ma 11/ 08
Leo Stoops heeft onlangs zichzelf overtroffen. Dat mocht wel eens. U weet dat Leo, om het ook voor zichzelf een beetje spannend te houden, in zijn verslagjes voor het Journaal telkens een vreemde zin of zinswending binnensluist waarover hij vooraf met zijn vrienden een weddenschap heeft afgesloten. Het beroemdst is zijn optreden op het justitieplein in Aarlen, waar hij de eerste dag van het proces-Dutroux vergeleek met een Poolse landdag. Bij een pijnlijke passiemoord in Antwerpen sloot hij met uitgestreken gezicht af als volgt: ‘Behulp is alles, zei boer Baeten, en hij spande zijn wijf voor de ploeg. Dit was Leo Stoops, voor het Journaal op de hoek van de Britselai en d’ Anselmóóstrot.’ Daarna holde hij naar zijn stamcafé op de Grote Markt om er zijn winst te gaan opdrinken.
We zijn nu 4 augustus, en op het scherm loopt het beruchte VRT-Journaal van 19 uur, het slechtste van heel Europa. De technische fouten hebben we al gehad (slechts vier), de verkeerde onderschriften ook (twee), eveneens de onnauwkeurigheden in de vertalingen (drie), de studiomicrofoon is te laat opengedraaid (tweemaal), en Wim De Vilder heeft in de verkeerde camera gekeken (eenmaal en één keer bijna: ‘Ha, daar bent u!’). Dan is het de beurt aan Stoops. Voor één keer niet aan een gerechtsgebouw om de vrijspraak van de verkeerde aan te kondigen, in deze vakantieperiode is hij ingeschakeld in de algemene verslaggeving. En het heeft hard geregend in Vlaams-Brabant.
Leo, doodserieus: ‘In Webbekom is de Papenbroeksesteenweg helemaal overspoeld door modder afkomstig van de velden. De brandweer pompte 48.000 liter water per minuut uit de Begijnenbeek, maar ook de Velpe, de Gete en de Herk stonden veel te hoog. Het water werd zoveel mogelijk overgeheveld naar de vijvers van de Halve Maan, maar in de Bredestraat in Kaggevinne liepen toch heel wat huizen onder omdat de collector op de Leuvensesteenweg nog niet klaar is. Tot overmaat van ramp viel een hoogspanningscabine uit, waardoor een groot deel van de Halensebaan zonder stroom zat, van bij Fons van Minne tot voorbij Frans Mankepoot. Zoals men hier zegt: ’t is aangenaam te zien regenen als zijn eigen jas droog is. Dit was Leo Stoops, voor het Journaal vanuit het rampgebied in Wibbegom.’
Hiermee won Leo vier bakken Duvel en twee mossel-soupers.
Do 14/08
Sinds wij hier hebben bericht over de vergeefse zoektocht van onze collega’s van La Libre Belgique naar de mens achter Patrick Dewael, minister van Binnenlandse Zaken en amateurtuinier, is de rubriek Recto/verso verplichte lectuur. Waalse kranten hebben één groot voordeel: in het Frans klinkt het even dwaas als het is. Dat is niet zo in het Nederlands, waar woorden de neiging hebben de rauwe werkelijkheid te verdoezelen.
Bijvoorbeeld. ‘Ik probeer me wat te ontspannen door in mijn moestuintje te werken.’ Dat blijft uit de mond van een olympische schuinsmarcheerder als Patrick Dewael uiteraard belachelijk, maar lang niet zo belachelijk als: ‘Je fais pousser des herbes aromatiques: du thym, du laurier, de la ciboulette… Si j’avais plus de temps, je ferais un potager. Ça relaxe énormément.’ We spreken dan nog niet van een fratsenmaker die een oenothèque wil beginnen, combinée avec un magasin d’antiquités.
Vandaag buigen wij ons over de Recto/verso met Caroline Gennez, volgens de Libre un garçon manqué. Qui ne fait pousser rien du tout, en zeker geen herbes aromatiques. Deze keer hebben ze niet Annick Hovine uitgestuurd, die was nog niet terug van bij Dewael, maar Pierre Gilissen. Die het ook niet onder de markt heeft om de mens achter Caroline te vinden. Terwijl Dewael voor de foto poseerde op een bankje in het Koninklijk Park van Brussel, met zijn schapenogen op hun onschuldigst, laat Caroline zich fotograferen onder de toren van de Sint-Romboutskathedraal, volgens het onderschrift ‘ Le beffroi de Malines‘.
Dat het weer over haar mislukte tenniscarrière zal gaan, valt niet te vermijden. Op haar veertiende was die al afgelopen, maar ook in de Libre luidt het: ‘ Il y a eu Justine Henin et Kim Clijsters. Y aurait-il pu y avoir dans le même registre Caroline Gennez?’
