MA 30 04
Men ziet toch nogal wat, op televisie. Fons Verplaetse en Mia Doornaert samen in De Tabel van Mendelejev bijvoorbeeld. Fons en Mia zijn allebei van gekregen adel, en zaten met een nazaat van graaf Legrelle en met de ravissante Katia della Faille de Leverghem de Limburg Styrum spelletjes te spelen van het genre: ‘Ik ging naar de markt en ik kocht…’. En dan moet men telkens opsommen wat al gezegd is, en er één voorwerp aan toevoegen. Een vrij onnozele vorm van kinderen bezighouden tijdens lange gezinsverplaatsingen per auto, in De Tabel van Mendelejev ooit tot absurdistische kunst verheven door Paul Van Himst. Die vergat als derde in het rijtje onmiddellijk wat de eerste twee hadden gezegd, en meldde met een lichtjes verveelde uitdrukking op zijn gelaat: ‘Ik ging naar het voetbalstadion en ik kocht me daar… een hot dog.’
Fons zat in het team van Rick De Leeuw, twee rockers van jaren, en hun beginzin luidde: ‘Ik ging op bezoek bij de koning en ik nam mee…’ Rick een aardappel, Katia na enig adellijk gepeins een appel, en toen kwam Fons: ‘Ik ging op bezoek bij de koning en ik nam mee: een aardappel, een appel, en een staaf goud van twaalf kilo.’
Toen iedereen was uit gelachen, verduidelijkte hij dat koning Boudewijn, in tegenstelling tot Fons zelf, altijd zeer bezorgd was geweest over de steeds hoger oplopende staatsschuld. Boudewijn informeerde ook regelmatig of er nog genoeg goud in de kelders van de Nationale Bank lag opgeslagen, om het in omloop zijnde Belgische geld te dekken. Volgens de lessen financiën die men hem ooit had gegeven, was dat namelijk een economische vereiste die als hij zich niet vergiste zelfs in de grondwet stond ingeschreven. En die in elk geval internationaal was vastgelegd in het akkoord van Bretton Woods.
Aan het akkoord van Bretton Woods, zoals aan elk akkoord, veegde Fons Verplaetse zijn voeten. Hij maakte de koning wijs dat goud niets opbracht, integendeel, dat er elke dag verlies op werd geleden. Beter was om de hele voorraad van de Belgische schatkist te vervangen door Amerikaanse junk bonds, Nieuw-Zeelandse swaps, en aandelen van Lernout & Hauspie. Hij was daar alvast mee begonnen, als Zijne Majesteit er geen bezwaar tegen had. ‘Tot veertig procent winst in één maand, Sire. Ge gaat de rijkste koning van de wereld worden. Rijker dan de koninginnen van Engeland en Nederland samen. Ge gaat nogal een train de vie kunnen houden, en de koningin ook. Kan ze eens naar een coiffeur die wél een opleiding heeft gevolgd.’
De koning begreep er niets van, maar dacht dat Fons het wel beter zou weten. Een misvatting die ook Wilfried Martens fataal is geworden. De volgende jaren versjacherden Fons en Jean-Luc Dehaene onder hun tweetjes de bijna volledige goudvoorraad van de Belgische staat, en stopten daarmee de opzichtigste gaten in de federale begroting.
Vandaar dat Fons bij zijn bezoek aan de koning geen aardappel, appel, perzik of pruim meenam, evenmin een tros druiven of een kiwi, maar een staaf goud. Waarom het er een van twaalf kilo was, legde hij niet uit, maar waarschijnlijk was dat de enige die nog overbleef. Het rijtje van Fons en Rick stokte, omdat Katia della Faille zich vergiste tussen een banaan en een citroen, een euvel dat bij geboorteadel wel vaker voorkomt.
Toen was het tijd voor de rubriek ‘ Sterke verhalen‘. Mia wist te vertellen dat ze in Warschau ooit uit een restaurant was gezet omdat men haar, uiteraard verkeerdelijk, had aangezien voor een vrouw van lichte zeden. Een soortgelijk misverstand leidde later op de Gossetlaan tot een officiële klacht van Mia tegen Pol Van den Driessche, toen die nog geen kandidaat-senator voor de christendemocraten was.
Fons beweerde in zijn ‘sterk verhaal’ niet meer of niet minder dan dat hij in zijn eentje de Atlantikwal van de nazi’s had gesloopt. De landing in Normandië had niet plaatsgevonden zonder Fons. Verplaetse was in zijn soldatentijd ingedeeld bij de genie, en moest aan de kust de bunkers van de bezetter opblazen. Een voor een, wat een heel karwei was. Op de duur sliep Fons met een kist van 250 kilogram TNT onder zijn bed. ’s Morgens boorde hij die dan vast in het Duitse beton, stak de lont aan, en wachtte op veilige afstand tot de boel explodeerde. Een beetje zoals hij dat later als gouverneur van de Nationale Bank met de overheidsfinanciën heeft gedaan. En met Guy Verhofstadt.
