Je moet eigenlijk al heel dom zijn, stelt fiscaal expert Michel Maus, om in België erfbelastingen te betalen. Er zijn zo veel achterpoortjes in de wet dat het perfect mogelijk is om in je hele leven niet één euro successie-rechten te betalen. Tien Europese landen hebben hun erfbelastingen intussen opgedoekt wegens te lage opbrengst. Een goed idee, vindt Maus, maar bij ons zit de staatshervorming in de weg.
Wie erft of een schenking krijgt, loopt daar meestal niet mee te koop. Ook de erfbelasting die hij of zij daarop betaalt, blijft grotendeels onder de radar. De cijfergegevens die de federale overheidsdienst Financiën daarover verzamelt, zijn weinig gedetailleerd. In het jaarverslag van 2014 staat zelfs dat door de laatste staatshervorming en ‘ingrijpende reorganisaties’ de administratie niet meer over sluitende gegevens beschikt over ‘sommige aspecten van de successierechten’.
‘En de gegevens die wel voorhanden zijn, zijn onvolledig’, zegt fiscaal expert Michel Maus. Van de miljardenberg die via erfenissen en schenkingen jaarlijks in ons land verschuift, is volgens hem alleen het topje zichtbaar. ‘Wie in België successie- of schenkingsrechten betaalt, is nalatig’, stelt Maus onomwonden. Vorig jaar werd op iets meer dan 160.000 vermogens niet meer dan 500.000 euro erfbelasting betaald. ‘Hogere bedragen van erfbelasting zul je niet vinden. De écht grote vermogens betalen helemaal niets en blijven dus onbekend.’
De Belgische wetgeving ter zake is bijzonder ingewikkeld en de vermogensbeheerders en fiscale advocaten spelen daar gretig op in. Hun lokmiddel heet ‘successieplanning’, wat niet meer is dan een eufemisme voor georganiseerde belastingontwijking.
Ons systeem van erfbelasting vindt zijn oorsprong in de Franse Revolutie. ‘Men wilde met die belasting de zogenaamde dode hand vermijden’, zegt Maus. ‘In die tijd kreeg de kerk veel schenkingen en erfenissen. Dat vermogen werd steeds groter en verdween in feite uit de economie. Door belastingen te heffen op die erfenissen, was de kerk vaak verplicht om goederen te verkopen en rouleerde dat dode vermogen weer beter. En tegelijk werd het instituut minder machtig.’
Die historische context is totaal veranderd. De dode hand speelt geen rol meer. Belastingen op erfenissen en schenkingen zijn dan ook zeer betwistbaar, vindt Maus. Om een vermogen op te bouwen, betaal je veel belastingen: op je inkomen betaal je tot 50 à 60 procent belastingen. Als je met dat inkomen iets koopt, betaal je consumptiebelasting, milieubelastingen, registratierechten op onroerend goed enzovoort. ‘Als dat al flink belaste vermogen dan naar je erfgenamen overgaat, wordt het nóg eens belast.’
De tarieven in België, die sinds de laatste staatshervorming door de gewesten worden bepaald, kunnen flink oplopen. In Vlaanderen variëren ze van 3 tot 80 procent. Maus noemt dat geen belasting maar ‘onteigening’. ‘Die tarieven van 40, 50, 60 procent en meer voelen uiteraard onrechtvaardig aan en dus krijg je massale ontwijking en ontduiking.’
Lokkertje
In 2014 onderzocht adviesbureau Ernst & Young in opdracht van de Europese Commissie alle erfbelastingen en schenkingsrechten in de 28 EU-landen. Het resultaat was een vierhonderd bladzijden dik rapport: Cross-country Review of Taxes on Wealth and Transfers of Wealth. Het rapport bulkt van de interessante gegevens, maar verdween eind vorig jaar in de lade. Een van de opvallende vaststellingen is dat tien EU-landen hun erfbelastingen hebben opgedoekt en twaalf EU-landen hun schenkingsrechten hebben afgeschaft. De reden: erfbelastingen leiden tot hoge administratieve kosten, worden massaal ontweken en brengen dus te weinig op.
Het sop is de kool niet waard: in de EU bedraagt de opbrengst van die erfbelastingen gemiddeld 0,39 procent van alle belastinginkomsten, goed voor 0,16 procent van het bbp in de EU. In België is dat respectievelijk 1,37 procent van alle belastingen en 0,6 procent van het bbp. Peanuts.
