DI 05/06
Wie heeft Laurent Nubaha vergiftigd: Marc Reynebeau of Peter Verlinden? Beiden beschuldigen elkaar middels een interessante polemiek die via de kolommen van De Standaard wordt gevoerd. Laurent Nubaha was de fameuze getuige die op het Rwandaproces zou komen uitleggen hoe de genocide in 1994 echt verlopen is. Op dat proces staat majoor Bernard Ntuyahaga terecht, omdat hij mogelijk verantwoordelijk was voor de moord op tien Belgische para’s in Kamp Kigali op 7 april 1994. Kolonel Nubaha was de commandant van Kamp Kigali, en dus de overste van majoor Ntuyahaga. Hij zou als ooggetuige van de lynchpartij de majoor hebben kunnen vrijpleiten, maar voor het zo ver kwam, overleed hij in een Brussels ziekenhuis aan een malaria-infectie en levercirrose, opgelopen in Denderleeuw.
Bon. Probeer nu goed te volgen, want in affaires waarin Tutsi’s en Hutu’s betrokken zijn, lopen wij zelf altijd vast. We hebben bovenstaande paragraaf zeven keer herschreven, en nog kunnen wij ons niet van het gevoel ontdoen dat er al minstens vijf fouten in staan, dat belooft voor de rest. In Centraal-Afrika staan Hutu’s en Tutsi’s elkaar sinds mensenheugenis naar het leven. Hutu’s zijn meestal in de meerderheid, Tutsi’s meestal aan de macht.
Peter Verlinden, de fysieke kenmerken zijn onmiskenbaar, is een Hutu. Kleine dikke mannetjes die graag breed in beeld komen en dan zeggen: ‘Dit was ik, voor het Journaal in ergens ver weg.’ Tutsi’s, daarentegen, zijn lange en zelfverwaande slungels die doorgaans een universitair diploma hebben, maar het niet tot professor hebben gebracht. Marc Reynebeau is een Tutsi. Vandaar dat hij Peter Verlinden het licht in de ogen niet gunt, en vice versa nog minder.
Volgens Reynebeau, zelf geboren in Congo en dus goed op de hoogte van gebruiken en gewoonten in equatoriale gebieden, bezondigt de VRT zich in de verslaggeving over het Rwandaproces aan politieke manipulatie. En laat ze zich voor de kar spannen van Luc De Temmerman, de advocaat van majoor Ntuyahaga. Niet te verwarren met Els De Temmerman, de vrouw van de Rat, die op kosten van de Ugandese president Yoweri Museveni, vermoedelijk een Tutsi, in Kampala een onafhankelijke krant leidt.
Kolonel Nubaha was een Hutu. Hij kan ook een Tutsi geweest zijn, wij zijn het spoor nu al bijster, maar laten we het er voorlopig op houden dat hij een Hutu was. Zoals Verlinden dus. Tijdens de genocide werd zijn familie uitgemoord door de vrienden van Reynebeau. Nee, fout, dat kan niet. Want de Hutu’s hebben de genocide uitgevoerd, althans volgens Reynebeau. Volgens Verlinden waren het de Tutsi’s. Wacht, moment, even nadenken. Het zal ná de genocide geweest zijn, toen de Tutsi’s wraak namen voor de volkerenmoord door de Hutu’s, dat de familie van de kolonel werd uitgemoord door de mannen van Reynebeau, bij wie rancune een tweede natuur is.
De kolonel verdween vervolgens met de interahamwe-milities van de Hutu’s naar de bossen van Oost-Congo, vanwaaruit hij met militaire raids probeerde om het Tutsiregime van het Patriottisch Front van president Paul Kagame op de knieën te dwingen. Dertien jaar lang zwierf hij door de evenaarswouden, tot hij daar plots oog in oog stond met meester De Temmerman, die de historische woorden sprak: ‘Kolonel Nubaha, I presume?’
Hierna werd de kolonel naar Kinshasa gebracht, waar hij tot zijn verrassing werd opgewacht door de VRT-cameraploeg van Peter Verlinden. ‘Hoe wist die dat, dat de kolonel in Kinshasa zou zijn?’ zo heeft Reynebeau zich in zijn krant al meermaals retorisch afgevraagd. Was Verlinden misschien samen met meester De Temmerman naar ginder gereisd? En hoe valt zoiets te rijmen met onafhankelijke verslaggeving, waarvoor de VRT-nieuwsdienst zo bekendstaat? Hou ook dit in het achterhoofd, want het is belangrijk voor wat straks volgt.
