‘Als we de verzuring in Vlaanderen willen tegengaan, dan mogen de steden en gemeenten niet gepluimd worden.’ Freddy Willockx, burgemeester van Sint-Niklaas, verwoordt het ongenoegen van vele plaatselijke bestuurders. Zij willen niet dat de steden en gemeenten moeten opdraaien voor de budgettaire schaarste bij de federale en de Vlaamse overheid.
‘Gemeentetniet’: dat is de naam van een nieuw comité van burgemeesters, schepenen en raadsleden die storm lopen tegen de federale en de Vlaamse regering. ‘Ze zitten de steden en gemeenten voortdurend in de zakken’, luidt de klacht. Peter van het comité is een politiek zwaargewicht, burgemeester van Vilvoorde en oud-premier Jean-Luc Dehaene (CD&V). Het initiatief gaat uit van zijn partij, maar collega’s van andere partijen zijn uitgenodigd om mee te doen.
Hoewel het voor de hand ligt om het comité ‘Gemeentetniet’ te bestempelen als een zoveelste vehikel van de oppositie tegen Paars, zou er van de lokale bestuurders van andere partijen best wel eens een grote respons kunnen komen. De jongste weken slaakten de steden en gemeenten immers herhaaldelijk noodkreten over federale en Vlaamse beleidsmaatregelen die hen financieel in ademnood dreigen te brengen.
Op 24 november ventileerden 3500 plaatselijke politici en ambtenaren op een trefdag van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) hun ongenoegen. ‘De federale en de Vlaamse overheid wentelen hun budgettaire problemen af op de steden, gemeenten en OCMW’s. Dat gebeurt bovendien zonder enige vorm van overleg. Als die gang van zaken niet snel gecorrigeerd wordt, bestaat het gevaar dat de werking van de lokale besturen lamgelegd wordt’, zo lieten de VVSG-voorzitters Jef Gabriels (CD&V en burgemeester van Genk) en Sas van Rouveroij (VLD en schepen in Gent) in een striemend betoog noteren. Begin december zetten de dertien Vlaamse centrumsteden (Antwerpen, Gent, Brugge, Leuven, Mechelen, Oostende, Kortrijk, Roeselare, Aalst, Sint-Niklaas, Turnhout, Hasselt en Genk) dat VVSG-signaal op hun beurt kracht bij. Juist omdat ze op diverse terreinen (onderwijs, gezondheidszorg, handel, veiligheid, brandweer, sociale opvang, administratieve dienstverlening, enzovoorts) functies vervullen die de grenzen van deze steden ver overschrijden, voelen ze de repercussies van het federale en Vlaams regeringsoptreden extra in hun financiële huishouding.
VERZURING TEGENGAAN
‘We beseffen dat de federale en de Vlaamse regering het door de slappe economische conjunctuur niet breed hebben’, zegt SP.A-burgemeester Freddy Willockx van Sint-Niklaas. ‘Maar als we in Vlaanderen met alle democratische partijen en politici de verzuring bij de bevolking willen indijken en tegengaan, dan mogen de steden en gemeenten niet gepluimd worden. Hun besturen staan het dichtst bij de mensen. Ze organiseren concrete voorzieningen voor de bevolking. Zowat alle centrumsteden worden ook geleid door mensen met veel politiek inzicht en met de nodige beleidservaring. Denk aan Frank Beke (SP.A) in Gent, Louis Tobback (SP.A) in Leuven, Stefaan De Clerck (CD&V) in Kortrijk, Patrick Janssens (SP.A) in Antwerpen, Jef Gabriels in Genk of aan mezelf in Sint-Niklaas. Als we door de hogere overheden van de nodige middelen worden afgesneden, kan dat alleen maar contraproductief zijn.’
Willockx, die in de jaren negentig deel uitmaakte van de federale regering en toen dus aan de andere kant van de tafel mee rekende en besliste in vele budgettaire saneringsrondes, weet waarover hij spreekt. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 nam hij het heft in handen in een stad die voor de 69.000 inwoners een groot deel van haar aantrekkelijkheid verloren had. De teloorgang van een aantal stedelijke symbolen waaraan de mensen zich vroeger nog konden optrekken, speelde daarbij ook een rol. Zo raakte Sint-Niklaas in 1998 zijn status als startplaats van de wielerklassieker De Ronde van Vlaanderen kwijt en ook de voetbalclub van de Wase hoofdstad kende ooit veel betere tijden. In het centrum van Sint-Niklaas kreunde de Grote Markt intussen onder de groeiende verkeersdrukte, maar plannen voor een ondergrondse parking overleefden een referendum niet. Tegelijkertijd tastte de verloedering van de stationsbuurt in een hoog tempo enkele historische handelsstraten aan. De sluipende onvrede over deze evolutie werd ook steeds meer zichtbaar in de politiek en bij verkiezingen. Zo is het Vlaams Blok sinds 2000 met acht raadsleden de grootste oppositiepartij in de stad.
