DI 22 05
Nicolas Sarkozy, de nieuwe president van Frankrijk, brengt niet alleen Mia Doornaert op onfatsoenlijke gedachten. Ook bij Karel De Gucht deed hij plots een lampje branden. Een lampje is te zwak uitgedrukt, een lichtmast van zesduizend lux. Dat hij met al zijn verstand niet zelf en niet vroeger op dat idee was gekomen, daar kon Karel eigenlijk geen verklaring voor vinden.
U hebt ongetwijfeld gelezen hoe Sarkozy een paar socialisten in zijn nieuwe rechtse regering heeft binnengesluisd. Een socialist kun je altijd verleiden met een postje, hoe miniem ook. Helmut Kohl heeft het gezegd: ‘Het is makkelijker een hond langs een hotdogkraam te leiden dan een socialist langs een hoopje geld.’ En dus waren Bernard Kouchner en nog een paar minder bekende rode goden maar al te zeer bereid om een portefeuille te aanvaarden in een regering waarvan de politieke uitgangspunten radicaal tegengesteld waren aan degene die zij zelf beweerden aan te kleven.
Mia Doornaert was in de Franse wolken met deze meesterzet van haar Nicolas. Men vraagt zich af of de vondst niet van haar is gekomen. Rechts staat in de Franse politiek nochtans bekend voor het nemen van de dwaaste beslissingen ter wereld. Dominique de Villepin, de door Mia ooit aanbeden maar nadien gedumpte ex-premier, bracht het als raadgever van president Jacques Chirac tien jaar geleden zelfs voor elkaar om totaal onnodig een comfortabele meerderheid in de Assemblée weg te gooien.
Toen Chirac tot president was verkozen, vond De Villepin dat er geprofiteerd moest worden van het gunstige electorale klimaat om ook in het parlement de bestaande rechtse meerderheid nog wat uit te breiden. En dus maakte de president gebruik van zijn meest omstreden bevoegdheid in de Vijfde Republiek: hij ontbond de Assemblée en schreef nieuwe verkiezingen uit. Die werden tot zijn afgrijzen en tot de bijna-zelfmoord van De Villepin gewonnen door de socialisten, waarna Chirac vijf jaar lang een cohabitation met een linkse regering aan zijn broek had.
Mia Doornaert is een slimmere raadgever dan Dominique de Villepin. Die laatste ziet er misschien wat wufter uit, hoewel Mia hem ook op dat gebied niet veel moet toegeven, maar inzake politieke geslepenheid bijt hij in het zand tegen de barones. In een rechtse regering Buitenlandse Zaken toevertrouwen aan een socialist, en dan nog een met een internationale reputatie als medestichter van Artsen zonder Grenzen, valt enkel als ‘briljant’ te omschrijven. En zo werd het zeker omschreven in De Standaard.
Toen Karel De Gucht het las, werd hij net als Sint-Paulus van zijn paard gebliksemd. De Gucht heeft dezer dagen maar één probleem: de Open VLD. En hoe die onder de bekwame leiding van het duo Slangen-Somers dag na dag steeds verder in de afgrond wordt geduwd. Karel zelf prijkte op de eerste plaats van zowat alle regeringsrapporten die door de pers zijn opgemaakt. Zelfs in Het Laatste Nieuws, waar Luc Van der Kelen nochtans allerminst als zijn vriend kan worden beschouwd. Luc zal niet snel vergeten hoe Karel destijds als partijvoorzitter verwoede pogingen heeft ondernomen om hem te doen ontslaan, en het beruchte interview over Jan Peter Balkenende en Harry Potter ligt in Kobbegem ook nog op menige maag. Niettemin: vier sterren voor Karel. Dan moet hij wel een buitengewoon goed minister zijn geweest.
Overigens mogen we hier even onderstrepen dat Knack ook hier weer voorloper en trendsetter is geweest, want De Gucht werd eind vorig jaar door dit blad uitgeroepen tot ‘Man van het Jaar’. Pas daarna begon hij in alle politieke poppolls aan een steile klim. Tot grote woede van Guy Verhofstadt. En tot ergernis van Patrick Dewael, die onze chef-Wetstraat sindsdien stalkt met uitnodigingen om eens bij hem te komen eten. ‘Ik zal Greet vragen om te koken’, gooide hij een extra troef op tafel. ‘Over de rest zal ik beter zwijgen, maar in de keuken had het erger gekund.’
Het probleem van Karel De Gucht is dat het gros van zijn partijgenoten zó slecht heeft gepresteerd dat zijn eigen electorale winst erdoor verloren dreigt te gaan. Bovendien hebben de christendemocraten, over de taalgrens heen, al een akkoord gesloten met de socialisten en de groenen, en vallen de liberalen na 10 juni uit de regering. Zowel uit de federale als uit de Vlaamse. Dan zal ook die andere uitstekende Open VLD-minister, Dirk Van Mechelen, de tol betalen voor het gehannes van zijn collega’s.