Waarom worden de erfbelastingen dan ook bij ons niet afgeschaft? Van Maus mag dat ‘onmiddellijk’, maar kennelijk zit de staatshervorming in de weg. ‘Het federale niveau heeft die inkomsten niet echt nodig, maar de gewesten wel, want hun fiscale beleidsruimte is niet zo groot. Trouwens, zelfs als de gewesten die belastingen zouden willen afschaffen, kunnen ze dat niet. Het is een federale bevoegdheid om te bepalen wat belast wordt. Tarieven, vrijstellingen en opbrengst zijn voor de gewesten. Zo staat het in de Financieringswet. Als de federale overheid dus de belasting afschaft, vallen de gewesten droog. En als de gewesten van die belasting af zouden willen, kunnen ze dat alleen door alle tarieven op nul procent vast te leggen. Zo is indertijd het Kijk- en luistergeld ook opgedoekt. Only in Belgium.’(lacht)
Voor de successierechten zal dat niet gebeuren, denkt Maus, omdat de gewesten onderling fiscaal concurreren met verlaagde tarieven allerhande. ‘Het is in feite een wat pervers mechanisme. Men gebruikt zo’n verlaagd tarief als lokkertje om vermogenden naar een ander gewest te laten verhuizen. Die successie- en schenkingstarieven brengen niet veel op, maar het gewest krijgt ook een deel van de personenbelasting van de nieuwe inwoner. En daar is het om te doen, want dat is wel een belasting die geld opbrengt. De staatshervorming heeft zo de fiscale concurrentie binnen België georganiseerd.’
Om misbruiken toch wat tegen te gaan, heeft de federale overheid bepaald dat wie naar een ander gewest verhuist pas na twee jaar, zes maanden en één dag het verlaagde tarief kan genieten. Maar ook dat systeem rammelt: ‘Nederlanders, Fransen, Duitsers en andere EU-inwoners die naar een Belgisch gewest verhuizen kunnen vanaf dag één een beroep doen op het gunstregime. Dat is dus fiscale discriminatie waar België voor kan worden veroordeeld.’
Familiaal bedrijf
In feite is fiscale shopping mogelijk in de hele EU: je kiest gewoon het land met de beste erfenisregeling of waar hoegenaamd geen erfbelasting bestaat. ‘Als Guy Verhofstadt zijn oude dag in Italië slijt, profiteren zijn erfgenamen van een vrijstelling tot een miljoen euro op zijn vastgoed. België heeft met welgeteld twee landen een dubbel-belastingverdrag voor erfbelastingen afgesloten: Zweden en Frankrijk. Met die verdragen willen landen belastingontwijking tegengaan. Wel, Zweden heeft zijn successierechten afgeschaft, dus in feite is er alleen nog met Frankrijk een regeling.’
De landen die wel nog allerlei erf-belastingen heffen, voorzien in vrijstellingen voor directe bloedverwanten, zodat wie toch moet betalen van de laagste tarieven gebruik kan maken. Maus vindt het hele systeem hypocriet: ‘Er zijn bewust zo veel vrijstellingen gecreëerd dat de basis van de fiscale erfwetgeving is uitgehold. De vrijstelling van de ge-zinswoning en de lage vlaktaks voor wie een zogenaamd familiaal bedrijf erft, staat totaal niet meer in verhouding tot de zeer zware tarieven voor de rest.’
De gunstige regeling voor het erven van een familiale onderneming is geïnspireerd op de Nederlandse en Duitse wetgeving. De filosofie achter het voordeeltarief is dat ‘de continuïteit van de onderneming’ niet in gevaar mag worden gebracht door erf-genamen zwaar te belasten. Maar één belangrijk element werd niet overgenomen in de Belgische regels: de limietwaarde. In Nederland en Duitsland geldt het voordeeltarief voor familiale bedrijven die maximaal 1.250.000 euro waard zijn. In België is er geen grens. Wie een familiale onderneming erft, betaalt tussen 3 en 7 procent belasting, of dat bedrijf nu 1 of 100 miljoen of miljarden waard is. Een zoveelste voorbeeld van unfaire fiscaliteit, oordeelt Maus. ‘Op dat bedrijf van 1 miljoen betaal je 3 procent of 30.000 euro. Als je twee huizen erft van je ouders die samen 1 miljoen waard zijn, betaal je als enige erfgenaam in totaal 208.500 euro. Dat zegt toch alles? En daar doet men niks aan.’
