Als hij een referendum over de EU niet kan tegenhouden, rekent premier Cameron op zijn Duitse ambtgenote Merkel om een ‘Brexit’ te voorkomen.
Twee jaar geleden verwierpen Britse Kamerleden een volksstemming over een ‘Brexit’, de uittrede van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. In juli van dit jaar stemden ze voor een referendum waarin Britse kiezers de vraag krijgen voorgelegd: ‘Vindt u dat het VK lid van de EU moet zijn?’ Het zou goed kunnen dat het wetsvoorstel dat zo’n volksraadpleging mogelijk moet maken, in het Hogerhuis wordt neergesabeld. Maar volgens voorstanders is het ‘de beste kans die we in dertig jaar gehad hebben om de EU te verlaten’.
Premier David Cameron keek lang met minachting neer op de Conservatieve aanhangers van splendid isolation. Zijn houding veranderde met de opkomst van de anti-Europese partij Ukip en een dreigende rebellie van de anti-Europese vleugel in zijn partij. Om de scheuren in de Tory-gelederen te lijmen en Ukip af te troeven, beloofde Cameron een referendum.
Even leek het te werken. Ukip zakte terug in de peilingen. Maar de fractie was niet echt gekalmeerd. De eurosceptici vertrouwen Cameron niet. De Britse premier is geen voorstander van een referendum. En als het er toch van komt, zal hij voor blijvend lidmaatschap van de EU stemmen. Sommige Tory-parlementariërs hebben hun standpunt verhard en eisen onmiddellijk een referendum en de terugtrekking uit de EU.
Dat zal niet gebeuren. Een referendum is afhankelijk van een nieuw akkoord over het repatriëren van Europese bevoegdheden. Pas als de onderhandelingen daarover zijn afgerond, vermoedelijk over een jaar of vier, zal Cameron de resultaten voorleggen aan de kiezers.
In de meest recente peiling zegt 46 procent van Britse kiezers uit de EU te willen stappen (36 procent wil erin blijven). Maar Cameron gelooft oprecht een referendum te kunnen winnen. Het bedrijfsleven zal de miljoenen Britten die voor hun baan afhankelijk zijn van de EU, de stuipen op het lijf jagen. Kiezers zullen eerder geneigd zijn naar bedrijfsleiders te luisteren dan naar politici. De belangrijkste reden voor Camerons optimisme is echter zijn overtuiging dat Angela Merkel hem te hulp zal komen. Ze zou, volgens een anonieme Britse minister, ‘doodsbang zijn alleen gelaten te worden met de Fransen’. De bondskanselier zou vrezen voor een EU die zonder het VK meer rigide en protectionistisch is. Het draagvlak in de Unie voor economisch liberalisme zou zonder de Britten gevaarlijk krimpen.
Londens strategie wordt gedragen door wishful thinking. Zeker is dat Merkel begrip heeft voor Camerons positie. Ze wil hem iets geven waarmee hij de Britse kiezers kan overtuigen dat de EU hervormd is ten guste van de Britse soevereiniteit. Maar het is onwaarschijnlijk dat de EU meer kan bieden dan symbolische concessies.
De Britten lijken niet te beseffen hoeveel goodwill en begrip ze de afgelopen jaren in de EU verspeeld hebben door hun dreigen met uittreden. Het leedvermaak in het VK over de crisis in de eurozone – waar het geen deel van uitmaakt – en de weigering een positieve politieke rol te spelen, hebben Londen er in Brussel niet populairder op gemaakt.
De openingsronde van het overleg over een lossere relatie van het VK met de EU begint in de komende weken. Niet dat je er in Londen veel van merkt. De grote partijen zijn meesters in het vermijden van een debat over de Britse toekomst in Europa.
Lia van Bekhoven