‘Antwerpen heeft zijn verkeersknoop naar ons doorgeschoven’

© JONAS LAMPENS

Gent houdt de adem in, nu op 3 april het zo gevreesde Circulatieplan van start gaat. ‘Ze hebben een karikatuur van mijn beleid gemaakt’, zegt de groene schepen van Mobiliteit Filip Watteeuw. ‘Terwijl Gent de enige stad in Vlaanderen is waar de files niet toenemen.’

‘Ik ben bereid om alle consequenties te aanvaarden’, zegt Filip Watteeuw (Groen). ‘De kiezer heeft het signaal gegeven dat hij politici wil die daadkracht tonen en oog hebben voor de langere termijn. Wel, dat is precies wat ik met het Circulatieplan probeer te doen.’ Amper vijf jaar geleden ruilde Watteeuw het Vlaams Parlement in voor het Gentse stadhuis, waar hij als schepen van Mobiliteit en Openbare Werken aan de slag ging. Vandaag is hij de boeman van de autominnende Vlaming. Zeker nu Gent op 3 april het gecontesteerde Circulatieplan invoert, waarbij verschillende toegangswegen naar de binnenstad worden doorgeknipt. In het centrum zijn er al 1500 nieuwe verkeersborden klaargezet, de grote aanpassingswerken zijn zo goed als afgerond en sommige straten zijn rood geverfd om confuse automobilisten tot de orde te roepen. Watteeuw, die willens nillens is uitgegroeid tot het gezicht van het Circulatieplan, wordt al maandenlang door de mangel gehaald op sociale media en in opiniestukken allerhande. Aangevuurd door de N-VA, die in Gent in de oppositie zit, verzamelden vrijwilligers het voorbije jaar ook de nodige handtekeningen om een referendum over het plan af te dwingen.

‘Toch sta ik niet alleen’, zegt Watteeuw terwijl hij ons stadsplannetjes, bureauonderleggers en folders met de nieuwe routes toeschuift. ‘Meer dan duizend voetgangers en fietsers kwamen onlangs op een gure zondag op straat om hun steun te betuigen. Dat zegt toch wel iets?’ De schepen gelooft rotsvast in zijn plan. ‘Onze steden kraken onder files, verkeersonveiligheid en slechte luchtkwaliteit. Dan moet je als bestuurder toch ingrijpen?’

De initiatiefnemers van het referendum, die het Circulatieplan veel te drastisch vinden, hebben de vereiste 30.000 handtekeningen verzameld. Maakt u zich zorgen?

FILIP WATTEEUW: Ik respecteer dat mensen een referendum willen afdwingen, want dat is hun democratische recht. Zelf heb ik indertijd ook handtekeningen verzameld voor het referendum tegen de bouw van een parkeergarage onder het Belfort. Daarom heb ik me voorgenomen om geen sneren te geven naar de handtekeningenverzamelaars. Ook al hebben ze erg veel tijd nodig gehad.

Wanneer zal het referendum worden georganiseerd?

WATTEEUW: Nu de handtekeningen zijn ingediend, kan de wettelijke procedure worden opgestart. Het referendum zal dan wellicht in september plaatsvinden.

Tegen die tijd hebt u al niets meer te vrezen?

WATTEEUW: De eerste moeilijke maanden van het Circulatieplan zullen dan achter de rug zijn. We zullen dus al weten wat de effecten zijn, want daar hebben we echt geen referendum voor nodig. Bovendien wil de N-VA de Gentenaars een wel erg vage vraag voorleggen: ‘Vindt u dat Gent en de Gentenaars beter worden van het voorliggende Circulatieplan Binnenstad Gent’? Het is me een raadsel wat ze daarmee wil bereiken. Zo’n onduidelijke vraag kan alleen tot een onduidelijk antwoord leiden.

Het stadsbestuur zal het resultaat naar eigen goeddunken kunnen interpreteren?

WATTEEUW: Dat zegt u. (glimlacht)

De voorbije maanden hebt u ontzettend veel kritiek moeten slikken. Had u dat zien aankomen?

