Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

MA 13 03

Hypothetische vraag aan u, lezer. Stel dat een minister door fraude een academische titel heeft verworven. Niet dertig jaar geleden, de redelijke straftermijn voorbij, maar bijvoorbeeld minder dan tien jaar geleden. Vindt u dan dat zo iemand minister kan blijven? Antwoord niet te vlug, er zijn voor en tegens, weeg alles goed af. En kom dan tot uw conclusie, u die ongetwijfeld water en bloed hebt gezweet om uw eigen diploma te verdienen.

Mogelijk hebt u na de volledige lessencyclus een jaar extra moeten inlassen, op kosten van uw arme ouders, om het onderzoek voor uw eindverhandeling te kunnen verrichten, alle materiaal te verzamelen en te verwerken, en uiteindelijk in een onbegrijpelijke tekst met veel voetnoten neer te schrijven. Hoe zou u dan reageren indien iemand deze verhandeling en het eraan verbonden diploma gewoon cadeau zou hebben gekregen, zonder dat de universitaire overheid het bedrog heeft gezien, of heeft willen zien?

Wij gooien de vraag maar in de groep, omdat wij ons afvragen of sommige paarse politici niet té streng optreden in gevallen als dit. En dan denken wij natuurlijk aan het pijnlijke wedervaren van Anissa Temsamani, die door haar partij zonder dralen tot ontslag werd gedwongen, niet omdat ze fraude had gepleegd, maar alleen omdat ze zich in een interview onzorgvuldig had uitgedrukt over haar verleden als studente. Gezegd dat ze drie jaar had gestudeerd, en het waren er maar twee geweest.

Toegegeven: in het geval van mevrouw Temsamani ging het om een allochtone. Dat komt hier van onze sociale zekerheid profiteren, dat krijgt een studiebeurs, en dan speelt het nog vals ook. Maar juist daarom moet u er niet aan twijfelen dat de leiding van de SP.A ook onverbiddelijk zou zijn voor een volbloed Vlaamse van goeden huize. Anders zou kartelpartner Spirit na het Vlaams Belang ook de SP.A moeten aanklagen wegens racisme. En dreigen de socialisten hun overheidsdotatie te verliezen.

Dus de vraag is eigenlijk: moet de SP.A in een hypothetisch geval als boven streng en rechtlijnig handelen, of mag ze haar principes een beetje verloochenen zoals in zovele andere dossiers? Wat vindt u?

DI 14 03

De Raad van State, het hoogste rechtscollege in dit land, bestaat uit een troep amechtige oude sukkels, die rechtstreeks gemanipuleerd worden door de Wetstraat 16. Zo luidde kort samengevat de boude bewering die onze chef-Wetstraat op een vrijdagavond verdedigde in Morgen Beter, de late night babbelbox van Canvas. Herman De Croo trok bij het aanhoren van deze juridische blasfemie eerst lijkwit weg, en reageerde toen als door een wesp gestoken. Op het scherm tenminste. Na de uitzending gaf hij deemoedig toe dat onze chef-Wetstraat alweer gelijk had gehad. ‘Wat ik denk, Rik, durft gij te zeggen’, aldus De Croo. Die meteen ook brandhout maakte van de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie. En van de politierechter in Aalst.

Toen men de eerbiedwaardige magistraten van de Raad van State had uitgelegd wat die tsjeef van Knack over hen had beweerd, reageerden ze zoals gebruikelijk meteen. Het weekend ging er nog overheen, maar toen werd prompt de benoeming van Herman Fransen tot baas van de federale politie onwettig genoemd. Of in strijd met de goede zeden, de juiste juridische bewoordingen zijn wij vergeten. De benoeming van Fransen dateert nog maar van 2000, dat wil zeggen dat die knaap nauwelijks zes jaar onterecht de hoogste politiebeambte van het land is geweest. En onmiddellijk teruggefloten.

De kranigste van de Raad liet weten dat binnenkort ook een arrest mag worden verwacht over de benoeming van Louis Erasme Surlet de Chokier tot regent van dit land, want ook daar schijnen de gelijkheidsregels niet helemaal te zijn gerespecteerd. Als dat helemaal is uitgeklaard, en dat zal geen vijftien jaar meer duren, zal de Raad zich met veel plezier eens buigen over een klacht tegen de aanstelling van Frans Van Cauwelaert tot voorzitter van het parlement. En die van Rik Van Cauwelaert tot directeur van Knack, want ook daartegen zijn een paar bijtende bezwaarschriften van gedupeerden binnen gekomen. Een niet nader genoemde klager beweert zelfs dat Van Cauwelaert bij het examen zijn dissertatie niet zelf heeft geschreven. En met bedrog van dat allooi wordt niet gelachen. Toch niet bij de Raad van State.

