‘Mind the gap’ en ‘Racing Sladek’: Stefan Hertmans en Filip Vanluchene schrijven klassieke teksten die niet klassiek zijn.
Politiek theater is een taboe geworden, maar hoe kun je reageren op de gebeurtenissen van de laatste maanden, met de hopen doden, het puin, het militaire stratego, de manipulatie door de media, de terreur en de paranoia? De oude Grieken waren beducht voor openlijke rouw. Ze vreesden dat de stadstaat erdoor ontwricht zou worden. Het verdriet vond zijn uitweg in de tragedies, in de veilige beslotenheid van de theaters, hoewel de betrokkenheid tussen het publiek en wat er op de scène gebeurde toen toch veel groter was. De mannen trokken in die tragedies ten strijde, offerden desnoods hun dochter. En de vrouwen rouwden. Waren die vrouwen daarom weerloze wezens? Als je de antieke tragedies leest, lijken ze de patriarchale samenleving minstens te ondermijnen door hun standvastigheid. Christa Wolf liet zich dus al te veel leiden door haar feministische overtuiging, wanneer ze in haar Medearoman het hoofdpersonage als een slachtoffer voorstelde, want dat is een reductie.
Stefan Hertmans dicht de kloof met de oorspronkelijke vrouwenfiguren in de tragedies, maar het is dan ook de enige kloof die gedicht wordt. Mind the gap is de titel van zijn tweede theatertekst, een verwijzing naar wat je te horen krijgt in de Londense metro bij het in- en uitstappen. Die waarschuwing wordt bij Hertmans een verwijzing naar de dreiging van de herinneringen waardoor de drie hoofdpersonages in zijn stuk (Antigone, Klytaemnestra en Medea) belaagd worden _ hoewel ze zelf het herinneren hebben uitgewist. Niet toevallig zegt Mnemosyne, de godin van de herinnering, in het begin van het stuk: ‘Ik herinner me niet dat ik/ Ooit iets wist./ Iets anders wist in mij,/ En ik gehoorzaamde.’
Antigone, Klytaemnestra en Medea spreken ons toe vanuit de kloof tussen leven en dood, in een soort ondefinieerbare ruimte. Ze vertellen ons wat ze gedaan hebben: Antigone zit opgesloten in de grot waarin ze zich zal opknopen. Na de dood van haar vader Oedipus vechten zijn twee zonen, Eteokles en Polyneikes, om de macht. In een duel doden ze elkaar. Eteokles wordt begraven, maar Polyneikes’ lijk krijgt de eeuwige rust niet, als een waarschuwing. Antigone negeert het verbod om haar broer te begraven en wordt daarom opgesloten. Klytaemnestra wacht in een soort peepshowruimte op haar man Agamemnon, de militaire opperbevelhebber van de Grieken die Troje met de grond gelijkgemaakt hebben. Hij heeft er de hoogste prijs voor betaald, want hij heeft er hun dochter Iphigeneia voor geofferd. Klytaemnestra wil een stukgeslagen glas ronddraaien in zijn gezicht. Medea uit haar wraakgevoelens van onder het masker dat een grimeur aanbracht. Om haar grote geliefde Jason het Gulden Vlies te helpen bemachtigen, liet ze volk en vaderland achter. Jason wordt echter verliefd op een andere vrouw en Medea doodt niet alleen haar, maar ook haar eigen kinderen.
DEPORTATIES EN NATUURRAMPEN
Mannelijkheid en vrouwelijkheid, rede en gevoel, liefde en dood; het wordt in de sublieme, poëtische tekst van Hertmans allemaal in de kloof van de vergetelheid gegooid. Hij verwijst naar de verhaallijnen uit de antieke tragedies, maar we krijgen slechts brokstukken te horen, vermengd met de restanten van twintig eeuwen zogenaamde beschaving. Vluchtelingenstromen, deportaties en natuurrampen doorkruisen de getuigenissen van de personages die lijken te spreken van over de dood heen. En de goden laten het duidelijk afweten. Als ondertitel gaf Hertmans zijn Mind the gap de opdracht ‘ Tympaniser-la tragédie‘ mee. Tympaniser betekent in oud Frans ‘publiekelijk bekritiseren’. Dat doet Hertmans niet voluit, aangezien hij de tragedies niet vernietigt, maar hij maakt van de schijnbare catharsis op het einde van het stuk toch een groteske bedoening. Oedipus keert uit het niets terug en Polyneikes en Eteokles blijken in vlotte maatpakken gestoken zakenlui te zijn. Oedipus doodt op zijn beurt Polyneikes, als een herinnering aan wat zijn zoon ooit met hem heeft gedaan.
