bladspiegel zo 21 02
De Smeekens is politierechter geworden! Nu bakken ze het wel erg bruin bij Witse. We zijn in dit land een en ander gewoon inzake politierechters. Iedereen kan het blijkbaar worden, van een kippenkweker in Dendermonde tot tanteke Chicotte in Aalst. Maar Gilbert Smeekens, de koning van het Brusselse nachtleven, dat gaat wat te ver.
Toen Witse nog bij de Brusselse politie werkte, niet zó lang geleden, had hij het voortdurend aan de stok met de Smeekens. Sloeg hem soms zonder reden op zijn gezicht, als hij er zin in had. Bij de Brusselse politie heersen nu eenmaal aparte gebruiken. Als de ander dan protesteerde pleegde Witse één telefoontje, en vijf minuten later kwam eerst het Speciaal Interventie Eskadron binnenvallen, dan de zedensectie, gevolgd door de drugsbrigade, hierna de gezondheidsdienst, de eetwareninspectie, de fiscale administratie, en tot slot Ivo Mechels. Dezelfde avond kon de Smeekens zijn tent sluiten.
Op een dag dacht hij eindelijk van Witse verlost te zijn toen die naar Halle werd verbannen. Fout gedacht. Bij menige moordzaak in Halle bleken er toch weer sporen naar zijn louche bars in de hoofdstad te leiden. En dan ineens duikt diezelfde maffioso in diezelfde serie op als politierechter. Dit kan alleen in Vlaanderen. Hij was de vader van de jonge getuige van een moord. Hoe dat zou aflopen, wisten wij al bij het begin van de aflevering. Nee, nóg vroeger: bij de trailer. Want die zijn tegenwoordig zo uitgebreid en worden zo vaak vertoond dat je de hele uitzending al driemaal hebt gezien voor ze effectief begint.
Dat Viv Van Dingenen de nieuwe assistente zou worden, stond zes maanden geleden al in elke krant. Ze is overal uitgebreid geïnterviewd. Als ze dan in de tweede aflevering van de nieuwste reeks na een sollicitatiegesprek Witse toesnauwt: ‘Met een boer als gij wil ik niet werken’, dan mist dat een beetje zijn effect als iedereen al een half jaar weet dat ze het tóch wordt. Dat zou eens iemand tegen onze chef-Wetstraat moeten zeggen, dat van die boer. De kans dat die nadien alsnog zijn assistente wordt, is nihil. Niet zo in Halle. ‘Een vrouw met ballen aan haar lijf’, besloot Witse, een uitdrukking die in de tijd van nonkel Bob niet gebruikt werd op de openbare omroep, geloof ons. En zolang Cas Goossens er de Neue Zürcher Zeitung las ook niet.
Op die Reyerslaan zijn ze, net als bij de NMBS, het spoor bijster. Zeker op de dienst Vlaamse fictie. De Smeekens was ook al te zien als Ludo Sandeler in Kaat & co, als Freddy in Freddytex, als Celle in De Kotmadam, als Hugo Platel in Heterdaad, als Etienne Sneyers in Wittekerke, als inspecteur Wildiers in Thuis, als dokter Abbeloos in De Zaak Alzheimer, als meester Paul in Recht op Recht, als Vervoort in Aspe, als François Lejeune in Spring, als Nico in FC De Kampioenen, als Kurt Bijl én als Gilbert Remmery én als Andras Ventouris in Flikken, als Van de Velde in De Perfecte Moord, als meester Dugary in Spoed, als Robert Meulendijks in Katarakt, als Rode Tijger in K3 en de Magische Medaillon, als Frans Vermeire in Kinderen van Dewindt, als Gino De Doncker in Familie, als Cooremans in Zone Stad, als Serge Vriendts in De Rodenburgs, en als meester Van Steenbrugge in Phara.
We mogen dus rustig besluiten dat de Smeekens een man met een multifocale persoonlijkheid is. Maar politierechter, nee, dat hadden wij niet in hem gezien. En Witse ook niet, anders had hij hem wel herkend.
Zouden er niet wat te veel Vlaamse feuilletons zijn?
di 23 02
Het was de kwaliteitskrant The Observer die aan het licht bracht hoe de Britse premier Gordon Brown bij de minste tegenkanting uit zijn vel springt, brult en briest als een bezetene, raast en vloekt en tiert, en als een dolleman alles kort en klein mept wat binnen zijn bereik komt. Schopt zijn medewerkers! Verwondde er al een met een schaar, en heeft ooit een koffiezet naar het hoofd van zijn secretaresse gegooid.
Dat gedrag doet automatisch denken aan een voormalig Belgisch politicus, thans werkzoekende, hoe heette die knaap ook weer? Het was iets met outer. Wouter, Wouter, nee… kábouter, dat was het, Kábouter Drift. Maar in vergelijking met hem blijft die Brown een amateur. Is bijvoorbeeld geen vijf keer van partij veranderd op zoek naar wat het meest gewin kon opleveren. En is hij al aangeklaagd wegens stalking? Is hij ’s nachts al een huis binnengebroken? Heeft hij al een militair domein belegerd? Aha!
