilde onderhandelen dat Catalonië de mogelijkheid zou bieden zelf zijn belastingen te innen. Mas kondigde meteen daarna aan dat er op 25 november vervroegde verkiezingen zouden komen. Zijn minderheidskabinet, gedragen door het pragmatisch-nationalistische Ciu (Convergència i Unió) en in 2010 verkozen op basis van de belofte dat er meer fiscale zelfbeschikking zou komen, had volgens hem geen draagvlak meer.

Dat had echter minder met Rajoy te maken dan wel met de massale betoging voor onafhankelijkheid op elf september. Op Díada– de herdenking van de val van Barcelona in 1714 en het einde van het Catalaanse zelfbestuur – trokken anderhalf miljoen Catalanen door de straten van Barcelona. Niet om een beetje meer autonomie te vragen, maar onder het motto ‘Catalonië, een nieuwe staat in Europa’. ‘Ik was op de historische betoging van 1977, maar dit was indrukwekkender’, zegt Joan Subirats, professor politieke wetenschappen aan de Universitat Autònoma de Barcelona (UAB). Hij heeft het over een onderstroom die langzaam is gegroeid. ‘De Asemblea Nacional de Catalunya (ANC), dat de betoging heeft georganiseerd, is een burgerbeweging. Ze hebben de voorbije jaren in steden en gemeenten referenda gehouden over zelfbestuur en teren voor een stuk op de onvrede met de klassieke politiek. Net zoals bij de indignados, hebben de politici de impact van de beweging zwaar onderschat.’

De dag na de betoging nodigde Artur Mas vertegenwoordigers van het ANC uit voor een gesprek. De minister-president wilde eerst zekerheid over het fiscaal pact, maar sloot ook onafhankelijkheid niet langer uit. Eerst had hij het nog vaag over ‘staatsstructuren’, maar later bekende hij dat Denemarken het model was dat hij voor ogen had. ‘Het is een escalatie die voorspelbaar was’, zegt Antoni Castells, professor economie aan de Universiteit van Barcelona en van 2003 tot 2010 minister van Economie. Castells hoort tot de ‘Catalaanse’ vleugel van de socialistische partij (PSC) en werkte mee aan het autonomiestatuut dat fiscale zelfbeschikking voorzag en twee jaar geleden door het Grondwettelijk Hof werd afgeschoten. ‘We zien nu versneld gebeuren, wat al lang aan het gisten was. De Partido Popular (PP) heeft zich in de periode 2003-2006 niet alleen vierkant verzet tegen meer autonomie, maar ook een anti-Catalaans sentiment gevoed in de rest van Spanje. De emotionele band is toen al doorgeknipt’, zegt Castells. ‘Toen de PP in 2006 beroep indiende bij het Grondwettelijk Hof, nam het de vorm van een conflict aan. Zo hebben ze rechters verwijderd die positief stonden tegenover het autonomiestatuut en mandaten niet verlengd als ze niet zeker waren over het stemgedrag van de rechters.’ In juli 2010 beslist het Hof dat het Catalaanse statuut, eerder gestemd in het parlement en door een meerderheid van de Catalanen goedgekeurd in een referendum, niet strookte met de grondwet. ‘De tegenstellingen tussen unitaristen en Catalanen die geen toekomst meer zien binnen Spanje, zijn sindsdien alleen maar verscherpt’, zegt Castells.

Vals federalisme

De gebeurtenissen van de afgelopen twee weken markeren een keerpunt, zegt Joan Subirats. ‘Tot nog toe ging het Catalaanse nationalisme over meer autonomie en erkenning van taal en cultuur. De strekking die naar onafhankelijkheid streefde en Spanje wilde loslaten, was marginaal.’ Dat de balans nu naar de andere kant overhelt, ligt volgens hem aan het Spaanse financieringsmodel. ‘De grondwet na Franco had geen oog voor de regio’s. Toen daartegen protest rees in de jaren zeventig, installeerde de overheid een gedecentraliseerd model. Spanje werd een ‘composietstaat’. De regio’s kregen een pak bevoegdheden die ze moesten financieren via een dotatie. Alleen Baskenland en Navarra mochten zelf belastingen innen. Het autonomiestatuut van 2006 was een poging om dat valse federalisme tot zijn uiterste limiet uit te breiden. Dat het niet is gelukt, zegt veel over de houdbaarheid van het systeem.’