Maar Willockx probeert met een SP.A-CD&V-coalitie in Sint-Niklaas het tij te doen keren. In drie jaar tijd heeft hij door middel van publieke investeringen en door de inbreng van privé-kapitaal in totaal 175 miljoen euro in beweging gebracht ‘om weer schwung in de stad te krijgen’. Al die inspanningen (15 procent is voor rekening van de stad zelf) zouden op termijn moeten resulteren in 800 nieuwe arbeidsplaatsen. De burgemeester heeft nu reeds 2 september 2005 in zijn agenda aangekruist, want die dag komt de koning om mee te feesten in ‘een totaal vernieuwd Sint-Niklaas’.
Tegen dan moet bijvoorbeeld aan de rand van de stadskern een koopcentrum klaar zijn (dit dossier was tien jaar geblokkeerd) en voorts moet het zogeheten Margarethaplan voor een volledige herinrichting van de Grote Markt bij het stadhuis (met aangepaste parkeermogelijkheden en een mooie promenade) uitgevoerd zijn. Op datzelfde moment hoopt men ook volop de vruchten te plukken van een groot stationsproject (met onder meer een modern NMBS-station, een nieuw busstation van De Lijn, een winkelcentrum, appartementen, een splinternieuw bioscoopcomplex met acht zalen dat op 6 december is opengegaan, en ten slotte een groene wandelstraat die volgens de maquette de vergelijking met Las Ramblas in Barcelona zal doorstaan).
EEN ZOETHOUDER
Met het stationsproject alleen is al 50 miljoen euro gemoeid. Willockx wijst daarbij zonder aarzelen op de inbreng van de federale overheid (via de NMBS) en van de Vlaamse regering (die – los van de investering van De Lijn – nog eens bijna 6 miljoen euro uit het budget van het pandendecreet en uit het stadsvernieuwingsfonds voor Sint-Niklaas op tafel legt). ‘Die tegemoetkomingen waarderen we zeer’, zegt Willockx, ‘Al die investeringen in stadskernvernieuwing zijn inderdaad belangrijke hefbomen om de aantrekkingskracht van Sint-Niklaas weer te vergroten. We letten er daarbij goed op dat we de eigen financiële draagkracht niet aantasten. Dat is ook hard nodig, want de werking en de dienstverlening van het stadsbestuur is veel ruimer dan die mobiliserende blikvangers. Net daarom kunnen we ons niet veroorloven dat de federale en de Vlaamse regering hun budgettaire schaarste voor een deel zouden verhalen op de steden en gemeenten.’
Welke maatregelen liggen de VVSG en de club van de dertien centrumsteden dan zo zwaar op de maag? Twee jaar geleden zouden op hun klachtenlijst ongetwijfeld de meerkosten van de politiehervorming bovenaan gestaan hebben. Dat is nu niet langer het geval. Willockx: ‘Over die meerkosten bestaat nog altijd geen volledige duidelijkheid maar de federale regering heeft er intussen voor gezorgd dat ze in elk geval binnen de perken blijven.’
Met die uitleg van de burgemeester van Sint-Niklaas zullen evenwel niet al zijn collega’s vrede nemen. Recent hebben de burgemeesters van twee politiezones (Pajottenland en Kapelle- Londerzeel-Meise) beslist om via de rechter hun extra uitgaven voor de politiehervorming terug te vorderen. Gangmaker is de Lennikse burgemeester Willy De Waele (VLD). Hij eiste eerder op dezelfde manier en mét succes van de federale overheid intresten op de achterstallige doorstorting in de jaren negentig van de opbrengsten van de aanvullende persoonsbelasting (die achterstallen kwamen in 1998 aan het licht en bedroegen 500 miljoen euro voor alle steden en gemeenten samen). Dat die rechterlijke beslissing in het voordeel van Lennik (in eerste aanleg én in beroep) ondertussen door minister van Financiën Didier Reynders (MR) voor het hof van cassatie bestreden wordt, doet volgens de VVSG de relaties tussen de lokale besturen en de federale overheid allesbehalve goed.
Naast deze betwistingen zijn er minstens drie andere dossiers die voor de steden en gemeenten een nog dringender karakter hebben. Ze leiden ertoe dat het water sommige lokale besturen nu al tot aan de lippen komt. Het zwaarst wegen de gevolgen van de liberalisering van de energiemarkt (elektriciteit en gas). Die door Europa opgelegde hervorming heeft de inkomsten die de steden en gemeenten tot 1 juli 2003 via hun energie-intercommunales hadden flink doen opdrogen – in het bijzonder aan Vlaamse kant, want de Waalse en Brusselse steden en gemeenten nemen meer tijd om zich aan te passen aan de nieuwe marktregels. Pas begin december werd een politieke doorbraak bereikt over een compensatie onder de vorm van een heffing die de beheerder van het hoogspanningsnet Elia zal moeten betalen. Deze week moet het federale parlement de wet op die Elia-heffing goedkeuren. Maar daarmee zijn lang niet alle problemen in dit dossier van de baan.
