Eric Bracke

Sire, Hebt U dat ook soms dat Uw gedachten rare sprongen maken? Mij overkwam het toen ik de veilingresultaten van 4 mei bij Christie’s in Londen bekeek. Ik moest aan U denken. Of beter aan Roland Gillion, de mecenas die U onlangs in de adelstand hebt verheven.

Ongetwijfeld weet u dat baron Gillion als eerste Belg successierechten betaalde met zijn art-nouveaucollectie. Misschien was het zelfs dit nobele gebaar dat u ertoe bracht deze trouwe onderdaan een adellijke titel te gunnen. Maar wellicht bent U geen trouwe Knack-lezer. Een aantal kunsthistorici beweerde in dit blad dat de Gillioncollectie schromelijk overschat was. Gillion zou op zijn minst een slordige 11 miljoen euro te weinig hebben betaald.

Inderdaad, Sire, afgunst is overal. Het zou me niet verwonderen dat sommige criticasters het niet kunnen verkroppen dat Gillion en museumdirecteur Michel Draguet de rest met een mooi een-tweetje uit verband speelden. Als directeur van een federaal museum voor schone kunsten – niet voor sierkunsten – wist Draguet de collectie elegant binnen te rijven. Had hij de verzameling al niet beschreven in een fraai uitgegeven boek? Wel dan. U kunt deze publicatie trouwens met een gerust hart op uw koninklijke koffietafel laten liggen. De mooie plaatjes leiden vast de aandacht af van de vele fouten in de tekst.

De beweringen van ‘onsportieve’ collegae van Draguet kwamen dus in mijn gedachten toen ik de veilingresultaten bij Christie’s overliep. De glaskunst van Emile Gallé en de gebroeders Daum werd er afgehamerd tegen zowat een derde van de getaxeerde waarde van de stukken uit de collectie-Gillion. In Londen ging het om een Zwitserse privécollectie van zestien loten. De vaasjes hebben soms dezelfde namen als in de Gillioncollectie, zoals Iris, Nénuphare, Orchidée of Papillons de nuit, maar afmetingen en uitvoering zijn lichtjes verschillend. Christie’s noemde de Zwitserse verzameling wel ‘een van de belangrijkste collecties die de laatste jaren in Londen op een veiling zijn gekomen’. Dan kun je veel gegadigden en dus hoge prijzen verwachten. Vreemd toch dat de schat- tingen die hetzelfde veilinghuis voor de vaasjes van Gallé en Daum uit de Gillion-collectie maakte nog meer dan drie keer hoger lagen.

De federale overheidscommissie die zich over het dossier moest buigen, heeft zich verdedigd door erop te wijzen dat er ook een schatting is gebeurd door Sotheby’s en dat voor de waardebepaling is uitgegaan van de laagste raming. Niettemin blijft de aanvaarde waarde alarmerend veel hoger dan de recente veilingprijzen. De directeur van Sotheby’s België verwees in dat verband naar de hoge prijzen op de Tefafbeurs in Maastricht. Het is waar dat de kopers daar dikwijls gekke bedragen neertellen omdat ze per se een stuk willen bezitten. Maar met objectieve waarde heeft dat weinig te maken. Daarvoor is en blijft de enige norm de veilingresultaten, al proberen sommige handelaars ook hier de prijzen op te drijven door op eigen waren te bieden.

Ik wil maar zeggen, Sire, ik stel me vragen bij de vereiste verdiensten om tot de adelstand te worden verheven. Ook over de ministers van Financiën in Uw koninkrijk maak ik me zorgen. Ik zou verwachten dat deze zaak nader wordt onderzocht. Niets van. Na het artikel werden deskundigen in overheidsdienst afgedreigd: voortaan moesten ze elke vraag met ‘geen commentaar’ beantwoorden.

Tot slot, Sire, mocht het ooit in U opkomen om mij uit te kiezen voor de adellijke stand, bijvoorbeeld voor mijn belangeloze inzet voor meer rechtvaardigheid, bespaar U dan de moeite.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content