Het Forum: plein in Rome, tussen Capitool en Palatijn, waar burgers samenkwamen om publieke zaken te bespreken en recht te doen.
Mevrouw Cantillon, de winst van het Vlaams Blok bij de gemeenteraadsverkiezingen heeft honderd verschillende verklaringen gekregen.
Bea Cantillon: Vele daarvan zijn zinnig, maar ze brengen allemaal slechts stukjes van een ingewikkelde puzzel aan. Het succes van het Blok is niet in een paar oorzaken te vatten. Als je dertig procent haalt in Antwerpen ben je een brede volkspartij geworden. Het verhaal dat de Blokkiezers enkel laaggeschoolde, marginale en gefrustreerde mensen zijn, gaat dus niet meer op. We kunnen alleen vaststellen dat de andere politieke partijen niet het juiste antwoord hebben gegeven, en ik vrees dat ze dat in Antwerpen ook deze keer niet zullen doen. Er is maar één recept: een krachtdadig bestuur met een goed project, maar vooral met bekwame en sterke politici om het uit te voeren. In Antwerpen zijn er politici van groot gewicht nodig. De partijvoorzitters zouden zich daar meer van bewust moeten zijn, en ingrijpen voor het weer te laat is. Dat had al bij de lijstvorming moeten gebeuren. Ik denk niet dat veel Antwerpenaars onder de indruk komen van de huidige politieke tenoren in hun stad. Met mensen als bijvoorbeeld Patrick Janssens, Marc Van Peel, Eric Antonis, of Erwin Pairon moet het mogelijk zijn een positiever beeld van het stadsbestuur uit te stralen.
In Antwerpen wil men opnieuw een brede coalitie maken. Waardoor het Blok weer de enige oppositiepartij is en weer alle stemmen tegen de meerderheid binnenrijft.
Cantillon: De kern is dat er op alle lijsten bloedarmoede heerst. Bovendien is men bezig politieke breuklijnen te trekken waar geen conflictlijnen lopen. De opvattingen van veel CVP-, SP- en Agalevverkozenen in Antwerpen verschillen in wezen niet van elkaar. Waarom wil de VLD daar dan conflictlijnen organiseren? Om te verdelen en te heersen? De echte tegenstellingen situeren zich meer binnen, dan tussen de partijen. De kiezer ziet het verschil tussen de partijprogramma’s niet, en voelt aan dat de kandidaten meer op een post voor zichzelf uit zijn, dan dat ze proberen om hun idealen aan te prijzen. De echte scheiding blijkt te liggen tussen enerzijds de partijen die zich inschrijven in het Europees humanistisch gedachtegoed met alles wat daaruit voortvloeit, en anderzijds een partij die zweert bij een agressieve aanpak van minderheidsgroepen. Je moet de mensen naar de juiste kant van die scheidingslijn proberen te trekken. Dat vergt in feite een grondige herschikking van de politieke krachten, maar die kun je niet van bovenuit opleggen. De bestaande partijen zijn te grote machtsstructuren en zijn te nauw met grote sociale organisaties verweven, om zichzelf zo maar te laten opheffen.
Kan het Blok worden gestopt door de opkomstplicht af te schaffen en het stemrecht voor migranten in te voeren?
Cantillon: Het is kwalijk om met die ingrepen een probleem van een heel andere orde te willen oplossen. Ik ben voor het migrantenstemrecht, maar dan om het principe zelf, niet omdat het eventueel het Blok kan afremmen. Wie op een bepaalde plaats woont, heeft het recht mee te beslissen over het bestuur ervan. De nationaliteit doet daarbij niets ter zake. En dat je via een snelle procedure makkelijk Belg kan worden, is een argument naast de kwestie. Stemrecht voor migranten betekent ook meer kans op allochtonen in het bestuur. Dat kan bij de overheid de bereidheid vergroten om de problemen van de migranten op te lossen. En het kan de migranten ertoe aanzetten meer verantwoordelijkheid op te nemen. We leven hoe dan ook in een multiculturele samenleving, dat is niet meer terug te draaien. Het zou trouwens een verrijking moeten zijn, al is dat makkelijker gezegd voor een intellectueel die ver van de probleemwijken woont, dan voor een volksmens die er dagelijks middenin zit. Ook tussen die twee groepen, en hun perceptie van het migrantenprobleem, gaapt een brede kloof.