Door de vele wettelijke uitzonderingen en vrijstellingen brengen erfbelastingen helemaal niet zo veel op. ‘Noem het een belasting op domheid,’ stelt Maus, ‘want het is perfect mogelijk om in je hele leven niet één euro erfbelasting te betalen.’
Voor fiscale advocaten en vermogensadviseurs is de bovenvermelde ‘successieplanning’ een bloeiende business. De sector is al zo’n twintig jaar aan het boomen, zegt Maus: sinds Vlaanderen de schenkingsrechten heeft teruggebracht tot 3 procent. ‘Je kunt die adviseurs ook niet verwijten dat ze die ontwijking organiseren, want het is perfect legaal. Wie niets ontwijkt, wordt fiscaal gepakt. Hoe kun je dan nog volhouden dat je systeem fair is?’
En wat bleek na de invoering van dat 3 procenttarief? De opbrengst van de schenkingsrechten verdrievoudigde in één klap. ‘Dat zegt toch genoeg? De fraude met schenkingen was voor die tariefdaling dus enorm.’
Ofwel schaf je dus maar beter het hele systeem af, ofwel dicht je de enorme mazen in het net. Maar geen van beide gebeurt vandaag, zegt Maus. Het unfaire systeem zal ook niet snel veranderen, want bij wie gaan de politici te rade voor soms een paar voorzichtige hervormingen? Vaak bij de specialisten die de ontwijking organiseren. En die hebben uiteraard geen belang bij de afschaffing, ze zullen hooguit lagere tarieven bepleiten.
Handgift
Maar niet alleen schenkingsrechten zijn fiscaal een lachertje. Voor wie gruwt van erfbelastingen is de handgift je van het. Je kunt met een handgift al je roerende bezittingen weggeven. Als je na die gift nog drie jaar blijft leven, is het tarief voor je erfgenamen nul.
Bovendien is de handgift onbeperkt: je mag zowel duizend als honderd miljoen euro weggeven. De fiscus laat dat passeren, ook al wordt er wellicht soms geknoeid met die termijn van drie jaar. Als de fiscus uitleg vraagt, moet je wel kunnen bewijzen dat je de gift drie jaar voor het overlijden van de schenker kreeg. ‘De gekste bewijzen duiken daarvoor op. Een klassieker is een foto in het bankkantoor waar de gift wordt uitgevoerd, waarbij de bankdirecteur poseert met een krant met goed zichtbare datum.’
Maus vindt de handgift dubieus, maar ze is ook alweer perfect wettelijk. ‘Ik stelde ooit voor om handgiften te beperken tot maximaal 10.000 euro. Schenkingen boven 10.000 euro zouden dan belast worden en met de opbrengst kunnen dan de algemene tarieven worden verlaagd. Ik kreeg de wind van voren van zowat de hele fiscale dienstensector. Een alternatief zou kunnen zijn dat de handgift ook verplicht moet worden geregistreerd zoals een schenking. Dan zou je nog maar die 3 procent hoeven te betalen.’
Bij schenkingen duiken problemen op bij de waardering. De schenker moet een bedrag plakken op wat wordt geschonken en op die waarde wordt het 3 procenttarief toegepast. De fiscus kan die waardering altijd betwisten, maar hoe waardeer je een juwelencollectie, een verzameling oude munten, een wijnvoorraad, een kunstcollectie, antieke meubelen of een bibliotheek? ‘Als je een paar schilderijtjes erft die laag gewaardeerd werden in de erfenisakte en je belastingcontroleur heeft nog nooit van Luc Tuymans of Michael Borremans gehoord. Tja. (lacht) Je hebt daarvoor dus een heel andere soort expertise nodig bij fiscale ambtenaren die daar niet voor zijn opgeleid. Vaak gaat men dan ook af op de waardering die de notaris erop kleeft. De hele inboedel van een huis kan dan worden omschreven als ‘huis-gerief: 10.000 euro’ of zoiets. De verklaring van de notaris wordt doorgaans weinig gecontroleerd.’