Het antwoord op die vraag is simpel: ‘Bijlange niet.’ Simpeler alvast dan de vraag zelf, want ‘ Y aurait-il pu y avoir’, probeer dat maar eens uit te spreken zonder uw tong in een knoop te draaien. Ze is in de sport geboren, preciseert ze zelf, en vermits ze op bevel van de partij van Sint-Truiden naar Mechelen is verhuisd, een gedwongen deportatie op zijn Chinees, kan geen enkele journalist weerstaan aan de schalkse vraag voor wie ze supportert als STVV tegen KV Mechelen speelt. Na honderd keer is het schalkse daar wel wat van af, maar journalisten zijn ook maar mensen. En geven zelden blijk van originaliteit.
Dan wordt het plotseling interessanter: het Limburggevoel! Caroline: ‘Le Limburggevoel est un sentiment collectif qui n’a pas d’équivalent en Flandre. La semaine dernière, j’ étais encore à Maaseik et les gens sont étonnés de voir une présidente nationale venir jusque-là.’ Dat klinkt een beetje lachwekkend, la semaine dernière j’étais encore à Maaseik, al is niet meteen duidelijk waarom. Wij leren verder dat ‘Haspengouw’ in het Frans ‘Hesbaye’ heet, wat minder bevorderlijk lijkt voor de appeloogst.
In 1991 trad Caroline, die nota bene geabonneerd was op Het Belang van Limburg en de Jerusalem Post (!), toe tot de socialistische partij. En nadat ze in een café in Hasselt Steve Stevaert had ontmoet, werd ze voorzitster van de jongerenafdeling: ‘Tout le monde m’a dit que ce poste, c’était la pire manière de faire carrière au SP. A l’époque, c’était Louis Tobback qui présidait le SP, et il tirait à boulets rouges sur tout ce qui venait des jeunes socialistes. Tu sais comment on l’appelait, Tobback? Pépin le Bref.’
Pépin le Bref! Mijnheerke Louis! Van veel opvoeding en respect getuigt die Caroline niet echt. Ondanks het jongerenvoorzitterschap werd ze in oktober 2007 toch présidente nationale van de SP.A: ‘ J’ai dû fausser un peu les élections pour repousser mon opposant Eric De Bruyn, mais dans mon parti on a l’habitude. On s’en moque comme de l’an quarante, comme on dit à Saint-Trond.’
Caroline was voordien op al even slinkse wijze eerste schepen van Mechelen geworden: ‘Dans la campagne électorale, c’était un peu la guerre avec le bourgmestre Bart Somers. Mais le soir même du scrutin, j’ai fait tout de suite une coalition avec lui. Fallait voir la tête de cette bigote de Vervotte.’
Het kan zijn dat wij niet meer helemaal correct aan het citeren zijn, wij schrijven dit uit het blote hoofd, ons geheugen is niet meer wat het was, en ons Frans is nooit iets geweest. Maar als ze het al niet letterlijk zo gezegd heeft, dan had ze het in elk geval zo móéten zeggen als ze eerlijk wou blijven. En dát is toch het wezenskenmerk van een socialist.
VR 15/ 08
Alweer goed nieuws voor alle veroordeelde cliënten van meester Van Steenbrugge: hij gaat het voortaan professioneel aanpakken. Dat liet de beroemde Gentse strafpleiter ons weten via een uitgebreid interview in De Standaard, dat paste in De Verlichting, een serie over creativiteit. ‘Ik was het liefst voetbaltrainer geweest’, roept Van Steenbrugge in de kop, en in menige gevangenis had men die hoop graag in vervulling zien gaan.
Vooreerst dienen wij te onderstrepen dat er een schitterende foto bij het artikel prijkt. De strafpleiter zit op een houten bankje, zoals de meeste van zijn klanten, en draagt een op het eerste gezicht wat sjofel pak, dat op het tweede gezicht een fortuin moet hebben gekost. Elk nonchalant slordigheidje in zijn voorkomen is immers minutieus bestudeerd en kost stukken van mensen. Achter hem een muur met allerlei rare en obscene prenten. Het haar van meester Van Steenbrugge, driekwart van de foto, gaat naadloos over in het schaamhaar van een vrouw die met opengesperde benen gefotografeerd is.
