CASABLANCA AAN DE GOLF
Met veel geld, gewiekste diplomatie en de nieuwszender Al-Jazeera zet emir Hamad Al-Thani het kleine Qatar op de wereldkaart. Hij werd zelf een van de belangrijkste politici in het Midden-Oosten. Maar wat hij echt wil, blijft duister.
Onder de zware lusters in de ballroom van het Ritz-Carlton in Doha is zijne hoogheid de emir van Qatar, sjeik Hamad bin Khalifa Al-Thani helemaal zichzelf. Hij spint als een poes, als president Mahmoud Abbas van de Palestijnse Autoriteit hem, omgeven door hoogwaardigheidsbekleders van buurlanden en afgevaardigden van de Verenigde Naties en de Arabische Liga, prijst als de man ‘die olie naar de moskee brengt’. Dat wil zeggen dat hij de gelovigen verlicht en inspireert. Hier is hij de man die hij graag wil zijn. Een klassieke oliesjeik, maar ook een bemiddelaar tussen Oost en West en de heerser over ‘een nieuwe wereldmacht’, zoals een Frans weekblad zijn kleine koninkrijk onlangs noemde.
Het goudbrokaat op zijn kleed gloeit van waardigheid. Met zijn zware snor boven een dubbele kin maakt de emir ernstig enkele notities. Hij houdt van bijeenkomsten zoals de Internationale Conferentie voor de Verdediging van Jeruzalem eind februari of de vergadering in januari die de vijandige Palestijnse facties met elkaar moest verzoenen. Er wordt aan het eind van dit soort meetings altijd wel een Verklaring van Doha opgesteld, die de hoofdstad van Qatar weer een paragraaf in de annalen oplevert. Sjeik Hamad vertelt hoe zijn emiraat de Gazastrook onder de Israëlische blokkade van geld en voedsel voorziet. De aanwezigen mompelen bijval. Er zitten afgevaardigden uit Ramallah, Jemen, Marokko en het nieuwe Libië rond hem. Ze weten dat ze in het emiraat altijd de hand kunnen ophouden.
Qatar is een schiereiland in de Perzische Golf. Het heeft ongeveer de vorm van Denemarken, maar het is maar een kwart zo groot en het bestaat hoofdzakelijk uit zand. In 1949 woonden er 16.000 mensen en van hen konden er 630 min of meer hun naam schrijven. Vandaag is Qatar het rijkste land ter wereld, met een jaarlijks inkomen per hoofd van de bevolking van 73.000 euro. Het organiseert in 2022 de wereldbeker voetbal en het wil in de aanloop daarnaartoe ten minste 115 miljard euro uitgeven aan de bouw van stadions, autowegen en een metrostelsel.
‘In Gods naam’, zegt de emir als hij opstaat om de lunch te gebruiken. Hij is een grote, zware man – de voormalige Libische leider Muammar Khaddafi maakte op vergaderingen van de Arabische Liga altijd grappen over de omvang van zijn buik. Maar Khaddafi is er niet meer en dat heeft ook met sjeik Hamad te maken. Hij overtuigde de lidstaten van de Arabische Liga ervan om de strenge resoluties tegen Khaddafi te aanvaarden die de NAVO-operatie in Libië op weg zetten. Hij was ook de eerste die opriep om de rebellen in Syrië te bewapenen, zelfs om de Syrische president Bashar Al-Assad met een militaire interventie ten val te brengen.
Afgezien daarvan stuurde het emiraat zijn diplomaten ook uit om te bemiddelen tussen de regering van Sudan en rebellen in Darfur, tussen Eritrea en Ethiopië en tussen de Verenigde Staten en de Afghaanse taliban. Het had daarbij niet altijd evenveel succes als in 2008, toen de emir een heropflakkering van de burgeroorlog in Libanon kon voorkomen. Maar elk diplomatiek succesje helpt om Qatar meer op de kaart te zetten.
Van VW tot PSG
In het diplomatieke district van Doha vonden seculiere tegenstanders van de Somalische islamistische militanten van Al-Shabaab een onderkomen, naast afgezette Iraakse generaals en leden van de Egyptische Moslimbroederschap. De emir drong er bij de Palestijnse organisatie Hamas op aan om zijn politieke hoofdkwartier van Damascus naar Doha te verhuizen – Hamasleider Khaled Meshaal heeft al een residentie in Qatar. De Afghaanse taliban openden hun eerste buitenlandse vertegenwoordiging in Doha. Amerikaanse generaals van de belangrijke luchtmachtbasis van Al-Udeid, in de buurt van de Qatarese hoofdstad, staan nog voor verrassingen als ze straks in diplomatieke kring toplui van Hamas of zwartgerokte officials van de taliban tegen het lijf lopen. Doha ademt zo stilaan bijna de sfeer van de legendarische film Casablanca.
