Hij zal zijn broek niet afsteken om een kartel te kunnen vormen, want onbuigzaamheid beschouwt hij als een pluspunt. Een gesprek met Bart De Wever, de Pieter De Crem van de N-VA.
‘We doen de deur open en de eersten die erdoor komen, zijn journalisten. Typisch’, zegt Bart De Wever (N-VA). Dat zijn partij de deur naar een kartel net in de media heeft opengezet, was de Antwerpenaar even vergeten. Vorige week werd De Wever tijdens een partijraad verkozen tot ondervoorzitter van de N-VA, een job die hij met Frieda Brepoels deelt. Daarmee brengt de partij een nieuwe generatie in stelling. De Wever is een van die Vlaams-nationalistische dertigers die alle complexen van het beladen Vlaamse verleden van zich hebben afgeschud.
In combinatie met een gezonde dosis nuchterheid, een scheut politiek talent en een scherpe tong zorgde dat er al voor dat hij de Antwerpse kamerlijst mocht trekken. Maar de kiesdrempel verhinderde zijn intrede in het parlement, waar nu alleen voorzitter Geert Bourgeois zelf de N-VA vertegenwoordigt. Die slechte verkiezingsuitslag noopte de partij er vorige week toe de mogelijkheid voor een kartel niet langer uit te sluiten. Zij het onder strikte voorwaarden, en alleen met CD&V of VLD. ‘De keuze van het hart is om zelfstandig door te gaan’, zegt De Wever. ‘Als we nu toch de mogelijkheid van een kartel onderzoeken, is dat een keuze van het verstand.’
Is het de overwinning van het kartel SP.A-Spirit die jullie van gedachten heeft doen veranderen?
BART DE WEVER: Helemaal niet. Dat kartel bevestigt onze negatieve ervaringen uit de tijd van VU&ID21. Aan de basis van de samenwerking tussen SP.A en Spirit lag de persoonlijke ambitie van bepaalde mensen die een parlementair mandaat of een ministerspost in de wacht wilden slepen. Van inhoudelijke geloofwaardigheid was van bij het begin geen sprake. Nooit heeft Spirit overwogen om alleen aan de verkiezingen deel te nemen, zelfs niet toen de Volksunie nog bestond. Eerst is de electorale fanclub van Bert Anciaux bij de liberalen gaan aankloppen, maar VLD-voorzitter Karel De Gucht hield het al voor bekeken toen hij hun eisen op het vlak van mandaten hoorde. Toen kwam het bod van de SP.A en hebben ze samen een Bond zonder Naam-verklaring opgesteld, maar meer ook niet.
Bij ons zou dat niet werken: onze kiezers zullen ons niet blindelings naar een kartel volgen als ons verhaal geen body heeft. De N-VA moet binnen een eventueel kartel een zelfstandige partij met een eigen programma blijven. Bovendien moet de kartelpartner zich ertoe verbinden om samen een aantal van onze punten te realiseren. Lukt het niet op die manier: even goede vrienden. Dan gaan we in 2004 weer zelfstandig naar de verkiezingen.
Zegt u nu dat een kartelpartner de N-VA geen verkiesbare plaatsen hoeft te garanderen?
DE WEVER: Zonder inhoudelijke overeenkomst heeft het zelfs geen zin om over mandaten te spreken. Zo karaktergestoord zijn we wel. Tot nu toe is ook niemand door de knieën gegaan voor de aanbiedingen van andere partijen, al waren die soms bijzonder interessant. Natuurlijk zijn mandaten ook belangrijk, maar daarover werd totnogtoe niet gepraat. Ook niet tijdens verkennende gesprekken met mensen van andere partijen.
Verkennende gesprekken?
DE WEVER: Die zijn er altijd. Telefoonverkeer en briefwisseling zijn nu eenmaal niet te controleren. En ook in de wandelgangen kom je wel eens iemand tegen.
Wat heeft de doorslag gegeven om de deur open te zetten voor een kartel?
DE WEVER: Wij leven niet in een fantasiewereld: op 18 mei heeft de kiezer een zwaar verdict over ons geveld. Er rest ons te weinig om te leven en te veel om te sterven. Dus kunnen we de mogelijkheid niet negeren dat de dwerg N-VA op de schouders van een middelgrote partij klimt om samen een politieke reus te worden. Met een kartel worden we in 2004 misschien een Vlaamse PS die in een nieuwe communautaire ronde incontournable zal zijn en op tafel kan slaan voor de regionalisering van de NMBS, de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde en de bevriezing van het plan voor een paritaire Senaat.
