ma 25 12
Het kan soms onnozel zijn, de wijze waarop iets aan het licht komt. Zo stond midden december in Van de redactie, de gossiprubriek van Knack, het volgende te lezen: ‘De manier waarop Bart Somers in Mechelen een goede vriendin als schepen tracht te installeren, lijkt wel erg op oude politieke cultuur.’
Onze chef-Wetstraat had hiermee een ironische sneer naar Caroline Gennez in gedachten. Zij had vóór de verkiezingen Bart Somers en zijn beleidsploeg namelijk uitgescholden voor het vuil van de straat, en meermaals herhaald dat ze met die blaaskaak van de VLD niet door één deur kon. Nu Gennez alles wat ze had uitgebraakt weer keurig heeft ingeslikt – voor een interessant postje moet een mens al eens iets doen – meende onze chef-Wetstraat dat een bijtende opmerking niet misplaatst was. Vandaar dus de passage over die ‘goede vriendin’.
Schets zijn verbazing toen er plots één aan de lijn hing die beweerde dat zíj ongetwijfeld bedoeld werd met ‘de goede vriendin van Bart Somers’, maar dat daar niets van aan was en dat ze haar schepenambt zelf verdiend had. Greet Geypen! Bleek ook al een goed bezoldigde functie bij de VLD te hebben gekregen. En nu dus een fors betaald schepenambt erbovenop. Daar werd over geroddeld, vertelde ze, zeker in Mechelen, waar roddelen als volkseigen mag worden beschouwd, maar onterecht. Als men het haar op de vrouw af vroeg, vond ze die hele Bart Somers zelfs een vies kereltje, en intellectueel een lichtgewicht.
‘Denk nu eens na, Rik’, werd Geypen sneller familiair dan gezien de omstandigheden gepast leek. ‘Stel, ik zeg wel ‘stél’, dat wij wél een koppel zouden vormen. Horesco referens, dat is Latijn. Dan konden we toch niet samen in de gemeenteraad zetelen, laat staan in het schepencollege? Zoiets is tegen de wet. Of we zouden elk een aparte domicilie moeten houden, wat dan weer valsheid in geschrifte en bedrieglijke adresvoering zou zijn. Daarop staat twintig maanden.’
Hierna vernam onze geschokte chef-Wetstraat dat er volgens Geypen, die blijkbaar toch meer scheen te weten, in de rug van Bart Somers een gleuf zit! Daarin stoppen Guy Verhofstadt of Noël Slangen elke morgen een andere cd, en die draait dan de hele dag. Zo verdedigt Somers de ene keer wit, om vierentwintig uur later met evenveel woordenkramerij zwart te beweren. Of desnoods groen. Je windt hem op en hij loopt af.
Van veel eigen ideeën heeft de burgemeester inderdaad nooit blijk gegeven. Wie het presteert een boekje te publiceren waarin hij plechtig belooft om de volle zes jaar in functie te blijven en dan dezelfde week zijn ontslag geeft, die is voor geen enkele bocht bevreesd. Krijgt u graag een overzicht van het hele spectrum aan gangbare politieke meningen, neem dan de laatste vijf interviews met Bart Somers. Zelfs Kabouter Drift uit Laakdal moet het tegen hem afleggen. Niet toevallig komen beiden uit de Volksunie.
Zo Somers haar al met ongewenste attenties het hof maakte, dan gold zeker niet het omgekeerde, dat was ongeveer de boodschap van Greet Geypen, in sommige kringen al ‘Greet II’ genoemd. Onze chef-Wetstraat, die niet beter weet of politiek is een eerlijke zaak, zat een poos vol ongeloof naar de hoorn van zijn telefoon te staren: ‘Dus wat u me zegt, is dat u niet de vriendin van Bart Somers bent, en dat u op eerlijke wijze schepen van Openbare Werken wordt, niettegenstaande tal van partijgenoten meer stemmen hebben behaald dan u?’
Ja, dat was het ongeveer.
‘En heb ik ooit het tegendeel geschreven?’
Nee, eigenlijk niet.
‘Maar waarom belt u dan?’ drong Van Cauwelaert aan.
‘Om te voorkomen dat u in de toekomst misschien wel zou schrijven dat ik dat schepenambt heb gekregen omdat ik de vriendin van Bart Somers ben.’