WATTEEUW: Nieuw was het in elk geval niet. Al in mijn begindagen als schepen kreeg ik bakken kritiek over me heen omdat ik grote wegenwerken liet uitvoeren. Maar ik had geen keus, want er was net als in de rest van Vlaanderen jarenlang te weinig in infrastructuur geïnvesteerd. Veel wegen waren in zo’n slechte staat dat de werken onmogelijk nog konden worden uitgesteld. De veiligheid van de weggebruikers kwam in het gedrang. Toch ergerden veel mensen zich aan al de opengebroken straten, en omdat ik het altijd moest uitleggen in de media gaven ze mij de schuld. Sindsdien kan ik geen stap meer buiten zetten zonder te worden aangeklampt. Mijn vrouw en ik hebben het zelfs opgegeven om op zaterdag een kop koffie te gaan drinken in de stad. Maar dat hoort erbij als je bevoegd bent voor mobiliteit en openbare werken.

U vond het ook niet erg om het gezicht van het Circulatieplan te worden?

WATTEEUW: Als schepen van Mobiliteit was dat onvermijdelijk. Al is het natuurlijk niet mijn plan, maar dat van het hele stadsbestuur. Burgemeester Daniël Termont (SP.A) heeft dat al een paar keer heel expliciet gezegd.

Maar hij zorgt er wel mooi voor dat u degene bent die op z’n donder krijgt.

WATTEEUW: Dat mensen hun bekommernissen over de gevolgen van het plan uiten, is heel normaal. Zal hun zaak wel blijven draaien? Zullen ze nog tot voor de deur van hun oude moeder kunnen rijden? Als ik het ergens moeilijk mee heb, dan is het met de ruwe, brutale toon van sommige reacties. Vooral op de sociale media.

Zou u meer krediet krijgen als u bijvoorbeeld een liberaal was?

WATTEEUW: Dat denk ik wel. Sommige mensen reageren feller op het Circulatieplan omdat ik een groene ben. Al zou Sas van Rouveroij, de liberaal die eind jaren negentig het gezicht was van de invoering van de verkeersvrije binnenstad, me wellicht tegenspreken. Hem hebben ze het ook niet bepaald gemakkelijk gemaakt.

Was het niet beter geweest om de verkeerssituatie in Gent geleidelijk aan te passen, zodat het draagvlak onder de bevolking kon groeien?

WATTEEUW: Hoelang had u dan nog willen wachten? Vroeger stonden we alleen in de file tijdens de spits in Brussel en Antwerpen, nu rijden we ons altijd en overal vast. Veel Vlaamse steden lijken amper een strategie te hebben om de verkeersproblemen aan te pakken. Wij hebben die wel. Het is geen toeval dat Gent volgens de metingen van gps-fabrikant TomTom de enige stad in Vlaanderen is waar de files niet toenemen. Dat komt vooral doordat nu al 30 procent van de verplaatsingen er met de fiets gebeurt. We evolueren op dat vlak zelfs in de richting van Nederlandse steden.

U wilt iedereen de fiets op dwingen?

WATTEEUW: Natuurlijk niet. Sommigen maken graag een karikatuur van mijn beleid, dan kunnen ze me makkelijker aanvallen. ‘Watteeuw wil iedereen op de bakfiets’, zeggen ze dan. Onzin. We hebben veel geïnvesteerd in de nieuwe fietsinfrastructuur, maar ik begrijp wel dat niet iedereen overal heen kan fietsen. Sommige mensen hebben hun auto echt nodig. Mijn vrouw, die architecte is, neemt geregeld de wagen om naar een bouwterrein te rijden dat ze met de fiets of het openbaar vervoer niet kan bereiken. Het Circulatieplan is ook geen anti-autoplan. Zo zul je nog altijd tot in de Voldersstraat en de Belfortstraat, twee straten in het midden van het centrum, kunnen rijden.

Omdat de parkeergarages daar anders geen inkomsten meer hebben?

WATTEEUW: Als het aan mij lag, zouden die parkeergarages veel dichter bij de ringwegen zijn gebouwd. Maar ze zijn er nu eenmaal en daardoor was het onmogelijk om het nieuwe mobiliteitsbeleid op een wit blad uit te tekenen. De parkeergarages blijven beschikbaar, maar het is natuurlijk de bedoeling dat zo veel mogelijk mensen andere vervoersmiddelen gaan gebruiken. Als iedereen alleen maar een ander traject zoekt om met de auto de stad in te rijden, heeft het Circulatieplan weinig zin. Het is onze ambitie om het autoverkeer te halveren en meer mensen op bus en tram te krijgen. Vandaag is het openbaar vervoer in Gent goed voor een beschamende 9 procent van de verplaatsingen.

