Antwerpen is het grootste handelscentrum voor diamant ter wereld. Toch is de diamanthandel niet die onmisbare zegen voor de economie die hij beweert te zijn.
De diamanthandel is een zegen voor Antwerpen en voor het land. Dat is een economisch dogma met een hoge maatschappelijke en politieke status. Toen het gerecht enkele jaren geleden wat kordater begon op te treden tegen fiscale malversaties in de sector, veroorzaakte dat dan ook gêne en zelfs medeleven in de politieke cenakels. Zulke doortastendheid heette schadelijk voor de internationale reputatie en de handel van het World Diamond Centre en bijgevolg voor ’s lands economie.
Die vrees bleek onterecht, maar het moreel in de Antwerpse Hoveniersstraat en belendende percelen was zwaar aangetast. Intussen heeft de sector zich naar eigen zeggen gesaneerd en is de Hoge Raad voor Diamant weer actiever dan ooit. Directeur-generaal Peter Meeuws zegt dat de diamantsector zich beter moet ‘verkopen’, en dat doet hij nu ook, in de politiek en bij de publieke opinie. In opdracht van de diamantgemeenschap werkte advocaat Leo Neels, ex-baas van VTM, in 1999 een sociaal en fiscaal plan uit. Daarmee meet ‘de diamant’ zich opnieuw good citizenship aan. Maar het is nog maar de vraag of er werkelijk veel veranderd is. De diamant heet opnieuw een economische zegen voor Antwerpen en het land – en niemand die dat ooit eens narekent.
De sector mag zich dan wel onbegrepen voelen, de handel schittert als nooit voorheen. Verleden jaar boekte het Antwerpse centrum een recordomzet van 1125 miljard frank. Dat was 8,6 procent meer dan het jaar voordien. Die stijging wijst op meer handel in diamanten van hogere kwaliteit. Bovendien ging de prijs wereldwijd omhoog, die van de ruwe diamant van pakweg 40 naar 60 dollar per karaat.
Met dergelijke prestaties blijft Antwerpen ondanks alles onbetwistbaar het wereldcentrum van de diamant. En dat is niet zo vanzelfsprekend, want de handel kan heel makkelijk ‘gedelokaliseerd’ worden. Londen is vlakbij, het Zwitserse centrum is vlot bereikbaar en Tel Aviv doet er alles aan om Antwerpse business te lokken. Maar de Antwerpse markt is sterk. Dat heeft ze te danken aan de aanwezigheid van een groot aantal diamantbedrijven en van alle belangrijke diamantbanken, aan het grote concurrentievermogen en de uitgebreide infrastructuur, aan de efficiëntie van de vier beurzen en van gespecialiseerde transportfirma’s en – althans wat de diamant betreft – aan het kosmopolitische karakter van de metropool. Kortom, wie in diamant wil handelen, moet in Antwerpen zijn. Dat hebben zelfs de nieuwe diamantontginners van Canada geleerd.
BESCHEIDEN WERKGELEGENHEID
Er mag dan al enorm veel geld in de sector omgaan, ‘de diamant’ blijft een bescheiden banenschepper. Zo’n twaalfduizend mensen verdienen er hun brood: 4500 zelfstandige handelaars, 4000 werknemers en ongeveer 3500 arbeiders in de industrie. Maar de sector creëert ook werk bij banken, wisselagenten, verzekeringsmakelaars, reisagenten, beveiligingsfirma’s en transportbedrijven. En de horeca verdient ook een flinke duit aan de 90.000 kopers en verkopers die jaarlijks Antwerpen aandoen. Dat levert ook werkgelegenheid op. Een onderzoek van de Antwerpse universiteit raamt de totale werkgelegenheid op 30.000 banen.
