DI 29 08
Er gaat, in de aanloop naar de verkiezingen, geen dag voorbij of mijnheerke Louis staat met een spitante verklaring of een foto in de krant. De Muntstraat wordt overkoepeld, de Sint-Pieterskerk krijgt het grootste barokorgel ter wereld, de stedelijke sportprijzen worden uitgedeeld, de Meyboom wordt geplant, de Grote Prijs Poeske Scherens voorgesteld, de voetbalclub heeft eindelijk een probaat middel tegen de jarenlange konijnenplaag… de foto van mijnheerke Louis. Wij bedoelen: in de krant, niet tegen die konijnen. Hoewel dat misschien ook zou helpen.
Het gaf begin juli zelfs aanleiding tot een pijnlijk misverstand toen de Finnen van Lordi, de als monsters gegrimeerde winnaars van het Eurovisiesongfestival , een signeersessie gaven in de Free Record Shop in de Diestsestraat. De talrijk toegestroomde fans zagen daar tot hun verbazing dat de groep niet uit vijf maar uit zes leden bleek te bestaan.
De eerste oogst mosselen is uit de Dijle gevist? Op de foto proeft mijnheerke Louis, weliswaar met lange tanden. De Leuvense erfgoedcel heeft een onderzoek gedaan naar de geschiedenis van de Leuvense stoof, en organiseert een stoverij op 21 Leuvense stoven in de Brabanthal? Daar prijkt mijnheerke Louis al in alle regionale bladen naast meesterkok Guy Van Tortelboom. En neemt uit een klein kopje iets tot zich waarvan, afgaande op zijn mondhoeken die ergens ter hoogte van zijn knieën eindigen, de bereiding toch beter in de microwave had plaatsgevonden.
Vorige week sierde een trotse Tobback in de ruime regio rond Leuven zelfs de cover van Knack! En ook als hij er niet bij is, zoals op Marktrock met het gesmaakte optreden van The Bloodhound Gang, dan nóg is hij het die wordt geïnterviewd. De intensiefste campagne van alle 8 oktoberkandidaten in het hele land, en ze kost niets. Maar als Patricia Ceysens dan eens een briefje verstuurt op kosten van het Vlaams Parlement, staat de hele Wetstraat op zijn kop.
Patricia kán niet anders dan Tobback met zijn eigen wapens bestrijden. Wat de oneliners betreft, maakt ze vorderingen. Of het waar is weten wij niet, en om het na te trekken zijn wij te lui, maar naar het schijnt heeft ze hem onlangs publiekelijk ‘mijnheerke Louis’ genoemd. Tobback, in de waan dat hij van de standaardlengte is en de anderen niet, was verbolgen. ‘Ik wens door u niet mijnheer- ke Louis te worden genoemd, ik ervaar dat als denigrerend’, beet hij Ceysens toe. Waarna die met een alertheid die men veeleer van een Rik Daems zou verwachten riposteerde: ‘Ik zal eraan denken, mijnheer Louiske.’
Hierna schorste Tobback de vergadering.
WO 30 08
In Dendermonde hadden ze al wel wat gehad. Het Ros Beiaard. De vier Heemskinderen. Een Witte Ridder! Die vervolgens de provincie werd uitgejaagd door een Zwarte uit Overmere. Den Bats, die op stuitende wijze eerst zijn eigen vrouw aan een topbenoeming in de gemeente wou helpen, en daarna zichzelf bediende van onsocialistisch hoge uitstap- en andere vergoedingen. En Peter D’Hondt, eigenlijk een Aalstenaar, de politierechter die met een ongenadig strafbeleid de verkeersveiligheid in de streek garandeert.
Ze waren dus wat gewoon, in Dendermonde. Maar 28 gevangenen die er samen vandoor gingen, dat konden zelfs de oudere inwoners zich niet herinneren. Het nieuws haalde de pers tot in China. Toen het in Dendermonde zelf bekend raakte, werd het volledige gerechtelijk apparaat opgetrommeld. Alles wat een politiepenning of een lidkaart van de balie had, plus alle staande, zittende en liggende magistraten, iedereen moest mee zoeken.
Zo ook politierechter Peter D’Hondt. Die haalde uit zijn batterij vier van zijn beste speurkippen tevoorschijn, en trok gewapend met een eerder in beslag genomen radarverklikker op pad. ‘Wat zijn speurkippen?’ vraagt u zich ongetwijfeld af. Welnu, speurkippen zijn als speurhonden, maar dan op twee poten en met het vermogen een ei te leggen.