Moet het aanbod van De Lijn niet eerst worden uitgebreid?

WATTEEUW: In de stad is het netwerk van het openbaar vervoer al behoorlijk performant. Mensen onderschatten dat. Op meer en meer lijnen rijdt er om de vijf minuten een bus of tram. In de aanloop naar het Circulatieplan zijn er ook park-and-rideterreinen bijgekomen die perfect aansluiten op de bus- en tramlijnen. Wat wel beter kan, is de verbinding met de deel- en randgemeenten van Gent.

Kan de op één na grootste stad van Vlaanderen De Lijn niet onder druk zetten om daar wat aan te doen?

WATTEEUW: Het probleem is dat De Lijn te weinig slagkracht heeft. Terwijl de files aangroeien, verliest de maatschappij reizigers door de besparingen van de regering. Absurd gewoon. Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) heeft nu wel aangekondigd dat hij de komende drie jaar (2017-2019) 816 miljoen euro in het openbaar vervoer zal investeren, maar dat is nog altijd een fractie van wat de Vlaamse en de federale regering veil hebben voor het autoverkeer. Dat De Lijn te weinig middelen heeft, blijkt trouwens ook uit de exploitatie van bussen en trams. Wordt er ergens in de stad een tramlijn verlengd, dan vermindert het aanbod op een andere lijn om dat te compenseren. In het stadscentrum leggen we nu zelf elektrische ‘Wandelbussen’ in, en ook de shuttledienst van de nieuwe park-and-ride aan de Vliegtuiglaan naar het centrum wordt door de stad verzorgd. Normaal is dat toch niet? Daarnaast wordt Gent ook al twintig, dertig jaar benadeeld wat investeringen in grote tramlijnen betreft.

Uw voorgangers hebben niet genoeg gelobbyd in Brussel?

WATTEEUW:Niet alleen mijn voorgangers, álle Gentse politici lobbyen te weinig. Gent wordt vaak als voorbeeldstad gezien, maar als puntje bij paaltje komt gaan de grote investeringsbudgetten naar Antwerpen. Blijkbaar kunnen de Antwerpenaars beter op het Vlaamse beleid wegen dan wij.

Stemt het u hoopvol dat de Vlaamse regering en de actiegroepen eindelijk een akkoord hebben gesloten over de Antwerpse Oosterweelverbinding?

WATTEEUW: Ja, maar ik maak me ook zorgen over de impact op Gent. Onder meer omdat het voor doorgaand verkeer vanuit Nederland aantrekkelijker zal worden om via de E34 langs Gent te rijden. Dat betekent een extra belasting voor de kruising van de E40 en de E17, waar we nu al vaak met een verkeersknoop zitten. Ik vrees dus dat ze hun verkeersknoop in Antwerpen hebben opgelost door hem naar ons door te schuiven.

Wat gaat u eigenlijk doen als het Circulatieplan op 3 april in werking treedt? Onderduiken?

WATTEEUW:(lacht) Natuurlijk niet. Al besef ik heel goed dat we een paar moeilijke weken en maanden tegemoet gaan. Elke verandering is moeilijk en mensen zullen letterlijk hun weg moeten zoeken. Ze zullen andere trajecten en vervoersmiddelen moeten gebruiken. Hopelijk hebben ze zich daar ondertussen op voorbereid. Wij hebben in elk geval al het mogelijke gedaan om hen te informeren: nieuwe stadsplannen, informatieavonden, brochures, spotjes op de lokale televisie. Normalerwijze moet de lagere autodruk in het centrum al binnen het jaar voelbaar zijn. De volledige omschakeling naar stappen, fietsen en het openbaar vervoer zal vier of vijf jaar in beslag nemen.

Restaurantuitbaters en winkeliers zijn bang dat hun klanten zullen wegblijven.

WATTEEUW: Dat beweerden ze een paar jaar geleden ook toen er zo veel straten opengebroken waren. En wat bleek? Het aantal auto’s in de ondergrondse parkeergarages nam toe en er kwamen nog handels- en horecazaken bij.