Er zijn meer autoverkopers en garagehouders in het land en zelfs de afkalvende kledingnijverheid is naar werkgelegenheid gemeten groter. Maar voor Antwerpen zijn 30.000 jobs natuurlijk niet min. De stad krikt zijn internationale imago op met de edelstenen. De diamant trekt tienduizenden nieuwsgierige en kooplustige toeristen aan. De stadspolitici hebben hun diamantairs altijd gekoesterd. Na de Tweede Wereldoorlog haalden Lode Craeybeckx en Kamiel Huysmans de gevluchte handelaars terug met de belofte dat ze ideale werkomstandigheden zouden krijgen, en die hebben ze inderdaad gekregen. Kamervoorzitter Herman De Croo (VLD) overhandigt de toplui van De Beers Kroonordes en andere hoge onderscheidingen, omdat ze goed zijn voor Antwerpen. En als het World Diamond Centre naar bloeddiamant gaat stinken, blaast Antwerpenaar Marc Van Peel (CVP) de walmen vergoelijkend weg. En toch blijft de Metropool, met z’n rijke diamantgemeenschap en welvarende haven, wankelen op de rand van het faillissement.
België is een uitvoerland, zeventig procent van de productie gaat buitengaats. De diamant smukt de exportcijfers op, verleden jaar met niet minder dan zeven procent. Hij vertegenwoordigt 88 procent van de Belgische uitvoer naar India, 80 procent van die naar Israël. De steen is met 24 procent ook het belangrijkste uitvoerproduct naar de Verenigde Staten en met 13 procent naar Zwitserland. Als Vlaanderen terecht kan aanvoeren de motor van ’s lands export te zijn, dan is dat in niet geringe mate te danken aan de diamant. Met die prominente plaats op de handelsbalans is diamant belangrijk voor het overschot op de Belgische financiële balans met het buitenland. Hij draagt ertoe bij dat het land ondanks zijn hoge overheidsschuld solvabel is.
In 1999 bedroeg de toegevoegde waarde van de sector zo’n 30 miljard frank. Niet indrukwekkend en dan nog hoofdzakelijk bestaande uit commercie. De diamant industrie is uit het land – Antwerpen en vooral de Kempen – weggetrokken. Het maakt de handelaars namelijk niets uit waar hun producten worden geslepen. Diamanten kunnen goedkoop worden getransporteerd en diamanttechnologieën gemakkelijk overgedragen. De binnenlandse industrie is noodlijdend, want met de Belgische loonkosten valt moeilijk tegen steeds weer nieuwe lagelonenlanden te concurreren.
NIET LOEPZUIVER
De diamant is een wat duistere sector die nooit bijzonder mededeelzaam is geweest. Het gaat om kleine steentjes en grote bedragen, met alle veiligheidsproblemen van dien. ‘Pour vivre heureux, vivons cachés’: in de door de politie afgegrendelde wijk rond de Hoveniersstraat kan dat best lukken. Wanneer misbruiken boven water komen, worden ze bijgevolg breed uitgesmeerd in het nieuws – het klinkt altijd interessant geheimzinnig.
De voorbije jaren heeft de diamantsector wel zijn portie schandalen gehad. De Pakistaanse drugsreus Fouad Abbas gebruikte via zijn TTS Diamonds de Bank Max Fisher als witwasbank. Ook anderen gingen er gretig witwassen. De bank ging failliet. Tachtig diamantairs draaiden mee in een witwascarrousel ter waarde van goed twee miljard frank, waarbij dan nog het Diamond Office, het speciale douanekantoor betrokken was. De State Bank of India was fiscaal gezien bijzonder soepel voor zijn klanten. Bij diamantairs met troebele rekeningen viel de belastingdienst binnen. Schandalen, fiscale inquisitie en juridische procedures zetten de sector in rep en roer. Antwerpen leek besmet. De handel was duidelijk minder loepzuiver dan het product. De diamantuitvoer naar India steeg fors, wat erop wees dat de Indiërs met hun voorraden aan het vluchten sloegen.