Moet de opkomstplicht worden afgeschaft?
Cantillon: Ik vind van niet. Een democratisch bestel mag van zijn burgers eisen dat ze minstens één keer om de vier jaar nadenken over hoe hun samenleving bestuurd moet worden. Dat is niet alleen een recht, maar ook een plicht. Er zijn niet veel landen waar de opkomstplicht bestaat. Die zijn daarom niet minder democratisch dan wij, maar toch wordt de legitimiteit van een regering of een gemeentebestuur aangetast als een groot percentage van de kiezers thuisblijft. De buitenlandse praktijk wijst uit dat vooral de beter opgeleide en geïnformeerde burgers gebruikmaken van hun stemrecht, zodat de politici in de eerste plaats op die categorie mikken. Dat vergroot de sociale kloof en duwt kansarme groepen extra in de marginaliteit.
Het Centrum Leman en de Liga voor de Mensenrechten proberen via juridische weg enkele belangrijke vzw’s rond het Blok aan te pakken op grond van de antiracismewet.
Cantillon: Een gevaarlijke zet. Wat als ze van de rechtbank ongelijk krijgen? Welk argument rechtvaardigt dan het cordon sanitaire? De grootste specialisten van de antiracismewet zitten ongetwijfeld in het Blok zelf, en ik weet niet of de aanklagers voldoende juridisch zwaarwegende elementen hebben om op een veroordeling te hopen. Als men het Blok had willen verbieden, had dat jaren geleden moeten gebeuren, desnoods op initiatief van de minister van Justitie. In de huidige omstandigheden twijfel ik aan het nut van deze demarche. Vergelijk het met de EU-sancties tegen Oostenrijk, die contraproductief zijn gebleken. Want welk resultaat hebben ze gehad? Dat een commissie van wijzen officieel heeft vastgesteld dat het allemaal zo erg niet is. Mooie vrijgeleide voor Jörg Haider.
Als dit gesprek gepubliceerd wordt, is de beleidsverklaring van premier Verhofstadt uitgesproken. Stemmen de begrotingsplannen die tot nu toe bekend zijn u tevreden?
Cantillon: De uitdaging is om met ons beleid de komende tien jaar een evenwicht tussen het economische, het sociale en het ecologische te vinden. De voorbije honderd jaar is de aandacht bijna uitsluitend naar die eerste twee gegaan. We hebben een welvarende economie en een sociale verzorgingsstaat uitgebouwd. Maar inzake ecologie en levenskwaliteit moet er nog veel gebeuren. Als de VLD haar beloften houdt, wordt het grootste deel van de begrotingsruimte opgeslokt door de belastingvermindering van minister Reynders, en daarin ligt weer alle nadruk op het economische aspect. En dan gaan we nog uit van het aanvechtbare liberale dogma dat er meer en harder gewerkt zal worden als de belastingen verlaagd worden. De sociale en ecologische dimensie ontbreekt. Wij hebben op het Centrum voor Sociaal Beleid berekend dat de belastingverlaging de hogere middengroepen en de hogere klasse ten goede komt. De armen profiteren er weinig of niet van. Men geeft eigenlijk een onnodig cadeau aan de middenklasse, want dertigduizend frank minder belasting zal het leven van de tweeverdienersgezinnen niet veranderen. Terwijl er zoveel investeringen nodig zijn in de sociale sector, de ziekenverzorging, het onderwijs en het openbaar vervoer. Helaas trekken alle Europese landen de kaart van de belastingverlaging, en schrijft België zich in dat programma in. Onder druk van straatprotest zijn er toegevingen aan de witte sector en het onderwijs gedaan, maar dat kadert niet in een totaalproject. Er is een grote investering in mensen en infrastructuur nodig, en dat laat niet veel ruimte voor minder belastingen.
Met het zilverfonds wordt een pensioenreserve aangelegd.
