Blauwe blufpoker
De Open VLD zit met twee ministers en een staatssecretaris in de federale regering.
Amper was hij partijvoorzitter of Alexander De Croo trok in het voorjaar van 2010 de stekker uit de onderhandelingen over de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. Zoals verwacht leverde dat communautaire spierballengerol zijn partij bij de federale verkiezingen niet bijster veel op: Open VLD strandde op 13,9 procent. Zelf bleek De Croo wel zeer populair. Met zijn uitgesproken donkerblauwe profiel was hij op dat moment zelfs de enige troef van zijn partij. Vandaar dat niemand echt aan zijn stoelpoten durfde te zagen. Hoe graag sommigen dat ook wilden.
Van de vorige generatie boegbeelden hoefde De Croo niet veel meer te vrezen. Guy Verhofstadt was al lang naar Europa verdwenen, evenals Karel De Gucht. Die laatste liet nog weleens van zich horen, maar erg veel belang werd daar niet meer aan gehecht. Dus restte er alleen nog de bijzonder hardnekkige Patrick Dewael. Die ging wel onderuit als lijsttrekker in Limburg maar liet dat verder niet aan zijn hart komen. Maandenlang bleef hij voor interne oppositie zorgen. Moeilijk was dat niet, met een partijvoorzitter die volledig door de regeringsonderhandelingen werd opgeslokt. De Croo wist het gevaar echter af te wenden door Patrick Dewael fractievoorzitter in de Kamer te maken. En laat dat nu net de geste zijn waar Dewael op zat te wachten.
Met zijn ministerkeuze zette De Croo de puntjes verder op de i: zijn rechterhand Vincent Van Quickenborne en Annemie Turtelboom, die indruk maakte in lopende zaken, waren certitudes. Dat Maggie De Block en niet De Gucht-getrouwe Gwendolyn Rutten staatssecretaris werd, was ook een zeer duidelijk signaal.
Zowel De Croo als de liberale ministers zijn vandaag behoorlijk populair, maar dat kan de Open VLD nog niet verzilveren. Toch niet in de peilingen. Veel heeft natuurlijk te maken met de grote concurrentie van de N-VA die volgens sommigen ‘sociaaleconomisch rechtser is dan de Open VLD’.
Nochtans stelde de Open VLD zich niet bepaald bescheiden op tijdens de voorbije regeringsonderhandelingen. Zodra ze aan boord werden gehesen, deden de liberalen er alles aan om de groenen naar huis te sturen. En toen de onderhandelingen over het sociaaleconomische luik van het regeerakkoord begonnen, zorgde De Croo ervoor dat iedereen zeer goed wist dat hij zich allesbehalve toegeeflijk opstelde ten opzichte van de PS. Zo ontstond de perceptie dat de Open VLD de linkse uitgangspunten van formateur Elio Di Rupo (PS) een heel eind naar rechts wist op te schuiven. Of dat ook klopt, zal de komende maanden moeten blijken. Want de meeste liberale maatregelen zijn voor interpretatie vatbaar of worden in de tijd vooruitgeschoven. Vandaar ook dat Vincent Van Quickenborne meteen in vijfde versnelling schakelde met de pensioenhervormingen.
Wat nu?
Alles hangt af van de profilering van de partij in de regering-Di Rupo. Als de indruk wordt gewekt dat die coalitie overwegend links is, zal de Open VLD daar, net zoals na de paarse regeringen, voor worden afgestraft. Het beste wat de partij nu kan overkomen, is dat de vakbonden loeihard tegen de hervormingsplannen blijven protesteren.
Het beste wat de Open VLD kan overkomen, is dat de vakbonden blijven protesteren.