Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Ooit was Coburg in heel Europa een scheldwoord. Nu lopen, in Coburg en in Brussel, twee grote tentoonstellingen over deze vorstelijke familie.

Terwijl in het Duitse Coburg een grote expositie werd opgezet rond het uitzwermen van de plaatselijke vorstelijke familie, ?Ein Herzogtum und viele Kronen, Coburg in Bayern und Europa?, loopt tot 31 juli in de onlangs zorgvuldig verbouwde Koninklijke Stallen de voortreffelijke tentoonstelling ?Nieuw licht op Leopold I & Leopold II?. Deze laatste vindt haar oorsprong in een uitzonderlijke, zeg maar sensationele ontdekking waarmee historici nog jaren zoet zijn. Want wat in 1983 bij de sloping van het kasteel in het Henegouwse Hyon werd ontdekt, werpt een verhelderend licht op het bewind van Leopold I en Leopold II.

Tijdens de zomermaanden van 1983 stoten arbeiders die bezig zijn met de afbraak van het kasteel van Hyon in de kelder, achter een blinde muur, op kisten met documenten die, zo blijkt na inspectie, duidelijk van koninklijke oorsprong zijn. Sommige stukken en brieven, waarvan enkele al door vocht en schimmels zijn aangetast, dragen zelfs de signatuur van Leopold I en van Leopold II.

Wie na de vondst de papieren in handen krijgt, is niet duidelijk. Wel staat vast dat in de loop van 1984 plots allerlei stukken in de handel opduiken, eerst bij een antiquaar in Bergen, nadien, in de loop van de jaren 1991 en 1994, bij Luikse en Brusselse veilinghuizen en een deel zelfs in Londen, bij Sotheby’s.

Naderhand worden grote brokken van deze opmerkelijke schat door privé-verzamelaars te koop aangeboden. Een eerste stuk wordt aangekocht door het Rijksarchief en meteen in het Archief van het Koninklijk Paleis gedeponeerd. De bulk van de verzameling komt, gelukkig maar, terecht bij de Koning Boudewijnstichting en rust nu eveneens in het Archief van het paleis. Zodat zonder overdrijving mag worden gesteld dat het overgrote deel van de documenten die in Hyon werden boven gehaald, en waarvan het behoud ettelijke miljoenen heeft gekost, opnieuw bijeen is gebracht. Alleen van zogenaamde ?geparfumeerde brieven? aan Leopold II als die in Hyon al zijn gevonden , is op de tentoonstelling geen sprake.

In de Wetenschapsstraat

Het ontstaan van dit ontzagelijke koninklijke archief is een verhaal apart. Alles begint bij Adrien Goffinet, een legerofficier afkomstig uit Neufchâteau, die in 1853 hij is dan 41 jaar ordonnansofficier wordt van koning Leopold I. Twee jaar later neemt hij dezelfde functie op bij de hertog van Brabant, de latere Leopold II. Het wordt het begin van een intense samenwerking en zelfs vriendschap. Want in 1860 al is Goffinet de belangrijkste financiële adviseur van prins Leopold.

In 1864 koopt Goffinet, die inmiddels ook is getrouwd, een eerste huis in de Brusselse Wetenschapsstraat. Voor die aankoop wordt hem door Leopold 100.000 frank geleend, zonder dat ooit één document wordt ondertekend. Vooraf echter eist Adrien Goffinet dat dit geld door hem of door zijn erfgenamen moet worden terugbetaald en dat niemand ooit mag vernemen wat hij in zijn huis bewaart. De discretie van Goffinet valt te begrijpen, want in zijn huis aan de Wetenschapsstraat worden in de loop der jaren behalve vertrouwelijke papieren, eerst van de prins en diens vrouw Maria Hendrika en later ook van de overleden Leopold I en van de gewezen keizerin van Mexico Charlotte, de zwakzinnig geworden zus van Leopold II, ook waardepapieren, juwelen, en gewoon baar geld opgeslagen.

Uit correspondentie van Leopold II met Goffinet valt op te maken dat de vorst voortdurend rekening houdt met een volksoproer en daarom zijn vertrouwelijk archief en een deel van zijn fortuin in veiligheid wil brengen. Op een gegeven moment raadt hij Goffinet zelfs aan het geheel uit Brussel weg te brengen, eventueel naar het buitenland.

Omdat de woning aan de Wetenschapsstraat te klein wordt, koopt Goffinet een aanpalend pand in de Montoyerstraat, wat hem toelaat al die archieven op ordentelijke wijze onder te brengen. Want door de talloze zakelijke ondernemingen van Leopold II zoals die in Congo, China en elders, zwellen die archieven met de dag.

