MA 27/02
In onze rubriek ‘Zoek de Zeven Verschillen’, thans twee lezersbrieven die ons bereikten naar aanleiding van de twijfel die wij hebben gezaaid over de licentiaatsthesis van Freya Van den Bossche. Beide brieven in identieke enveloppen, en met exact dezelfde bladspiegel.
Brief 1.
‘Rik Van Cauwelaert. Het Laatste Woord. Lezersbrieven. Opnieuw, voor de zoveelste keer en tot vervelens toe, steekt Koen Meulenaere de draak met Freya Van den Bossche. Het gaat van kwaad tot erger. Nu valt hij haar licentieverhandeling aan. Voor de aandachtige lezer van Knack ten onrechte, want zij had blijkbaar de moed om het Regina Loef verhaal (getuige X) kritisch te analyseren en te bestempelen als sensatiejournalistiek. Voor Koen Meulenaere echter gewoon de zoveelse aanleiding om Freya onder uit te halen. De lezer fronst de wenkbrouwen. Waar is Knack mee bezig. Is dit soort riooljournalistiek de nieuwe trend? Verlaat Knack definitief het imago van kwalitatief informatie magazine, onafhankelijk, kritisch en los van politieke bindingen. Misschien zoekt Koen Meulenaere beter een job bij een of ander sensatieblad waar hij zijn chagrijn, roddel en frustraties ten volle kan ontplooien. De trouwe lezer van Knack zal een zucht van verluchting slaken. Emy Op De Beeck, 9831Deurle.’
Brief 2.
‘Het laatste woord. Rubriek lezersbrieven. Cc Rik Van Cauwelaert. In Knack nr 8, 22-28 febr trekt Koen Meulenaere andermaal van leer tegen Freya Van den Bossche. Het lijkt wel een obsessie. Nu wordt haar thesis op de korrel genomen. Koen Meulenaere heeft zich blijkbaar de moeite getroost om de thesis in de bibliotheek te gaan lezen. Voor de Knack-lezer wordt het al vlug duidelijk dat Freya Van den Bossche de hele getuige X affaire, die in De Morgen verscheen n.a.v. de Dutroux zaak, terecht in haar thesis aanwijst als “sensatiejournalistiek”. Voor Koen Meulenaere is dit enkel een aanleiding om Freya vlijmscherp aan te vallen en naar De Morgen- redaktie, in het bijzonder Yves Desmet, met modder te smijten.
De lezer wordt het Freya vervolgverhaal beu. Heeft Knack dit soort riooljournalistiek nodig om te verkopen? Ik twijfel er aan. Deze roddel rubriek past niet bij het ernstige imago van Knack en trouwe lezers, zoals ik, zullen straks afhaken. Het steeds terug kerende Freya verhaal van Koen Meulenaere begint de lezer te vervelen. Het is rancuneus, vanuit wrok en frustraties geschreven, en het ondergraaft de geloofwaardigheid en onafhankelijkheid van Knack. I. Hendrix, 1000 Brussel.’
DI 28/02
Het gebeurt zelden dat het beste wat de vrouwelijke soort te bieden heeft verenigd is in één televisieprogramma, maar onlangs was het zo ver in Koppen Justitie. Vooreerst de presentatie: Caroline Van den Berghe. Staande nu eens voor een paard in een manege, dan weer in de gang van een gevangenis, vervolgens in de garage van de gendarmerie, en om af te ronden op het exercitieterrein van een strafkamp.
Men moet blind zijn, zoals het college van hoofdredacteurs van de VRT, om Greet Op de Beeck als anchorwoman klaar te stomen, terwijl Caroline elke dag de weg op moet om fietsers zonder reflectoren berispend toe te spreken. Al hadden we Op de Beeck vorige week wel graag het nieuws over Patrick Dewael zien presenteren. Zou zeer geloofwaardig geklonken hebben, ze heeft op dat gebied al enige ervaring van bij de radio.
Het enige waarop Caroline moet letten, is dat ze niet té vlot gaat presenteren. Justitie blijft tenslotte een ernstig onderwerp. En ze moet zich laten behandelen voor wat wij met een psychologische vakterm ‘vreemde pantalondracht’ zouden willen noemen. Voor een dergelijke pathologie bestaan allerlei wetenschappelijke verklaringen en remedies, maar het zou ons te ver leiden daar nu dieper op in te gaan.
Tot daar de presentatrice, topklasse. Nu de centrale gaste van de uitzending: Mireille Schreurs! Politierechter te Aalst. In haar vrije tijd viceminister van Buitenlandse Zaken. Als wij zelf door omstandigheden gedwongen in het district Aalst moeten zijn, rijden wij liever dertig per uur op een weg waar negentig mag, dan omgekeerd zoals Walter Grootaers en Jean-Marie Dedecker. Verschijnen voor Mireille Schreurs, in een situatie waarin zij de dominante rol mag vertolken, is niemand aan te raden. Behalve misschien Karel, die er een compensatie in vindt voor de vele belangrijke beslissingen die hij elke dag neemt.
