Scheur deze pagina uit, lijst ze in en hang ze boven uw bed. Dit is de eerste en hoogstvermoedelijk laatste keer dat een hele bladzijde in onderhavig kwaliteitsmagazine rechtstreeks aan u is gericht. En nee, niet met de bedoeling om u uit te lachen. Integendeel.
Het zit namelijk zo. U bent het allang gewend om in Knack van de eerste tot de laatste bladzijde op stichtende wijze te worden toegesproken door verstandige mensen die het goed met u voorhebben. Welnu, dit nummer is meer dan ooit tot barstens toe gevuld met zulke lieden. Op pagina’s 38 tot en met 49 vindt u het antwoord op de vraag: welke intellectuelen wegen het zwaarst op het maatschappelijk debat in Vlaanderen?
Een leerzaam dossier, al zeggen we het zelf. Alleen hebben we een kleinigheidje over het hoofd gezien: de vraag slaat eigenlijk nérgens op. Intellectuelen die wegen op het debat? Ga toch weg. Als er de afgelopen tien jaar iemand op het debat heeft gewogen, dan bent ú het wel. De niet-intellectueel. De doorsnee-Vlaming. De doodgewone man (m/v).
Niet rechtstreeks, natuurlijk – u hebt wel wat beters te doen. Het zijn anderen geweest, sleutelfiguren in media en politiek, die u hebben misbruikt om de samenleving een draai te geven.
Het begon heel onschuldig. Tot eind de jaren tachtig zag men u in feite niet eens staan. Oké, de mannen van Echo en Terloops kwamen u weleens filmen terwijl u het gras maaide of op een bus stond te wachten. En als u een aardappel van vijf kilogram in uw moestuin had aangetroffen, dan stuurde u die naar Armand Pien zodat hij er bij wijze van kwinkslag zijn weerpraatje mee kon afronden. Maar dat was allemaal nog amusant en ontspannend.
Gaandeweg liep dat evenwel lichtjes uit de hand. Voor sommige reporters werd u een obsessie. Had u het hele huis behangen met posters van Will Ferdy? Trok u op eenvoudig verzoek uw onderlip over uw neus? Was u een duivenmelker die kon tapdansen? Terstond rukte men uit om u in beeld te brengen. Genadeloos. Als u dan het resultaat zag, schrok u soms van uzelf.
En toen vond iemand de instant interactiviteit uit. Wat de gele briefkaart nooit had vermogen, kon plotseling wel: onmiddellijke inspraak. Welke bewoner schoppen we deze week het huis uit? Wie sturen we naar het Songfestival? Wie krijgt het felbegeerde platencontract? U beslist. En met elke telefoon of sms laat u de kassa rinkelen.
Ook serieuze programmamakers brachten u in de waan dat uw mening ertoe deed. Het gebeurde steeds vaker dat u helemaal zelf naar de studio mocht komen om eens terdege uw gedacht te zeggen. Had men het gedurfd, men zou de verkiezingen hebben afgeschaft en u na het slotdebat op televisie per sms hebben laten kiezen wie voortaan het land moest leiden.
Marketeers begonnen van u te dromen. U in kaart te brengen. Zich in u te verplaatsen. Wie was u eigenlijk? Waarvan droomde ú? Wat wilde u zien, horen, lezen, kopen, kiezen? Uw persoonlijkheid spatte uiteen in talloze synoniemen. De kijker. De luisteraar. De lezer. De consument. De kiezer. De burger. In het meervoud werd u: de mensen. Niet alleen frisdrankfabrikanten, ook journalisten en politici werden murw geslagen met marktonderzoek en bijbehorend advies. Men wilde u behagen, veroveren, verleiden. Mensen die al eens een volwassen redenering durfden te ontplooien, werden voor u verborgen gehouden. Het anti-intellectualisme brak door. Zelfs zogenaamde kwaliteitskranten en -bladen publiceerden op den duur nog haast uitsluitend van artistieke zwart-witfoto’s voorziene diepte-interviews met (1) zangers, (2) acteurs en (3) presentatoren – zowat de enige drie beroepsgroepen die nu eens echt helemaal niéts te vertellen hebben.
Woog u zo op het debat? Welja. U woog zo hard op het debat dat het debat bijkans kopje onder ging. Gelukkig kon de intellectueel nog altijd terecht in de kolommen van Knack, waar bedreigde minderheden van oudsher een schuiloord vinden. In de wetenschap dat gerechtigheid altijd geschiedt. Dat er ooit een einde moest komen aan de dictatuur van uw verduivelde gewoonheid. Laten wij afspreken dat dat moment hier en nu is aangebroken. Dat uw vermeende opinie niet langer het aambeeld is waarop elk politiek of journalistiek idee moet worden vormgegeven. Laten wij collectief ontwaken uit deze boze droom.
U bestaat toch niet.
door Joël De Ceulaer