ma 10 12
Hier de tweede selectie voor de Trofee Louis Tobback van Knack. In het leven geroepen ter onderscheiding van wie de beste oneliner van het jaar op zijn naam heeft geschreven. De eerste editie van de Trofee werd gewonnen door Louis Tobback zelf, die helaas weigerde hem te komen ophalen. De tweede editie door politierechter Mireille Schreurs, die helaas niet weigerde hem te komen ophalen en sindsdien elk jaar tot laureate wordt uitgeroepen. Mireille Schreurs is volgens hardnekkige geruchten de toekomstige voorzitter van de rechtbank van Dendermonde, en is de moeder van senator Jean-Jacques De Gucht. Uw aandacht voor de genomineerden.
Herman De Croo: ‘Je kunt een koe leegmelken, slachten en opeten. Maar daarna moet je zelf gaan grazen.’
Jean-Marie Dedecker: ‘Het woord van de Melsenstraat is vluchtig als mosterdgas, en even giftig.’
Rik Torfs: ‘De gasten in mijn programma moeten slim zijn en open. Ik zou dus zelf nooit in aanmerking komen.’
Jan Van den Berghe: ‘Het probleem van prins Laurent is dat hij elke week tien horloges koopt, maar nóg niet weet hoe laat het is.’
Guido Belcanto: ‘Veel mensen aanzien mij voor een geïsoleerde gek, terwijl ik gewoon een heel intelligente kerel ben.’
Erik Van Looy: ‘Een geil verpleegstertje met een diep decolleté kan tot mijn verbeelding spreken, tenzij ze net op dat moment een lavement komt steken.’
Herwig Van Hove: ‘Ik vier Nieuwjaar op 28 december om 13.00 uur. Met acht vrienden. We tellen niet af naar twaalf uur, en aan kussen doen we helemaal niet. We laten ons veel liever laatdunkend uit over het klassieke nieuwjaarsfeest.’
Karel De Gucht: ‘Wat mij stoort, is dat sommigen de indruk geven dat ik zomaar wat uit mijn nek klets.’
Marc Reynebeau: ‘Ik vind mezelf eigenlijk wel aantrekkelijk.’
Mark Eyskens: ‘De meerderheid bestaat uit idioten. De minderheid ook, maar daar zijn ze minder talrijk.’
di 11 12
Luc van Doorslaer: ‘In Vlaanderen sta ik morgen in de krant als ik vandaag op een fiets kruip en drie keer rond de kerktoren rijd. En bovenal: ik kom hoogstwaarschijnlijk ook live op de openbare omroep.’
Rik Torfs: ‘Ik heb geen last van agressieve reacties. Ik zie er oud en bezadigd uit. Ik denk dat ze bang zijn dat ik iets ga krijgen als ze amok maken.’
Karel De Gucht: ‘De vraag is hoe je het best de toestand in Congo verbetert. Door vanuit je luie zetel kritiek te geven, zoals Dirk Van der Maelen? Of door ter plaatse te gaan, zoals ik.’
Lien Van de Kelder: ‘Ik word liever tot begeerlijkste vrouw uitgeroepen dan tot stomste geit.’
Etienne Schouppe: ‘Ondanks zijn ascetische voorkomen is Herman Van Rompuy een fijne kerel.’
Mark Eyskens: ‘Ik word stilaan een moderne man, ik vervul al een paar bescheiden huishoudelijke taken. Zo zorg ik er ’s morgens voor dat de rolluiken worden opgehaald. Dat gebeurt wel elektrisch moet ik toegeven.’
Nico Mattan: ‘Een wielersponsor wil naamsbekendheid. Die kan ik hem geven. Door te winnen, of door dwaze dingen te doen.’
Luc Van der Kelen: ‘Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht heeft de evolutietheorie van Darwin aangevuld. Hij meet het beschavingsniveau van landen af aan het feit of ze al dan niet het homohuwelijk hebben goedgekeurd.’
Rik Torfs: ‘Frieda Van Wijck bezit de gave mensen die niets te vertellen hebben het gevoel te geven dat dat wél zo is. Ik heb het zelf ervaren.’
