Dat iemand wiens proces nog volop aan de gang is, op televisie uitgebreid kritiek komt spuien op iemand anders wiens proces nog moet beginnen, kan enkel in dit land. Willy Claes bracht het voor mekaar. Midden in het Agustaproces, waar alleen het onomstotelijke bewijs ontbreekt om hem te veroordelen, kwam hij in Ter Zake de rekening maken van de Joegoslavische president Slobodan Milosevic.
Het waarom is niet ver te zoeken: pure rancune. Men herinnere zich hoe Milosevic, Claes in het gezegende jaar ’93 voor de deur liet staan, toen die als aanvoerder van de Europese trojka de Serben eens persoonlijk de les wou gaan lezen over hun baldadig gedrag in Bosnië. Milosevic gaf niet thuis. Een beetje zoals Claes zelf op zondag 8 januari 1989, toen Rafaello Teti op zijn bel stond te drukken, maar dan echt.
Wij zullen zo lang deze rubriek loopt, blijven terugkomen op de hilarische scène toen Claes weer op Melsbroek was geland, en irritante journalisten hem vroegen of hij zijn missie als mislukt beschouwde. De minister had inzake Bosnië namelijk iedereen gesproken, van God tot klein Peerke, behalve de enige man die hij eigenlijk moest spreken.
Claes geraakte danig uit zijn humeur over de ongepaste vragen van de reporters, die van internationale diplomatie kennelijk geen kaas hadden gegeten. “Maar dat is een detail”, haalde hij boos uit. “De Slobodan had per ongeluk genen tijd. Die mens heeft zoveel om zijn hoofd. Ikzelf heb ook een drukke agenda. Maar ge ziet nogal van hier dat die Slaaf het in zijn hoofd zou halen om niet naar mij te luisteren. Ik, de voorzitter van de Europese Unie. Er is een nieuwe afspraak vastgelegd, schrijf de datum goed in uw boekskes: op 2 augustus ontmoet ik Milosevic.” Het was eind juli.
Willy Claes moet toen al een voorgevoel hebben gehad, dat alles wat hij deed en zei vroeg of laat tegen hem zou worden gebruikt. Want intuïtief achtte hij het raadzamer er niet bij te zeggen in welk jaar. We wachten dus nog. Er is intussen nochtans heel wat gebeurd.
Zo kwam op een dag een Amerikaan met zijn botte voeten naar het Beli Bvor in Belgrado gebanjerd, gaf Milosevic niet de kans de deur te openen of gesloten te houden maar trapte ze gewoon in, greep de Servische leider bij de keel en zei dat het gedaan moest zijn in Bosnië. En om dat te onderstrepen, gooiden de Amerikanen vijfduizend ton blauwzuur op enkele Servische scholen, ziekenhuizen en bejaardentehuizen, terwijl een grondleger van tweehonderdvijftigduizend man de grens overstak.
Claes zelf was inmiddels begonnen aan de kortste ambtsperiode uit de geschiedenis van de internationale organisaties, en hoewel in de hele Navo-operatie niet één keer naar zijn mening was gevraagd, laat staan geluisterd, verstak hij niet dat hij elke bom op welkdanig Serbisch hoofd ook, goedkeurde. Weer een maand later werd hij door het Belgisch parlement naar het gerechtshof verwezen, en moest hij al zijn officiële functies neerleggen. Waarna zijn opvolger en kloon Erik Derycke, de door niemand meer gehoorde Belgische stem in de internationale politiek werd.
Derycke is als staatssecretaris door Claes jarenlang openlijk genegeerd, gekleineerd, en gekoeioneerd. En toen dat uiteindelijk ook tot Derycke zelf was doorgedrongen, nam hij zich voor die oude pedanterik een keer voor het grote publiek de loef af te steken. Niet met woorden, Derycke is niet taalvaardig, maar met daden.
Zijn moment de gloire was gekomen in de voorbije maand september, toen hij namens de EU naar Belgrado trok om daar de Serviërs te gaan vertellen dat de economische sancties zouden worden verzwaard, en dat elk toestel van de Joegoslavische luchtvaartmaatschappij JAT dat zich nog in het EU-luchtruim waagde, onverbiddelijk zou worden neergeschoten. Om hierover geen misverstand te laten bestaan, had Derycke op het programma… een ontmoeting met Milosevic doen inschrijven.
Claes, die vastzat in zijn verdachtencel in het Brusselse justitiepaleis, voelde zijn hart kraken toen hij het hoorde. En toen het duo Liekendael – Du Jardin hem aan alle kanten klem reed op het Agustaproces, zag de wereld er plotseling zeer donker uit. Tot, als vanuit de hemel en begeleid door harpgetinkel en engelengezang, het bericht kwam dat Milosevic geweigerd had om Derycke te ontvangen. En boos naar Dehaene had gebeld dat hij genoeg had van al die geparfumeerde kwasten met wie de Belgische regering blijkbaar geen blijf wist.
Voor Claes klaarde de hemel op. Verse energie vulde zijn aderen, hij voelde zich tien jaar jonger, en liet onmiddellijk informeren hoe lang de termijn van Javier Solana nog liep. Tot verbazing van het hele Hof van Cassatie stond de volgende ochtend een nieuwe Claes voor hen. Met een nooit vertoonde zwier praatte hij zich dwars door alle aantijgingen heen, veegde de verdediging van alle andere verdachten onder tafel, en dwong in een briljant pleidooi een schadeloosstelling voor de Hasseltse SP af. En voor zichzelf een echtscheiding.
“Als ze drie miljoen in een kous versteekt, mijnheer de voorzitter, wat moet er dan in de rest niet zitten”, besloot Claes zijn pleitrede, die terstond de Pro Milone uit het schoolprogramma verdrong. Suzanne Meynen, voorheen mevrouw Willy Claes, werd veroordeeld tot het betalen van de proceskosten, het terugstorten aan de Belgische staat van het door Dassault en Agusta uitgedeelde smeergeld, en tot het maandelijks afdragen van een aanzienlijke alimentatie aan haar ex-man, die door haar schuld zijn werk was kwijtgeraakt.
Een euforische Claes had die uitspraak niet afgewacht, en had meteen de media verwittigd dat een pijnlijk misverstand te zijnen opzichte was rechtgezet, en hij weer beschikbaar was voor duiding bij zaken van internationaal belang. Een avond later legde hij Walter Zinzen uit, dat criminelen als Milosevic slechts op één manier kunnen worden aangepakt: door hen te laten voelen wie de baas is. En dat is van nu af aan opnieuw Willy Claes.
Koen Meulenaere