Een speurkip opleiden vergt heel wat geduld. Kippen staan niet bepaald bekend om hun intelligentie. Wel om hun borsten en billen, niet om hun verstand. Wij weerstaan nu aan de verlokking hier iets ongepasts aan toe te voegen. Maar de volksmond is minder fijngevoelig, en spreekt niet zonder reden soms over ‘een stomme kiek’. Het geeft een idee van hoeveel toewijding en zelfbeheersing het vergt, om er zo een op te leren.
Peter D’Hondt heeft er jarenlang al zijn vrije tijd in gestoken. Verbaasde buren zagen hem al in de vroege ochtend in zijn tuin staan, met hoge zwarte laarzen en een kleurrijke pofbroek, en met een scherp knallend zweepje in de hand. De rechter schreeuwde korte bevelen. ‘Op!’ ‘Af!’ ‘Zit!’ ‘Rond!’ ‘Changez!’ En de kippen, althans de best opgeleide, gehoorzaamden met een sprongetje in de lucht, maakten een koprol, of wipten zonder angst door een brandende hoepel. Sommige dagen verschenen er ook tot een werkstraf veroordeelde verkeersovertreders, die geheel in aardappelzakken gehuld waren en door vijf kippen tegelijk werden gebeten en overmeesterd.
Naar analogie met de vroegere ‘Groep Diane’ van de rijkswacht, had D’Hondt zijn eigen eskadron de ‘Groep Mireille’ genoemd, en hij hoopte zijn elitekorps ooit te kunnen inzetten bij de bestrijding van de zware criminaliteit. Die dag brak aan, toen 28 gedetineerden besloten om de gevangenis van Dendermonde te verlaten op de daartoe gemakkelijkste manier: met aaneengeknoopte lakens over de gevangenismuur, en via het dak van een aan de andere kant strategisch opgestelde telefooncel.
Een halfuur na het alarm liet Peter D’Hondt in het centrum van Dendermonde zijn vier topkippen los, en ging ‘Operatie Bresse’ van start. Vooraleer de haan had gekraaid, hadden de kippen al twee Kosovaren en een Roemeen te pakken. Even later vielen ze in een korenveld een ontsnapte Serviër aan, maar dat werd de helft van het korps fataal. De Serviër trok een mes, sneed twee hoenders de keel over, roosterde hen op een vuurtje, en at ze smakelijk op.
De toegesnelde D’Hondt, die via de radarverklikker de bewegingen van zijn troepen van op afstand volgde, was er het hart van in: zoveel jaren werk in één schranspartij verloren. De rechter dook op de Serviër af, bond hem na een korte worsteling aan handen en voeten, en leverde hem een kwartier later netjes af aan de gevangenispoort. Daarna floot hij zijn twee overgebleven kippen, beval hen om weer in zijn Mercedes décapotable te springen, en reed enigszins ontmoedigd door het zware verlies aan kipschappen terug naar huis, wijl Gilbert Bécaud op de radio een droevig liedje zong.
Bij het doorkruisen van Aalst werd hij ook nog eens geflitst. Een opdoffer erbij, want op enig mededogen van zijn collega van Aalst hoefde hij niet te rekenen. De enige minnelijke schikking die zij ooit trof, was met Karel De Gucht. En dat was niet in de juridische betekenis van de term. Thuis stapte D’Hondt terneergeslagen zijn legbatterij binnen, en ging er samen met zijn kippen op stok.
do 31 08
En zeggen dat Mia Doornaert ooit sympathie, misschien zelfs meer dan dat, heeft gevoeld voor Dominique de Villepin. Door haar steevast omschreven als ‘de bloedmooie’. In haar commandopost aan de Syrisch-Libanese grens gezeten, kwamen haar andere epitheta voor de geest, toen ze vernam hoeveel soldaten Frankrijk wou leveren aan de versterkte Unifil-vredesmacht: honderdveertig. Mia, die haar communicatielijnen net had hersteld, belde onmiddellijk Nicolas Sarkozy uit zijn bed, met de voor Franse politici vertrouwde frase: ‘ Et alors?‘ Aan de andere kant van de lijn klonk eerst nog een voorzichtig ‘ Tout va très bien, madame la baronesse‘, maar dat werd vanuit de Libanese bergen de kamer uitgeblazen.
Voor wie niet vertrouwd is met de toestand in het Midden-Oosten, schetsen wij nog even de situatie. Terwijl Rudi Vranckx terug naar huis keerde toen er in Libanon echt werd geschoten, was Mia Doornaert, sterverslaggeefster van De Standaard en door Zijne Majesteit terecht in de adelstand verheven, niet alleen midden in de brandhaard gaan staan, ze had die ook flink wat aangewakkerd.
