ma 21 04
door Koen Meulenaere
Uw dienaar zal ook eens een gedicht schrijven. God weet wordt onze begrafenis dan ook rechtstreeks uitgezonden door de openbare omroep, zoals die van Hugo Claus. Op onze vraag wat de criteria zijn voor een liveverslag van een uitvaart, hebben wij nog altijd geen antwoord. Wat het vermoeden doet groeien dat die beslissing inderdaad met de natte vinger is genomen – gezien de kostprijs van zo’n rechtstreekse captatie een onthutsende vaststelling.
Populariteit kan in elk geval de norm niet geweest zijn. Vijfennegentig procent van de Vlamingen heeft nooit een boek van Claus vast gehad, en van de vijf procent die dat al wel had, geeft driekwart toe, zelfs publiekelijk, dat het in zijn magnum opus nooit verder is geraakt dan de eerste honderd bladzijden. Het geeft een idee van hoe ze van zijn andere boeken hebben genoten. Zou er ooit een schrijver zijn geweest met nóg minder impact op zijn volk? Dat moet dan al een goed getrainde knoeier geweest zijn.
‘Ja maar,’ is dan het cliché dat al na één dag een uitweg bood, ‘zijn gedichten waren wél mooi.’
‘Oh ja? Noem er mij dan eens drie.’
Dat lukt al weinigen. ‘De Oosterdonkse gedichten’, proberen de meest alerten zich te redden met een halve flard geheugen.
‘Zeg er daarvan eens één op.’
Lukt niemand meer. ‘Waarover gingen die mooie gedichten dan?’
‘Ja euh, over van alles.’
Men kan zich niet ontdoen van het vermoeden dat Guido Gezelle een diepere indruk heeft nagelaten. Eenieder kent Het schrijverke. Al was het maar dankzij Will Ferdy, met zijn zwarte kabotseken aan.
Moederken, wie kan het niet opzeggen? ”t En is van u, hiernederwaard, geschilderd of geschreven, my moederken geen beeltenis, geen beeld van u gebleven.’
Gaston Durnez heeft daar ooit een schitterende parodie op gemaakt voor Louis De Lentdecker. ”t En is van u, hiernederwaard, getypt of handgeschreven, van u, myn kleen reporterkyn, geen letter haast gebleven. Geen fait divers, geen feestverslag, geen reportage hoe kleene, tenzy die liefdesbrief die gy, my zenden liet, alleene. En ook die en hebt gy niet, o neen, niet zelf geschreven. Lyk alles hebt g’hem uutgeknipt, en op ’t papier doen kleven.’
Boerke Naas, die kennen ze toch tot in Tokio? ‘Boer Naas die maar een boer en was, nochtans was scherp van zin, hij ging en kocht een zevenschot en stak daar kogels in. Al met ne keer, wat hoort boer Naas, juist bacht hem in den tronk? Daar roert entwat, daar loert entwat, ’t docht Naasken dat ’t verzonk.’
De Zanggebroeders! Uit het woud. Uit de weg iedereen, want als wij beginnen te declameren, of te declareren, staat er geen rem meer op: ‘Zanggebroeders uit het woud, met uw talen duizendvoud, gij die kwinkt en gij die kwedelt, gij die schuifelt en die vedelt, gij die neuriet en die tiert, gij die piept en tiereliert. Gij die wistelt en die teutert, gij die knotert en die kneutert, gij die wispelt en die fluit, gij die tjiept en tureluit. Gij die tatert en die kwettert, gij die klapt en lacht en schettert, vezelt, orgelt, zingt en speelt, lispelt, rutselt, tsjielpt en kweelt. Gij die kwinkelt lijk de vinken, en alom gaat slaan en klinken, met uw bekken licht en los, dat het kettert in het bos.’
Niettemin is de begrafenis van Guido Gezelle niet rechtstreeks uitgezonden op de VRT, en die van Claus wel. Op Eén en Canvas tegelijkertijd nog wel, op uw en mijn kosten. En pas op: een paar weken later gingen dezelfde lui die elkaar al op het officiële begrafenisfeest hadden verdrongen oesters eten op de gezondheid van de dode, en daarvan kregen we in het VRT-Journaal ook nog een verslag van vier minuten! Dat kun je toch aan geen buitenlander meer uitleggen? Sinds wij buiten onze wil om de natuurlijke leider zijn geworden van het anti-Clausfront, beginnen wij er meer en meer van overtuigd te raken dat we voor één keer nog gelijk hebben ook.
Maar genoeg afgunst, wij gaan het zelf proberen. Een gedicht, nee wacht, een rijmende haiku, ’t moeilijkste wat bestaat. Is Claus nooit gelukt.
Gut o gut o nee,
We zijn onze abonnee,
Kwijtgespeeld in Bree.