Toen de binnenstad eind jaren negentig autovrij werd gemaakt, zijn er wel zelfstandigen moeten vertrekken.

WATTEEUW: Dat klopt. Een plan dat voor een echte transformatie moet zorgen, heeft onvermijdelijk een grote impact op de mensen in de stad. De ene zelfstandige zal het er makkelijker door krijgen, de andere moeilijker. Ik kan me dus voorstellen dat sommigen ook nu de keuze zullen maken om uit de stad weg te trekken. Dat is jammer, maar als je een systeem fundamenteel wilt veranderen, heeft dat onvermijdelijk gevolgen.

U vindt dat niet erg?

WATTEEUW: Toch wel, maar als bestuurder moet je naar de effecten op langere termijn durven te kijken. En ik ben ervan overtuigd dat Gent uiteindelijk heel veel bij het Circulatieplan zal winnen: de stad zal leefbaarder, gezonder en bereikbaarder worden.

Bent u niet bang voor de electorale gevolgen?

WATTEEUW: Als je ernstig werk levert, zien de mensen dat echt wel, zelfs als ze het niet met je eens zijn. Maar natuurlijk wil ik in 2018 genoeg stemmen halen om mijn werk te kunnen voortzetten, maar niet tot elke prijs.

De gemeenteraadsverkiezingen van 2018 beloven ongemeen spannend te worden, met zo veel nieuwe boegbeelden en een socialistische partij die averij heeft opgelopen.

WATTEEUW: Het politieke speelveld is inderdaad ingrijpend veranderd. Op nationaal niveau is de SP.A aan het uitzoeken welke rol ze in de toekomst nog te spelen heeft, en dat voel je hier ook. Daarnaast weten ook de liberalen, die hier erg lang aan de paarse droom zijn blijven vasthouden, nog niet goed welke richting ze uit moeten.

Een heruitgave van de paars-groene coalitie is dus allesbehalve evident?

WATTEEUW: Het is veel te vroeg om daar uitspraken over te doen. Zoals ik al zei: de Gentse politiek is nu een onzeker speelveld.

Voor het eerst in jaren heeft CD&V met Mieke Van Hecke, de gewezen topvrouw van het katholiek onderwijs, een stevige lijsttrekker.

WATTEEUW: De christendemocraten hebben een belangrijk statement gemaakt door haar naar voren te schuiven. Mieke Van Hecke behoort tot de sociale flank van haar partij en is niet bang om scherpe standpunten in te nemen. Duidelijk iemand met wie te praten valt.

Tijdens coalitieonderhandelingen, bedoelt u?

WATTEEUW:(glimlacht) In het algemeen.

Vreest u niet dat de Gentse N-VA beter zal scoren nu de partij met voormalig staatssecretaris Elke Sleurs een innemender boegbeeld heeft?

WATTEEUW: Dat de N-VA hier zo’n destructieve oppositie voert, ligt echt niet alleen aan Siegfried Bracke, die zich graag als een soort mini-Trump gedraagt. Ook Elke Sleurs zit al jaren in de gemeenteraadsfractie en Kamerlid Peter Dedecker leidt de plaatselijke N-VA. Ik ga er dus van uit dat zij samen de lijnen hebben uitgezet. Tot nu toe heeft de partij vooral veel lawaai gemaakt zonder een valabel alternatief te bieden. Wat is haar oplossing voor de files, de slechte luchtkwaliteit en de verkeersonveiligheid? Ik zou het niet weten.

Uw kartelpartner SP.A kwam het afgelopen jaar zwaar onder vuur te liggen in de Optima-zaak en het Publipart-schandaal. Heeft dat u verrast?

WATTEEUW: Natuurlijk hebben we gevloekt. Mijn partij tilt zwaar aan belangenvermenging en draagt transparantie en decumul hoog in het vaandel. Daarom ben ik ook uit het Vlaams Parlement gestapt toen ik schepen werd. Het is dus heel pijnlijk dat net onze kartelpartner in opspraak is gekomen. Maar we hebben heel open met de mensen van de SP.A gepraat en er zijn duidelijke afspraken gemaakt voor de toekomst. Ook over onze samenwerking.

Groen is als de sterke kartelpartner uit die affaires gekomen?