Vranckx staat aan de kant van Hezbollah en de Palestijnen, Mia heeft in weerwil van een links verleden gekozen voor Israël. En dan vooral voor de haviken in Israël. Vanuit de Golan was ze in haar eentje Syrië binnengevallen, had zonder slag of stoot het presidentieel paleis in Damascus ingenomen, had Syrië krachtens het Verdrag van Picot-Sykes opnieuw bij Frankrijk ingedeeld, en was vervolgens na een korte opknapbeurt bij een goed aangeschreven visagist naar Libanon vertrokken. Om te doen wat het Libanese leger zelf niet durfde: Hezbollah in de rug aanvallen.
Het staakt-het-vuren dat de VN hadden afgedwongen, nadat gewoontegetrouw eerst was gewacht tot het halve land naar het stenen tijdperk was gebombardeerd, kwam haar dan ook niet erg gelegen. Gelukkig bood de resolutie voor een versterkte vredesmacht nieuwe mogelijkheden. Vooral omdat eens te meer niet erg duidelijk was of het om peacekeeping dan wel om peace- making ging. En dat verschil is essentieel. Bij peacekeeping is een internationale macht aan handen en voeten gebonden, peacemaking daarentegen wordt door sommige ijzervreters beschouwd als een volmacht om er eens duchtig in te vliegen. Mia is één van hen.
Omdat ze, afgezien van het Libanese leger, als enige achter de linies zat, had ze een militair plan opgesteld dat van de gevreesde Hezbollahraketten niet veel meer heel zou laten. Eentje nog, had Mia in gedachten. Als een soort obelisk op de markt van Sidon, met als opschrift: ‘ Pour la patrie.’ Dat de Duitsers geen grondtroepen wilden leveren was een onverwachte meevaller, drieduizend Italianen had ze vroeger al wel op de rug gekregen, en Maleisiërs of Indonesiërs kan men altijd inzetten voor de bevoorrading. Of om de frontlinie op mijnen te controleren. Met een forse Franse troepenmacht tot haar beschikking, liefst het volledige Vreemdelingenlegioen, achtte Mia het mogelijk om binnen de drie weken niet alleen korte metten te maken met Hezbollah, maar ook met Hamas, Jihad, en elk zootje Arabisch ongeregeld dat het Heilig Land bedreigde.
En toen kwam het verdict uit Parijs: honderdveertig man. Van wie de meesten nog tegen Ahmed Ben Bella in Algerije hadden gevochten. Mia gebruikte enkele krachttermen die klassiek opgevoede baronessen niet eens kennen, en draaide als een bezetene aan de hendel van haar veldtelefoon: Parijs aan de lijn, de toekom- stige president Nicolas Sarkozy. En zoals gezegd was het niet diens beste moment.
‘Wel kluppel? Hebt gij dan niets geleerd uit uw eigen geschiedenis?’ hield Mia zich niet bepaald in. ‘De slag van Waterloo, ooit van gehoord in de Ecole Nationale? Waarom verloor Napoleon? Omdat hij het Pruisische garnizoen van maarschalk von Blücher verkeerdelijk voor het zijne aanzag. En wie had er gewonnen, zo het effectief het zijne was geweest? Ah bon. Op de butte zou geen leeuw maar een fiere haan hebben gestaan. Wat moeten we dus doen, hier en nu? Gij valt aan vanuit het zuiden met minstens achtduizend man, en ik val aan vanuit het noordoosten. Een dag of drie, en we voegen Libanon weer bij Syrië, onder Frans mandaat. Daarna steken we samen de grens terug over, en jagen alle Arabieren van de Westbank af. Gaza kunnen ze houden. Ge moogt de pluim dan op uw eigen hoed steken, ik heb toch al een titel, gij niet. Volgend jaar gaat de hele Joodse gemeenschap voor u stemmen.’
In Parijs zuchtte Nicolas Sarkozy vermoeid. Hoe had hij zich toch ooit de sympathie van deze tornado op zijn nek gehaald? Zijn volgende telefoontje was naar zijn rivaal in Matignon: ‘Hoe zijt gij van haar af geraakt?’ Dat wist Villepin zelf niet meer.
zo 03 09
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van zes jaar geleden kwam in Oostende de Rat nog op. Voor de CVP! Bestond het toen om op de VRT in discussie te gaan met den Baard en Dedecker over start- en landingsbanen van het vliegveld. Een puntpiste of aanvliegen van boven de zee? Een week voordien wist hij niet eens dat er in Oostende een vliegveld wás. Nu weet in Oostende niemand meer dat er een Rat is. Buiten Oostende trouwens ook niet. Alleen op het secretariaat van het Europees Parlement weten ze dat nog. Bij de dienst ‘Kostenvergoedingen’.
Koen Meulenaere
Koen Meulenaere