MA / 09 / 04
Niemand was meer verheugd over de komst van Johan Van Overtveldt naar Knack dan uw dienaar. Eindelijk een bondgenoot in onze niet aflatende strijd tegen het Algemeen Christelijk Werknemersverbond.
Jarenlang hebben wij hier de onmiddellijke internering geëist van de leiders van het ACW. In een gevangenis of in een, desnoods door hun eigen vleugel gefinancierde, psychiatrische instelling. Telkens werd dat nochtans met valabele redenen omklede betoog ongedaan gemaakt op onze befaamde page three. En als de mensen moeten kiezen tussen een ernstig man en een zotskap, kiezen ze voor de eerste. Behalve bij de Koninklijke Belgische Voetbalbond en bij de Nationale Bank van België.
Onze chef-Wetstraat pakte in zijn Van de redactie altijd wel uit met een subtiel woord van lof voor de kajotters. Citeerde, schijnbaar achteloos, uit een bevlogen herderlijke brief van Jozef Cardijn. Soms werd een discreet bloemetje gegooid naar de leden van de katholieke vrouwengilde. En zo werden de lezers van Knack, zonder dat ze het goed beseften, er stelselmatig van doordrongen dat de christelijke arbeidersbeweging het beste voorhad met de mensen. En zeker met hun mensen. De recente uitspraak van de Europese Commissie die 800.000 Arco-coöperanten al hun spaargeld gaat kosten, wijst nu wel in een andere richting, maar onze chef-Wetstraat heeft nooit een hoge pet op gehad van de Europese Commissie.
Sinds een maand of acht is de balans op Knack weer wat meer in evenwicht. Plotseling hebben wij iemand aan onze zijde die de kritiek op het ACW onderbouwt met onweerlegbare economische, financiële en juridische bewijsmiddelen, in plaats van enkel met gevoels- en confessionele argumenten.
Nu moet u weten dat Johan Van Overtveldt, Rik Van Cauwelaert en uw dienaar alle drie op hetzelfde moment begonnen zijn bij Roularta Media Group. We spreken van heel lang geleden, de wintertij der middeleeuwen. Wij zaten samen in hetzelfde ruime en prachtige herenhuis op het De Jamblinne de Meuxplein in Brussel, het plein midden op de Roodebeeklaan die van de VRT naar het Berlaymontgebouw voert. Johan was piepjong redacteur bij het pas opgerichte Trends, Rik en ondergetekende waren respectievelijk piep- en gewoon jong redacteur bij het ook pas opgerichte Sport Magazine.
Twee bemerkingen. Beide bladen verschenen toen veertiendaags. En vijftig meter naast ons redactiepand bevond zich Au bon accueil, een drank- en in mindere mate eetgelegenheid (toast cannibal, omelet ham-kaas) die haar naam niet gestolen had. Combineer die twee gegevens en het gevolg laat zich raden. Toen zowel Trends als Sport Magazine naar de Tervurenlaan verhuisde, diende Au bon accueil kort daarna de deuren te sluiten. En niet meer om halfdrie ’s nachts zoals in onze tijd, maar definitief.
De kastelein is van lieverlee bij de Brusselse politie gegaan. Wij zagen hem vijftien jaar later tot onze verbazing terug in een variant van ‘Het leven zoals het is’ over het hoofdstedelijke korps. Zette aan het stuur van een politiewagen de achtervolging in op een vermoedelijke autodief, reed daarbij twee lantaarnpalen omver, scheurde over het trottoir, maaide een paar tippelaarsters en een pastoor op ronde van de plaveien, en miste op het einde van een lange straat zijn bocht waarna hij in de etalage van een brocanterie belandde.
Uw drie redacteurs waren in die beginjaren jonge mannen vol van ambitie en idealen, die de toekomst met een aanstekelijk optimisme tegemoet zagen. Met twee van hen is het inderdaad goed afgelopen. Is de loop van de geschiedenis niet fantastisch dat wij nu alle drie weer samen zitten? En nog altijd ruzie maken over hetzelfde: de christelijke arbeidersbeweging.
Ja maar, het is toch ongelooflijk dat die jandoedels gedurende meer dan dertig jaar zowat alle premiers van dit land hebben geleverd: Wilfried Martens, Jean-Luc Dehaene, Yves Leterme. Onder het beleid van de eerste zijn onze financiën in een ravijn gestort waar ze nooit meer uit raken. Onder de tweede zijn de belastingen verhoogd tot op een niveau dat in de hele wereld zijn gelijke niet kent. En onder de derde is het hele land voor minstens tien jaar gegijzeld door zijn alle grenzen van de waanzin overschrijdende bankgaranties. Daarna vluchtte hij zelf snel het land uit om in het wufte Parijs zijn talloze perverse fantasieën in de praktijk om te zetten, zoals verkeerd gestuurde tweets en sms’en voldoende hebben aangetoond.