Wij hebben onze chef cultuur moeten raadplegen om te weten van wat voor als kunst vermomde vuiligheid hier gebruik is gemaakt. Blijkbaar van de beroemde Roca-collectie uit Barcelona, tijdelijk tentoongesteld door het Dr. Guislainmuseum in Gent. De Roca-collectie is een verzameling foto’s van wassen beelden die indertijd dienden als didactische illustratie van allerlei aandoeningen en ziektes. Het ene beeld heeft schurft, het andere syfilis, een derde is gezegend met enkele etterende zweren, een vierde is een caractériel. En daarvoor dus meester Van Steenbrugge, in feite geïncorporeerd in de achtergrond waarvoor hij poseert. Prachtige belichting, nonchalante zit op de bank… Mick Jagger, toen hij nog maar 58 was. Meester Van Steenbrugge zoals hij zou willen zijn. Het zal niemand verbazen dat zijn ideaalbeeld José Mourinho is, de pats- en protserige trainer van Inter Milaan.
Na de foto bekijken we het kaderstukje: ‘De tip van Walter Van Steenbrugge.’ Komt ie: ‘Durf verder te kijken dan je eigen vakgebied. Weg van het kleine dossiertje in het rechtbankje van het provinciestadje.’
Inderdaad een nuttige tip, waarmee al menig cliënt die in zo een provinciestadje terechtstond zijn voordeel heeft gedaan. Het is dan met zichtbaar misprijzen dat meester Van Steenbrugge de zittingzaal in Ieper of Dendermonde binnenschrijdt, om zijn dure pak niet vuil te maken gekleed in een oude jeans en een versleten joggingshirt, toga er achteloos overheen, die kinkels even met wat juridische spitstechnologie om de oren slaan, en zo rap mogelijk weer in zijn Jaguar en weg. Dat maakt altijd een goede indruk op de magistraten in zo een klein rechtbankje, die de klant van meester Van Steenbrugge dan onmiddellijk vrijspreken.
De meester: ‘Ik zeg aan mijn medewerkers dat ze hun vizier moeten openen en verder kijken.’ Dit is zeker niet in dovemansoren gevallen bij zijn beroemde vennote meester Christine Mussche, die van nature uit al verder kijkt. Meester Mussche is namelijk twee meter en vier. En als ze haar hoge hakken draagt twee meter vijftien. Zou in de NBA moeiteloos in de top tien van de beste rebounders staan. Wat Dwight Howard kan, kan meester Mussche ook. En sierlijker.
‘De meest creatieve momenten’, lezen wij verder, ‘zijn gesprekken met andere wetenschappers: psychologen, psychiaters, neurologen. Wij staren ons blind op ons eigen juridische tuintje, we voeren in de rechtszaal elke dag hetzelfde nummertje op, maar we dragen oogkleppen. Terwijl er geen branche is waarin we creatiever kunnen zijn dan in justitie.’
Vandaar dat meester Van Steenbrugge met ingang van september geregeld een beroep zal doen op een vaste ploeg wetenschappers. Zoals Tia Hellebaut in het hoogspringen. ‘Je bent als strafpleiter met iemands leven bezig, je moet wel gek zijn om géén gebruik te maken van de expertise van anderen.’
In Walters team: de al genoemde psychiaters, psychologen en neurologen, een farmacoloog, een grafoloog, een forensisch expert, een relatietherapeut, een pedicure, een garagist met kennis van Britse automechaniek, een trendy kapper, een taxidermist en een gebedsgenezer. Het is niets te vroeg, zouden wij zeggen. Had dat team bestaan ten tijde van het proces-Van Noppen, Alex Vercauteren zat nu niet in de cel. En ipso facto zouden onze biefstukken heel wat malser zijn.
Meester Van Steenbrugge besluit met de vaststelling dat veel van zijn confraters slecht gekleed zijn, en slordig gekapt. En voegt eraan toe dat hoe meer stenen mensen als uw dienaar naar zijn kop gooien, des te meer kracht hij eruit put. Wij zijn blij dat wij op onze bescheiden wijze toch ook een steentje bijdragen tot zijn succes. En wij houden dat team van hem in de gaten. Wat erin ontbreekt, is een gewezen assisenrechter. Wij mogen hier graag Edwin Van Fraechem aanbevelen.
za 16/ 08
Het liefst kijken wij naar sporten waarin niet de objectieve cijfers beslissen over de uitslag, maar wel een doorgaans subjectieve en soms boudweg oneerlijke jury. Turnen, duikelen van de tienmeterplank, synchroon zwemmen, judo, worstelen… De Rus Kubulowski tegen de Chinees Li Wang. De kamp begint. Kubuloswki slaat Li Wang acht keer met zijn hoofd tegen de vloer, zwiert hem een halve minuut in het rond, scheurt hem een oor af, draait hem een arm uit, hierna een been, en plant tot slot zijn knie in zijn weke delen. Toeoeoeoet, einde van de match. Iedereen kijkt naar de rand van de mat, daar zit de jury. De Chinees wint.
door Koen Meulenaere