Op een dag was Fons, die nooit veel geduld heeft gehad, eens gaan kijken waarom de ontploffing zo lang uitbleef. Mogelijk was de lont uitgewaaid. Dat bleek niet het geval, en samen met de Duitse bunker vloog toen ook Fons Verplaetse de lucht in. ‘Ik werd wel twintig meter weggeslingerd’, probeerde hij nog wat meer indruk te maken op de bloedmooie Katia della Faille naast zich. Het verhaal eindigde ermee dat tweehonderd meter verderop, bovenop een duin, de geniecommandant door een verrekijker stond toe te kijken en bittere tranen weende. Dat zal dan wel geweest zijn toen Fons alsnog overeind kroop.
Dat je bij het eindspel van De Tabel altijd de eerste letters van het antwoord cadeau krijgt, was Verplaetse ook na tien vragen nog niet duidelijk. ‘Welke Richard was koning van Engeland van 1189 tot 1199, en had een familienaam die verwijst naar zijn dapper en moedig karakter’, vroeg Ben Crabbé, terwijl op een megascherm de letters ‘Le’ van ‘Leeuwenhart’ opflikkerden. Fons: ‘Willem van Oranje.’
WO 02 05
Tot zover Fons en Mia. Wij bevinden ons nu in de steppen van Mongolië. Het is min dertig graden, en bovenop een wit przewalskipaard zien wij een wat corpulente man, in een bizonvel gehuld en met een berenmuts op zijn hoofd: Bert Anciaux. Ondanks de kou ook figuurlijk goed gemutst, want wij horen hem luidkeels zingen van ‘Wij zijn de mannen van Bonanza’. Zelfs de steppewolven houden verschrikt de adem in als het over de koude vlakte schalt: ‘Pakt ‘m vast, draait ‘m rond, smet ‘m in de koeienstront.’ Bert is minister van Cultuur. En een kind volgens onze chef-Wetstraat, die via het ongebruikelijke kanaal van Celebrity Shock eens te meer zijn gelijk bewezen mocht noemen.
Smet ‘m in de koeienstront! Het was Bert een dag eerder zelf overkomen, toen hij in het boeddhistisch instituut van Ulan Bator, in zijn onderbroek gelegen op een houten tafel, met een stinkende smerige smurrie werd ingesmeerd. Men zegt weleens bij wijze van metafoor dat sommige politici hun broek zouden laten zakken om op televisie te komen, dankzij Bert is dat nu ook letterlijk het geval geweest. Deze week zal Bert ook eindelijk de energiekoek opeten die in zijn eigen urine is gedrenkt. ‘Een druppelke of drie vier maar’, nuanceerde ons Damienne in Humo, we mochten dat niet overdrijven.
Vierduizend kilometer zuidelijker barstte Rani De Coninck op dat moment uit in een bui van uitzinnige hysterie, nadat een Hollandse therapeute met een vinger op haar buik had geduwd. Aan de reactie te zien blijkbaar op een G-plus-plekje. ‘Rebirthing-therapie’, zo werd ons door een enthousiaste commentaarstem verteld. Krijsend en snikkend kreeg een schuimbekkende Rani zowaar contact met haar zus, die twintig jaar geleden bij een ongeval om het leven was gekomen. Een ander zou zeggen: ‘Hou zoiets wat discreet’, maar van Rani mochten we er met zijn allen getuige van zijn.
In een barak aan de oever van de Ganges konden we dan weer meegenieten van een klysma bij Davy Brocatus, die dit nadien niet zonder trots meedeelde in een telefoontje naar zijn vriend op het thuisfront: ‘Ze hebben mijn darmen gereinigd schatje. Langs mijn poep.’ Davy staat 21e op de Senaatslijst van de Open VLD.
Hoe ze Celebrity Shock nog moeten overtreffen, is onduidelijk. Wij hebben ooit op een Japans commercieel station een programma gezien waarin jonge koppels, luid aangevuurd door vrienden en familieleden op de volgepakte tribunes, hun pasgeboren baby aan een touw in een put vol krokodillen moesten laten bengelen. Wie de baby het diepst durfde te laten zakken, won een auto. Op dat thema zijn nog wel enkele varianten denkbaar. Maar inzake overgeven, diarree, en ontluistering van ministers van Cultuur, staat Celebrity Shock voor jaren onbedreigd op één.