Wat dacht u daarvan? Eerlijk zeggen. We hebben het natuurlijk over Jaak Gabriels, de overloper van de Volksunie. Vorige week hebben wij hier bekendgemaakt dat Jaak zijn abonnement op Knack heeft opgezegd. Waardoor het gemiddelde alcoholverbruik bij onze lezers in één klap meer dan gehalveerd is. Luc Van den Bossche en Flor Koninckx nog weg, en we staan droog.
Gabriels was de haatartikels tegen zijn beschermheer Guy Verhofstadt beu. Net op het moment dat die artikels vanzelf uitdoven omdat de ex-premier, alweer op uw en mijn kosten, wat door Europa gaat reizen. Aangezien Jaak Knack toch niet meer leest, belet niets ons om zijn naam hier wat door het slijk te sleuren, tot algemeen vermaak. Moeilijk is dat niet, de knipselmap biedt honderden mogelijkheden. Herinnert u zich bijvoorbeeld die snoepreis naar Korfoe?
Dan moeten we eigenlijk eerst de trip naar Lapland weer oprakelen. Waar Jaak zich op de sneeuwscooter aan het amuseren was, terwijl men in eigen land vruchteloos naar hem op zoek was, in een wanhopige poging om de wreedaardige moord op driehonderd onschuldige bio-geitjes in Klemskerke te voorkomen. Het was onze chef-Wetstraat die had uitgevist dat Gabriels in Lapland op elanden aan het jagen was op kosten van zijn vriend Freddy Van Dyck, baas van het gelijknamige publiciteitsagentschap en van reisbureau Ulysses. Van Dyck onthulde zelf in De Morgen dat hij op zijn events de vips liet meereizen voor een vriendenprijs, lees gratis, omdat hij met hun naam kortingopwekkende indruk kon maken op hoteliers en luchtvaartmaatschappijen. Zeker als er een minister bij was.
Hij kwam met zijn gulheid een tweede keer in de belangstelling toen via zijn reisbureau zowel Mediaminister Dirk Van Mechelen als eens te meer Jaak Gabriels van een vakantie in Korfoe had genoten. Van Dyck had daar met beide excellenties ook een gezellig onderhoud gehad. Dat was ongelukkig omdat hij in die periode aandeelhouder was bij Think Media, dat kort nadien van de Vlaamse regering een landelijke uitzendvergunning kreeg voor zijn radiostation 4FM. Van Mechelen had alle moeite van de wereld om met facturen aan te tonen dat hij zijn reis zelf betaald had.
Gabriels van zijn kant moest zich een poos later alweer verantwoorden, wegens zware druk op het Bestuur der Luchtvaart en het kabinet van Verkeer om Freddy Van Gaever een licentie te verlenen voor VG Airlines. Dat was, uiteraard toevallig, kort nadat Freddy Van Dyck daar lid van de raad van bestuur was geworden.
Er zijn mensen die problemen zoeken, zeker als ze reizen. Jaak is ooit ontslagen terwijl hij in het buitenland vertoefde. Was als federaal minister van Landbouw op bezoek bij zijn Spaanse collega in Madrid, en in zijn afwezigheid werd zonder dat hij het wist zijn departement gesplitst en dus afgeschaft. Iets waar hij als Volksuniemandataris altijd had op aangedrongen, maar wat hem nu als VLD-employé bijzonder slecht uitkwam.
Gabriels werd gedegradeerd van de federale naar de Vlaamse regering, en werd daar afgescheept met het Vlaams ministerie van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel, Huisvesting en Rendierenjacht. En zoals iedereen weet: in de politiek is de lengte van de titel omgekeerd evenredig met het belang ervan. Nog maar net had Jaak zijn nieuwe bevoegdheden vanbuiten geleerd, of hij werd al opnieuw afgedankt. Een week nadat hij op kop had gelopen van een betoging waarin zijn collega-minister Vera Dua voor groene hoer werd uitgescholden. En dan moest hij nog plaatsmaken voor Patricia Ceysens, toch ongeveer het meest vernederende wat iemand kan overkomen.
Jaak mocht zich concentreren op zijn gemeentelijke taken. Met succes. Vorig jaar sloot hij nog het luchtruim boven Bree af om te verhinderen dat er foto’s zouden worden gemaakt van het trouwfeest van Kim Clijsters. Een maatregel die hij destijds niet had genomen om de Amerikaanse vluchten naar Irak tegen te houden. En nog veel minder om die van de Luftwaffe te hinderen. Bree werd dan ook niet toevallig Klein-Berlijn genoemd. Net als Bilzen. Merkwaardig dat in beide gemeenten twee voormalige VU-voorzitters burgemeester zijn. Twee overlopers ook, zoiets zit blijkbaar in de genen van het nationalisme. Gabriels en Johan Sauwens kwamen overigens samen onder vuur omdat ze lid waren van het extreemrechtse Sint-Maartensfonds. Sauwens moest ontslag nemen als minister, Gabriels ontsprong de dans omdat hij alleen enkele steunkaarten zou hebben gekocht, zonder goed te weten waarvan. Haha.
