ma 27 11
Greet Op de Beeck en Mia Doornaert hebben één, en gelukkig slechts één, ding gemeen: ze zijn beiden gevallen voor een minister van Binnenlandse Zaken. En staan dus beiden voor belangrijke verkiezingen in 2007. Zij het dat de presidentsverkiezingen in Frankrijk bezwaarlijk kunnen worden vergeleken met wat Paars van onze verkiezingen heeft gemaakt. En dat er een tamelijk grote kloof gaapt tussen de loser uit Tongeren, en de ijzervreter uit Neuilly-sur-Seine.
Nicolas Sarkozy is een nazaat van een oud aristocratisch geslacht uit Hongarije, en dat schept een extra band met Mia, die zelf met ingehouden maar daarom niet minder terechte trots de titel van barones draagt. Beiden hebben ook dezelfde politieke overtuiging, en hetzelfde agressieve karakter. En nog enkele afwijkingen die veeleer tot het privédomein behoren. Maar wat Nico en Mia vooral delen, is een diepe afkeer van premier Dominique de Villepin, de wufte nicht die ooit Mia’s hart heeft gestolen, maar het nadien in stukken gebroken, en port betaald door bestemmeling, naar de rechtmatige eigenares heeft teruggestuurd.
Ségo ou Sarko, dat is waar het volgend jaar in Frankrijk om draait. Normaal gezien zou Mia, uit vrouwensolidariteit, de kant van Ségo kiezen, maar de band met Sarko is sterker. Vooral nadat ze elkaar vorig jaar hebben gevonden in hun gezamenlijke strijd tegen het gespuis in de Parijse banlieue. En wat Mia betreft: in haar volgehouden kruistocht tegen de verkeerde berichtgeving daarover in de media.
Het zij herhaald: in tegenstelling tot wat een onuitroeibaar cliché is geworden, is het niet Sarkozy die over ‘canaille’ heeft gesproken, ter omschrijving van de allochtone medeburgers in de rand van de hoofdstad. Dat deed wél een allochtone vrouw zelf. ‘Débarrassez-nous de cette canaille’, smeekte ze Sarkozy, toen die op inspectie door de woelige wijken trok. ‘On va vous en débarrasser, madame’, antwoordde hij, en het hele land stond op zijn kop: racisme! Sindsdien is Mia dagen aan een stuk op stap geweest door de Parijse voorsteden om die vrouw terug te vinden, maar zonder succes. En de oorlog in Libanon heeft ook veel van haar tijd gevergd.
Wij lezen nu een opiniestuk dat ze in haar eigen krant publiceerde. Want hebben de socialisten met Ségolène Royal hun presidentskandidaat al officieel aangewezen, dan wordt er bij de UMP nog volop gekonkeld en gefoesd. De UMP is de rechtse kartelpartij waartoe zowel president Jacques Chirac, premier Dominique de Villepin als minister Nicolas Sarkozy behoren. Die drie zijn bovendien alle drie gaullisten, al vergeet de ene dat al wat makkelijker dan de andere. Nu Mia: ‘Alle ernstige analisten met kennis van zaken zijn het erover eens dat alleen Sarkozy een kans maakt tegen Royal. Met een oud paard als Chirac, twaalf jaar aan het bewind, moet de UMP niet eens aan de verkiezingen beginnen. En ook de hooghartige aristocraat Villepin bijt in alle peilingen in het zand tegen de socialiste, die zijn promotiegenote was aan de prestigieuze Ecole Nationale d’Administration.’
Tot voor een jaar schreef Mia steevast over ‘de bloedmooie Villepin’, maar die liefde is overgegaan in haat. En ‘bloedmooi’ in ‘hooghartig’. Hooghartig tegen eenvoudige meisjes van ‘verleende adel’ als zij, veronderstellen we. Want die blijven, ook na het lichten van hun patentbrieven, vreemde en onwelgekomen eenden in de bijt van de ‘geboorteadel’, waartoe figuren behoren als de Franse premier en onze chef-Wetstraat, Rik van Cauwelaert de Wyels.
Let ook op de onvermijdelijke verwijzing naar de Ecole Nationale d’Administration, de eliteschool voor ambtenaren die ooit nog is opgericht door Charles de Gaulle zelf. Van die ENA komt Mia klaar. Sinds ze fitnest ook van meer wereldse bewegingen, maar een ‘énarque’ zijn, blijft haar ultieme maar onbereikbare droom. De ENA wordt in Parijse salons hoger aangeslagen dan het lyceum van Kortrijk, laten we het daarbij houden.