Als er één voordeel was aan de voorlaatste open brief van Guy Verhofstadt, dat onzinnige voorstel om de kernwapens eenzijdig uit Europa te verwijderen, dan was het wel dat Het Journaal de beelden van de bestorming van Kleine-Brogel weer uit de la haalde. Niet die waar Kabouter Drift zich belachelijk maakt door al na vijf meter onderuit te glijden, maar wel de gemanipuleerde reportage waarin hij eerst over het hek op het militair domein wipt, dan verschijnt een soldaat met een hond, en meteen daarna wipt de kabouter over hetzelfde hek weer van het militair domein af. Waarna de logische vraag moet worden gesteld: waarom sprong hij er dan op?
Dat zullen wij u uitleggen. Het gaat hier om een mooi voorbeeld van verdraaiing van feiten, een van de vele sterk ontwikkelde vaardigheden van de VRT-nieuwsdienst. Mark Twain, stamvader van alle journalisten, schreef meer dan een eeuw geleden al: ‘Belangrijk is eerst de feiten te kennen. Pas dan kun je ze naar hartenlust verdraaien.’ Dit advies is bij de openbare omroep niet in dovemansoren gevallen. Bij het item in kwestie werden niet zozeer de beelden zelf gemanipuleerd, wat ook voorkomt, maar het hele middenstuk was eruit weggeknipt. Waardoor we de indruk kregen dat Kabouter Drift op de vlucht sloeg voor de hond.
De werkelijkheid was anders. Wij hebben ooit de moederband van dat incident kunnen bekijken. Daarop zie je hoe de kabouter op het terrein klimt, dan krijgen de soldaat en de hond hem in de gaten, waarna het de hond is die in paniek over het hek springt en van het militair domein wegvlucht, doodsbang dat de kabouter ook hem zal stalken en ’s nachts plots naast zijn mand zal opduiken. Pas nadat Kabouter Drift de soldaat in zijn been heeft gebeten, klimt hij zelf terug over het hek.
Zoals gezegd was dit vermakelijke filmpje het enige voordeel van de open brief van Verhofstadt, de zesentwintigste in een paar maanden tijd, en deze keer eens niet ineengemetseld door zijn broer Dirk Verhofstadt, die al dertig jaar op kosten van de belastingbetaler boekjes zit te lezen in steeds weer andere kabinetten. Maar nu had hij het te druk met in de encyclopedie zoveel mogelijk filosofen bijeen te zoeken, om die dan allemaal door elkaar te klutsen in een nieuwe en nog groteskere open brief aan de Fransen, aan wie hij verweet dat hun debat over de nationale identiteit recht naar de gaskamers leidde. Zelden heeft iemand zoveel hoogdravende quatsch in één essay gewrongen. Die twee Verhofstadts zijn echt een beetje belachelijk aan het worden, iemand zou het hen eens moeten zeggen.
Het pleidooi om de kernwapens uit ons land te verwijderen was geschreven door de Antwerpse hoogleraar Tom Sauer. Dat uitgerekend Guy Verhofstadt het ondertekent, verhoogt de geloofwaardigheid ervan. In 1979 liep hij zelf in een antirakettenbetoging, in 1985 was hij de grootste tegenstander van de antirakettenbetoging en de grootste pleitbezorger van het plaatsen van kernwapens in België, en nu in 2010 is hij plots weer voor het verwijderen ervan. Zo iemand met kennis van beide standpunten heeft recht van spreken.
Voor journalisten is het gemakkelijk: van al zijn in het wilde weg gelanceerde stellingen heeft Verhofstadt in een recent verleden toch telkens het tegendeel verdedigd. Amusant. Wel een tikje zielig.
wo 24 02
Over bochtenmakers gesproken, de Simple d’Anvers gaat een gooi doen naar het wereldrecord. De vraag is nogal ingewikkeld: kan iemand die eerst voor een brug was en tegen een tunnel, daarna tegen een brug en voor een tunnel, eerst tegen een referendum over een tunnel en daarna voor een referendum over een brug, eerst voor meer dan één vraag tegen een brug en voor een tunnel en daarna tegen meer dan één vraag voor een brug en tegen een tunnel, eerst tegen een bindende uitslag en daarna voor een bindende uitslag en uiteindelijk toch weer tegen een bindende uitslag, even ademhalen, kan zo iemand dan nadat de mensen niet voor een tunnel maar wel tegen een brug hebben gestemd nog in goed fatsoen zelf voor een brug zijn?