Hoewel de heffing al principieel voorzien was in de programmawet van 2002 is daar dit jaar niets van in huis gekomen. Hierdoor zal volgens een schatting van de VVSG ruim een kwart van de Vlaamse steden en gemeenten de rekening van 2003 met rode cijfers afsluiten. In 2004 maakt de opbrengst van de Elia-heffing (geraamd op 172 miljoen euro) ook slechts een deel van de dividendverliezen (voor elektriciteit en gas samen bedragen die bijna 350 miljoen euro) goed. Een stad als Sint-Niklaas bijvoorbeeld ziet hierdoor volgend jaar 3 miljoen euro aan haar neus voorbijgaan. De Vlaamse steden en gemeenten lonken nu naar de opbrengst van de vennootschapsbelasting die nieuwe energieleveranciers zoals Luminus en Electrabel Customer Solutions moeten betalen om een deel van de minderinkomsten goed te maken. Maar de federale begrotingsperikelen geven ter zake niet veel hoop.
Ondertussen mogen de steden en gemeenten van Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden Paul Van Grembergen (Spirit) het geld van de Elia-heffing weliswaar in hun begroting van 2004 voorzien, maar het zal nog wel enige tijd duren vooraleer ze die middelen effectief ontvangen. Niet alleen vergt dit een aanpassing van de financieringswet, om toe te laten dat de federale overheid de opbrengst rechtstreeks aan de Vlaamse steden en gemeenten stort en om mogelijk te maken dat in Wallonië en Brussel voorlopig van de heffing wordt afgezien. Ook zijn er nog uitvoeringsbesluiten nodig om de parameters voor de verdeling van de opbrengst onder de Vlaamse steden en gemeenten vast te leggen en om grootverbruikers (grote bedrijven dus) vrij te stellen van de Elia-heffing (en dat vooral ten koste van de particuliere verbruikers die hun elektriciteitsrekening gemiddeld met meer dan 15 euro per jaar zien toenemen). Het laat zich makkelijk raden dat over deze kwestie het laatste woord niet gezegd is.
Hetzelfde geldt voor een andere federale maatregel om de deelstaten en ook de steden, gemeenten en OCMW’s voortaan zelf te laten opdraaien voor de premies van ambtenaren die hun loopbaan onderbreken. Aan die paarse begrotingsingreep hangt volgens de VVSG een prijskaartje van 18 miljoen euro voor de lokale besturen. Voorlopig zijn die meerkosten afgeblokt door een veto van de deelregeringen in het Overlegcomité met de federale regering. Maar die laatste heeft de beslissing wel in een nieuwe programmawet ingeschreven. Dat ze pas uitgevoerd zou worden na een consensus met alle betrokken overheden stelt de Vlaamse steden en gemeenten in elk geval niet gerust.
De lokale bestuurders zijn ten slotte ook zwaar gefrustreerd omdat de Vlaamse regering in haar ijver om de eindjes aan elkaar te knopen het afgesproken groeiritme van het Gemeentefonds (goed voor in totaal 1543 miljoen euro in 2003) volgend jaar terugschroeft. Voor de steden en gemeenten betekent dat aan de inkomstenzijde van hun begrotingen een totale minderontvangst van 9,3 miljoen euro. Die slepen ze ook in de komende jaren mee. Tenzij het Lambermontakkoord enig soelaas biedt, maar dat kan pas op z’n vroegst in 2005. Door dat akkoord zal de jaarlijkse dotatie van de federale overheid aan de Vlaamse overheid van dan af met meer dan 1 miljard euro stijgen. Toen Paars begin december de knoop over de Elia-heffing doorhakte, kwamen SP.A-voorzitter Steve Stevaert en zijn VLD-collega Karel De Gucht ook overeen om ‘een deel’ van de Lambermontdotatie voor de steden en gemeenten te reserveren. Dat akkoord baarde niet alleen opzien omdat de twee partijvoorzitters op deze manier al een claim legden op het begrotingswerk van de volgende Vlaamse regering. Amper twee weken voordien kondigde De Gucht met evenveel aplomb aan dat de Vlaamse liberalen een heel andere bestemming voor de Lambermontdotatie in gedachten hebben, namelijk een Vlaamse belastingverlaging, en dat ze met dat thema ook de campagne voor de Vlaamse verkiezingen in juni 2004 zullen ingaan.
Voor de steden en gemeenten is het sindsdien duidelijk dat Stevaert en De Gucht enkel een politieke afspraak hebben gemaakt die weinig meer is dan een zoethoudertje om alvast de lokale bestuurders van hun eigen partijen te sussen. Meteen staat ook vast dat de finale besteding van die Lambermontmiddelen een van de zwaarste kluiven wordt tijdens de Vlaamse regeringsonderhandelingen in de zomer van 2004.
Patrick Martens
Het zwaarst wegen de gevolgen van de liberalisering van de energiemarkt.