Bioloog Dirk Draulans zoomt elke week in op een opvallend specimen in de Vlaamse natuur – de mens uitgezonderd. Deze week: de koolmees.

Voor het gros van de vogels is het broedseizoen achter de rug, en voor de meeste soorten zag het er beroerd uit. Veel nesten liepen onder water of spoelden weg, en veel jongen stierven in het nest, omdat ze het te koud hadden of omdat de ouders te weinig voedsel vonden. De negatieve balans geldt zelfs voor algemene soorten, zoals de koolmees. Nederlandse onderzoekers die het wel en wee van de koolmees van nabij volgen, spraken in een natuurbericht onomwonden van een ‘verloren broedseizoen’.

Koolmezen voeden hun jongen met rupsen. De meesjes in de nestkasten in uw tuin hangen voor hun overleving – u hebt het wellicht nog nooit gemerkt, en gelukkig maar – af van de massa kleine rupsen op uw struiken en planten. Mezen stellen alles in het werk om hun jongen te laten uitkomen op het moment dat er veel rupsen voorhanden zijn. Het ornithologisch vakblad The Ibis bracht onlangs een studie waaruit blijkt dat de overlevingskansen van jonge koolmezen in een stedelijke leefomgeving rechtstreeks afhangen van het al dan niet aanwezig zijn van eiken in het broedgebied. De mezen hebben geleerd de levenscyclus van de eik in te schatten, zodat ze de start van hun broedactiviteiten kunnen koppelen aan het in blad komen van de bomen. Op de bladeren zitten later de rupsen die de ouders nodig hebben om hun jongen te voeden.

Maar als de inschatting fout loopt, of als er wat mis gaat met de productie van de rupsen, kunnen zelfs noodplannen, zoals het opgeven van een legsel en het inzetten op een vervanglegsel later in het seizoen, geen soelaas meer brengen. Dat is wat er dit jaar lijkt te zijn gebeurd: alles zat tegen, zodat er massaal legsels verlaten werden. En als er toch jongen uitkwamen, stierven ze niet zelden in het nest. De ouders slaagden er niet in voldoende voedsel voor hun kroost te vinden. Ze deden wel hun best, want in tegenstelling tot de meeste andere jaren was er in 2016 geen gesynchroniseerde piek in de broedactiviteiten van de koolmezen. De koppeltjes broedden sterk gespreid in de tijd, in de hoop het er toch nog goed af te brengen.

De koolmees doet het trouwens al een aantal jaren minder goed, net als haar nauwe verwant de pimpelmees. In Nederland leggen de meesjes nu per legsel gemiddeld een eitje minder dan vóór 2010. Misschien is dat gelinkt aan het feit dat de diertjes vroeger in het seizoen beginnen te broeden, wat waarnemers toeschrijven aan de klimaatopwarming.

Maar we hoeven ons geen zorgen te maken. Het vakblad NatureCommunications publiceerde een overzicht van de bekende genen van de koolmees, waaruit blijkt dat het een héél slim beestje moet zijn, in staat tot snelle aanpassingen van zijn levenswijze via efficiënt leergedrag. De koolmees zou qua leercapaciteit tot de top drie van de slimste vogels behoren. Ze beschikt over verhoudingsgewijs veel genen die gekoppeld zijn aan een goed ontwikkeld leergedrag. Daarenboven hangen er aan die genen vrij veel chemische stoffen die maken dat ze vlot kunnen evolueren. De koolmees heeft van zichzelf dus een efficiënte innovator gemaakt. Met andere woorden: de kans dat ze uit onze tuinen verdwijnt, is uiterst klein.

Veel jongen stierven in het nest, omdat ze het te koud hadden of omdat de ouders te weinig voedsel vonden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content