Door de crisis is ook de gewone Catalaan dat onevenwicht in het financieringsmodel als onrechtvaardig gaan ervaren. De jaarlijkse nettotransfer van Catalonië naar de rest van Spanje bedraagt 16 miljard euro of negen procent van het regionale bbp. ‘Nu iedereen moet besparen, vragen mensen zich af waarom ze zo veel moeten bijdragen. Ze willen best solidair zijn, maar niet als die solidariteit ten koste van een regio gaat’, zegt Joan Subirats.

De scheefgetrokken financiële verhoudingen zit ook de bedrijven dwars. De zo geprezen Catalaanse economie heeft de voorbije jaren flink aan concurrentiekracht moeten inboeten. ‘Niet alleen dragen we in verhouding meer bij, noodzakelijke investeringen in infrastructuur worden al jaren uitgesteld’, zegt Antoni Abad, voorzitter van de Catalaanse werkgeversfederatie Cecot.

Werkgevers houden niet van avonturen. Maar ook bij hen wordt het idee van een onafhankelijk Catalonië stilaan een normaal gespreksonderwerp. ‘Het is een thema dat nog maar sinds een paar dagen ernstig wordt besproken. Catalaanse bedrijfsleiders zeggen misschien met hun hart ‘ja’ op de vraag of ze een eigen staat willen, maar het hoofd wil eerst weten wat de impact is op de resultaten. Bedrijven die zuiver van export leven, zullen het makkelijker hebben om die keuze te maken dan wie alleen de Spaanse markt bedient. Maar zullen multinationals blijven? En wat als we uit de euro moeten’, zegt Abad. Zijn voorkeur gaat uit naar nieuwe onderhandelingen over het fiscaal pact dat Rajoy vorige maand heeft gedumpt. ‘Een eigen staat komt er niet volgende week en biedt ook geen garantie voor een betere concurrentiekracht. We hebben een oplossing nodig op korte termijn.’

Botte weigering

Dat die er komt, is weinig waarschijnlijk. Catalonië, met 42 miljard euro (21 procent van zijn bbp) de Spaanse schuldenkampioen, heeft eind augustus 5 miljard euro steun gevraagd aan de regering-Rajoy. Zijn botte weigering om te onderhandelen over fiscale autonomie, voelde aan als een snok aan de leiband. Al even contraproductief was de belofte van vicepremier Soraya Sáenz de Santamaría om een Catalaans referendum met ‘alle wettelijke middelen’ tegen te houden. ‘Het grootste gevaar is dat er geen werkbaar antwoord komt op de vraag uit Catalonië’, zegt Joan Subirats. ‘De PP dreigt en de PSOE heeft het over federalisme, terwijl niemand daar nog in gelooft sinds het afschieten van het autonomiestatuut.’

Het verklaart ook de weg die Artus Mas heeft gekozen na elf september. Volgens Subirats is het te eenvoudig om zijn keuze af te doen als een vlucht vooruit, die de paradox moet verdoezelen dat de Catalanen minstens even hard worden getroffen door besparingen die hun regio oplegt. ‘Mas is als een surfer die een gigantische golf zag aankomen’, zegt Subirats. ‘Hij houdt zich recht, zo goed en zo kwaad als het gaat, maar hij weet niet op welk strand hij zal aankomen, óf hij zal aankomen.’

Alles wijst erop dat zijn Ciu dankzij de koerswijziging aan een absolute meerderheid raakt in het parlement. De verkiezingen van 25 november zullen tegelijk ook een volksraadpleging zijn. ‘Niet over de onafhankelijkheid, maar over de vraag of er een referendum moet komen en hoe de vraag daarin moet worden geformuleerd’, zegt Neus Tomàs, chef politiek van de Catalaanse krant El Periodico. ‘Meteen heeft de regering in Madrid een probleem. Ze zal beroep aanteken bij het Grondwettelijk Hof en protesteren bij de Europese partners in Brussel. Maar uiteindelijk kan ze niet anders dan een dialoog opstarten. Zij het deze keer met een Catalonië dat vertrekt van zijn eigen soevereiniteit.’

Door wouter de broeck

De jaarlijkse netto-transfer van Catalonië naar de rest van Spanje bedraagt 16 miljard euro of negen procent van het regionale bbp.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content