WO 12 12
Herman De Croo: ‘In ons partijbureau zitten meer ex-voorzitters van andere partijen dan van ons.’
Jan Van den Berghe: ‘Mijn fascinatie voor het koningshuis valt enkel te verklaren vanuit mijn belangstelling voor alles wat abnormaal is.’
Louis Tobback: ‘De CD&V lijkt me te veel op dat ongewerveld biologisch wezen waarvan ik de naam niet meer zal noemen.’
Jean-Luc Dehaene: ‘Artikel 35 van de grondwet is symbolisch en onuitvoerbaar. En ik kan het weten want ik heb het zelf geschreven.’
Urbanus: ‘Elke morgen opstaan en de actualiteit volgen, daar ben ik te lui voor.’
Hubert Damen: ‘Ik kijk nooit langer vooruit dan één dag. Ik zou een goede politicus zijn.’
Rik Torfs: ‘Zeg nu zelf: een haciënda in een Vlaamse verkaveling in november wijl miezerige regen nederdaalt. Is er meer nodig om het bestaan van God in twijfel te trekken?’
do 13 12
Louis Tobback: ‘Er zijn veel verklaringen gegeven voor de nederlaag van de SP.A, en waarschijnlijk zijn ze allemaal juist.’
Louis Tobback: ‘Ik vond het moedig dat Verhofstadt op zondagavond aankondigde om een stap terug te zetten. Met een traan in zijn oog en een snik in zijn stem. En ’s anderendaags was hij daar al terug.’
Luckas Vander Taelen: ‘Ik kan me niet indenken dat iemand voor zijn plezier naar Aalst komt.’
Eric Van Rompuy: ‘Kun je je thuis voelen in een regering waar ook Bert Anciaux in zit?’
Luc De Vos: ‘In de muziekwereld bestaat het cliché dat drummers dommeriken zouden zijn. In mijn groep klopt dat.’
Wilfried Martens: ‘Tot voor mijn hartoperatie in 1983 werd van mij gezegd dat ik geen hart hád.’
Pieter De Crem: ‘CD&V en CDH verhouden zich tot elkaar als paard en zebra. Dezelfde voorouders, maar een verschillende evolutie.’
Hilde Crevits: ‘Ik ben katholiek, maar zoals velen raak ik niet meer in de kerk. De weinige tijd die ik overheb, benut ik liever om te hardlopen.’
Noël Vaessen: ‘Prins Laurent deelt zijn dagen in twee helften in: de ene helft ligt hij in bed en de andere in bad.’
Rik Torfs: ‘Ik volg de Tour op een klein televisietoestel in onze faculteitsbibliotheek. Dat staat samen met een fles whisky verborgen achter de werken van Sint-Egidius.’
Herman De Croo: ‘De nederigheid gebiedt mij te zeggen dat ik geen slechte Kamervoorzitter ben geweest.’
Tom Boonen: ‘Win ik een rit in de Tour, dan lees ik overal: eindelijk. Voor mij is “eindelijk” als je na vijftien jaar van een onbewoond eiland af raakt.’
Celie Dehaene: ‘Pasen is een probleem. Als ik de paaseieren goed verstop, vinden de kleinkinderen ze niet. En als ik ze niet goed verstop, eet Jean-Luc ze allemaal op.’
Stefan Everts: ‘Ik ben in Monaco ooit tegengehouden door een gendarme omdat ik te rap reed met mijn scooterke. “Wat is het?” zei die. “Jij denkt zeker dat je wereldkampioen bent?”‘
vr 14 12
Tom Boonen: ‘Dat dopingcharter is het onnozelste stukje papier dat ik ooit heb gezien. Nog erger dan mijn eerste contract.’
Steve Stevaert: ‘Ik ben meermaals geïnterviewd op de Cubaanse televisie. Wat opvalt is dat ze je daar altijd laten uitspreken. Hier zijn we boos als we onderbroken worden, in Cuba ben je blij.’
Herman Van Rompuy: ‘Websites zijn een geschenk uit de hemel. Tien jaar geleden moest een politicus zitten wachten tot een journalist het fantastische idee kreeg om hem te interviewen.’