De waarde van ge-schonken vastgoed wordt wel gecontroleerd. Daar bestaan ook voldoende gegevens over: het KI, aan- en verkoopprijzen, de waarde van vergelijkbaar vastgoed in de buurt, enzovoort. Toch valt ook dat gemakkelijk te ontwijken: maak onroerend goed, roerend voor je het weggeeft. Met andere woorden: verkoop het en geef de opbrengst cash weg als handgift. Simpel.
Maus: ‘Het is een van de eerste adviezen die we aan cliënten geven die vastgoed willen wegschenken aan hun kinderen. Vastgoed nalaten kost je erf-genamen alleen maar geld, maar het ligt psychologisch gevoelig bij de Vlaming met zijn baksteen in de maag. Zeker zestigplussers hebben het moeilijk met dat soort advies. Blijkbaar vinden velen vastgoed een mooiere erfenis dan geld.’
Het Belgische erfrecht is opgebouwd rond het gezin: kinderen, de overlevende echtgenoot, de gezinswoning moeten wettelijk worden beschermd. De ‘rechte lijn’ van bloedverwantschap geniet de laagste tarieven. Volgens Maus is dat niet meer van deze tijd. Sinds de negentiende eeuw is dat klassieke gezin grondig veranderd: nieuw samengestelde gezinnen, eenoudergezinnen, singles, samenwoners, geadopteerde kinderen, pleegkinderen, enzovoort. In de EU heeft een aantal landen daar al op ingespeeld. ‘Merkwaardig genoeg waren katholieke landen als Portugal en Spanje en ook Ierland daar voortrekkers in. Daar geldt zelfs geen onderscheid meer tussen een kind of een vriend. In het Brusselse Gewest wordt nu een voorzichtig stapje in die richting gezet door voor een ‘beste vriend’ ook het familietarief toe te passen. Er wordt dus wel gesleuteld om allerlei discriminaties en ongerijmdheden geheel of gedeeltelijk weg te werken. Dat gaat in de goede richting.’
Eén taboe blijft in dat verband wel stevig overeind: onterven. In principe kan dat niet in België. Alleen als je veroordeeld wordt voor moord of moord-poging op degene van wie je zou erven, word je als erfgenaam uitgesloten. Maar ouders kunnen hun kinderen niet onterven. Kinderen hebben een ‘reservatair erfdeel’ waar niet aan kan worden geraakt. Al bestaan er plannen om dat reservatair deel in te perken.
Thomas Piketty stelde in zijn Kapitaal in de 21ste eeuw vast dat je in vroegere tijden alleen rijk kon worden en blijven door rijk te trouwen of te erven. Vandaag gaat het weer die richting uit, zegt Piketty. De kloof tussen arm en rijk vergroot steeds meer, ook door erfenissen. In België zijn geen cijfers of prognoses bekend over de verschuivende vermogens. Maus is er wel van overtuigd dat het ook in ons land over enorme bedragen gaat. ‘De generatie die nu vergrijst, heeft de golden sixties meegemaakt, van hoge interesten van meer dan 10 procent geprofiteerd en ook nog eens gouden beursjaren meegemaakt. Het onroerend goed dat ze heeft verworven is doorgaans ook sterk in waarde gestegen. En bovendien was dat ook de generatie waar veel zwart geld omging.’
Al die vermogens zullen dus nooit volledig zichtbaar worden voor de fiscus. ‘België zou zich beter snel bij die EU-landen voegen die de erfbelastingen hebben afgeschaft’, zegt Maus. ‘Maar ik vrees dat we eerst een soort fiscale Dutroux-zaak zullen moeten meemaken voor de politiek ingrijpt en het fundamenteel onrechtvaardige systeem opdoekt.’
DOOR JAN LIPPENS
10 lidstaten van de EU heffen geen belasting op erfenissen
12 lidstaten van de EU heffen geen belasting op schenkingen
6,97 miljard euro verdiende de Belgische staat vorig jaar aan erfbelastingen
107.361 mensen overleden vorig jaar in België
3% belastingen betaalt een echtgenoot of samenwonende, ouder of kind in het Vlaams Gewest op de eerste 50.000 euro van de erfenis
1,37 % van de totale Belgische belastinginkomsten komen uit erfenissen en schenkingen
3 % belasting betalen officiële partners, ouders of kinderen op een onderlinge schenking van roerende goederen