Maar Sarkozy, of beter gezegd Mia, heeft nu de reddingsboei aangereikt. Als in een Franse rechtse regering een socialist op Buitenlandse Zaken kan, dan kan in een Belgische travaillistische regering een linkse liberaal op Buitenlandse Zaken. Vooral een van katholieke afkomst. Op voorwaarde natuurlijk dat hij zich boven het kleingeestige partijpolitieke gekonkel weet te verheffen. En toen kreeg ook Karel een fantastische ingeving: doctor Rice.
WO 23 05
Karels laatste officiële reis was met de koning naar New York. Omdat België, ook alweer onder en dus dankzij zijn bewind, voorzitter wordt van de VN-Veiligheidsraad. En dus besloot hij om zelf twee dagen vroeger te vertrekken en eens op het State Department in Washington binnen te lopen.
‘Kunt gij dan mijn vrouw meepakken?’ had hij de koning langs zijn neus weg gevraagd, want als hij Mireille ergens niet meer mee wil, dan is het wel bij doctor Rice. De koning was hiertoe meer dan bereid. ‘Kan de mijne dan niet met u mee?’ informeerde hij langs zijn eigen neus weg, maar daarin had Karel dan weer geen zin. En alles welbeschouwd had hij liever dat de koningin een oogje in het zeil zou houden bij Albert en Mireille. ‘We zullen dan onder ons vieren wel iets gaan eten in New York, Sire. Ik betaal’, sloot hij dit laag-bij-de-grondse koehandeltje af. En daarmee moest de koning het stellen.
Het was dus met een meer dan blij gemoed, en met opgewonden verwachtingen, dat De Gucht op een vrijdagochtend, met een grote bos bloemen in de hand, aanklopte aan het bureau van Condoleezza Rice. Die hem meteen van zijn melk bracht, maar niet op de verhoopte wijze: ‘Ik heb hier via de CIA de laatste peiling uit België gekregen, een week voor de VRT en De Standaard ermee gaan uitpakken. Dat ziet er niet best uit, vriend. Min 8 procent in Vlaanderen, en in uw eigen kieskring min 12. Als ge niet oplet, wordt ge niet eens verkozen.’
Karel De Gucht voelde de vaste grond onder zijn voeten wegdraaien, en wenste bijna dat hij Mireille toch had meegenomen. Maar doctor Rice weet gelukkig van aanpakken: ‘Ik zal er mij zelf eens mee bemoeien, want bij u is het een kwestie van perceptie. Hoe de mensen u zien. Daar houdt ge onvoldoende rekening mee. Om te beginnen stuurt ge uw meid weg, want die is levende antireclame.’
Karel was alle houvast verloren: ‘Welke meid?’
‘Die geblondeerde, hoe heet ze ook weer, die precies doet of het hele huis van haar is.’
‘Euh… het hele huis ís ook van haar. Het is een villa in eclectische stijl, die vroeger als buitenverblijf voor haar overgrootvader diende. Ik heb de veranda er aangebouwd.’
‘Eclectische stijl, wat is dat?’
‘Dat weet ik niet, maar het klinkt goed. Ze is trouwens niet mijn meid, maar mijn vrouw.’
‘Maar man toch. Enfin, ze trekt te veel de aandacht op zich, ze moet weg. Hebt ge nergens een buitenverblijf? Desnoods een caravan?’
‘In Toscane.’
‘Uitstekend, steek haar dan tot de verkiezingen gepasseerd zijn in die caravan in Toscane.’
‘Het is eigenlijk geen caravan, het is meer een landgoed. Met 27 hectaren wijngaard en olijfbomen. Ik hoop binnenkort een eigen wijnmerk te kunnen beginnen. Ik zou het graag Vino Condi noemen, maar ik vrees dat het Château-Mireille zal worden.’
‘Maakt niet uit. Stuur haar weg. En dan slaat ge al die simpele kinkels in Vlaanderen plat met uw internationale contacten. Ge moet u presenteren als wereldpoliticus. Ik heb een schitterend plan: we gaan samen op de foto. Ik denk niet dat er één andere kandidaat kan uitpakken met de minister van Buitenlandse Zaken van Amerika aan zijn zijde. Dat geeft vertrouwen aan het gewone volk, dat angstig is voor zijn toekomst, surtout na acht jaar Paars. Het zal ook uw prestige als man een beetje verhogen, want de mensen gaan dan toch denken dat er meer is. Ik naast u op de affiche, dat zal wat meer indruk maken dan uw premier op zijn bankje naast die boerentrien. Ik eis dan wel dat ge ophoudt met haar sms’en te sturen, onderkruiper. Vorige keer was ze nog een domme gans, nu moet ik in den Humo lezen dat ge haar berichtjes stuurt als ze in de put zit. Dat kennen we, van die mannen die net dan hun hulp komen aanbieden.’