Gerardjan Rijnders heeft met Mind the gap een rigide regie afgeleverd. De voorstelling is onmiskenbaar een vroeg hoogtepunt van het theaterseizoen. Alles is geconcentreerd op de zegging van de acteurs. Als in een partituur laat Rijnders ruimte voor variatie in tempo en tonaliteit. Ook het gitzwarte decor van Erik Kouwenhoven, dat een soort doos vormt waarin de actrices een voor een uitgelicht worden en dat openschuift als een taartvorm _ een mooie metafoor voor de kloven die ontstaan _, draagt tot de concentratie op de tekst bij. Sara de Bosschere, rank en slank, geeft gestalte aan de fundamentele weigerende houding van Antigone, zonder naar bijkomende trucs te moeten grijpen. Alleen haar paradoxaal onverzettelijke lichaamshouding en haar breekbare stem zeggen genoeg. Ook Marieke Heebink als Medea maakt indruk.
Filip Vanluchene schreef Racing Sladek in opdracht van Jos Verbist, artistiek leider van Antigone. Hij baseerde zich op Sladek oder die Schwarze Armee uit 1928 van de Duits-Hongaarse auteur Odön von Horváth, een stuk dat een bijna visionaire blik vooruitwierp op de Tweede Wereldoorlog. Het is het verhaal van een jonge kerel die door de oprukkende verrechtsing scherpe keuzes moet maken. Zo ontstaat een permanent conflict tussen het individu en de gemeenschap. In de oorspronkelijke versie levert Sladek zich zelfs over aan het nazisme en offert hij zijn vriendin ervoor op. Vanluchene liet de historische context voor wat hij was en plaatste de anekdote van de jonge Sladek in de wereld van de fanfare en de voetbalsupportersclub. Een interessante ingreep, omdat het de persoonlijke besognes herkenbaarder maakt. Hij zet een beklemmend, besloten universum neer dat aan David Lynch’ Twin Peaks doet denken. Metafoor daarvoor is dat Sladek niet zijn vriendin, maar zijn zus laat vermoorden.
Bij Vanluchene wordt een theatertekst altijd een soort spreekkoor van stemmen die door elkaar klinken. Hij construeert een eigen, West-Vlaams aandoend idioom waarin het niet altijd meteen duidelijk is of het personage zelf aan het woord is, of een ander citeert. Zo krijg je een weefsel van verhalen, roddels, geruchten. Elk ogenblik krijg je het gevoel dat de rommelende krater zal losbarsten. In Sladek ontstaat zo een dorpswereld met mythische allure. Maar net zoals bij Hertmans wordt het een klassieke tekst zonder klassiek te zijn, want daarvoor zitten er te veel barsten in. Het is goed dat Antigone eens aan de slag gaat met een tekst van Vanluchene, want door de succesproducties van De Tijd ( Montagnes Russes en Risquons-tout) zou je beginnen te denken dat er maar één aanpak bestaat. Jos Verbist en zijn jonge coregisseur Dominique Van Malder laten hun acteurs zoeken naar een evenwicht tussen vertellen en acteren. Vooral Lukas Smolders weet die balans te vinden. En het schitterende decor van Niek Kortekaas draagt ertoe bij dat je onvermijdelijk meegezogen wordt in deze vreemde wereld.
Paul Demets
‘Mind the gap’ op tournee tot en met 8 december (info Kaaitheater 02-201 59 59) en ‘Racing Sladek’ tot en met 22 december (info Antigone 056-24 08 87)