De Wetstraat mag er dan verlaten bij liggen, vanuit de Kamer van Volksvertegenwoordigers blijft voorzitter Herman De Croo op het land letten.
Een voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers is nooit klaar. Terwijl anderen onbekommerd in Knokke vertoeven, houdt Herman De Croo de hand aan de ploeg. Er zijn altijd werken aan het Paleis der Natie die moeten worden gesuperviseerd, interpellaties over de ramp in Gellingen die bekeken dienen te worden.
Momenteel wordt door de diensten van de Kamer gewerkt aan een gigantische databank over het wetgevende werk, met alle wetten, decreten en ordonnanties. Dat die gegevensbank nog niet bestaat, illustreert volgens de kamervoorzitter de logheid van het Belgische systeem.
‘Er moet hier nog zoveel gebeuren’, zegt De Croo, terwijl hij als een pauw door de salons van zijn Kamer flaneert. ‘Wist je dat we hier niet eens een juridische dienst hadden. Die is er nu wel. En hij werkt! Wij hebben hier wetsontwerpen van de regering op tafel gekregen, waar onze juridische dienst tot 140 fouten uit haalde! Elk wetsontwerp of -voorstel krijgt, nadat het in de commissie is goedgekeurd, binnen de 48 uur een opkuisbeurt.
Over de wet op de vermogensaangifte zei u zelfs dat het een aanfluiting was van het wetgevende werk?
HERMAN DE CROO: Kom zeg! De OCMW-voorzitter van Horebeke moet volgens de nieuwe wet een vermogensaangifte indienen. Spoorbaas Karel Vinck, BIAC-kopstukken Pierre Klees en Luc Van den Bossche niet. Een amendement, geïnspireerd door Jean-Luc Dehaene, heeft ervoor gezorgd dat alle beheerders van de zogenaamde staatsbedrijven buiten schot blijven. Die mensen gaan met miljarden om. De OCMW-voorzitter van Horebeke krijgt voor zijn werk amper 2000 of 3000 euro per jaar.
Ik zal alles ondernemen om dat recht te zetten. Als dat er niet van komt, dan zal ik in september eens lawaai maken, reken maar. Bovendien vraagt het Rekenhof me nu al vijfentwintig bijkomende voltijdse ambtenaren om die wet te kunnen uitvoeren. Niet te geloven!
Destijds zegde u: het Belgische federalisme werkt niet, bestaat eigenlijk niet…
DE CROO: Intussen zitten we in een andere situatie. In de Waalse, Brusselse, Vlaamse en federale regering zitten we met meerderheden die verschillend zijn samengesteld. Ik ben nieuwsgierig naar de afloop, maar sceptisch. Ik heb zo een aanvoelen dat dit niet lang gaat duren.
U ergerde zich vooral blauw aan de stoet van opvolgers die door de partijen naar het parlement werden gestuurd.
DE CROO: We doen aan instantpolitiek. We denken nooit eens aan de gevolgen van onze ingrepen. Neem nu die opvolgers. In een ontroerende memorie van toelichting met veel grote woorden over democratie lichtte de regering haar plannen toe om het systeem met de opvolgers af te schaffen. Want dat was niet democratisch en werkte bovendien de manipulatie in de hand.
Men wou dus het systeem hanteren, waarbij de behaalde voorkeurstemmen de opvolging bepaalden. Eigenlijk had dat idee ook gekoppeld moeten worden aan de afschaffing van de kopstem, maar dat ging de apparatsjiks van de partijen net iets te ver.
Bon, het parlement keurt dat goed. Maar, verrassend genoeg, de wet wordt nooit afgekondigd. Dan komt er een nieuwe wet, met alweer een memorie van toelichting waarin wordt verwezen naar de grote principes, die het systeem van de opvolgers opnieuw invoert. En dat allemaal in naam van de democratie!