Ook de twee middelgrote centrumpartijen, CD&V en VLD, moeten in het vooruitzicht van de verkiezingen van volgend jaar afwegingen maken. De liberalen voelen bijvoorbeeld de hete adem van Steve Stevaert (SP.A) in hun nek en beseffen maar al te goed dat ook een eventueel kartel van CD&V en N-VA wel eens groter zou kunnen worden dan de VLD.
Heeft de VLD al op de open deur van de N-VA gereageerd?
DE WEVER: Nee. Ik heb alleen weet van telefoontjes waarbij werd gepolst naar de overstap van individuen of van een cluster van N-VA’ers. Die pogingen hebben we intussen afgeblokt door ons eigen parcours duidelijk te maken. CD&V-voorzitter Yves Leterme wil eerst interne gesprekken voeren om ons dan een aanbod te doen. Ondertussen zien we wel of er nog een andere vrijer opdaagt. Maar ik verwacht geen schot in de zaak vóór de nieuwe regering is gevormd. Dat zou voor ons trouwens ook niet interessant zijn. Als er een paars akkoord uit de bus komt en de VLD van alles toegeeft op communautair vlak, kunnen wij niet meer in een kartel met die partij geloven. Mochten de paarse formatiegesprekken mislukken en CD&V alsnog toetreden tot een travaillistische regering met de PS, is ook de weg naar een kartel met de christen-democraten afgesloten.
Is het geflirt met de VLD niet vooral bedoeld om de échte gegadigde, CD&V, jaloers te maken?
DE WEVER: Ik ben Machiavelli niet, maar ik laat u natuurlijk ook het achterste van mijn tong niet zien. Het spreekt vanzelf dat onze onderhandelingsmogelijkheden veel kleiner worden als we ons maar tot één mogelijke partner richten.
Op basis van de partijprogramma’s zou de N-VA een kartel kunnen vormen met zowel de VLD als CD&V. Tot op zekere hoogte hebben we met allebei een Vlaams-nationale analyse gemeen. Alleen verschilt de radicaliteit en de snelheid waarmee we vooruitgang willen boeken. De rest van ons programma heeft een hoog CD&V-gehalte op het vlak van culturele, ethische en maatschappelijke thema’s. Sociaal-economisch leunen we dan weer veel meer aan bij de VLD wat betreft het belang van het persoonlijke initiatief, de vrije markt en de minimale staat.
Het ACW heeft bij monde van zijn voorzitter Jan Renders al laten weten niets te voelen voor een kartel van CD&V en N-VA.
DE WEVER: Daarover zullen we een hartig gesprek moeten voeren. Wij zijn echt geen baby Thatchers die het sociale middenveld willen zien verdwijnen en vinden dat elk individu alleen maar voor zichzelf moet rijden. We zijn ook niet tegen vakbonden of ziekenfondsen. Wel hebben we problemen met sommige geprivilegieerde posities en uitwassen van die organisaties: spoorbonden die geen sociale verkiezingen organiseren, vakbonden die een sociale wetgeving mee uitvoeren, ziekenfondsen die optreden als verzekeraar en beheerder van ziekenhuizen en van de ziekteverzekering.
Volgens het ACW zal CD&V door een kartel met de N-VA naar rechts opschuiven.
DE WEVER: Dat zegt meer over hen dan over ons. CD&V is op 18 mei verzwakt uit een oppositiekuur gekomen en voert nu volop de discussie over hoe ze haar oude positie kan herwinnen. Wie binnen CD&V mikt op een travaillistische toekomst met de socialisten, kan denken dat een kartel met N-VA die agenda zal doorkruisen. Misschien is dat gedeeltelijk ook zo. Daarom moeten we onderzoeken of het mogelijk is om samen te landen. En als samenwerken met ons tot afstotingsverschijnselen aan de vakbondsvleugel of de kant van de christelijke ziekenfondsen leidt, moet CD&V zelf beslissen of onderhandelingen met ons een goed idee zijn.
Frieda Brepoels zei nog niet zo lang geleden in ‘Knack’ dat ‘CD&V op het communautaire vlak gedurende veertig jaar veel kansen heeft laten liggen’. Zal dat niet voor problemen zorgen?