DO 03 05
De kranten van deze dagen: Freya met Billie op de arm, Freya met Ariane aan de hand. Wellicht zal ze niet geweten hebben dat er op de 1 meistoet in Gent fotografen zouden zijn, vandaar ook dat lelijke rode kleed en die rode schoenen, want was dit niet dezelfde Freya die drie maanden eerder nog moord en brand schreeuwde omdat er op een website in Thailand een wazig filmpje van haar huwelijk draaide waarop haar dochtertjes te zien waren? Dat filmpje moest er af, want ze wou niet dat de mensen in België haar kindjes zouden kunnen herkennen. Nu, met de verkiezingen en een electorale oplawaai voor de deur, spant ze die kindjes plotseling zelf voor haar promotiekar. Haar geheugen lijkt al even kort als haar huwelijk.
VR 04 05
Voor Karel De Gucht zit het er bijna op. De vrede in de wereld is min of meer hersteld, en dat er na 10 juni nog drie federale ministerportefeuilles aan de Open VLD zullen toekomen, is weinig waarschijnlijk. Als ze hun duurbetaalde partijstrateeg nog een beetje laten doen, zakken ze straks onder de zestien procent.
Om zijn ambtstermijn niet enkel symbolisch maar ook aangenaam af te sluiten, gaat Karel nog een laatste maal op bezoek bij doctor Rice, en dan is het afgelopen. Op zijn voorlaatste grote trip, naar het woelige Sudan, had hij voor alle zekerheid Mireille Schreurs meegenomen. Een bodyguard is geen overbodige luxe voor iemand van Karels kaliber bij een bezoek aan een van de gevaarlijkste streken ter wereld.
Op het Journaal zagen wij de beroemde airbus van het Belgisch leger landen op de luchthaven van Khartoem. Deze keer was de vlucht zonder veel problemen verlopen. Het landingsgestel stond wel wat scheef, de rechtse vleugel hing los, en onderweg waren er blijkbaar twee van de vier motoren naar beneden gevallen, maar voor de rest alles in orde. De deuren van het vliegtuig zwaaiden open, en de eerste die naar buiten stapte, was Mireille. Zonder op Karel te wachten, daalde ze met majestueuze tred de vliegtuigtrap af, en werd op het platform verwelkomd door de minister van Buitenlandse Zaken van Sudan, die zelf ook een van zijn echtgenotes had meegebracht. Om de vrouw van zijn collega te begeleiden, zo was zijn idee geweest, maar dat bleek onnodig.
De minister keek raar op toen de blonde diva hem de hand schudde, en op autoritaire toon toesprak: ‘Dag kameraad. Vriendelijk van u om mij te komen afhalen, ik hoop wel dat ge airco in uwe wagen hebt, want het is hier vreselijk warm. Onze Karel zou graag eens de steniging van een overspelige vrouw bijwonen. Hij schijnt daar fantasieën bij te hebben, ik weet ook niet waarom. Intussen zal ik u zeggen hoe ge de kwestie Darfur gaat oplossen. Ik heb trouwens een paar plastieken zakken uit De Lijsterbes meegenomen, want ik heb gehoord dat de mensen daar honger hebben. Het is caneton. Op een laag vuurke opwarmen, en de saus er pas op het einde bij doen. Maar nu wil ik eerst naar de kapper. En zeg tegen uw secretaresse hier dat ze zich over Karel ontfermt, of anders loopt hij verloren.’
In de auto legde Mireille de onthutste minister vervolgens uit wat ze de volgende dagen wenste te bezoeken, en wanneer. Op het departement van Buitenlandse Zaken barstte nog dezelfde avond een felle ruzie los: wie had dat mens uitgenodigd? ‘Ze heeft zichzelf geïnviteerd, excellentie’, probeerde de secretaris zich te verdedigen, maar op het galgenveld knoopte de beul al een strop van eerste kwaliteit.
Mireille leidde ondertussen in haar hotel een vergadering met de Sudanese minister van Justitie, het college van procureurs, en de voorzitster van de Hoge Raad voor de Magistratuur. Daar vernam ze tot haar genoegen dat het politierechters in Sudan ten strengste verboden is om in hun vrije tijd pluimvee te verhandelen op openbare markten. Op inbreuken staat steniging, net als op overspel, wat logisch is als men er even bij nadenkt. Vooral deze tuchtprocedure scheen de Belgische gaste bijzonder te interesseren: ‘Hoeveel mag zo een steen wegen, en hoeveel stenen mag iedereen gooien?’
Peter D’Hondt is bij dezen gewaarschuwd. Collaborateurs in zijn kelder opsluiten is één ding, steniging door een hogere rechtsmacht een tweede. Wedden dat Karel Mireille thuis laat als hij op bezoek gaat bij doctor Rice?
Koen Meulenaere