Vakantie betekent ook : tijd voor een boek. Financiële thrillers doen het de laatste tijd opvallend goed. Meeslepend, maar ook leerrijk.
Vroeger was de wereld nog handzaam opgedeeld tussen goed en kwaad, tussen het vrije Westen en het totalitaire Oostblok. De mytische wereld van spionage en verraad, de CIA en de KGB : een goudmijn voor thrillerschrijvers. Maar toen halverwege de jaren tachtig Mikhaïl Gorbatsjov de bijl aan de wortels van het Sovjet-kommunisme zette, was het snel afgelopen met de fascinatie voor het Evil Empire. De val van de Berlijnse Muur eind 1989 markeerde tevens het einde van een bloeiend thriller-genre. De filmheld James Bond zou nooit meer zichzelf worden. Uit pure armoede moest hij het opeens opnemen tegen Colombiaanse cocaïne-handelaars. Ook geen frisse jongens, maar niet half zo onderhoudend als de megalomane gekken die om de wereldheerschappij streden.
Gevraagd : nieuwe tema’s. En ze waren er. Hoe perverser hoe beter. Serie-moordenaars verheugden zich plotseling in grote belangstelling. Neo-nazi’s beraamden grootscheepse samenzweringen. De ziekte Aids maakte de mensheid zelfs zo bang dat gemene virussen opdoken als de nieuwste huiver-hype.
Maar de meest suksesvolle trend komt voort uit de inhalige jaren tachtig. De wereld van het grote geld. De juridische en financiële tovenarij van advokaten, effektenmakelaars en bankiers. De tijd waarin de werkelijkheid de stoutste fantazieën overtrof met onroerend-goed-magnaten als Donald Trump, junk bond-koning Michael Milken en de op het scherpst van de snede gefinancierde overnames van Kohlberg Kravis & Roberts.
VOORLOPER.
De financiële thriller is overigens geen innovatie. De echte pionier is de Amerikaan Paul E. Erdman die al in de vroege jaren zeventig spannende boeken over financiële manipulaties schreef. Erdman was opgeleid tot wiskundig ekonoom en had ruime ervaring als bankier opgedaan bij de United California Bank in Bazel. Aan zijn carrière kwam echter abrupt een einde toen uitkwam dat hij met geld van kliënten had gespekuleerd op de grondstoffentermijnmarkt. Dat kostte hem bijna een jaar cel.
In de gevangenis besloot Erdman van de weeromstuit een boek te gaan schrijven : “The Billion Dollar Sure Thing” werd een groot sukes. Het handelt over de uiterst lukratieve dollar-spekulatie, die op gang kwam nadat de Amerikaanse munt na bijna veertig jaar was losgemaakt van zijn vaste waarde tegenover het goud. Het aardige aan het boek is dat het zich laat lezen als een spannende avonturenroman, terwijl het de lezer tegelijkertijd een scherp inzicht geeft in allerlei ingewikkelde financiële manipulaties.
Erdman schreef sindsdien nog een flink aantal thrillers met doorgaans schurkenrollen voor Zwitserse banken waarvan de bekendste “The Crash of 79” is. In deze toekomstroman uit 1976 schildert Erdman onder meer wat er zou gebeuren als de Arabieren hun oliedollars uit de Verenigde Staten terugtrokken. Hij deed dat opnieuw zo realistisch sommige van zijn voorspellingen kwamen zelfs uit dat een subkommissie van het Amerikaanse huis van gedelegeerden hem in 1979 opriep om te getuigen over de ekonomische implikaties van de machtsovername door ayatollah Khomeiny in Iran.
Erdman’s laatste boek is “Zero Coupon” (1993), waarin de held net als Michael Milken en Ivan Boesky een paar jaar in de gevangenis heeft gezeten wegens al te uitbundige financiële capriolen in de jaren tachtig. Eenmaal uit de cel, besluit hij via een gewaagd plan met laagrentende obligaties zijn verloren miljoenen terug te verdienen. Erdman heeft eigenlijk in zijn eentje jarenlang het genre van de financiële thriller overeind gehouden. Maar langzamerhand worden er altijd meer schrijvers toe aangetrokken. Dat gebeurt in het kielzog van het sukses van de zogeheten Legal thriller. Deze was op een vruchtbare bodem gevallen bij lezers die via de televisie “Objection, your honour” de Amerikaanse rechtszalen kenden als hun broekzak. Schrijvers als Scott Thurow, Michael Crichton en John Grisham leverden de ene best-seller na de andere.
Uit deze juridische avonturenromans is de financiële thriller zich langzaam maar zeker aan het verzelfstandigen. Het jongste halfjaar zijn drie spraakmakende debuten verschenen die vooral in de Angelsaksische wereld veel aandacht kregen. Twee ervan zijn inmiddels met groot sukses in nederlandse vertaling gelanceerd.