WO 15 03

Volgens rechter Edwin Van Fraechem is advocaat Walter Van Steenbrugge geen jurist maar een predikant. En volgens advocaat Walter Van Steenbrugge kent rechter Edwin Van Fraechem de wet niet. Weet niet eens dat de wet-Lejeune is afgeschaft, laat staan de wet-Vandervelde. Tot daar de twee belangrijkste stellingen die wij hebben menen te ontwaren in een oorverdovend gekijf en gekakel aan dezelfde tafel van Morgen Beter, waar een paar dagen eerder onze chef-Wetstraat en Herman De Croo op de vuist gingen.

Deze keer ging het over de wet op de voorwaardelijke invrijheidstelling. Van Steenbrugge was voor, al waren zijn argumenten niet allemaal even duidelijk hoorbaar omdat zijn haar voortdurend voor zijn mond hing. Van Fraechem was tegen, als wij het goed begrepen hebben omdat er te weinig magistraten in de bevoegde commissies zaten, de deur voor arbitraire beslissingen wagenwijd open wordt gezet, een derde van de straf een veel te korte periode is, en de onzekerheid voor de gevangenen onmenselijk is.

Het kan ook zijn dat beiden iets anders hebben beweerd, het was op de duur niet meer op te maken uit het heen en weer gescheld. Men waande zich in het kippenkraam van Peter D’Hondt en Phara de Aguirre. En dan moet Kathleen Cools ook nog telkens vijftien seconden in beeld, om met haar karbonkels te rollen, een vraag te stellen die in het gesprek past als een tang op een varken, en om zo vaak mogelijk het woord ‘ik’ ertussen te gooien.

Van Steenbrugge en Van Fraechem hakten zo venijnig op elkaar in, dat alleen wederzijdse pure haat een aannemelijke verklaring bood. De oorzaak is niet ver te zoeken: het proces-Van Noppen, hét moment de gloire van Van Fraechem, waarin de heer Alex Vercauteren onterecht werd veroordeeld tot levenslang. Zijn verdedigers meester Hans Rieder en meester Walter Van Steenbrugge gewaagden van een politiek proces en een partijdige rechter, en van dientengevolge een juridische dwaling zonder voorgaande.

Meester Rieder, die zelf tijdens het proces had moeten getuigen, werd een jaar nadien zelfs een nacht in de gevangenis opgesloten, omdat hij tijdens die getuigenis meineed zou hebben gepleegd. De raadkamer stelde hem wel prompt buiten vervolging, maar heel wat zwarte en rode toga’s hadden hun pleziertje gehad. Men verwacht een dergelijk staaltje machtsmisbruik en intimidatie in Zuid-Amerikaanse of Oost-Europese dictaturen, maar ook in een modelstaat is het blijkbaar mogelijk.

Naast de meesters Rieder, Van Steenbrugge, en Bart De Geest, had Alex Vercauteren ook nog een beroep gedaan op de gracieuze meester Christine Mussche, omdat hij niet ten onrechte vreesde dat uitsluitend antipathieke advocaten in een assisenzaak een nadeel zou zijn. Meester Van Steenbrugge was ingehuurd om het vrouwelijke deel van de jury gunstig te beïnvloeden, en vooral dát kon rechter Van Fraechem, zelf een hartenbreker, niet hebben. Het heeft weinig gescheeld of hij had Van Steenbrugge uit zijn rechtszaal gezet, omdat hij ’te veel gebruik maakte van zijn lichaamstaal’.

Meester Jef Vermassen achter Alex Vercauteren, pleitend op sentiment en melodramatiek in plaats van op feiten zoals meester Rieder, en de uitslag van dat proces-Van Noppen was heel anders geweest. Niet onbelangrijk was ook dat voor de burgerlijke partijen gepleit werd door de weduwe Van Noppen – welke jury is daartegen bestand? – en door… meester Paul Quirynen! Die meester Rieder in een collegiale bui ooit ‘een advocaat van de maffia’ noemde.

Wij hoeven er niet aan te herinneren hoe tijdens het proces-Dutroux rechter Van Fraechem samen met meester Hein Diependaele naar Aarlen reed, daar uit het blote hoofd het nummer van meester Quirynen op zijn gsm intikte, ‘Pol, we zijn er!’ riep, en twee uur later het gerechtsgebouw kwam uitgehold om aan de verzamelde pers mee te delen dat het afgelopen was met assisenrechtspraak in België, indien men een kluns als voorzitter Stéphane Goux liet voortdoen zoals hij bezig was.

Meester Rieder en meester Van Steenbrugge zaten die dag thuis in hun zetel naar de televisie te kijken, en geloofden hun oren niet. Vooral niet over de vriendschappelijke toon tussen de gewezen assisenvoorzitter, en de advocaat die op zijn belangrijkste proces een van de partijen had vertegenwoordigd. En die na het proces-Dutroux zijn confraters in een boek medeschuldig noemde aan het in de doofpot steken van pedofilienetwerken met hooggeplaatsten.