DE WEVER: Alles hangt ervan af hoe hoog we de lat willen leggen. Als we van onze kartelpartner eisen dat hij meteen de Vlaamse republiek uitroept en in korte broek deelneemt aan een Vlaamse samenzang op de Brusselse Grote Markt, organiseren we onze eigen mislukking. Onze kansen zijn veel groter als we ons concentreren op een aantal communautaire ijzers die al in het vuur liggen: de regionalisering van de NMBS is onafwendbaar, het Arbitragehof verplicht de politiek om Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen en er moet een oplossing komen voor de misbruiken en de kostenstijgingen in de gezondheidszorg. Alle Vlaamse partijen willen stappen ondernemen in die dossiers, maar de N-VA kan als verdediger van het algemeen Vlaams belang een belangrijke rol spelen om die ijzers effectief uit het vuur te halen.
Dat vergt ook een omslag in het hoofd van de gemiddelde N-VA’er. Als aparte partij is onze radicaliteit onbeperkt, maar lopen we het risico om voor langere tijd in de steriliteit te verzeilen. In een kartel kunnen we wél stappen zetten, maar zullen we pragmatischer te werk moeten gaan en niet afkerig zijn van machtsdenken. Niet eenvoudig voor een partij waar veel leden zich anti-establishment opstellen.
U hoopt dus in 2004 via een kartel in de Vlaamse meerderheid te raken om een communautaire agenda te realiseren?
DE WEVER: Juist. Het zou niet slecht zijn, mocht de meerderheid van ons land ook doorwegen in de meerderheid van het bestuur. Bij de federale regeringsonderhandelingen zit PS-voorzitter Elio Di Rupo op dit moment in een zetel omdat hij weet dat de ene Vlaamse onderhandelingspartner inwisselbaar is voor de andere.
Stel dat liberalen en socialisten straks Verhofstadt II vormen en de N-VA in 2004 in een kartel met CD&V in de Vlaamse meerderheid komt. Zal het kartel de federale regering dan voortdurend aanvallen?
DE WEVER: Dat zou het moment van de waarheid voor het hele federale bestel worden: andere coalities op federaal en Vlaams niveau. Ik denk niet dat de federale regering dan zomaar zou kunnen doorgaan. We zouden in elk geval in een periode van grote onzekerheid terechtkomen, maar er zouden ook mogelijkheden ontstaan om een aantal Vlaamse punten binnen te halen.
Het Vlaams Blok wordt niet overwogen als mogelijke kartelpartner. Waarom niet?
DE WEVER: Het gaat niet zozeer om hun standpunten – want hun programma is de laatste jaren in grote mate uitgezuiverd en zeker op communautair vlak zijn er een aantal overeenkomsten met dat van de N-VA -, maar veel meer over hun strategie en manier van communiceren. Wij houden niet van die rechts-po-pulistische stijl met ranzige randjes. Daarom heeft een grote meerderheid van de partijraad besloten dat we geen partnerschap met het Vlaams Blok kunnen aangaan. Zo drukken we meteen ook allerlei speculaties de kop in.
Die speculaties hebt u begin dit jaar mee aangewakkerd door het cordon sanitaire ter discussie te stellen in een opiniebijdrage in ‘De Standaard’.
DE WEVER: Ik woon nu eenmaal in Antwerpen, en daardoor durf ik misschien verder te gaan dan iemand uit Izegem. Niet dat Geert Bourgeois wereldvreemd is, maar hier is de realiteit anders. Bovendien kan ik er intellectueel niet tegen dat vooral de linkerzijde meteen een aanval van cordonkoorts krijgt als iemand vragen heeft bij het cordon sanitaire. Als je daarover durft te beginnen, word je met-een als een handlanger van het Blok gezien. Dan krijg je de hysterie van de Kathleen Van Brempts (europarlementslid en gemeenteraadslid voor SP.A, nvdr.) van deze wereld over je heen: ‘ Ik heb het wel gezien! Jij hebt in de gemeenteraad de hand van Vlaams Blokkers geschud!’Absurd gewoon. Ik druk iedereen de hand die zijn hand naar mij uitsteekt. En ik praat met iedereen die in de wandelgangen een gesprek met me wil aangaan. Waarom zou ik me op het publieke forum anders gedragen dan privé?
U hebt dus ook privécontacten met mensen van het Vlaams Blok?
DE WEVER: Om te beginnen vind je hier in Antwerpen amper Vlaams-nationalisten die geen Vlaams Blokkers zijn. Maar mocht ik uit die kringen wegblijven, dan zou ik die contacten nog niet kunnen vermijden. In een stad waar het Vlaams Blok 33 procent van de stemmen behaalt, is dat haast onmogelijk. Ik woon hier op de Groene Hoek, het loopt hier vol Blokkers. Moet ik me misschien van de mensen uit de buurt afsluiten? Ik ben daar niet blij mee, maar zelfs een deel van mijn vriendenkring stemt voor het Blok.