Vandaag zitten we in een systeem waarin het voordeliger is op een opvolgersplaats te staan, dan vooraan op de lijst. In mijn eigen partij, de VLD, was er meer geruzie over de opvolging dan over de plaatsen aan de kop van de lijst.
Met als gevolg ook dat de partijbonzen nu alle macht in handen hebben?
DE CROO: Oh maar, iedereen herinnert zich hoe destijds werd geijverd voor de afschaffing van die ondoorzichtige, occulte partijfinanciering. Gedaan met die giften aan partijen en met de inzameldiners! Er kome zuiverheid! En dus moest de overheid die partijen gaan financieren.
Ik zit die controlecommissie voor. Wat zie ik daar? Dat sommige partijen 50 tot 100 bedienden hebben, allemaal betaald door de gemeenschap. Ineens krijgen die partijen per jaar een toelage van 100, 120, 150 miljoen frank. Dat alles om toch maar niet in de verleiding te komen geld aan te nemen van het bedrijfsleven.
En wie beslist over de aanwending van al die middelen? De partijtop! Die kiest de boegbeelden, die maakt of kraakt wie hij wil.
Geloof me: België telde in 1831 meer kiezers dan vandaag. In 1831 waren er een 60.000-tal kiezers, allemaal mannen ouder dan 25 en met een zeker fortuin. Vandaag hebben we een goeie 400 – in het beste geval 4000 – kiezers. Dat zijn de mensen die vandaag, dankzij de middelen die zij van de staat kregen – dus van u en van mij – uitmaken wie er op de kieslijsten komt, op welke plaats, en die bijgevolg bepalen wie er verkozen zal worden.
Ik tel hier in de Kamer van Volksvertegenwoordigers 52 leden, een derde van de vergadering, die nooit op een effectieve plaats stonden.
Ministers komen alleen naar het parlement als het van moetens is. Toen ik minister van Verkeerswezen was, konden de mensen van de Antwerpse haven mij hier elke dag van de week ontmoeten. Vandaag moet baron Delwaide, de havenschepen van Antwerpen, drie weken wachten vooraleer hij de attaché van de minister kan ontmoeten – Antwerpen is wel de derde of vierde haven van de wereld.
Is het daarom dat u werkt aan een plan voor een nieuw kiessysteem?
DE CROO: In Wallonië hebben ze voor de regionale verkiezingen de oude kiesomschrijvingen bewaard. Mochten de Walen het Vlaamse voorbeeld hebben gevolgd, dan behaalde het Front National wellicht drie zetels meer.
Je kunt niet tegelijk een prima-donnapolitiek voeren en ook nog extreem-rechts terugdringen. Want het is nu wel duidelijk dat de grote kiesomschrijvingen een zegen zijn voor extreem-rechts.
Voor de gemeenteraadsverkiezingen in mijn gemeente Brakel is het Vlaams Blok onbestaand. Nu, bij de jongste verkiezingen stemde 15 procent van de kiezers voor het Blok. Ik weet echt niet waar die vandaan komen.
We moeten naar een nieuw systeem dat de voordelen van het oude en het nieuwe kiessysteem combineert en dat tegelijk extreem-rechts kan afremmen. Ik werk ernstig aan een systeem, zoals in Nederland, met nationale en regionale kandidaten. Waardoor je in de Kamer een aantal kandidaten krijgt, die federaal worden verkozen – dat zijn dan de Stevaerts, de Letermes, de Verhofstadts, die de grote lijnen trekken – en andere kandidaten die in kleinere kiesarrondissementen worden verkozen.
Intussen pleiten bijna alle partijen voor het samenvallen van de regionale en federale verkiezingen. Is dat niet de definitieve doodsteek van het Belgische federalisme?
DE CROO: Zes jaar geleden was ik de enige die het aandurfde te zeggen dat de regionale en federale verkiezingen moesten samenvallen. Man, wat heb ik toen niet moeten horen? Ik was een verkrampte belgicist, zo’n exemplaar uit de ijstijd. Nu stel ik vast dat alleen de N-VA vasthoudt aan aparte regionale en federale verkiezingen.