In Morgen Beter deden Van Steenbrugge en Van Frae- chem weinig moeite om hun onderlinge afkeer te verbergen. ‘Het valt mij op dat zelfs juristen, ook aan deze tafel, vaak de wet niet kennen’, leidde meester Van Steenbrugge zijn conclusie in. Van Fraechem had even nodig om van deze belediging te bekomen, maar sloeg dan terug door na het indrukwekkende en van stevige argumenten voorziene betoog van meester Van Steenbrugge langs zijn neus weg op te merken: ‘Dit is geen juridische argumentatie, dit is een preek. Van pastoor Walter. Dominus vobiscum.’

Het tweede onderwerp ging over de nieuwe denktank Itinera. Van Steenbrugge was voor, Van Fraechem tegen. Doodjammer dat beiden niet waren uitgenodigd toen Tim Pauwels een paar weken eerder de wenselijkheid van seks met dieren aansneed. Van Fraechem was tegen geweest.

DO 16 03

Van al wie op Canvas op onze zenuwen werkt, en dat is een lange lijst, is Tony Hill van Wire in the blood de primus inter pares. Er is een moord gepleegd, het slachtoffer is van kop tot teen opengesneden, de agenten zijn nog volop bezig de door het huis verspreide ingewanden bijeen te zoeken, of daar staat hij al: de psycholoog. Bekijkt kort het lijk, staart in het ijle zoals een gedrogeerde die net een nieuwe ampul heeft ingespoten, en begint dan het karakter te schetsen van de moordenaar: ‘Een gestoorde moederbinding. Moet een trauma hebben gehad in zijn jeugd, waarschijnlijk op school. Gespleten persoonlijkheid. Hij daagt ons uit. Vind mij, roept hij, ik ben toch slimmer. Ze zullen rekening met mij moeten houden. Zwarte schoenen met gespen. Terugwijkende haarlijn. Gemiddeld inkomen.’

Dat staat die jandoedel allemaal te verzinnen, terwijl DI Carol Jordan in beate aanbidding toehoort alsof de profeet zelf aan het woord is. Martine Tanghe zou ook vallen voor dat type aansteller. Die Carol geeft ons wel een goed idee over het verouderingsproces bij Caroline Van den Berghe, maar om een moord op te lossen zijn we bij haar aan het verkeerde adres.

‘Help us Tony’, smeekt ze. En de professor maar verder uit zijn nek lullen, net Brice De Ruyver: ‘Hij wil zich tonen aan de wereld. Moordt niet uit passie, maar uit berekening. Speelt schaak, met ons, met de pers. Onopvallende verschijning. Doet inkopen bij de superette. Streng opgevoed. Geen alcohol. Religieus, maar niet fanatiek. Zoekt een verantwoording in het hogere. Incasseert, maar rebelleert tegelijkertijd. Het is… Jefke van den bakker!!’

Carol heeft geen verdere bewijzen nodig, scheurt met een patrouille van zeventien politieauto’s naar de bakker, laat Jefke met geweld in de boeien slaan en in de cel gooien, en verhoort hem de volgende morgen zelf, terwijl Tony achter de spiegel staat toe te kijken en via een zendertje de vragen in haar oor fluistert. Zoals Jan Van den Berghe dat vroeger deed bij Marlène de Wouters.

Jefke heeft een sluitend alibi, dat hadden ze vergeten te controleren, en heeft geen enkele binding met het slachtoffer, Carol moet hem vrijlaten. Tegen de will van Tony Hill. Er vallen een paar bittere woorden. ’s Avonds wordt Jefke zelf vermoord. Roepen ze die clown van een Tony toch weer op, zeker? ‘Hij spot met ons. Met mij. Doorgrondt mijn manier van denken. Geeft zwakke plekken aan. Onderdrukt superioriteitsgevoel. Slim, maar gefocust op één enkel domein. Geen leidinggevende functie. Gebroken zelfbeeld. Marcel van de schrijnwerker!’

Hupsakee, weer met jankende sirenes door Bradfield, naar de schrijnwerker. En zo gaat dat maar door. Er wordt nog iemand aan een vleeshaak opgehangen, van een andere snijden ze een oor af, en drie nieuwe door Tony aangewezen schuldigen worden kort na hun vrijlating om het leven gebracht. Tony wordt zelf ook even verdacht, geen enkele misdaadscenarist kan die verlokking weerstaan, en uiteindelijk blijkt de dader zijn nieuwe assistent op de universiteit te zijn geweest. En lukt het hem weer niet om Carol in zijn bed te krijgen. Ze ziet er nochtans geen moeilijke uit.

Urbanus heeft in een interview de televisiecrimi’s eens mooi samengevat: ‘Morse, Frost, Baantjer, Witse… dat is allemaal hetzelfde. Er gebeurt een moord, ze gaan het oplossen, en den bureau werkt tegen.’

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content