Karel De Gucht zag voor zijn ogen sterren dansen, en hoorde onder zijn schedeldak roomse klokken beieren. Zijn campagne zou toch nog van een in België nooit geëvenaard niveau worden. De komende dagen zal Oost-Vlaanderen uitpuilen van de borden met Karel en Condi. Alleen die Mireille het land nog uit werken.
VR 25 05
Volgens Walter Zinzen zijn de politieke verslaggevers van vandaag onbeschofte botteriken. Pummels. Aan wie het begrip wellevendheid nooit is uitgelegd, laat staan aangeleerd. En dit geldt inzonderheid voor de politieke verslaggevers van de VRT-nieuwsdienst. Aangezien Walter daar zelf 45 jaar gewerkt heeft, mogen we ervan uitgaan dat hij weet waarover hij spreekt. En over wie.
Wij citeren uit zijn vrije tribune in De Standaard: ‘ Vele journalisten spreken met en schrijven over politici alsof het om het gemeenste uitschot op aarde gaat. De openbare omroep loopt, helaas, helaas, voorop. In de VRT-studio’s worden politici niet kritisch aangepakt over hun programma, maar op een betweterige manier ondervraagd over onbelangrijke zaken. Het dedain van de “interviewers” walmt de op informatie beluste kijker tegemoet. Wie zich het “gesprek” herinnert dat Christine Van Broeckhoven zich in de Terzake-studio moest laten welgevallen, zal weten wat ik hiermee bedoel. Een van onze meest gerespecteerde wetenschapsmensen werd hier toegeblaft als een dom blondje dat niets afweet van politiek, en zich het best zo spoedig mogelijk weer naar haar laboratorium begeeft om het besturen van het land over te laten aan mensen die daar wel verstand van hebben, mensen zoals de interviewer bijvoorbeeld.’
Bracke! Het was te denken over wie Walter het had. Aan Siegfried Bracke heeft hij al sinds jaar en dag een bloedhekel. Een gevoelen dat hij met velen deelt. ‘Wie zich het “gesprek” herinnert dat Christine Van Broeckhoven zich moest laten welgevallen…’ Wij! Uw dienaar herinnert zich dat gesprek. Christine Van Broeckhoven was door de SP.A net aangesteld als lijsttrekker voor de Kamer in Antwerpen, en werd door Bracke in minder dan twee minuten tot op de graat gefileerd.
Om te beginnen bleek dat Van Broeckhoven geen lid was van de SP.A en allerminst geneigd scheen het ooit te willen worden. Om verder te gaan, bleek ze niet eens te weten of ze wel effectief haar mandaat in de Kamer zou opnemen als ze verkozen was. En tot slot wist ze van toeten noch blazen wat er in het partijprogramma van de SP.A stond, en over haar eigen programmapunten wist ze nog minder. Iets doen tegen de vergrijzing. Of vóór de vergrijzing, dat was haarzelf al niet duidelijk, dus ons nog minder.
Wij geven het niet graag toe, maar dit was vakwerk van Bracke. Uit het interview was maar één conclusie mogelijk: wie voor Christine Van Broeckhoven stemt, is niet goed bij zijn hoofd. Een lijsttrekker die geen lid van de eigen partij wil worden, niet eens weet of ze haar mandaat wel opneemt, en geen flauw idee heeft wat ze in het parlement kan gaan uitrichten… Het mag nog een béétje ernstig blijven.
Walter Zinzen nu, in dezelfde vrije tribune: ‘Jammer genoeg betuigen ook de politici zelf weinig eerbied voor degenen die in onze representatieve democratie hun soevereiniteit tijdelijk aan hen overdragen. Maar gelukkig is de kiezer niet machteloos. We kunnen met zijn allen de kandidaten herinneren aan de verplichting om te gaan zetelen in de assemblee waarvoor ze verkozen willen worden, zeker als ze de lijst ook nog eens trekken.’
Zou bij die Walter persoonlijke afkeer een beetje in de weg staan van consequent denken? Hij heeft één troost: nog tien dagen en Bracke verdwijnt van het scherm. Althans, zo is ons beloofd. Eerst zien, en daarna geloven. Alleen een blinde die een kerk binnenstapt, wil uit eigenbelang die volgorde wel eens omdraaien.
Koen Meulenaere