‘Maar dat bent u toch niet?’ riep onze chef-Wetstraat, de vertwijfeling nabij.
‘Nee’, moest Geypen toegeven.
‘Veel succes dan nog met uw schepenambt’, maakte Van Cauwelaert een einde aan een vermoeiend gesprek. En haastte zich naar de verpleegster voor een aspirientje.
di 26 12
Het was een avond in december, rond een uur of kwart voor negen. Telefoon.
‘Met Meulenaere.’
‘Ben ik bij de familie Meulenaere?’
‘Nee, bij Van den Broeck. Hoort gij niet goed of wat?’
‘Spreek ik met mijnheer Meulenaere?’
‘Nee, met madam! Hoe is dat nu mogelijk. Wat is er?’
‘Goedenavond mijnheer Meulenaere. U spreekt met Antje Boeckx van De Standaard. Excuseer, maar mag ik u even storen?’
‘Van De Standaard? Ohla, stoor dan maar Antje.’
‘Wij doen een onderzoek naar de bekendheid van De Standaard. Mag ik u eens vragen, mijnheer Meulenaere, kent u De Standaard?’
‘Ken ik De Standaard? Maar schat toch, natuurlijk ken ik De Standaard. Ik ken zelfs de stichter, Frans Van Cauw…’
‘Dat is heel fijn, mijnheer Meulenaere, dat u De Standaard kent. Mag ik u vragen: leest u De Standaard?’
‘Absoluut.’
‘Dat is prettig om te horen, mijnheer Meulenaere. En hoe vaak leest u De Standaard?’
‘Elke dag. Van voren naar achteren, en terug. Zes dagen in de week. En het spijt me dat er op zondag geen is.’
‘Elke dag! Dat is goed nieuws, mijnheer Meulenaere. En mag ik u vragen: wat vindt u van De Standaard?‘
‘Schitterende krant, eerlijk waar. In schrille tegenstelling tot bijvoorbeeld een strontgazet als De Morgen. Zet dat er maar bij op uw formulier.’
‘Dan heb ik nog één vraagje voor u, mijnheer Meulenaere, en dan zal ik niet langer van uw tijd roven.’
‘Oh, roof maar rustig, ik heb toch niets te doen. Op televisie is het Chelsea-Barcelona, wie wil dat zien?’
‘Zou u iets willen veranderen of verbeteren aan De Standaard, mijnheer Meulenaere?’
‘Verbeteren? Ik zou niet weten wat. Die krant is perfect wat ze moet zijn.’
‘Dan dank ik u voor uw tijd en uw bereidwilligheid, mijnheer Meulenaere, en wens ik u verder nog een prettige … ‘
‘Hee Antje! Wacht eens even, er is tóch iets dat ik wil veranderen.’
‘Jawel, mijnheer Meulenaere.’
‘Kunt ge die Reynebeau niet buitengooien?’
‘Zou u dat even voor mij willen spellen, mijnheer Meulenaere?’
‘Voor u alles, lieveling. Reynebeau. Romeo, Eduard, een Griekse y, Nico, Eduard, en dan beau gelijk in belle, maar voor een man. Reynebeau. Zíjn artikels irriteren mij mateloos, en ik zal niet de enige zijn. Als ge hem zou kunnen lozen, koop ik elke dag twee keer De Standaard.’
‘Dat zou fijn zijn, mijnheer Meulenaere, ik geef uw opmerking door aan de verantwoordelijken. Nog een prettige avond.’
‘Evenveel voor u Antje, evenveel voor u. En op voorhand bedankt. Namens velen.’
do 28 12
Het wordt hoog tijd dat ze op de nieuwsdienst Greet Op de Beeck meer gewichtige onderwerpen gaan toevertrouwen, of ze zal door Patrick Dewael snel aan de deur worden gezet. De deur van het kabinet waar het koppel op onze kosten een comfortabel leven leidt. En elke avond copieus uiteten in Brussel. Greet is de jongste maanden vijftien kilo aangekomen, maar volgens Dewael op de verkeerde plaatsen. Veroorlooft zich al seksistische en ronduit vulgaire grapjes over haar. In het openbaar nog wel. Zo ging het op een officieel banket eens over de subtiele bakkersslogan: ‘Van korstjes krijg je borstjes.’ Waarna Dewael tot gegeneerdheid van de hele tafel opmerkte: ‘Dan zal ik Greet toch eens naar een andere bakker moeten sturen.’