Is het laten samenvallen van die regionale en federale verkiezingen geen noodgreep om toch de Belgische inboedel samen te houden? Een van uw partijgenoten zei niet zo lang geleden, weliswaar ‘off the record’: ‘Wie zes maanden in de federale regering zit, wordt separatist.’
DE CROO: Ach, wat betekent Vlaanderen, dat mij na aan het hart ligt, binnen de Europese Unie? Een Europa met 25 lidstaten is al zo goed als onbestuurbaar. Wat moet dat worden met een Europa van de regio’s: zeventien regio’s in Spanje, zestien in Duitsland, drie in België? Begin maar.
Dan moet je weten dat die Spaanse regio’s nu al een veel grotere autonomie genieten dan Vlaanderen. In die mate zelfs dat de Basken aandringen op eigen europarlementairen, eigen vertegenwoordigers in de Europese Raad.
Maar u kunt niet ontkennen dat de kloof tussen Vlaanderen en Wallonië met de dag groter wordt.
DE CROO: Wallonië is een gesubsidieerde regio. Misschien is Vlaanderen dat ooit geweest – al zijn er recente studies die aantonen dat de transfers van Vlaanderen naar Wallonië altijd hebben bestaan. Maar mogelijk wordt Vlaanderen, als gevolg van de vergrijzing, zelf een gesubsidieerde regio. Terwijl Wallonië en Brussel kunnen genieten van de inbreng van jonge allochtonen. De meest gebruikte voornaam in Brussel is nu al Mohammed.
Maar de Brusselse middelen worden vooral voortgebracht door de vennootschappen, niet door bewoners van dat gewest.
DE CROO: Er bestaan vandaag verdragen met Nederland en Frankrijk, die bepalen dat grensarbeiders belasting betalen in het land waar ze werken. Stel nu even dat we de federalisering ook fiscaal doordrijven en dat belasting wordt geheven in de regio waar het bedrijf waar men werkt, is gevestigd. Het gevolg zal zijn dat 350.000 Vlamingen van dan af niet langer belasting betalen in Vlaanderen, maar in Brussel. We moeten daar eens goed over nadenken.
We moeten ons ook bezinnen alvorens over de splitsing van de sociale zekerheid te beginnen. Over een jaar of vijf springt hoe dan ook dat Belgische quintopoly van christelijke, socialistische, liberale, neutrale ziekenfondsen en van de beroepskassen.
Krankenkassen en Mutuels begeven zich nu al, voor de herverzekering, op de Europese markt. Hoe wil je dan onze ziekteverzekering gaan reduceren tot een Vlaams niveau? Dat heeft geen zin.
De kostprijs van de geneeskunde neemt hand over hand toe. Binnenkort is dat niet meer betaalbaar door zes miljoen Vlamingen, nog minder door drie miljoen Walen en een miljoen Brusselaars. Ons systeem is niet houdbaar wanneer je het terugbrengt tot het Vlaamse niveau. Waarom wordt daar niet over nagedacht? Is die splitsing wel aan de orde? Moeten we niet veeleer naar een ziekteverzekering op Europese schaal?
Intussen blijven die transfers aanhouden. Zelfs de Vlaamse regering geeft nu, schoorvoetend, toe dat de cijfers van de KBC kloppen.
DE CROO: Veel van mijn retorica-genoten in Sint-Stanislas in Bergen zijn arts. Zij vertellen mij dat ze bijna moreel verplicht zijn een aantal geschriften te plegen, waar ze zelf de grootste moeite mee hebben. Doen ze dat niet, dan krijgen ze last met de structuren. Het is dus juist dat er daar misbruiken zijn. De macro-economische gevolgen daarvan blijven erg beperkt.
