door Joël De Ceulaer

Kwatongen durven weleens te beweren dat de Knack-redactie onder de knoet leeft van Roulartabaas en halve VTM-eigenaar Rik De Nolf, en daarom per definitie ondraaglijk kritisch is voor de openbare omroep en onbegrijpelijk mild voor de commerciële concurrentie. Deze brief om u te bewijzen dat vrijwel niets minder waar is: in de hele hetze rond Greet Op de Beeck sta ik als één man achter u en uw ploeg, en verwerp ik de praktijken die in Vilvoorde werden gebezigd.

Op de Beeck, van wie iedereen weet dat ze het leven deelt met de liberale excellentie Patrick Dewael, had voor de liberale ex-excellentie Fientje Moerman een aantal debatten gemodereerd in ruil voor het prettige maar zeker niet roekeloze honorarium van 3000 euro. Op een nota die daarover had gecirculeerd op het kabinet van Moerman, was dat bedrag per vergissing aangedikt met een extra nulletje. Toen klokkenluider Rudy Aernoudt en diens politieke verlengstuk Jean-Marie Dedecker (LDD) deze lekkere brok informatie op een dienblaadje naar de media droegen, sloegen in Vilvoorde de stoppen door, en werd de reputatie van uw medewerkster gretig te grabbel gegooid. Ik kan u verzekeren, mijnheer Bracke: dan mag Rik De Nolf nog duizend keer eigenaar zijn van Knack én VTM, om uit te beelden hoe laag-bij-de-gronds ik dat vond, zou ik een tunnel moeten graven. Minstens even droevig als vriendjespolitiek – iemand bevoordelen omdat ze de partner is ván – vind ik vijandjespolitiek: iemand pakken omdat ze de partner is ván.

Het getuigt dan ook van een goed karakter en goed bestuur dat u, als prominent lid van de vierkoppige hoofdredactie van het VRT-nieuws, mevrouw Op de Beeck expliciet hebt bijgestaan in deze onverkwikkelijke episode. Ik ben het niet met u eens als u zegt dat er geen enkel probleem is met journalisten die schnabbelen in opdracht van politici, maar wie het wereldje met een wat bredere blik overschouwt, moet toegeven dat de deontologische angel véél dieper zit dan dat: per slot van rekening schnabbelen literaire journalisten in opdracht van uitgeverijen, economische journalisten in opdracht van bedrijven, onderwijsjournalisten in opdracht van het onderwijs… – kennelijk wordt de doorsneejournalist enigszins onderbetaald. Nu goed: vrijheid, blijheid.

Maar er zijn grenzen. Dat ondervond u ruim twee jaar geleden, toen u een debatje modereerde in opdracht van het Vlaams Belang, en zulks door dit blad aan het licht werd gebracht. ‘Een verkeerde inschatting’, gaf u vorige week nog eens toe aan Humo, dat u had gebeld over de zaak-Op de Beeck. Over uw vroegere politieke geschnabbel in het algemeen hield u echter voet bij stuk: ‘De vraag is niet of ik er geld aan heb verdiend, maar of men zwart op wit heeft kunnen bewijzen dat ik in mijn werk deontologische fouten heb gemaakt. Niet dus.’

Toen ik dat las, wist ik dat ik u moest schrijven. Ik ben immers van mening dat u ooit wel degelijk een deontologische fout hebt gemaakt. Niet door te schnabbelen, maar door uw journalistieke opdracht ondergeschikt te maken aan een persoonlijke strategie. Eind jaren negentig hebt u beslist om het Vlaams Blok te behandelen als een normale partij, omdat de ontmaskeringsjournalistiek in het verleden volgens u toch niet had gewerkt. U was ervan overtuigd dat de bestrijders het VB hadden doen groeien, en besloot daarom het geweer van schouder te veranderen.

Mijnheer Bracke, weet dat ik u verdenk van de nobelste bedoelingen. U lijkt mij een bonafide sociaaldemocraat en dito vrijmetselaar. Maar ziehier een deontologische vuistregel die ik u toch eens wil voorleggen: een journalistieke volmacht mag nooit strategisch worden aangewend. Pen en camera dienen niet om vriendjes- of vijandjespolitiek te bedrijven, dus óók niet om te proberen deze of gene partij te doen groeien of krimpen. Pen en camera horen in het teken te staan van de zoektocht, hoe gebrekkig ook, naar de waarheid.

En een heel klein stukje van die waarheid is dat Vlaanderen, mede door de normalisering van het VB, zó fundamenteel is verrechtst dat we vandaag, tien jaar na de stichting van Child Focus, kinderen van 14 als volwassenen zouden willen berechten. Het zou belachelijk en laag-bij-de-gronds zijn mocht ik de verantwoordelijkheid voor deze evolutie op uw schouders willen leggen – er vechten te veel schouders om voorrang. Maar een verzetsheld zult u niet meer worden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content