‘Bang voor aansprakelijkheidsstelling’
‘De manier waarop het OM kort na de ramp meedeelde dat er geen fouten zijn gemaakt, was opmerkelijk’, zegt specialiste Evelien de Kezel.
Vorige week raakte bekend dat vier slachtoffers van het Pukkelpopdrama die lichamelijke letsels hadden opgelopen op 12 december 2011 een klacht hebben ingediend met burgerlijkepartijstelling. Een onderzoeksrechter zal nu nagaan of er toch strafrechtelijke feiten zijn gepleegd. Evelien de Kezel, docent aansprakelijkheidsrecht aan de Universiteit Utrecht, reageert.
Waarom hebben ze die stap gezet?
Evelien de Kezel: Slachtoffers met een lichamelijk letsel die door het noodlot getroffen worden, zoals in dit geval door een storm, dragen in principe hun eigen schade. Maar wanneer ze een klacht met burgerlijkepartijstelling indienen, kan ook worden nagegaan of het aansprakelijkheidsrecht als vergoedingsmechanisme een rol kan spelen. Daartoe moet onderzocht worden of de festivalorganisatie wel de veiligheid heeft geboden die de bezoekers mochten verwachten. Stel dat een rechter ten gronde beslist dat de festivalorganisatoren aansprakelijk zijn, dan zullen de slachtoffers een volledige schadevergoeding uitbetaald krijgen.
Wie moet daar dan voor opdraaien?
De Kezel: Stel dat het zover komt, dan zullen de festivalorganisatoren een beroep kunnen doen op hun aansprakelijkheidsverzekering en hoeven ze normaal gezien niet zelf te betalen. Het is dan ook vreemd dat de vraag naar een mogelijke aansprakelijkheid blijkbaar nauwelijks gesteld mag worden, temeer omdat het gaat om een beperkt aantal slachtoffers met letselschade. De organisatie verwijst naar de tussenkomst van een steunfonds voor de slachtoffers, waarin iedereen naar believen bijdragen kan storten. Dat is één mogelijkheid, maar ze sluit een vergoeding op grond van het aansprakelijkheidsrecht ook niet uit.
Vanwaar dan de angst voor de aansprakelijkheidsstelling?
De Kezel: Mogelijk vreest de organisatie dat dit een negatieve invloed zou hebben op de discussie over de terugbetaling van de tickets.
Vrij snel na de ramp besliste het Hasseltse parket na een onderzoek dat niemand vervolgd zou worden. Vond u dat vreemd?
De Kezel: De procureur des Konings oordeelt autonoom over de vraag of er al dan niet moet worden vervolgd. Strikt genomen zijn er dan ook geen redenen om aan te nemen dat de beslissing niet correct zou zijn geweest. Er was immers sprake van ernstig noodweer. Toch zijn er losse eindjes. De doortastende manier waarop aan het ruime publiek werd meegedeeld dat er geen fouten zouden zijn gemaakt, staat in schril contrast tot de beperkte insteek van het oriënterende vooronderzoek op basis waarvan het parket beslist heeft om niet te vervolgen. Om effectief te kunnen oordelen over mogelijke fouten of aansprakelijkheid is een grondig onderzoek nodig dat vaak jaren duurt. Technisch gezien was het dan ook vreemd om al na een maand te beslissen dat er geen fouten waren gemaakt. Het was duidelijk: vragen naar verantwoordelijkheid en veiligheid mochten kennelijk in eerste instantie niet gesteld worden.
Ingrid Van Daele