Cantillon: Dat is positief. Het staat vast dat er moeilijke jaren op komst zijn. We zitten nu in een demografisch gunstige periode, gecombineerd met een economisch gunstig klimaat. Maar dat blijft niet duren. Over tien tot vijftien jaar worden we ten volle met de opa-boom en de veroudering van de bevolking geconfronteerd, terwijl de economische curve door een dal zou kunnen lopen. Laten we niet meer de fouten van het verleden maken en alles opsouperen, het is nu het moment om geld opzij te zetten. De technische discussie over kapitalisatie of repartitie is maar van secundair belang. Het enige wat men kan doen, is de mensen aansporen om zelf een aanvullend pensioen op te bouwen. Verder moet het wettelijk pensioen, zeker voor de armsten, worden opgetrokken. Dat geldt ook voor andere uitkeringen, die jarenlang door de Maastrichtnorm geblokkeerd zijn.
Bij de opening van het parlementaire jaar hebben Louis Tobback en Jean-Luc Dehaene gepleit voor de afschaffing van de Senaat.
Cantillon: Zoals de instelling nu functioneert, mag de Senaat inderdaad worden afgeschaft. En een uitbreiding tot honderd leden, zoals voorzitter Dedecker voorstelt, is lachwekkend. Toch blijf ik voorstander van het behoud van een Senaat, maar dan met een totaal andere samenstelling, een andere bevoegdheidsverdeling en een andere werkorganisatie. Ik ben vier jaar senator geweest en heb ervaren dat de samenstelling en de procedures verhinderen dat de Senaat uitgroeit tot wat hij zou moeten worden: een reflectiekamer waar over belangrijke vragen uit de samenleving gedebatteerd wordt. Al te vaak worden de politieke gevechten uit de Kamer in de Senaat overgedaan, wat niet de bedoeling is. Net zo min als het organiseren van colloquia over de ruimtevaart, zoals Tobback terecht opmerkte. Voorbeelden van hoe het wel moet, zijn de Rwandacommissie, de asielwet en de discussies over bio-ethiek. De senatoren moeten zich in een sereen klimaat over die thema’s kunnen bezinnen, deskundigen aanhoren, en de oplossingen daarna in wetteksten gieten. Waarom niet van het senatorschap een halftijdse job maken? Dat biedt de mogelijkheid tot het aantrekken van leden met een heel ander profiel dan in de kamer. Het verschil tussen Kamer en Senaat is nu te klein.
Het euthanasiedebat lijkt wat naar de achtergrond verdrongen.
Cantillon: Men moet tijd nemen voor dat delicate onderwerp en het heeft geen zin met een deadline uit te pakken. Sinds het begin hebben de verschillende standpunten een zekere evolutie doorgemaakt, wat aantoont hoe belangrijk het is om naar het verhaal van insiders en deskundigen te luisteren. Dat kan niet in de kamer, waar de politieke actualiteit al het andere wegdringt. De politiek mag de ethische vragen niet terzijde schuiven. Voorlopig wordt alles aan de markt overgelaten en dus staat er geen rem op de lucratieve biotechnologische ontwikkeling. Tot meerdere winst en glorie van de farmaceutische industrie en van sommige medische wetenschappers. Het is tijd dat politiek gemandateerden op dat terrein de krijtlijnen trekken.
In persmiddens is geprotesteerd tegen een rechterlijk bevel om de Leuvense schepen Carl Devlies te laten deelnemen aan een VRT-debat tussen Rik Daems en Louis Tobback. Een nieuw geval van preventieve censuur.
Cantillon: De perswereld reageert gemakkelijk vanuit een corporatistische reflex, terwijl de zorg om de deontologie veel minder luid doorklinkt. Carl Devlies had juridisch geen been om op te staan, en het zou me verbazen mocht de uitspraak van de rechter in beroep overeind blijven. Maar inhoudelijk had hij gelijk. Ik heb de meeste verkiezingsdebatten op de VRT bekeken. Informatief waren die schabouwelijk, maar erger was dat men bepaalde kandidaten heeft laten verkiezen en anderen dus niet. Me dunkt dat zoiets een ernstig deontologisch probleem stelt. Ik zal dan nog niet twijfelen aan de goede bedoelingen en de objectiviteit van de programmamakers, maar ze hanteren een te machtig wapen om alleen aan de markt van de kijkcijfers verantwoording af te leggen. In plaats van moord en brand te schreeuwen over preventieve censuur, zou de pers zich eens moeten afvragen hoe ver ze mag gaan. Want de slachtoffers van de media zijn zo goed als weerloos.
Bea Cantillon is directeur van het Centrum voor Sociaal Beleid (Ufsia).
BEA CANTILLON
Koen Meulenaere