Bedoeling van Koppen Justitie was aan te tonen dat een politierechter vaak een sociale rol vervult. Dat opzet mogen we geslaagd noemen. We zagen Mireille, in een haar flatterende zwarte toga, de zitting voor geopend verklaren en meteen het woord verlenen aan het Openbaar Ministerie. Overduidelijk haar beste vriendin, want dat de zittende en de staande magistratuur onafhankelijk tegenover elkaar staan, is iets wat alleen een naïeve dwaas kan geloven.
‘Mevrouw de procureur,’ begon Mireille aan de eerste van tweeënzeventig dossiers die ze zo snel mogelijk achter de rug wou hebben, ‘lees ne keer voor wat er ten laste wordt gelegd aan de veroordeelde. Of beter gezegd: aan de beschuldigde.’
Mevrouw de procureur was een al even blitse vrouw als mevrouw de voorzitster, en gaf de indruk niet alle normen even strikt te interpreteren als die van de wegcode. De eerste beklaagde was een scholier van zestien, die door een rood licht was gestapt! Daar wordt in Aalst niet mee gelachen. Mireille De Gucht nam de bril van haar neus, een alledaags gebaar dat bij haar toch op een of andere manier bedreigend overkomt, kneep één oog vervaarlijk dicht, en beet de scholier toe wat hij daarop meende te mogen aanvoeren.
‘Toen ik het zebrapad op liep was het groen, maar toen ik in het midden van de straat was, werd het plots rood. Omdat het even ver was om naar de overkant te lopen als om terug te keren, ben ik dan maar verder gegaan’, antwoordde die, ongetwijfeld naar waarheid. Maar rechter Schreurs was zo gemakkelijk niet om de tuin te leiden. Ze keek de beklaagde een tijdje stilzwijgend aan, en plaatste toen een dodelijke vraag, zo één waarop alleen magistraten een patent hebben: ‘Met hoeveel waart ge daar, op dat zebrapad?’ Met vier. ‘Waarom hebben die andere drie dan wel de minnelijke schikking aanvaard, en gij als enige niet? Die anderen geven dus blijkbaar wel toe dat ze in fout waren.’
‘Ja maar,’ bleef de scholier zich meesterlijk verdedigen, Jef Vermassen had het hem niet verbeterd, ‘dat komt omdat hun ouders de boete betalen. Mijn vader is gestorven toen ik vier was, mijn moeder is arm, en ik heb maar een leercontract, ik kan die boete niet betalen.’ Men moet werkelijk van steen zijn om zo een uitleg van de hand te wijzen. Ook Mireille toonde haar goede hart, al kan dat vanwege de televisie geweest zijn: ‘Als gij die boete niet kunt betalen, zal ik ze vervangen door een werkstraf.’
‘Ja maar mevrouw,’ gaf de scholier niet af, ‘ik heb een leercontract. Als ik een werkstraf krijg, kan ik niet gaan werken, en dan verlies ik mijn job.’ Mireille Schreurs moest een beroep doen op al haar zelfbeheersing om dit recalcitrante type niet ter zitting te laten arresteren. Maar omdat de camera’s erbij waren, en het doel van de uitzending net was de sociale rol van de politierechtbank in de verf te zetten, hield ze zich in: ‘We zullen dan wel zorgen dat ge dat buiten uw uren kunt doen. Meld u straks bij mijnheer de hoofdgriffier hier naast mij. Ik veroordeel u tot 125 uren werkstraf, uit te voeren bij Nationale en Internationale Transporten Schreurs in Berlare. De volgende.’
Een cafébaas had zich in het verkeer begeven met een auto die niet verzekerd en niet ingeschreven was. Een delinquent van dat niveau krijgt in Aalst doorgaans nog minder kans om zich te verdedigen dan Saddam Hoessein in Bagdad, maar weer zorgden de camera’s voor een wat gematigdere loop van het recht. ‘Ge hebt de aanklacht van Anneke… euh, van mevrouw de procureur gehoord’, snauwde Mireille de beschuldigde toe. ‘Ik wil u verwittigen dat het er niet goed uitziet voor u. Een wagen die niet verzekerd is, en niet eens ingeschreven, waar gaan we naartoe? Wat hebt ge te zeggen nopens deze zwaarwichtige beschuldiging?’
Dat was simpel. Het ging om een voertuig dat uit het verkeer zou worden genomen, en dat de vorige eigenaar voor het café had achtergelaten. De waard zou die auto in afwachting van de sloop tijdelijk in zijn garage stallen, vijftig meter verder in de straat. Om die vijftig meter te overbruggen had hij zijn eigen autonummerplaten even op de bumpers gehangen, en tijdens de rit van twaalf seconden was hij tegengehouden door een van de vele hulpagenten die Aalst onveilig maken. Kom zoiets tegen.