Er ís een probleem in Antwerpen en er moet een oplossing komen. Nu wordt er altijd storm gelopen tegen het racisme en het antidemocratische van het Vlaams Blok. Ik denk dat het voor hen veel moeilijker zou zijn, mochten ze inhoudelijk afgerekend worden en verantwoordelijkheid toegeschoven krijgen.
Gaat u zover dat u in 2006 wel met het Vlaams Blok in een Antwerpse bestuursmeerderheid wilt stappen?
DE WEVER: Die bal ligt niet in mijn kamp, maar in dat van Filip Dewinter (Vlaams Blok). Wat is het echte Vlaams Blok? Moeten we kijken naar het opgekuiste programma van die partij of naar de primaire folders die ze in de stad verspreidt? Het zijn die publicaties waarmee ze zichzelf in het cordon opsluiten. Als ze daarmee zouden stoppen, moeten we consequent zijn en minstens een gesprek met hen durven te voeren. Wat dat voor 2006 zou betekenen? Ik ben madame Soleil niet.
Blok-voorzitter Frank Vanhecke heeft de 130 leden van de N-VA-partijraad een brief geschreven waarin hij oproept tot Vlaams-nationale frontvorming. Zal dat jullie geen leden kosten?
DE WEVER: Uit die brief blijkt heel duidelijk dat aan een soort hostile take-over wordt gedacht: alsof ze ons uit verband willen spelen om dan de brokken te kunnen oprapen. Maar ik kan niet in de ziel van die 130 mensen kijken en dus sluit ik niet uit dat enkelingen brood zien in dat aanbod. Maar tijdens de partijraad heeft er in elk geval niemand over geklaagd dat we een kartel met het Blok uitsluiten. Al speelt misschien mee dat het Vlaams Blok de N-VA wil zonder de voorzitter. Wie zou dan tijdens een vergadering waarbij Geert Bourgeois vooraan zit, een pleidooi houden voor samenwerking met die partij?
Kwatongen beweren dat N-VA’ers zoals Matthias Storme en uzelf stiekem hopen dat de kartelbesprekingen met CD&V en VLD mislukken zodat de partij alsnog bij het Blok zal belanden.
DE WEVER: (lacht) Matthias Storme bij het Vlaams Blok? Dat is absurd. Hij is het soort conservatief dat je bij uitstek bij CD&V vindt: een burgerlijke, rechtse cocktail van old fashioned values. Blijkbaar kun je in Vlaanderen niet een beetje rechts zijn zonder de verdenking op je te laden dat je eigenlijk een Blokker bent. Ik ga daar voor een stuk onder gebukt omdat het heel moeilijk wordt om nog te zeggen wat je denkt. Zo máken al die politiek correcte denkers Vlaams Blokkers. Ze hebben de arbeiders, de middenstanders en de ouden van dagen al in de armen van het Blok gejaagd, en nu gaan ze blijkbaar hetzelfde doen met de intellectuelen.
Het is de N-VA in elk geval niet gelukt om in groten getale Blok-kiezers af te snoepen. Hoe groot is de kater van 18 mei voor u?
DE WEVER: We wisten dat het moeilijk zou zijn om bovenop ons kernpubliek nog een laag zwevende kiezers te leggen. Maar toen werd Geert Bourgeois’ boek door De Standaard der Letteren tot het beste politieke boek van Vlaanderen uitgeroepen en kreeg Frieda Brepoels de stempel van beste parlementslid. Op den duur begonnen we te geloven dat onze degelijkheid, kwaliteit en rechtlijnigheid zouden lonen. Wat bleek echter op 18 mei? De Freya’s en Inges fietsten vlot over ons heen. We hadden alles gedaan wat we konden en toch gaf de kiezer ons 9 op 20: net niet voldoende om erbij te zijn. Dat ik zonder kiesdrempel wél verkozen was geweest, strooide nog extra zout in de wonde. Ik ben daar 48 uur ziek van geweest.
Hoe lang kan een partij standhouden als de inspanningen van de leden niet electoraal worden beloond?