Op de ambassade in Kinshasa keken ze al even verbaasd op toen daar een lange stoet kwam binnengewandeld met voorop meester De Temmerman, achter hem kolonel Nubaha, in derde positie Peter Verlinden, in vierde de cameraman en de klankman, en daarachter nog enkele dragers en sjouwers: ‘Een visum voor de Laurent hier, en rap.’
Dat was nog niet zo eenvoudig. De kolonel stond immers internationaal geseind wegens mogelijke medeplichtigheid bij een moord of 7000, en het ambassadepersoneel vond het raadzaam om gezien gelijkaardige visumperikelen uit het verleden advies in te winnen bij minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael. Vroeger een Tutsi, maar sinds hij met Greet Op de Beeck samenwoont en elke avond in Brussel uit gaat eten, meer en meer een Hutu.
Volgens Reynebeau moet er druk zijn uitgeoefend op Patrick Dewael! En meer dan waarschijnlijk vanuit de Reyerslaan. Werd Dewael duidelijk gemaakt dat hij anders niet in de verkiezingsprogramma’s mocht komen of wat dan ook, feit is dat Vreemdelingenzaken in vergelijking met andere dossiers nogal snel was met het toekennen van een visum aan de majoor. Nee, aan de kolonel, pardon. De majoor was hier al, zij het in de gevangenis.
Iedereen nog mee? Waar waren we? Een visum voor Laurent Nubaha. Die landde al op 20 april in Zaventem, hoewel hij pas op 30 mei moest getuigen. En nu komt het. Vergeet het voorgaande. Van op de luchthaven werd de kolonel in ware commandostijl met een geblindeerde limousine en gierende banden weggevoerd, regelrecht naar het huis van… Peter Verlinden!! Als het Reynebeau niet was die het schreef maar uw dienaar, niemand zou het geloven.
De belangrijkste getuige in een politiek uiterst delicaat moordproces wordt ondergebracht in het huis van de verslaggever die voor de openbare omroep dat proces verslaat. Dit was in de ogen van Reynebeau nog wel niet van het niveau ‘Greet Op de Beeck interviewt Patrick Dewael’, maar het scheelde toch niet veel. Vervolgens liet de kolonel zich door Verlinden ondervragen, in diens tuin! Om daar te verklaren dat het de Tutsi’s waren geweest, die verantwoordelijk waren voor de genocide van 1994. Reynebeau had het moeilijk om zijn verontwaardiging te onderdrukken: iets als dit was nooit vertoond in de geschiedenis van de journalistiek. Perskaart intrekken, en met terugwerkende kracht pensioenrechten afnemen.
Pas op, het is nog niet gedaan. Van bij Verlinden werd de kolonel daarna naar de kantoren van de befaamde federale politie gereden, om daar alvast zijn verklaring te laten noteren die hij anderhalve maand later zou moeten afleggen ter ontlasting van majoor Ntuyahaga. Ontlasting in de juridische betekenis van het woord. Dit laatste zeggen wij er maar snel bij, want na Celebrity Shock zijn ook op dat punt de grenzen niet meer duidelijk getrokken.
Schets nu de verbazing van meester De Temmerman en Peter Verlinden, toen de kolonel bij de politie de majoor helemaal niet uit de wind zette voor de moord op de tien Belgische para’s, integendeel bijna. Veertien dagen later was de kolonel dood. Een malaria-infectie, opgelopen in Denderleeuw. Dit kan natuurlijk. Er zijn weinig infecties die men in Denderleeuw niet kan oplopen. Maar in een van zijn talloze stand-ups in het Journaal suggereerde Verlinden dat vergiftiging meer voor de hand lag. Waarna meteen de vraag rees: vergiftigd ja, maar door wie? Door Tutsi’s, die wilden verhinderen dat de kolonel hun verantwoordelijkheid voor de genocide aan het licht zou brengen? Of door Hutu’s, die wilden verhinderen dat de kolonel de majoor niet zou ontlasten inzake de moord op de para’s?
Reynebeau adviseerde om niet te twijfelen aan deze laatste optie. Post hoc ergo propter hoc: de kolonel komt in Brussel aan, gaat eten ten huize Verlinden, en veertien dagen later is hij dood. Wie dat oorzakelijke verband niet ziet, zou beter zelf bij de VRT gaan werken.
Maar volgens Verlinden, in een bijzonder boos recht van antwoord drie dagen later, zat Reynebeau zelf achter de intoxicatie. En dat de kolonel in zijn eigen tuin was geïnterviewd, gaf hij toe, Verlinden, maar wie op basis daarvan zijn onafhankelijkheid nog in twijfel durfde te trekken, sleepte hij voor de rechter.
Interessante kwestie, niet?