Dat ENA-diploma heeft Villepin er niet van weerhouden om te tekenen voor een van de grootste stommiteiten uit de geschiedenis van de politiek: het ontbinden van de Assemblée in 1997. Zijn bedoeling was om president Chirac nadien een ruimere meerderheid in het parlement te bezorgen. Het echte gevolg was dat Chirac zijn meerderheid kwijt was, en vijf jaar een socialistische regering aan zijn been had. Zo geweldig is die ENA, maar zeg dat niet in het bijzijn van Mia, of ze past enkele nieuw aangeleerde technieken uit de fitnessclub op u toe. De Franse presidentsverkiezingen zijn in april. Mia gaat ze op de voet volgen, en wij volgen op de voet Mia.
Nu Greet Op de Beeck. ‘Het Journaal van zeven uur, met Wim De Vilder.’ Wij vatten samen. Vierduizend man ontslagen bij Volkswagen Vorst. Een veelvoud bij de toeleveringsbedrijven. Het Rekenhof toont zwart op wit de oplichterij met de begroting aan. Sensationele uitslag van de Nederlandse verkiezingen, extreemlinks wint zestien zetels. In Rusland wordt alweer een dissident vergiftigd. Mijnramp in Polen kost het leven aan dertig kompels. In Libanon is Pierre Gemayel vermoord, anti-Syrische gevoelens laaien op. Karel De Gucht sticht vrede in Zuid-Amerika. Topoverleg over Iraans atoomprogramma. Het Vaticaan maakt voorzichtige opening naar het condoom. ‘Nu nog erin’, zegt de om toelichting gevraagde specialist Rik Torfs. Israël bombardeert de Gazastrook. Anderlecht speelt 2-2 gelijk in Lille. En het weer zal aan de natte kant zijn, morgen. De verantwoordelijke van de eindgeneriek controleert of zijn bandje klaar staat.
En dan is er soms nog even tijd voor madam Dewael. Prinses Mathilde is in een buurthuis gaan voorlezen uit een sprookjesboek. De boer en de pappot! Op de eerste rij, duim in de mond: Betty. Niet van Lier maar van Laken: prinses Elisabeth.
‘De boer en de pappot’, leest Greet haar tekst waarover ze een volle werkdag heeft gedaan, ‘is het verhaal van een wel erg domme boer.’ Dat zal er dan een van de VLD geweest zijn waarschijnlijk, Bart Somers of zo. In beeld zitten dertig kleuters tussen zes en zeven jaar ademloos te luisteren. Wij horen prinses Mathilde: ‘Ben je nu helemaal gek geworden, vroeg de boer aan de pappot. Tu sais ce que c’est qu’un pappot? C’est une casserole, une marmite.’
Deze laatste opmerking was specifiek gericht tot haar dochtertje, die het bij het woord ‘pappot’ in Laken hoorde donderen. Volgens Greet was ‘Sprookjes voor een prinsesje’ speciaal opgedragen aan Betty. Dat hebben die sprookjes dan gemeen met Greet zelf, want die doet aandoenlijk veel moeite om op de jonge Betty Mellaerts te lijken. In de waan dat Dewael dat wel op prijs zal stellen, uit jeugdsentiment.
do 30 11
De premier is een hond. Dat is hier al vaak geschreven, maar het is nu officieel bevestigd door zijn naaste drie medewerkers, te weten zijn kabinetschef, zijn woordvoerder, en zijn tekstschrijver. Geen van de drie is overigens een liberaal, dat komt omdat Verhofstadt een heilige schrik heeft van liberalen. Onder zijn bewind is de VLD volgestouwd met vogels van allerlei pluimage, vooral Vlaams-nationalisten en christendemocraten, maar er zijn geen tien echte liberalen aangetrokken. Wel is er een veelvoud van hen vertrokken.
De drie biggetjes kregen een paar weken geleden in Het Laatste Nieuws twee volle pagina’s om te vertellen wat voor een beestenleven ze wel hadden. Als het vuil van de straat, zo worden ze behandeld door hun baas, en blijkbaar vinden ze dat nog prettig ook. Guy Verhofstadt is een ongeëvenaard voorbeeld van de zegswijze: ‘Luister naar mijn woorden, maar kijk niet naar mijn daden.’ De man die in zijn burgermanifesten de ontvoogding van het individu bepleitte, blijkt in de praktijk van zijn eigen leven te geloven dat de slavernij nog bestaat en volstrekt oorbaar is. Hijzelf is dan wel de drijver. Tot op de begrafenis van hun moeder worden zijn medewerkers lastiggevallen. En als ze het wagen om al was het maar tijdens de consecratie hun gsm even uit te zetten, stuurt Verhofstadt een van zijn chauffeurs om hen uit de kerk te slepen.