Heeft hij zich die scheve schaats al beklaagd, de minister. Hij had veel liever de echte Betty Mellaerts, dan dit generische middel. Het wordt elke dag pijnlijker: de ernstige onderwerpen zijn geweest, voor zover er in het VRT- Journaal nog ernstige onderwerpen getolereerd worden, de sport is achter de rug, TerZake is aangekondigd en het weer voorspeld, en pas dan is het tijd voor Greet. Een patissier heeft een kunstige taart gebakken. De kerstman in crème au beurre. Of het Atomium in biscuit, met riz condé eromheen. Greet is al ter plaatse.
Een amateurtoneelvereniging heeft een origineel idee: De muizenval. Of nee, iets intellectuelers, iets waarnaar ook Betty Mellaerts zou gaan kijken: De leeuwerik. ‘Van Jean Grenouille’, leidt een verveelde Wim De Vilder in, terwijl hij zijn papieren al bijeenscharrelt. Greet ondervraagt de regisseur en laat enkele fragmenten zien. Monseigneur Cauchon bezoekt Jeanne d’Arc. (Greet stelt enkele kritische vragen aan de bisschop, althans aan de slager die de bisschop vertolkt.) Jeanne draagt plots vrouwenkleren. (Greet polst bij la Pucelle d’Orléans: welke kleren draagt ze het liefst?) Jeanne wordt op haar proces geconfronteerd met enkele ingewikkelde theologische kwesties. (Greet vraagt duiding aan Rik Torfs.) De Vilder zit al thuis met een ondeugend boek, als de eindgeneriek op het item van Greet wordt aangesloten.
In het Museum voor Natuurwetenschappen worden scholieren in allerlei disciplines ingewijd via een zoekspel naar de dader van een perfecte moord. Greet interviewt Witse!! Echt waar, wij hebben dat zelf gezien, op televisie. Of Witse wist wie het gedaan had. ‘En doe de groeten aan Annemie’, fluisterde ze de verraste Hubert Damen ten afscheid nog toe. Als het naar romantiek neigt, heeft Greet het wel vaker moeilijk om fictie en realiteit uit elkaar te houden, tot wanhoop van Dewael.
Altijd als laatste moeten opdraven in een nieuwsuitzending is niet goed voor iemands zelfbeeld. Uw dienaar heeft recht van spreken, want veertien jaar lang was hem hetzelfde lot beschoren in de sportprogramma’s van VTM. Eerste klasse was geweest, alle interviews erdoor gejast, de nieuwe stand overlopen, de zaalsporten afgewerkt, een veldrit, de testritten van de Formule 1 … de presentator was al weg, en dan leidde een pancarte onze bijdrage in: ‘Degradatieduel in tweede klasse: Virton-Eupen.’ Het is meer dan eens gebeurd dat de regisseur de cassette per vergissing al had weggegooid.
Ons kon dat eerlijk gezegd niet schelen. Voor Virton-Eupen kreeg je als medewerker evenveel betaald als voor Anderlecht-Standard, en een zelfbeeld heeft een columnist toch niet meer. Maar of het die Greet zo lekker zit, durven wij te betwijfelen. Anderhalf jaar geleden versloeg ze de Europese politiek. En de begeleiding van afgewezen asielzoekers door Binnenlandse Zaken. En waar zit ze nu? Bij de faits divers die zich nog ónder de gebroken armen en benen bevinden. Want de gebroken armen en benen openen tegenwoordig Het journaal.
‘De Cultuurcel’ klonk goed. ‘Onder leiding van Martine Tanghe’ klonk al wat minder. Maar de rommel die ze in werkelijkheid te verwerken krijgt, plus de zware nederlaag bij de gemeenteraadsverkiezingen in Tongeren, had ze in haar ergste nachtmerrie niet kunnen dromen. En dan hoorde ze onze chef-Wetstraat in Morgen beter nog onthullen dat Dewael zijn politieke toekomst al achter zich heeft. Hij is de enige vriend in wiens rug Verhofstadt tot nu toe nog geen mes heeft geplant. Dat komt dan wel bij de volgende verkiezingen.
En zo wensen wij, bij het begin van dit nieuwe jaar, aan eenieder een gelukkig 2007. Al zouden wij er niet te zeer op rekenen.
Koen Meulenaere