Tussendoor is de boel dan verder om zeep geholpen door twee PS’ers: Guy Verhofstadt en Elio Di Rupo. De PS is de Franstalige en seculiere variant van het ACW. In 35 jaar tijd hebben wij precies geteld twee decente premiers gehad: Mark Eyskens en Herman Van Rompuy. Geen van hen heeft het langer dan een paar maanden volgehouden, beiden geliquideerd door de travaillisten.
Welnu, we zien waar we staan. En terwijl mensen als onze hoofdredacteur en uw dienaar zich daarover opwinden, beraden anderen zich over een run on the bank. Patrick Develtere, de nieuwste capo, heeft het onomwonden gezegd: de kosten voor het redden van Dexia waren voor u en mij, de winst is voor hem. En als Belfius de christelijke instellingen niet rijkelijk van fondsen en goedkope leningen voorziet, verhuizen alle rekeningen van ACW’ers en ACW-verenigingen naar een andere bank, eventueel een nieuwe die de beweging zelf zal oprichten. Dan is onze glorieuze nieuwe staatsbank Belfius meteen failliet en zijn u en ik al op z’n minst weer vier miljard euro kwijt.
Op de vraag of de christelijke leer chantage toelaat, antwoordde een van de betrokkenen, wij zullen zijn naam niet noemen: ‘Daar wordt in de Bijbel niet in die termen over gesproken, maar via een interpretatieve benadering zou ik zeggen: in sommige gevallen wel.’
Mochten ze in Parijs hun guillotine nog in een of andere loods hebben staan, is het nu het moment om die weer naar buiten te rollen en er een hoge ambtenaar van de Oeso onder te leggen. Kan hij nog een laatste tweet versturen: ‘Er valt een scherp mes naar ben…’
DO / 12 / 04
Er zijn gelukkig nog rechtsstaten in de wereld. Oekraïne, bijvoorbeeld. De gewezen Oekraïense minister van Defensie Valeri Ivasjtsjenko is veroordeeld tot vijf jaar cel wegens machtsmisbruik. Hij is trouwens het vierde lid van de regering van Joelia Timosjenko dat de doos in is gedraaid. Dus ofwel was er iets grondig mis met de regering-Timosjenko, ofwel met de huidige. Een rechtbank in Kiev oordeelde dat Ivasjtsjenko als minister van Defensie verantwoordelijk was voor een verlies van 10 miljoen dollar bij de privatisering van een militair domein.
Wij kennen dichter bij ons, in eigen land om precies te zijn, twee ex-ministers die verantwoordelijk zijn voor een verlies van meer dan 1 miljard euro bij het verpatsen van een luchtvaartmaatschappij. Die twee zijn nog altijd op vrije voeten. Maar België is dan ook geen rechtsstaat.
VR / 13 / 04
Zondag zijn het verkiezingen in Frankrijk. Eerste ronde. Premier tour. Dominique Strauss-Kahn doet niet mee. Voor de rest ligt alles open.
Wie van u heeft ooit al een Franse president de les gespeld? Ja, het Joenk onlangs in het Europees Parlement. Noemde Nicolas Sarkozy rechtser dan Marine Le Pen. Maar niemand luistert naar het Joenk, behalve een paar totaal uitgediende vazallen in onze vaderlandse pers, merkwaardig genoeg allen ex-hoofdredacteurs van De Morgen.
Spreken we niet over wat gekraai van een veilige afstand. Nee, wie van u heeft een Franse president al eens pal in zijn gezicht voor rotte vis uitgescholden? Op de Champs-Elysées dan nog? Niemand, daar zijn wij zeker van. Welnu, uw dienaar wel. Wij hebben ooit Jacques Chirac de mantel uitgeveegd. Weliswaar nog voor hij president werd en alleen maar burgemeester van Parijs was, maar dat doet er nu niet toe.
In een steeds verder achter ons liggend verleden zijn wij wielerverslaggever op de openbare radio geweest. Jaja, wij weten het. U zult ook wel toeren hebben uitgehaald waarover u zich nu schaamt. In die functie hebben wij een decennium lang, een decennium te lang, de Tour de France gevolgd. Voor wielrijders! Vandaag is die uit al zijn voegen barstende koers voor alle zwoegende en puffende verslaggevers een regelrechte hel, en in de jaren tachtig was dat ook al zo.