Op Mireille Schreurs maakte het weinig indruk: ‘Luister eens hier, heerschap: vijftig meter of vijftig kilometer, de wet is de wet. En er staat niet in de wet dat een voertuig niet moet verzekerd zijn als er maar vijftig meter mee gereden wordt. Kent gij iets van tuinieren?’ Dat bleek inderdaad zo te zijn. ‘Honderdvijfenveertig uur werkstraf, uit te voeren op het departement Buitenlandse Zaken. Misschien hebben ze wel een werkje voor u hier in de buurt. En pas op met mijn begonia’s, of uw werkstraf wordt omgezet in effectieve hechtenis.’
WO 01/03
En zo walste Mireille met een imponerende vaart van zaak naar zaak. Thuis, in een ongemakkelijke zetel, zat Peter D’Hondt knarsetandend toe te kijken. Peter is de zoon van Paula D’Hondt, en is politierechter in Dendermonde, dat sinds de geschiedenis met het Ros Beiaard in vijandschap leeft met Aalst. En dat geldt ook voor de politierechters.
Peter D’Hondt komt zelf graag op televisie. En kent zo zijn entrees om telkens wanneer hij een streng vonnis zal vellen, de pers naar zijn rechtszaal te lokken. Wij laten die entrees verder onbesproken, maar Phara de Aguirre is haar carrière begonnen op het kabinet van Paula D’Hondt. En heeft nog samen met Peter D’Hondt de markten in de Denderstreek gedaan. Verkochten kippen en kalkoenen. Onlangs waren ze nog samen te gast op ‘ Aalst, stad van mijn dromen‘. Een BV-avond, waar Phara tot verbijstering van de hele zaal vertelde dat ze vroeger, toen ze nog Pharailde heette, misdienaar is geweest! En hoe ze eigenlijk tot de congregatie van de Dames van Maria had willen toetreden.
Ook meester Piet Van Eeckhaut, die geen kans onbenut laat om kleurrijk en bevlogen te vertellen over zijn jeugd in de stad van Boon en Daens, was op die avond. Zij het niet in levenden lijve. Van Eeckhaut had andere verplichtingen. Of beter gezegd: zijn vrouw had die, wat op hetzelfde neerkomt. Vandaar dat hij een videoboodschap had laten opnemen. Dat vond Phara een goed idee, en toen vier dagen later de Antwerpse politiecommissaris Luc Lamine buiten vervolging werd gesteld en meester Van Eeckhaut opnieuw niet buiten mocht, interviewde ze hem via een straalverbinding voor TerZake.
Hilarisch interview. Piet Van Eeckhaut is wel gewoon het woord te nemen, maar niet om het weer af te staan. En omdat hij zijn ondervraagster niet kon zien, en blijkbaar ook niet kon horen, was hij daar nog minder dan anders toe geneigd. Hij stak van wal met een betoog dat vandaag nog niet afgesloten zou zijn, indien Phara niet de stekker had uitgetrokken. Van Eeckhaut prees eerst uitvoerig zijn confraters, meester Frank Van Leemput en meester Frédéric Desmet, loofde de wijsheid van de rechtbank maar hekelde de onbezonnenheid van het parket, hield een lofrede op de stielliefde en de vakbekwaamheid van commissaris Lamine, verwees naar de Bijbel, gaf een vermaning aan de heren en dames van de pers, wijdde uit over de theorie van Lombroso en de schilderijen van Roger Raveel, schetste opkomst en verval van de Griekse cultuur, citeerde uit Willem Elsschot, gooide er een paar Latijnse spreuken tussen van het genre ‘sunt nobis mitia poma’, sprak zijn bewondering uit voor het politieke debat in Frankrijk, prees het gezag van de stafhouder, onderstreepte de belangrijke rol van de provincie en meer in het bijzonder die van de voorzitter van de provincieraad, en hoorde niet dat Phara hem al zeven keer het zwijgen had proberen op te leggen.
Toen Van Eeckhaut een kleine parenthesis over de jeugdpolitiek van AA Gent wilde inlassen, brak Phara in de studio eigenhandig de verbinding af, en deed wat ze dit jaar al zeventien keer heeft gedaan: ze verwelkomde minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht in de studio. Om iets te vertellen over Iran.
Sinds Karel, als laatste, heeft ingezien dat hij met die CIA-vluchten bedrogen is door zijn doctor Rice, probeert hij Phara weer voor zich te winnen. Heeft haar uitgenodigd om weer iets te gaan eten. Want er is één ding dat hij ten koste van alles te weten wil komen: hoe heeft Vande Lanotte het voor elkaar gekregen om dat beruchte TerZake-interview met Freya Van den Bossche opnieuw te laten opnemen? En wie heeft de tweede cassette van dat eerste nooit-uitgezonden en ontluisterende gesprek? Want daarmee vallen zaken te doen.
Niet voor niets zijn ze zowel bij de VRT als bij de SP.A als de dood dat die tweede cassette in verkeerde handen is terechtgekomen. Freya Van den Bossche is echt niet langer als minister te handhaven, de dag dat de uitgeschreven versie van dát gesprek in de pers zou komen. En Phara kan dan weer samen met Peter D’Hondt en zijn gevogelte op de markt gaan staan. Liefde in tijden van vogelgriep.
Koen Meulenaere
Koen Meulenaere