WO 06/06
Voor Walter Zinzen zijn het kwade dagen. De onbeschoftheid van de presentatoren van de VRT-nieuwsredactie is hem al langer een doorn in het oog. Van sinds de dag dat hij zelf het instituut verliet, om precies te zijn. Hij heeft ze ook al herhaaldelijk en in diverse media aan de kaak gesteld. Maar wat in dat domein gepresteerd is in de aanloop naar deze verkiezingen, bereikte wereldrecordhoogten. Waarbij het ene koppel presentatoren het andere nog probeerde te overtreffen in brutaliteit.
Wij beperken ons tot één voorbeeld uit een bodemloze container. Toen de Open VLD te gast was in Audit 07 en daar naast voorzitter Bart Somers Gwendolyn Rutten en Vincent Van Quickenborne had afgevaardigd, werd ze de eerste vijf minuten onder vuur genomen omdat ze met zulke zwakke en oninteressante figuren was komen opdagen. ‘De kopstukken van uw partij zijn Karel De Gucht, Guy Verhofstadt en Patrick Dewael’, herhaalden zowel Ivan De Vadder als Kathleen Cools een keer of vier, ‘maar u komt hier aanzetten met uzelf, een nitwit als Van Quickendinges, en een volstrekt onbelangrijke Trees als die juffrouw, even kijken, Rutten.’
Wat betreft Somers en Quick hadden ze natuurlijk een punt, maar de minimale beleefdheid vereist toch dat men zoiets niet openlijk zegt, en al helemaal niet bij het begin van het programma. Dat is zoveel als de mensen aanraden: kijk maar naar iets anders. Ten opzichte van Gwendolyn Rutten was de opmerking helemaal misplaatst. Gwendolyn is een gereputeerde juriste, en is kabinetschef van Fientje Moerman. Alleen al het feit dat ze dat langer dan een week heeft uitgehouden, is al een prestatie van formaat in een kabinet waar meer dan 50 medewerkers op de vlucht zijn geslagen. Rutten weet waarover ze praat. Dat hebben de kijkers echter niet mogen vaststellen, want vooraleer ze twee zinnen ver was in de weinige antwoorden die ze mocht geven, was ze al vijf keer onderbroken door de gespreksleiders.
Walter Zinzen heeft de discussie geopend, wij kijken reikhalzend uit naar een nieuwe vrije tribune van zijn hand. Onze chef-Wetstraat is zelfs bereid ze in Knack op te nemen.
ZO 10/06
Omdat uw dienaar niet kan buitenkomen, wat hij gelukkig nauwelijks doet, of er wordt hem gevraagd hoe het zit met dat proces van Freya Van den Bossche, en omdat het precies een jaar geleden is dat Knack de beruchte licentiaatsverhandeling op zijn website zette, geven wij u de stand van zaken.
Nadat Freya Van den Bossche in juni 2006 een strafklacht tegen ondergetekende had ingediend wegens laster, eerroof en inbreuk op de auteurswetgeving, begon de Leuvense onderzoeksrechter Kristof Van Impe een vooronderzoek. Dat ging bijzonder snel van start. In een paar maanden tijd werden een twaalftal ‘getuigen van Freya-kant’ en vier verantwoordelijken van Knack verhoord door de Leuvense politie.
In december 2006 werd uw dienaar officieel in verdenking gesteld wegens laster. Hijzelf en zijn raadsman, meester Luc Deleu, kregen toen inzage in het dossier, en mochten bijkomende onderzoeksdaden vragen. De kwalificatie van laster wordt door meester Deleu betwist, maar voor het geval de raadkamer ze zou behouden, vroeg hij de onderzoeksrechter om in ondergeschikte orde enkele andere getuigen te horen, om de hiaten in het academische curriculum van Freya Van den Bossche uit te klaren, en om nader onderzoek in te stellen naar waar ze tijdens haar studies heeft verbleven.
De onderzoeksrechter weigerde op die vragen in te gaan. Dat was merkwaardig. Door de kwalificatie ‘laster’ verplicht hij de verdediging aan te tonen dat Freya Van den Bossche haar licentiaatsverhandeling niet zelf heeft gemaakt, maar als de verdediging dan kroongetuigen aanbrengt die daarover uitsluitsel kunnen brengen, weigert hij ze te verhoren.
Het verplichtte meester Deleu om tegen deze afwijzing een tijdrovend beroep aan te tekenen bij de kamer van inbeschuldigingstelling van het hof van beroep in Brussel. Die gaf hem in april 2007 over de hele lijn gelijk, en gelastte de onderzoeksrechter om wel degelijk alle gevraagde bijkomende onderzoeksdaden te stellen. Bij het ter perse gaan, verkiezingsdag 10 juni, is ons niet bekend hoe ver het daarmee staat.
Koen Meulenaere