De Almachtige begiftigde de zeebodem voor de kust van deze strook woestijn met de grootste bekende reserves aan aardgas van de planeet. Hij schikte het helaas ook zo dat het kleine Qatar als het ware wordt platgedrukt tussen zijn twee grote buren, Saudi-Arabië en Iran aan de overkant van de Golf, die tegelijk ook aartsvijanden van elkaar zijn. Tussen die twee had Qatar geen andere keuze dan voor zichzelf op te komen.
Dat de Saudi’s jarenlang weigerden om de grens met Qatar fatsoenlijk af te bakenen, zette Doha er ook toe aan om andere partners te zoeken. De emir overtuigde Washington ervan om het hoofdkwartier van zijn troepen in de regio, US Central Command, én een grote luchtmachtbasis in Qatar onder te brengen. Tegelijk inviteerde hij president Mahmoud Ahmadinejad van Iran om Arabische topontmoetingen in Doha bij te wonen. Hij bood de Wereldhandelsorganisatie (WTO) aan om in zijn hoofdstad te onderhandelen over wat ondertussen gemeenzaam de Doharonde wordt genoemd. Hij moedigde de organisatie aan van vrije politieke forums, waarvoor ook vooraanstaande Israëliërs zoals president Shimon Peres en voormalig minister van Buitenlandse Zaken Tzipi Livni werden geïnviteerd. ‘Hij is echt de vleesgeworden realpolitik’, zegt Ibrahim Sharqieh van het Doha Center van het Brookings Institute. ‘Hij legt nooit al zijn eieren in één mand.’
Qatar gebruikte zijn immense rijkdom om zich een plaats te kopen in de wereldpolitiek. De emir trok zijn chequeboek toen de Libische rebellen zonder cash kwamen te zitten en stuurde wapens en gevechtsvliegtuigen naar Benghazi. De nieuwe Egyptische overheid kreeg bijna een half miljard euro toegeschoven. Een groep lokale Franse politici met wortels in de immigratie schreef de Parijse ambassade van Qatar een brief, met een vraag om steun voor de banlieues, ‘die door de Franse staat worden verwaarloosd’. De emir voorzag prompt in een fonds met een waarde van 50 miljoen euro.
Daarover wordt allemaal bij voorkeur live bericht door de populaire Arabische nieuwszender Al-Jazeera, die door sjeik Hamad volop wordt ingeschakeld om zijn activiteit te ondersteunen. Al-Jazeera zendt uit in het Arabisch en het Engels. De zender heeft een station dat alleen op de Balkan is gericht en sinds kort ook een volledig programma voor Latijns-Amerika en Afrika. De invloedrijke theoloog Yusuf Al-Qaradawi, de meester-denker van het Moslimbroederschap die door de emir wordt bewonderd, verspreidt zijn boodschap via Al-Jazeera.
Er zijn daarom mensen die vermoeden dat sjeik Hamad een religieuze agenda heeft. Maar de Franse krant Le Monde veronderstelt dat Qatar de wereld toch op een andere manier wil veroveren. In Duitsland, bijvoorbeeld, heeft de Qatar Investment Authority een aandeel van 17 procent in Volkswagen, van 10 procent in Porsche en 9 procent in de bouwreus Hochtief. Het emiraat koopt landbouwgrond en investeert in banken, toerisme en vastgoed van Oekraïne tot Pakistan en Thailand. In Frankrijk probeert Qatar te participeren in de ruimtevaartgroep EADS. Het heeft een aandeel in Suez, Dexia Bank en het mediahuis Lagardère. De emir schafte zich ook de voetbalclub Paris Saint-Germain aan. De extreemrechtse presidentskandidate Marine Le Pen ziet het niet graag gebeuren. ‘Qatar bedreigt zo stilaan onze nationale onafhankelijkheid’, zegt ze. ‘Deze mensen financieren ook het islamitische fundamentalisme. De gekken die overal de sharia willen invoeren.’
Een minimacht
Is dat de uiteindelijke bedoeling? Sjeik Hamad is in de Perzische Golf het prototype van de monarch van de tweede generatie. Hij werd in 1952 geboren en groeide op in een al bij al bescheiden heersersfamilie van bedoeïenen, die hem les liet volgen aan de Britse militaire academie in Sandhurst. Op zijn twintigste keerde hij naar Qatar terug, dat ondertussen, in 1971, samen met andere landen in de Golf onafhankelijk was geworden. Hij begon een militaire carrière, werd bevorderd tot generaal en vervolgens tot opperbevelhebber. Toen zijn vader weigerde om een stap opzij te zetten, schoof de ambitieuze kroonprins hem simpel aan de kant.
Het is ook een generatiekwestie. De leiders in Qatar, Abu Dhabi, Dubai en Bahrein zijn ongeveer van dezelfde leeftijd en ze zijn gevormd door dezelfde ervaringen. De sombere jaren tussen de oorlog om het Suezkanaal en de pijnlijke Arabische nederlaag in de Zesdaagse Oorlog met Israël. De minachting waarmee ze als zonen van de woestijn door de stedelijke elites van Caïro, Beiroet en Bagdad werden behandeld. De enorme rijkdom die hen na de eerste oliecrisis in 1973 in de schoot viel.