De premier beveelt wat hem ook maar door het hoofd schiet, en die drie voeren uit. Het is halftwee ’s nachts. De premier is net wakker geschoten van een idee. Prompt belt hij zijn trio slaven uit hun eigen bed, en vordert hen op om naar Brussel te komen. Daar blijkt hij zijn idee al vergeten, maar hij heeft nu zin om bij de Italiaan te gaan eten en wat te brainstormen over een paar nieuwe dolkomische plannen. Kink in de kabel: de Italiaan is dicht. Om halftwee ’s nachts! De premier geeft zijn kabinetschef opdracht de volgende ochtend bij Koninklijk Besluit het sluiten van Italiaanse restaurants te verbieden. Zijn woordvoerder wordt gesommeerd om de kok van de Lambermont wakker te maken, en hem met het bereiden van een maaltijd te gelasten. De tekstschrijver moet naar een slijterij, omdat de premier de vorige dag alle flessen Toscaanse wijn mee naar zijn nieuwe huis in Mariakerke heeft genomen.
Geen man die naam waardig zal dergelijke grillen van een ander tolereren, laat staan uitvoeren. De kabinetschef, de woordvoerder en de librettist lopen zich de zolen van onder hun schoenen. En zonder één keer te morren, of ze moeten bij Fientje Moerman gaan werken. Dan nog liever lijfeigenschap bij de premier.
Ander voorbeeld. We bevinden ons in India, en de premier heeft net op een officieel banket aangezeten. Hij twijfelt tussen met Goedele Devroy de stad induiken, of een Italiaans digestief. Die Goedele kan wel even wachten, het wordt een afzakkertje. Blijkt dat ze geen Averna in huis hebben! In India kun je werkelijk alles verwachten. Gelukkig ligt de woordvoerder onder zijn stoel aan zijn leiband een dutje te doen. Dat wordt met een schop in de ribben ruw afgebroken: ‘Hier is vijf roepie, ga in de stad een fles van de beste Averna zoeken.’
Waarna de woordvoerder New Delhi by night in rent, op zoek naar hij weet niet wat. Een paar fakirs en heilige koeien later heeft hij toch een fles te pakken die min of meer lijkt op wat de premier eist. Het is met knikkende knieën dat hij buiten adem weer de eetzaal binnen duikt. Daar duurde het de premier allemaal wat lang, hij heeft toch maar voor Goedele Devroy gekozen. De woordvoerder mag weer onder de stoel gaan liggen, voor hem zal er morgenvroeg wat zwaaien.
We zijn nu in Shanghai. Waar de beste kleermaker ter wereld een handeltje drijft. Maakt in minder dan een dag een pak op maat, dat aan elke onvolkomenheid van ’s klants beendergestel is aangepast. De premier bestelt er tien. Laat die de volgende dag ophalen door een van zijn acolieten, en vergeet zoals gewoonlijk om te betalen. Die rekening krijgen ze dan wel op de ambassade.
Zijn hele huis in Toscane is ondertussen opgeknapt. Want hoe meer overheidsgebouwen er onder de prijs verkocht worden, des te indrukwekkender wordt dat buitenverblijf in Italië. Des te afzichtelijker ook. Dat gaat zo. De premier leidt de kandidaat-kopers persoonlijk door het te verpatsen overheidsgebouw, en belooft een paar aanzienlijke kortingen, op voorwaarde dat de nieuwe koper een paar stukken van de in- en uitboedel afstaat.
Verbaasde buren zien dan kabinetschef, woordvoerder en tekstschrijver een zware palissanderhouten tafel naar buiten sleuren en in een bestelwagen wurmen. Of een antieke kast. Een staande klok. Een met marmer omlijste schoorsteenmantel. Een paar art-decodakpannen. Een serre om tomaten te kweken. Een half woud exclusieve naaldbomen… Niets is te dol of het wordt naar Melsbroek versleept, in een C-130 geladen, en netjes afgeleverd op het vliegveld van Firenze. Daar staan kabinetschef, woordvoerder, en tekstschrijver opnieuw klaar, om alles naar de datsja in de heuvelen te vervoeren.
Het buitenverblijf van Verhofstadt is dankzij al die knevelarij uitgegroeid tot een lichtend voorbeeld van wansmaak. Een kakofonie van allerlei niet bij elkaar horende stijlen en materialen, een opeenstapeling van met elkaar vloekende garnituren en ornamenten, het een al potsierlijker dan het ander. Aan een van de zijgevels hangt zelfs een neonreclame van AXA, daterend uit de tijd toen Rik Daems nog bevoegd was voor staatsgebouwen.
Intussen heeft de premier ook nog een groter huis in Gent gekocht, én een luxueus appartement aan de Franse kust. Als de fiscus op correcte wijze de onroerende voorheffing int op het vast- goedpatrimonium dat Verhofstadt zich de jongste jaren heeft toegeëigend, is het gat in de begroting zo gedicht. En mag eresenator Leo Govaerts weer een telefoontje verwachten. Het zal deze keer twee miljoen euro moeten zijn.
Koen Meulenaere