WATTEEUW: De tijd dat we de junior partner waren, is in elk geval voorbij. De Publipart-zaak heeft onderstreept wat we eerder al hadden bewezen: dat de drie groene schepenen een grote slagkracht hebben ontwikkeld.

Had Tom Balthazar (SP.A) eigenlijk wel moeten opstappen als schepen en lijsttrekker, toen bleek dat hij dik betaald werd voor zijn zetel in de raad van bestuur van Publipart?

WATTEEUW: Wij wilden alleen dat onze kartelpartner een duidelijk signaal zou geven. Nooit hebben we het ontslag van Tom Balthazar gevraagd. Die beslissing heeft hij al heel snel zelf genomen. Misschien wel te snel.

Het was geen interne afrekening, zoals Maggie De Block (Open VLD) vorige week in Knack suggereerde?

WATTEEUW: Soms zit er echt niet meer achter een beslissing dan een persoonlijke overweging.

Het Gentse kartel wordt vaak gezien als een voorbeeld voor andere centrumsteden. Is het een goed idee om die formule zo veel mogelijk te exporteren?

WATTEEUW: Absoluut niet. In Gent hebben we een kartel kunnen smeden doordat er een groot vertrouwen was tussen mij en Freya Van den Bossche (SP.A), en ook Daniël Termont en mijn partijgenote Elke Decruynaere konden het goed met elkaar vinden. Een kartel vormen gaat over veel meer dan partijprogramma’s. Men onderschat vaak hoe belangrijk vertrouwen tussen mensen is in de politiek.

Volgens SP.A-voorzitter John Crombez is het in tijden van verrechtsing cruciaal dat alle linkse krachten de handen in elkaar slaan.

WATTEEUW: Samenwerking is inderdaad nodig als we een progressief beleid willen afdwingen, maar daarvoor hoeven we niet per se in een kartel te stappen.

Bent u bereid om samen te werken met de PVDA?

WATTEEUW:Wij vertrekken vanuit ons programma en… (onderbreekt zichzelf) Dat is een cliché antwoord, ik weet het. De PVDA mag dan al een sociaal gelaat hebben, ze heeft ook een populistisch kantje en daar kan ik moeilijk mee om. Maar die kwestie is niet aan de orde, want in Gent hebben we al een sterk kartel.

U hebt de PVDA voorlopig dus niet nodig?

WATTEEUW: Wat bent u cynisch. (lacht) Maar inderdaad: ik geloof dat ons kartel volgend jaar weer heel goed zal scoren.

WATTEEUW: Het is altijd een opsteker om te zien dat een groen programma aanslaat. Zeker omdat de Nederlandse kopman Jesse Klaver geen politicus is die de mensen naar de mond praat. Hij heeft ook nooit met de wolven meegehuild als het over vluchtelingen ging. Aan de andere kant ben ik ook niet echt onder de indruk van scores van 15 of 16 procent. Die halen wij in veel steden ook.

De Nederlandse socialisten van de PvdA hebben dan weer harde klappen gekregen.

WATTEEUW: Op het gevaar af katholiek te klinken: ze zijn hun ziel verloren. Als socialisten een hard liberaal besparingsprogramma uitvoeren, raken ze hun kern kwijt. Dan is het einde nabij.

Een beetje zoals het toenmalige Agalev zijn kern verloor in de paars-groene regering- Verhofstadt I?

WATTEEUW: Misschien wel. Maar vergeet niet dat we toen ook ervaring misten: we hadden alleen nog maar assembleepolitiek gevoerd.

Is uw partij nu wel klaar om in een regering te stappen?

WATTEEUW: We staan in elk geval steviger in onze schoenen. Onze partijvoorzitster Meyrem Almaci en Kristof Calvo, de fractieleider in de Kamer, vormen een ijzersterk duo. Groen is nu ook veel diverser dan vroeger: naast utopisten tellen we ook meer en meer pragmatici en mensen met bestuurservaring in onze rangen. En ja, we zijn minder naïef geworden. Dat mocht ook wel.

Door ANN PEUTEMAN en SIMON DEMEULEMEESTER, foto’s JONAS LAMPENS

‘Sommige zelfstandigen zullen wellicht uit Gent wegtrekken. Dat is jammer.’

‘Terwijl de files aangroeien, verliest De Lijn reizigers door de besparingen van de regering. Absurd gewoon.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content