Toch moeten ze bij de PS wel opletten dat ze het Belgische systeem niet aanwenden om hun clientèle te behouden. Voor vele Walen is de PS een levensverzekering, maar dan wel op kosten van de Vlamingen.
De Waalse socialisten moeten weten dat ze niet kunnen blijven teren op de middelen die door de Vlamingen worden aangebracht. Doch de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat, om maar dit voorbeeld te noemen, tal van Waalse klinische labs, waar hoge prijzen gelden, in handen zijn van Vlaamse ondernemers.
Hoe dan ook ontsnappen we niet aan een grote communautaire palaver, waarin om te beginnen – en terecht maar – Brussel-Halle-Vilvoorde zal worden gesplitst.
U bleef ongewoon terughoudend na de nederlaag van uw partij op 13 juni?
DE CROO: De VLD is daar zwaar bedrogen. Ik herinner me nog levendig de congressen waar de partijkopstukken verkondigden: met ons geen migrantenstemrecht! Awel, ’t is met ons dat het migrantenstemrecht er kwam, onder een VLD-premier nog wel.
Wij hadden twee keuzes. Of de regering laten vallen over het migrantenstemrecht en dan behaalden we in de stembusslag zeker 30 procent. Of de regering niet laten vallen, maar met de VLD voet bij stuk houden. Dan haalden we bij verkiezingen nog altijd 25 procent. Nu zitten we op 20 procent.
Dus, Karel De Gucht had gelijk.
DE CROO: Natuurlijk had hij gelijk. Principieel. Maar eens het malheur geschied, hadden we maar één uitweg: onderduiken en zwijgen. Je kunt niet tegen Hugo Coveliers zeggen: je moet daar in de Senaat dag en nacht in het verweer tegen het migrantenstemrecht, en dan ineens de stekker uittrekken. Ondanks alle sympathie en achting voor hem, denk ik dat de fameuze tussenkomst van Willy De Clercq op het VLD-congres uiteindelijk contraproductief is geweest.
We moeten durven toegeven: we hebben ons laten rollen door een heel berekend manoeuvre. Dat gemeentelijke migrantenstemrecht doordrukken twee jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen, dat ruikt naar een PS-manoeuvre.
Bij de SP.A waren ze niet gelukkig met dat migrantenstemrecht. Sommige SP.A’ers waren zelfs straf tegen. De Franstalige liberalen van MR hebben zich neergelegd bij die eis van de PS, om de regering te redden – het heeft ze weinig opgeleverd.
Maar wat zien we intussen? De meeste PS-verkozenen in Brussel zijn nu al Belgen van allochtone afkomst – met het vooruitzicht van de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 is dat dus geen slechte berekening. In Vlaanderen heeft de VLD daarvoor de prijs betaald en de Vlamingen hebben er een versterkt Vlaams Blok bij gekregen.
Kan Bart Somers als VLD-voorzitter de partij een nieuw elan bezorgen?
DE CROO: Als Somers erin slaagt in 2006 Mechelen opnieuw te veroveren, dan kan hij een groot VLD-leider worden. Zelfs al blijft hij een vreemde eend in de bijt.
Bij veel donkerblauwe liberalen weegt het nogal dat Somers een ex-VU’er en de zoon van ‘een zwarte’ is?
DE CROO: Bij sommige VLD’ers zal dat zeker meespelen – ik heb die opmerkingen al gehoord. Maar Somers communiceert goed. Hij heeft zich niet kunnen waarmaken in de Vlaamse regering, maar dat minister-presidentschap was dan ook een vergiftigd geschenk. Dat mogen we Somers niet aanrekenen. Niettemin, de man heeft guts. Alleen moet hij beseffen dat hij niet langer de woordvoerder is van Guy Verhofstadt.
Maar als hij in Mechelen mislukt, dan is zijn rol uitgespeeld en zal hij stilletjes van het toneel verdwijnen.
Door Rik Van Cauwelaert
‘De VLD werd bedrogen.’