Gaandeweg nemen ook Adriens zonen, Auguste en Constant Goffinet, een tweeling, een deel van het beheer van hun vader over. Zodoende dat als Adrien Goffinet van 1863 af baron Goffinet in 1886 overlijdt, zijn taak als het ware rimpelloos overgaat op zijn zonen die door hun onvoorwaardelijke toewijding eveneens het volledige vertrouwen van de vorst hebben gewonnen.

Constant Goffinet is als intendant van de Civiele Lijst en beheerder van het privé-fortuin van Leopold II betrokken, vaak als tussenpersoon of stroman, bij al diens financiële beleggingen en vastgoedoperaties. Intussen laat zijn broer Auguste zich in met het zogenaamde Fonds spécial africain, waar alle inkomsten uit de Onafhankelijke Congostaat samenstroomden. Tegelijk behartigt hij de zakelijke belangen en eigendommen van ex-keizerin Charlotte.

De rol van de Goffinets als adviseurs en stromannen van Leopold II was al langer gekend. Hun naam duikt op in alle zakelijke initiatieven van Leopold II, zoals destijds beschreven door Ginette Kurgan-Van Hentenryk in ?Léopold II et les groupes financiers belges en Chine? (1972) en Jean Stengers in zijn onvolprezen ?Combien le Congo a-t-il coûté à la Belgique ?? (1957).

Bij de oprichting in 1902 van de Banque Sino-Belge, een sluitstuk in de Chinese ambities van de Belgische koning, onderschrijft Auguste 120.000 frank van het kapitaal, en krijgt zitting in de raad van bestuur. Hij neemt ook aandelen in Empain-ondernemingen, in de schermvennootschap Société Asiatique, in de Société des Mines du Luhan. Telkens in opdracht van Leopold II en met geld afkomstig uit de Onafhankelijke Congostaat.

Als Leopold in China gronden koopt voor de aanleg van spoorwegen, dan is het Constant Goffinet, eveneens aandeelhouder in de Banque Sino-Belge, die de fondsen versluist. Samen met Auguste en andere koninklijke stromannen wordt Constant aandeelhouder in de Société anonyme de la Concession belge de Tientsin.

Een hartaderbreuk

Zowel Auguste als Constant nemen meteen na de dood van Leopold II ontslag uit al hun functies alleen Constant blijft nog minstens tot 1913 beheerder van de Banque Sino-Belge, maar dan wellicht in eigen naam.

Het geld, de waardepapieren, aandelen, obligaties, juwelen die zij al die jaren voor de koning hebben opgeslagen en waarvan niemand op de hoogte is, deponeren zij terstond bij de koninklijke erfenis. De vertrouwelijke papieren blijven evenwel in hun bezit.

Waarom de Goffinets het archief nooit aan de overheid of aan de troonopvolger overmaken en het al die tijd in het grootste geheim bewaren, blijft een raadsel, zeggen historici als Stengers, die zich samen met André Molitor, gewezen kabinetschef van de koning Boudewijn, inspande om het Goffinetfonds veilig te stellen. Een eerste, en wellicht belangrijkste reden vormt allicht de vaststelling door de Goffinets, voor wie Leopolds wil wet is, dat de Belgische staat en de troonopvolger Albert I niet alle wilsbeschikkingen van de overleden koning opvolgen één daarvan is zijn opmerkelijke doch nadrukkelijke wens om ’s ochtends vroeg in alle intimiteit, uitsluitend omringd door de leden van het Huis, te worden begraven.

Hoe dan ook, in 1931, na de dood van Constant, de laatste van de tweelingsbroers, gaat het beheer van het archief over op diens neef Robert Goffinet die later eveneens tot het Militair Huis van koning Albert zal toetreden en die naderhand in dienst wordt genomen door de graaf van Vlaanderen, de latere prins-regent Karel.

Als Robert Goffinet in 1945 hij staat dan aan het hoofd van het Huis van de prins-regent plots overlijdt, krijgen zijn broer Louis en achteraf diens oudste zoon Adrien het geheime archief onder hun hoede. Intussen zijn de papieren, als gevolg van de afbraak van de twee Brusselse huizen, overgebracht naar het familiekasteel van Hyon. Maar als Adrien in 1977 sterft als gevolg van een hartaderbreuk, neemt hij het familiegeheim mee in zijn graf. Geen van de bewoners van het kasteel in Hyon is zich bewust van wat in de kelder opgeslagen ligt.

Zeven jaar later duiken de eerste documenten uit het geheime Goffinetarchief op in de cataloog van het Bergense antiquariaat Librairie du Miroir. In Brussel wordt alarm geslagen : het Goffinetarchief ?de witte merel? waarnaar historici al decennia lang uitkeken is eindelijk boven gehaald !

Rik Van Cauwelaert

Een Coburg in Brussel (foto : Patrick de Spiegelaere).

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content