Als wij het allemaal overschouwen, blijft het toch jammer om zo’n abonnee te verliezen.
do 24 04
Het heeft weinig gescheeld of de Verlinden had het leven gelaten in een pot. Meer bepaald in die van een stam hongerige Tutsi-kannibalen in het oosten van de Congo. Daar was hij net weer van katoen aan het geven met een verslag waarvan de belangrijkste boodschap was: ‘Ik ben Peter Verlinden voor de VRT, en ik sta op een héél gevaarlijke plaats. Veel gevaarlijker dan waar de Vranckx staat, dat is wellicht in de keuken bij zijn moeder.’
Verlinden, die op de camera een spiegel heeft laten monteren, ging zo op in zichzelf dat hij niet gemerkt had hoe achter hem enkele Tutsi-jagers de prooi opmaten. ‘Goed in het vlees en niet te veel uitstekende beenderen’, luidde het unaniem, en vijf tellen later werd de verslaggever op een takkenbed vastgebonden en op vier sterke schouders het oerwoud in gedragen. De cameraman en de klankman stonden voor de keuze: Verlinden redden of zichzelf, en hoefden daarover niet lang na te denken.
Toen hij de al dampende kookpot in de gaten kreeg, sloeg Verlinden toch een beetje in paniek. Er is een verschil tussen de held uithangen in het Journaal, en de held uithangen in het echt. In een pavloviaanse schrikreflex riep hij zijn ontvoerders toe: ‘Ik ben Peter Verlinden voor de VRT, in de gevaarlijke brousse van Goma.’
Het stamhoofd, een door de wol geverfde Tutsi, meende niet goed te horen: ‘Wíé zijt gij?!’
En toen kwam het opnieuw, het ook thuis tienduizend maal opgedreunde zinnetje: ‘Ik ben Peter Verlinden voor de VRT, in de gevaarlijke brousse van Goma.’
‘Zijt gij die dikzak die altijd beweert dat wij het vliegtuig van Juvenal Habyarimana uit de lucht hebben geschoten?’
‘Ik ben Peter Verlinden voor de VRT, in de gevaarlijke…’
‘ Jaja, het is al goed, ik ben King Louis. Zijt gij de man die op het proces over dat ongeluk met tien Belgische para’s een Hutu-leugenaar in uw tuin hebt geïnterviewd? En die de hele verslaggeving over die zaak heeft vervormd?‘
‘Ik ben Peter Verlinden voor de VRT…’
‘ … in de gevaarlijke brousse van Goma, we weten het al. Of ge nog úítde gevaarlijke brousse van Goma zult geraken, is een ander paar mouwen. Want met u hebben wij, eerzame Tutsi’s, meer dan één eike te pellen. Waart gij dat schreeuwerige schandknaapje van André Geens en Rika De Backer, die twee Hutu-agenten?’
‘Ik ben Peter Verlin…’
‘Ja, dus. Zijt gij de man die in al zijn reportages de Hutu’s zit te verheerlijken en de Tutsi’s zwart te maken?’
‘Ik ben Peter…’
‘Mannen, stookt het vuur op. ‘
Verlinden had afscheid genomen van het leven, en sprak zijn laatste woorden: ‘Ik ben Peter Verlinden voor de VRT, in de pot.’ En toen kwam uit het struikgewas Pieter De Crem tevoorschijn, bevrijdde hem uit zijn hachelijke situatie, en maakte korte metten met de Tutsi’s.
Ons land steunt de Hutu’s, altijd gedaan. Op een kort interludium onder Guy Verhofstadt na. Die drukte liever een massamoordenaar uit het andere kamp aan zijn borst.
vr 25 04
Volgens Fons zijn de wegen in ons land niet goed genoeg. Marcia had die beter gelegd. België wil het logistieke hart van Europa zijn, maar onze infrastructuur is de voorbije acht jaar verloederd en verwaarloosd. Alle autostrades vol putten.
Fons is eregouverneur van de Nationale Bank en de jongste medewerker van Knack. Om de maand legt hij de vinger op de wonde van het wanbeheer onder Paars. Marcia is een van de directeurs van de Nationale Bank, en is de jonge en niet onaantrekkelijke beschermelinge van Fons. Haar internationale carrière is op een schandalige manier gefnuikt door Guy Verhofstadt.
Slechte wegen en lange files, dat is net wat een logistiek hart kan missen als de pest. Maar Fons zou Fons niet zijn mocht hij geen oplossing hebben bedacht: de overheid moet meer investeren in de wegen, en het openbaar vervoer moet worden gestimuleerd.
Het lijkt simpel, maar men moet erop komen.