De Nederlandse VVD-politica Ayaan Hirsi Ali, van Somalische afkomst, zal dan toch haar Nederlandse paspoort mogen behouden.
Even zag het ernaar uit dat de doortastende minister van Vreemdelingenzaken Rita Verdonk (ook VVD) haar het Nederlanderschap zou ontnemen omdat Hirsi Ali, zoals zijzelf al eerder in de media had toegegeven, in 1992 als asielzoekster een aantal leugentjes had opgedist over haar naam, geboortejaar en het land waar ze vandaan kwam, om toch toegang tot het grondgebied te verkrijgen.
Het aanvankelijke voornemen van minister Verdonk zorgde in Nederland voor een stevige mediarel. Want Ayaan Hirsi Ali, die in het spoor van Pim Fortuyn graag waarschuwde dat de islam niet compatibel is met de westerse waarden, heeft in politiek Den Haag en in het Nederlandse mediawereldje een schare aanhangers. Als gevolg van het tumult kwam minister-president Jan Peter Balkenende met de mededeling dat Hirsi Ali haar Nederlandse nationaliteit kan behouden.
Of Ayaan Hirsi Ali, die vorige week al ontslag nam als VVD-Kamerlid, al dan niet haar Nederlandse paspoort mag behouden, maakt niet zo veel uit. Binnenkort vertrekt zij naar de Verenigde Staten, waar ze gaat werken voor de ultrarechtse denktank American Enterprise Institute (AEI).
De neoconservatieve bollebozen van dit instituut, een van de belangrijkste ideeënleveranciers van de regering-Bush, voorspelden destijds dat de Irakezen juichend en palmzwaaiend langs de kant van de weg zouden staan om de binnenrukkende Amerikaanse troepen te verwelkomen.
Het AEI onderhoudt niet alleen nauwe banden met het Witte Huis en met de Republikeinen, maar ook met wat ze in Washington de intelligence community noemen – dat zijn de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, waarvan ze er in de Verenigde Staten ruim een dozijn hebben.
Dat zij vorig jaar door het weekblad Time een van de invloedrijkste figuren ter wereld werd genoemd en door haar talrijke bewonderaars, zonder dat een van hen in lachen uitbarst, met Spinoza en Descartes wordt vergeleken, verklaart mede waarom Ayaan Hirsi Ali uitstekend past in de propagandastrijd die stichtingen als het AEI voortdurend voeren. Het is niet zo verwonderlijk dat vertegenwoordigers van het Vlaams Belang, zoals Gerolf Annemans, ideologisch gaan bijtanken bij het AEI.
Een opgemerkte reactie op de Nederlandse rel rond de mogelijke uitwijzing van Hirsi Ali was die van Dirk Verhofstadt. Hij schreef een opiniestuk in De Morgen, met als aanhef: ‘Het afnemen van Hirsi Ali’s Nederlanderschap is een pure schande en toont Nederland op zijn smalst. Een klein landje, zowel geografisch als mentaal. Niet in staat om de grenzen van de eigen mediocriteit te overstijgen.’
Dirk Verhofstadt is, behalve de broer van premier Guy Verhofstadt, de maître à penser van de VLD, want bezieler van de liberale denktank Liberales . Nu en dan maakt hij ook een uitstap in de journalistiek.
Hoewel hij zelden op het kabinet verschijnt, staat Dirk Verhofstadt ingeschreven – en wordt hij ook betaald – als kabinetsmedewerker van vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael. Hij was het die de minister destijds aanspoorde om het dragen van hoofddoeken in scholen te laten verbieden – een onzinnige politieke rel waarin de minister zich hopeloos klem reed. Maar zijn aanwezigheid, hoe zeldzaam ook, op Binnenlandse Zaken maakt de reactie van Dirk Verhofstadt op de mogelijke uitwijzing van Hirsi Ali net zo interessant.
Volgens Verhofstadt immers doen de leugens die Hirsi Ali destijds vertelde niets af aan de essentie van haar vlucht naar Nederland. Want ‘was ze niet ontsnapt aan de greep van haar clan, dan leefde ze momenteel in onvrijheid, zonder uitzicht om haar onmiskenbare talenten te ontwikkelen, zonder kans op een beter bestaan.’
Laat dat nu net ook de argumentatie zijn – het leven in onvrijheid in eigen land en de kans op een beter leven – van de asielzoekers en sans-papiers, die onlangs hun toevlucht zochten in onze kerken, om hier een nieuw leven te mogen beginnen. Alleen, in die dagen hebben we van Dirk Verhofstadt niets vernomen, tenzij dan dat zijn minister de Kerk ervan beschuldigde aan politiek te doen.
Het zou Dirk Verhofstadt hebben gesierd mocht hij als kabinetsmedewerker, met deze argumenten in de hand, zijn minister tot een humaner optreden hebben aangespoord. Nu valt te vrezen dat zijn pleidooi voor Hirsi Ali niet meer was dan een oefening in bellenblazen.
Rik Van Cauwelaert