Sinds begin februari zitten de Tsjetsjeense vluchtelingen Magomed-Ali en Milana Mazhiyeva in het gesloten centrum voor illegalen in Merksplas. Ze kunnen elk moment worden uitgewezen naar Polen. ‘Dat staat gelijk met een enkele reis richting Moskou of de dood’, zeggen hun ouders.
Moe van de oorlogsterreur ontvluchtten Magomed-Ali Suleymanov (29) en zijn vrouw Milana Mazhiyeva (17) eind oktober 2007 de Tsjetsjeense hoofdstad Grozny met eindbestemming Mechelen. ‘Ik had hen nog zo gevraagd om niet via Polen naar de EU te reizen, daar wordt zwaar gecontroleerd’, zegt zijn vader, Magomed Suleymanov. De Suleymanovs (vader, moeder, een zoon en twee dochters) leven als erkende vluchtelingen in Mechelen. ‘Mijn zoon wou het erop wagen. Ze werden door de Poolse grenswacht tegengehouden, waardoor ze geen andere keuze hadden dan in Polen asiel aan te vragen.’
Zodra de kust enigszins veilig was, reisden Magomed-Ali en zijn vrouw eind januari door naar België. ‘Toen ze in Brussel op de dienst Vreemdelingenzaken asiel aanvroegen, werden ze opgepakt’, vertelt vader Magomed. ‘Ze werden naar Merksplas afgevoerd. Vreemdelingenzaken beweert dat wij indertijd bij onze asielaanvraag verzwegen hebben dat er een zoon van ons in Tsjetsjenië was achtergebleven. Magomed-Ali en Milana kunnen nu elk moment naar Polen teruggestuurd worden. We zijn bang dat Polen hen naar Moskou zal deporteren.’
Volgens meester Stany Buysse, de advocaat van de familie, is die kans reëel. ‘Afgewezen Tsjetsjeense vluchtelingen worden door veel voormalige Oostbloklanden zonder pardon op transport naar Moskou gezet’, zegt hij. ‘Een paar maanden geleden behandelde ik een gelijkaardig geval: een Tsjetsjeen die hier familie had, was via Tsjechië naar België gekomen. Omdat hij eerst in Tsjechië asiel had moeten aanvragen, beriep Vreemdelingenzaken zich op de Conventie van Dublin en werd hij naar Praag gedeporteerd. Hij is daar onmiddellijk op een vliegtuig naar Moskou gezet. Zijn familie heeft sindsdien niets meer van hem vernomen.’
De Conventie van Dublin is een afspraak tussen EU-landen en bepaalt dat de lidstaat waar de asielzoeker het eerst voet aan de grond zet, verantwoordelijk is voor de aanvraag. Die eerste lidstaat moet de asielzoeker ook opnieuw opnemen als hij zich later illegaal in een andere lidstaat bevindt. ‘Volgens de letter van de wet moeten mijn cliënten dus terug naar Polen’, zegt Stany Buysse. ‘Maar Tsjetsjenen krijgen nauwelijks bescherming in nieuwe EU-lidstaten zoals Polen, Slowakije of Tsjechië. Volgens een recent rapport van Caritas International wordt minder dan 10 procent van de Tsjetsjenen in Polen erkend als vluchteling, terwijl in België de grote meerderheid van de Tsjetsjeense asielaanvragen positief behandeld wordt. De kwaliteit van het Poolse asielonderzoek beantwoordt niet aan de normen van een fatsoenlijke democratische rechtsstaat. De Belgische overheid hanteert de Conventie van Dublin als een handige manier om haar verantwoordelijkheid te ontlopen.’
Intussen doen hardnekkige geruchten de ronde over zelfmoorden en zelfmoordpogingen in Merksplas. Woordvoerster Katrien Jansseune van Vreemdelingenzaken bevestigt dat. ‘Van al die pogingen is er nog maar één gelukt, in oktober vorig jaar. De meeste zelfmoordpogingen beschouwen wij als manieren om aandacht te trekken. Maar al die pogingen worden correct – met doktersassistentie – opgevolgd.’ Cijfers van het aantal pogingen kon Jansseune niet geven. ‘Daar hebben we geen cijfers over.’
Jan Stevens