Politiek richtten ze zich op de Egyptische president Gamal Abdel Nasser. Hij leidde de Arabieren niet naar de overwinning tegen Israël, maar hij gaf hen wel een gevoel van eigenwaarde. Aan zijn socialistische ideeën hadden al die zonen van sjeiks en emirs geen boodschap. Ze vielen wel voor zijn Arabische nationalisme en ze voelden zich verenigd in hun misprijzen voor de zogenaamde erfgenamen van Nasser, zoals Khaddafi, Saddam Hoessein en Hafez Al-Assad, de vader van de huidige president van Syrië, die de Arabische zaak in hun ogen hebben verraden. Wat de emir van Qatar drijft, is het verlangen om de Arabische identiteit nieuw leven in te blazen, zoals ze wortelde in de tribale tradities van het schiereiland.
Met de Arabische Lente verpopte de emir zich van een bemiddelaar tot een acteur op het politieke toneel. ‘Qatar ging een agressievere en daarom ook riskantere buitenlandse politiek voeren’, schrijft Meghan O’Sullivan, die voor de voormalige Amerikaanse president George W. Bush actief was in Irak. Hij doet voor die politiek een beroep op vrienden, zoals de Libische sjeik Ali Al-Salabi, die met zijn islamistische netwerk hielp om Khaddafi ten val te brengen. In Libië, Tunesië en Egypte zorgde Al-Jazeera voor iconische beelden van de Arabische Lente. De zender zond dagenlang rechtstreeks uit van op het Tahrirplein in Caïro.
Tot op vandaag zijn er checkpoints in Libië waar de Qatarese vlag wappert naast die van het nieuwe Libië. Rachid Al-Ghannouchi, de nieuwe sterke man van Tunesië, prijst Qatar als een ‘echte partner’. Op de eerste verjaardag van de opstand in Tunesië hield de emir in Tunis een toespraak, die klonk alsof hij dictator Ben Ali hoogstpersoonlijk ten val had gebracht. Hij ziet zich als de leider van wat hij de ‘Arabellion’ noemt. Maar zijn bondgenootschappen wisselen van land tot land en van crisis tot crisis. In Libië werkte Qatar samen met Saudi-Arabië tegen de gemeenschappelijke vijand, Khaddafi. Toen sjeik Hamad vaststelde dat de Saudi’s niet zo vastbesloten waren als hijzelf om de toenmalige president van Jemen, Ali Abdullah Saleh, tot ontslag te dwingen, liet hij het aan Washington over om Riyad onder druk te zetten. Op het ogenblik dat de emir merkte dat Saudi-Arabië de Egyptenaar Hosni Mubarak liever liet zitten, zocht hij steun in Turkije. In verband met Syrië werden de banden met de Saudi’s vervolgens weer aangehaald.
Maakt dat sjeik Hamad tot een gewiekst diplomaat of is hij gewoon een man zonder veel scrupules? Qatar is namelijk zelf ook niet bepaald een model van democratie. De emir beloofde jaren geleden al een meer uitgebreid stemrecht, maar daar kwam nog maar weinig van in huis. Amnesty International heeft weet van gevallen van uitbuiting van migranten. Het strikte wahhabisme is gepromoveerd tot staatsgodsdienst en van de onderdrukking van het protest in het naburige Bahrein, waarbij Qatar betrokken was, viel op Al-Jazeera niets te vernemen. Recent wekt het optreden van sjeik Hamad ook in Libië wrevel op. De Libische vertegenwoordiger bij de VN waarschuwde ervoor dat ‘de broeders uit Qatar’ ervoor moeten uitkijken dat ze niet dezelfde fout maken als Khaddafi, ‘met zijn megalomane dromen’.
Als Qatar een wereldmacht is, dan toch alleen in miniatuurvorm. Het is niet zo rijk als de Verenigde Arabische Emiraten en het heeft geen eigen divisies die het zou kunnen inzetten. Het leger van de emir bestaat hoofdzakelijk uit huurlingen. Toen hij zijn Mirages naar Libië stuurde, werden die door Amerikaanse en Franse gevechtsvliegtuigen geëscorteerd zodat er toch maar niets mee zou gebeuren. Onder de echte grote jongens is de emir toch maar een lichtgewicht. Maar misschien heeft hij daar vrede mee. Misschien zit hij gewoon graag met de zwaargewichten aan tafel.
© DER SPIEGEL VERTALING EN BEWERKING: HUBERT VAN HUMBEECK
Amerikaanse generaals in Qatar staan nog voor verrassingen als ze straks in diploma-tieke kringen toplui van Hamas of de taliban tegen het lijf lopen.