Niet dat er de afgelopen jaren helemaal geen romans zijn geschreven waarin Wall Street en de Londense City een rol speelden. Integendeel. Het probleem was echter dat de schrijvers ervan uitgingen dat de lezers niet geïnteresseerd waren in technische details. Want : geld is saai. Dus waren die romans bevolkt met agressieve jonge mensen die in telefoons schreeuwden, hoogstandjes uitvoeren met computers, in dure merkkleding rondliepen en zo snel mogelijk de overstap maakten van de vergaderzaal naar een zeewaardig jacht of de slaapkamer.
In de nieuwste generatie financiële thrillers is de aandacht voor de techniek van het geld er wel. De Engelsman Michael Ridpath schreef bijvoorbeeld “Free to trade, there’s a killing to be made”, in het Nederlands uitgekomen onder de titel “Uit kille berekening”. Ridpath werkte tot voor kort bij de Britse vestiging van de Audi International Bank en schrijft dus met kennis van zaken over de mores in de Londense City.
Gelukkige bijkomstigheid voor hem was dat ene Nick Leeson omstreeks de tijd waarin het boek verscheen, met doldrieste handel in derivaten de chique Britse zakenbank Barings het faillissement indreef. Ridpath’s hoofdpersoon is eveneens een jonge effektenhandelaar met een tomeloze ambitie. Hoewel de afloop anders is, toont het boek hoe het mogelijk is dat enkelingen de zaken zó uit de hand kunnen laten lopen. Free to trade geeft een levendige indruk van de blufwereld van de obligatiehandel en de dilemma’s waarvoor de handelaar voortdurend staat. “Ik zou kunnen verkopen. En een half miljoen verliezen. En misschien mijn baan. Of ik zou niets kunnen doen met het risico nog meer te verliezen. “
ZAKENBANKEN.
Ook de Britse ex-killer-banker Linda Davies beheerst de kunst om de lezer opgewonden te laten raken van de zenuwslopende afwegingen die in de haute finance moeten worden gedaan. In haar roman “Nest of Vipers”, in het Nederlands vertaald als “De Bank”, houdt de hoofdpersoon Sarah Jensen in zich bezig met de internationale valutahandel. Te ingewikkeld ? Linda Davies gidst met vaste hand door deze complexe wereld. “Sarah had nu een grote positie in Duitse marken ingenomen. Dat had ze gedaan in de overtuiging dat de Duitse mark zou stijgen tegenover de dollar. Als dat zo was, zou ze haar positie afdekken haar Duitse marken weer inruilen voor dollars en een winst boeken die zelfs bij een kleine stijging fors kon oplopen. (…) De volgende twee uur zat ze voor de schermen te wachten. Er gebeurde niets. (…) Om half twee, toen Sarah zich net zorgen begon te maken, begon de Duitse mark te stijgen tegenover de dollar. Elk honderdste van een pfennig dat de mark steeg, leverde haar een nominale winst op van 5.636 dollar. (…) Sarah wachtte en staarde geduldig naar haar schermen. Terwijl de minuten voorbij tikten, gierde de adrenaline door haar aderen. Om half vier dekte Sarah haar positie af met een winst van 538.243 dollar. ” Zo simpel is het dus.
Zonder meer het opmerkelijkste debuut dat dit jaar verscheen “Bombardiers” van de Amerikaan Po Bronson, in een vorig leven obligatie-handelaar bij CS First Boston. Deze satire zet het hele genre op zijn kop door een zakenbank zodanig te laten doldraaien dat zij een poging waagt om via een leveraged buy-out de Dominicaanse Republiek over te nemen. Onder het principe : one share, one vote. Moeilijk te volgen allemaal, maar fascinerend door het venijnige engagement.
Het lijkt er op dat de suspense-schrijvers eindelijk het antwoord hebben gevonden op de leegte die ontstond na het einde van de Koude Oorlog. Waar spioneren onlosmakelijk verbonden was aan de oude orde, zijn de machinaties van de wereld van het grote geld emblematisch voor de nieuwe. De Los Angeles Times schreef onlangs treffend dat zakenbanken als Merrill Lynch en Salomon Brothers tegenwoordig machtiger zijn dan de Russische geheime dienst KGB ooit was. Ze kunnen bijvoorbeeld de waarde van de Mexicaanse peso in een paar weken tijd met veertig procent laten dalen. “Dat had de fiktieve KGB-superspion Karla nooit voor elkaar gekregen, ” stelt de Times droog vast.
Gert-Jan Jansen
“Bombardiers”, Pro Bronson, Secker & Warburg, Londen.
Copyright Knack/Fem
Zakenbanken lieten de Mexicaanse peso tuimelen. Dat zou zelfs de Russische geheime dienst KGB niet hebben gekund.