Luckas Vander Taelen: ‘Leterme geeft me altijd de indruk dat hij na jaren opsluiting net is vrijgelaten uit het Grootseminarie van Roeselare.’
Christine Van Broeckhoven: ‘Mijn favoriete onenightstand? Ik zou wel eens een nacht willen doorbrengen met James Watson. Dat is een van de ontdekkers van de dubbele helixstructuur van het DNA.’
Karel Deruwe: ‘Was het niet gelukt als acteur, dan was ik apotheker geworden.’
Herman De Croo: ‘Ik ben eens van mijn paard gevallen, waarna mijn bril in een maïsveld belandde. Het drama was dat ik zonder mijn bril niet kon zoeken waar mijn bril lag. Er zat niks anders op dan naar huis te stappen, nadat ik mijn paard bij een café had achtergelaten.’
Geert Lambert: ‘Ik loop wel achter de vrouwen, maar mijn conditie is niet goed genoeg.’
Vanessa Hoefkens: ‘Ik had een B-cup, maar ik heb daar een dubbele D van laten maken, tegen de E aan. Als we zouden moeten leven met het lichaam dat God ons gegeven heeft, waarom heeft Hij dan plastische chirurgen geschapen?’
Jean-Claude Van Cauwenberghe: ‘Er is nog nooit een grote Waalse leider geweest die alleen maar water dronk.’
Herman De Croo: ‘Bert Anciaux heeft al van alles gedaan, met één enkele constante: voor Bert Anciaux zorgen.’
Za 15 12
Willy Kuijpers: ‘Ik heb in het ziekenhuis een zeer zware behandeling ondergaan. Vooral het leeghalen van de darmen was verschrikkelijk. Dat wens ik niemand toe. Tenzij misschien Olivier Maingain.’
Carlos Rodriguez, coach van Justine Henin: ‘Nog eerder zal ik mijn tong afsnijden dan dat ik goedendag zeg tegen een Williams.’
Bruno Tobback: ‘Wat er tussen de Antwerpse SP.A-afdeling en haar burgemeester allemaal gebeurt, is te complex voor een eenvoudige ziel uit Leuven.’
Didier Reynders: ‘Ik hoor dat sommigen mijn naam citeren als premier.’
Etienne Davignon: ‘Ik werd in 1960 als jonge stagiair op Buitenlandse Zaken mee naar Leopoldstad gestuurd. Ik zond een telex naar Brussel: ” Tout va bien. La situation est bonne.” De dag nadien brak de hel los en spatte het land uit elkaar. Terug in Brussel heb ik die telex snel opgezocht. Gelukkig had niemand hem gelezen.’
Mark Eyskens: ‘Toen ik verliefd was op mijn vrouw vroeg ik: zie je me graag? Ja, ik zie je graag, zei ze. Ik zei: dan zijn we met twee want ik zie mij ook graag.’
Jacky Mathijssen: ‘De enige rangschikking waarin Cercle voor Club staat, is het alfabet.’
Jan Leyers: ‘We hebben de moeder van Paul Michiels meegenomen naar de Music Awards in Monte Carlo. Ik zie haar nog zitten, Madeleine, naast Caroline van Monaco: “Dees geun ze baa de coiffeuse nooit ni gelove, mannekes.”‘
Louis Tobback: ‘Blijkbaar heb ik enkele jaren geleden de opdracht gegeven om een kunstwerk te bouwen: de brandweerkazerne in Wespelaar. In De Standaard de hemel in geprezen als betrof het de nieuwe Taj Mahal. Jammer genoeg zie ik dat zelf niet.’
Fons Verplaetse: ‘Mijn voorbeeld is Alan Greenspan. Die snauwde ooit tegen een Congreslid: als u denkt te hebben begrepen wat ik zei, dan heb ik me vermoedelijk verkeerd uitgedrukt.’
Mireille Schreurs: ‘Over mijn privéleven valt niets te zeggen. En wat er over te zeggen valt, weet niemand. Hoop ik.’
door Koen Meulenaere