De eerste helft van de eighties ging het nog, maar toen kwamen de Colombianen in de karavaan. Dan de Amerikanen. In hun zog steeds meer vips. Een Japanner (!), van Koga Myata. Nog een Japanner, van Shimano. Honderd Japanners. Duizend Japanners. Een miljoen Japanners. Steeds meer sponsors. Steeds meer en steeds luidruchtiger reclameattracties. En het ergst van al: steeds meer journalisten. Begeleid door een werkelijk niet meer te becijferen aantal cameraploegen en technici en medewerkers van allerlei soorten en kunnen.
Wij hebben nog net de gouden tijd gekend dat het televisiepodium bestond uit twee verdiepingen. Op de benedenetage zaten zes televisiecommentatoren. Op de bovenetage, te bereiken via een gammele en hoogst onveilige ladder, zeven radioreporters. Ondergetekende, en nu is het onze beurt om eens op te snijden, heeft zo jarenlang op een wankel stoeltje gezeten met aan zijn ene zijde Jacques Anquetil, gastcommentator voor Europe n° 1, en aan zijn andere zijde Bernard Thévenet, gastcommentator voor France Inter. Onder ons drieën hadden wij zeven Rondes van Frankrijk gewonnen. Alle drie ook meermaals betrapt op doping.
Halfweg de jaren tachtig was het gedaan met de pret. De druk werd almaar groter, de karavaan almaar langer, de plaatsen almaar schaarser, de overgesolliciteerde coureurs almaar onbereikbaarder. Voor de journalisten werd drie weken Tour een permanente calvarietocht die elke dag bol stond van geruzie, geschimp, gescheld, getrek en gesleur. En in de aankomststrook van regelrechte lijf-aan-lijfgevechten met stewards en collega’s.
Drie weken ambras, dat is de beste omschrijving van de Tour de France. Wij kunnen u verzekeren dat alle reporters op de slotdag oog in oog staan met de totale instorting. Tank leeg, alle reserves op. Na de laatste rit op de Champs-Elysées verlangen alle volgers maar naar één ding: Parijs-Brussel. En dan niet de klassieker, maar de trip naar huis.
En zo gebeurde het dat uw dienaar na de slotetappe van alweer een afschuwelijke Ronde nog eerst twee kilometer achter Belgische renners had moeten aan lopen voor een paar laatste overbodige interviews, nadien een arsenaal geniepige kop- en elleboogstoten had moeten uitdelen om met zijn zware bandopnemer door de immense drukte weer op zijn commentaarpositie te arriveren en alles naar Brussel door te sturen, en uiteindelijk de uitputting niet meer na- maar al ver voorbij terugstrompelde naar de parkeerplaats waar onze auto stond.
En daar hield een Franse gendarme ons zeer beslist tegen: ‘ Vous ne pouvez pas passer.‘ Voilà, het is zo’n provocatie die een mens nodig heeft om te ontploffen, zoals de kernreactor in Fukushima maar dan spectaculairder. Ach zo, we mogen niet passeren, dat zullen we nog wel eens zien. ‘ Et pourquoi pas?‘
‘ Il faut attendre jusqu’à cette voiture-là est partie, monsieur.‘
‘Aha. Die voiture daar bedoelt ge? Die met uw gemotoriseerde collega’s errond? Ecoute-moi bien. HELA, KLOEFKAPPER! WILT GE GODVERDOMME MAKEN DAT GE DAAR DIRECT WEG ZIJT OF MOET IK EENS INSTAPPEN?’
En toen boog Jacques Chirac zich minzaam uit zijn raampje, antwoordde met zijn grootste propagandaglimlach: ‘ Bonjour monsieur‘, waarna zijn luxueuze zwarte Citroën effectief weggleed.
In één zaak geven wij het Joenk gelijk: je moet zo’n Franse president laten voelen wie de baas is. Ça ne sert à rien d’être poli. Vorig jaar is Chirac veroordeeld wegens corruptie als burgemeester van Parijs. Vertel ons wat. God heeft soms een beetje tijd nodig, die mens is ook niet meer van de jongsten, maar straffen doet hij. Altijd.
door Koen Meulenaere
In 35 jaar hebben wij twee decente premiers gehad. Allebei na een paar maanden geliqui-deerd.