Het antwoord is eenvoudiger: nee. Wie dat zou doen, wordt offi-cieel gediagnosticeerd als gestoorde halvezool en wordt in verzekerde bewaring genomen. En toch… Nu de Raad van State de klacht van een restauranthouder heeft afgewezen, is er geen juridisch bezwaar meer tegen de Lange Wapper. BAM-voorzitter Karel Vinck verklaarde vorige week in De Standaard: ‘De financiering van de Oosterweelverbinding zou ik nog willen regelen, het bouwen van de brug mag een ander doen.’ Dát er een brug komt, is voor hem klaarblijkelijk een evidentie. Kris Peeters heeft ze al beloofd aan de betonmaffia. En om de Simple nog wat meer te treiteren, hebben enkele Antwerpse ondernemers nu met opzet een zó waanzinnige studie over een alternatief tracé met tunnels laten uitvoeren dat een brug voor iedereen een geschenk uit de hemel zal lijken. Christian Leysen heeft zijn medewerkers ooit verplicht om op zaterdagnamiddag op de Meir te gaan leuren met een petitie voor een brug over de Schelde. Ze moesten symbolisch 2012 handtekeningen ronselen want zijn brug moest in 2012 in gebruik worden genomen. Wat zou hij plots voor een tunnel zijn?
Wat Patrick Janssens zal moeten maken, is geen bocht maar een viervoudige pirouette. We hadden hem naar Vancouver moeten sturen. Hij had zich daar los door het ijs geboord.
do 25 02
Of de verhuizing naar Woestijnvis er al voor iets tussen zit weten wij niet, maar naar aanleiding van de treinramp in Buizingen had Humo het beste idee: een interview met iemand die er iets van afweet. Hugo De Bot, spoorweghistoricus. Wij wisten niet eens dat het bestond. Gezegend zij onze academische wereld. En wat zei professor De Bot? Iets wat elke ervaren sportverslaggever al met de ellebogen had aangevoeld: dat Buizingen niet de zwaarste treinramp was die ons land de laatste 100 jaar heeft gekend. Wat zou het.
In de sport was wijlen Jos Van Landeghem een probaat middel tegen uitdrukkingen als ‘nooit eerder’ of ‘nooit meer’. Jos, een lichtjes fanatieke verslaggever van Gazet van Antwerpen, bezat een legendarisch archief dat zijn gelijke niet kende in de hele wereld. Op een dag verkocht hij het, en toen bleek dat hij er nog een tweede had, met de dubbels van alles wat in het eerste stak. Schreef een jonge sportredacteur in zijn onbezonnenheid dat iets nooit eerder was voorgekomen, dan klom Jos op een stoel en vond op een hoge plank het bewijs van het tegendeel. Altijd wel toonde een blauw mapje, soms een groen, onweerlegbaar aan dat in het interbellum of desnoods tijdens de Franse Revolutie al iemand sneller, hoger of krachtiger was geweest. Jos vertelde met plezier over captain Matthew Webb, die in 1875 als eerste het Kanaal overzwom, en toen hij in Calais aan land kwam aan de reporters zei: ‘Eén ding staat vast, dit doet niemand me ooit na.’
Sportjournalisten hebben daarvan geleerd, hun collega’s van de algemene berichtgeving zijn minder voorzichtig. De grootste ramp, vergeet het. Altijd is er wel ergens een grotere gebeurd. Hugo De Bot heeft weet van 8 ongevallen met meer dan 18 slachtoffers op het Belgische net. In Wilsele bij Leuven was er in 1954 een botsing met 22 doden. In Diegem in 1940: 20. Lier 1943: 24. En toen was Etienne Schouppe niet eens directeur.
En dan is er de moeder aller rampen op onze ijzeren weg: 21 mei 1908, de ramp van Kontich! 41 doden en meer dan 300 gewonden. Zeer terecht verwijst Humo naar Rik De Saedeleer, die de ramp van Kontich wel 100 keer heeft vermeld in zijn befaamde voetbalreportages. Bij elke nederlaag van een Belgische club in Europa, bij elke tegengoal voor de Rode Duivels, bij elke Schotse ploeg die over de grond probeerde te combineren: ‘De Ramp van Kontich!’
Volgens Hugo De Bot zijn er in 175 jaar spoorverkeer in ons land alles samen 500 doden gevallen. Dat is geen drie per jaar. Je vraagt je dan ook af waarom er niet veel meer opwinding is over de tienduizenden doden op de weg. Of over het schandaal van onze fietspaden. Waarom moet plotseling een fortuin worden uitgegeven om een machinist die door het rood rijdt te doen stilvallen, terwijl je op de weg elke dag een tientonner hetzelfde ziet doen?
Het antwoord op die vragen is tweeërlei: steekvlampolitiek en steekvlamjournalistiek. Vooral dat laatste is een echte plaag geworden. In Kuregem is alles weer in orde.
door Koen Meulenaere
We zijn in dit land een en ander gewoon inzake politierechters. Iedereen kan het blijkbaar worden. Maar Gilbert Smeekens, dat gaat wat te ver.