DE WEVER: Iedereen moet voor zichzelf uitmaken of hij dit beestenbestaan nog wil leiden. Wie in zo’n kleine partij aan politiek doet, moet alles zelf doen: teksten schrijven voor je verkiezingsfolder, die zelf naar de drukker brengen, en ze daarna als militant onder de militanten helpen bussen. In combinatie met een voltijdse job en een gezin is dat niet te onderschatten. Het vergt dan ook grote inspanningen om wéér op die kleine fiets te stappen en als een zot te gaan rondrijden zonder enige garantie op resultaat. Natuurlijk speelt ook dat mee in onze bereidheid om naar een andere formule te zoeken. Ik weet dat onze mensen, die vaak die hards zijn, dat niet zo graag horen, maar aan de top van zo’n partij moet je realistisch zijn en keuzes durven te maken.
Vorige week boekte u wél succes met uw klacht tegen Louis Michel (MR) op basis van de ondertussen aangepaste genocidewet. Had u verwacht dat die zoveel weerklank zou hebben?
DE WEVER: Dat was een guerrillatechniek. Ik speelde al lang met het idee om Michel, toch een hypocriete figuur, een loer te draaien. Maar voor de verkiezingen zag de partij dat niet zitten omdat zo’n actie het serieux van de N-VA zou doorbreken. Nu zijn mijn partijgenoten aangenaam verrast dat die klacht zoveel heeft teweeggebracht. Natuurlijk was de timing tijdens de Europese top in Thessaloniki perfect. Diezelfde dag kwam ook het nieuws dat de haven van Antwerpen wel eens onder een Amerikaanse boycot zou kunnen lijden. Al was dat eigenlijk in scène gezet: ik had dat soort bedenkingen al in de haven opgevangen en de media een beetje in die richting gestuurd. Tegen het avondjournaal bleek dan ook nog dat de Amerikanen het been stijf hielden En zo werd het ongelooflijk groot nieuws. Mijn naam heeft zelfs tot tweemaal toe in The New York Times gestaan. Maar laten we eerlijk zijn: dit is een gimmick, geen strategie die je op lange termijn kunt volhouden.
Geert Bourgeois heeft aangekondigd dat het voorzitterschap van de N-VA ‘ontdubbeld’ wordt en dat een van de ondervoorzitters het management van de partij op zich zal nemen. Mogen we een concurrentieslag tussen u en Frieda Brepoels verwachten?
DE WEVER: Bourgeois zit nu als enige N-VA’er in het federale parlement en dus wordt het onmogelijk om hem ook nog de verantwoordelijkheid voor de organisatie van de N-VA toe te bedelen. Ook vóór 18 mei bleek de politieke top te smal om het hele gewicht van zowel de politieke leiding als het partijgebeuren te dragen. De ontdubbeling van het voorzitterschap is dus een noodzaak. Ik vermoed dat Frieda, die van ons tweeën de grootste sociale intelligentie heeft, de logistiek voor haar rekening zal nemen. Ik zie mezelf veeleer in een soort Pieter De Crem-rol: de pitbull die moet proberen te bijten in alles waar in kan worden gebeten.
Daar zijn we allemaal nog niet uit. Zolang we nog niet weten in welke formule we doorgaan, is het te vroeg voor een shuffle. Daarom is het een goede zaak dat de partij nu al twee ondervoorzitters heeft om de taken te verdelen en eventueel al warm te lopen.
Nu de N-VA de federale overheidsfinanciering verliest, moet de buikriem worden aangehaald. Waarom wordt er toch getwijfeld om het gebouw aan het Barricadenplein te verkopen?
DE WEVER: De verkoop van dat gebouw, ons koninginnenstuk, ligt psychologisch moeilijk. We onderzoeken nu of dat echt nodig is, want wij zijn misschien wel arm, maar nog niet armlastig. De vraag is of we het aandurven om alle middelen die we hebben in te zetten voor één verkiezing. Dat is Russische roulette: bij een goed verkiezingsresultaat hebben we meteen een vertrekpunt, maar als het niet lukt, hebben we niets meer: geen gebouw, geen kas, geen personeel, geen mandatarissen.
We hebben ook besloten een geldinzamelactie te organiseren met alle mogelijke middelen die binnen de wet vallen. (lacht) Gouden lidmaatschap! Zilveren lidmaatschap! Het lijkt me geen enkel probleem om pakweg 500.000 euro op te halen. Wim Jorissen zei altijd: De uiers zijn gespannen, je moet alleen kunnen melken. Daar beginnen we nu aan.
Patrick Martens
‘De liberalen beseffen maar al te goed dat een kartel van CD&V en N-VA wel eens groter zou kunnen worden dan de VLD.’
‘Blijkbaar kun je in Vlaanderen niet een beetje rechts zijn zonder de verdenking op je te laden dat je eigenlijk een Blokker bent.’