De plannen die Leo Neels in opdracht van de Hoge Raad onderhandelde, moesten de reputatie herstellen. Het is zeker een verdienste van de Hoge Raad voor Diamant dat hij de sector tot grotere openheid en de handelaars tot goed burgerschap heeft verplicht. Maar dat ging niet zonder slag of stoot. Begin 1999 moest voorzitter Edward Denckens na één jaar al opstappen. Wegens verzet tegen het sociaal plan en uit onvrede over zijn nogal dictatoriale saneringsinspanningen. Eerder had de sterke man, directeur-generaal Marc Van den Abeelen, het huis verlaten. Het excuus van zijn VLD-mandaat kwam hem goed uit. Jan De Kesel werd bij Digital weggehaald om hem op te volgen. Hij wou de openheid in de sector verbeteren en de reputatie van de diamant zuiveren, maar hield het na tien maanden al voor bekeken. Nu leidt Peter Meeus de Raad en de sector lijkt met de voormalige diamanthandelaar beter overweg te kunnen.
FISCAAL GEDOOGBELEID
Sedert mensenheugenis genieten de Antwerpse diamantfirma’s van een fiscaal gedoogbeleid – wegens hun belang voor de Belgische economie. Maar dat liep uit de hand: Het World Diamond Centre leek zonder noemenswaardige belastbare winst te draaien. Het rijkdom uitstralende Eurostar Diamond – de grootste handelaar in Antwerpen – had in 1998 op een omzet van 17 miljard frank een winst na belastingen van net geen 20 miljoen. Op de Trends 3000-lijst met de 457 grootste diamantfirma’s staan er slechts enkele tientallen die meer dan een miljoen frank winst maken.
De belastingdiensten ergerden zich aan de creativiteit van de sector en de eeuwige discussies over de moeilijk te waarderen voorraden. De edele steen leent zich makkelijk tot fraude en smokkel. Met een omzet van nagenoeg 800 miljard frank in 1998 leverde de Antwerpse diamant amper 200 miljoen frank belastingen op. Van ‘de zegen’ voor Antwerpen en het land is in de schatkist dus niet veel te merken.
Die situatie was niet meer geloofwaardig. De minister van Financiën aanvaardde dan ook gretig het fiscaal plan dat Leo Neels in opdracht van de diamantsector uitwerkte. Diamantfirma’s hebben dezelfde vennootschapsbelasting als andere bedrijven, alleen blijken ze voor de fiscus weinig zaken te doen en bitter weinig winst te maken. De nieuwe regeling steunt op een gewettigd wantrouwen: bij elke omzet hoort een minimale brutomarge en een minimaal belastbaar inkomen. Wie minder vangt, is de sigaar.
Het nieuwe fiscale stelsel geldt vanaf het belastingjaar 2000, voor de inkomsten 1999. Volgens de auteur Leo Neels zal het totale belastingvolume verdubbelen en misschien zelfs verdrievoudigen. De sector betaalt meer belastingen, maar krijgt rechtszekerheid en een beter imago, verkondigt de Hoge Raad. Op die rechtszekerheid en dat imago kan elke andere zakenman wel jaloers zijn. Want de prijs die de diamant ervoor betaalt, wijst op een voortgezet fiscaal gedoogbeleid. Het minimum belastbaar inkomen bedraagt 0,25 procent tot 100 miljoen frank omzet en daalt progressief tot 0,10 procent op de omzet boven drie miljard frank. Elke ietwat openhartige diamantair bekent dat de brutowinstmarge op de omzet één tot anderhalf procent beloopt.
BLOEDDIAMANT
Het sociaal plan is een poging van de Hoge Raad om de diamantindustrie te verankeren en de werkgelegenheid van de slijpers te beschermen. Het matigt de sociale kosten van de industriëlen, doordat de handelaars solidair bijdragen tot maximum 0,8 procent van de waarde van elke verkoop. De handelaars helpen aldus de sociale bijdragen van de industriële werkgevers te betalen.
De minister van Werkgelegenheid goot de regeling in een Koninklijk Besluit. Maar de handelaars trokken naar Justitie, naar de Raad van State, de Rechtbank van Koophandel, het Arbitragehof en het Europees Hof. De Raad van State heeft het besluit vernietigd en dus is de solidariteit gesneuveld. Afhankelijk van wat de Europese rechters uiteindelijk zullen beslissen, zou een nieuw Intern Compensatiefonds worden gevormd.
Tot overmaat van ramp raakte het Antwerp Diamond Centre onlangs ook nog eens besmeurd met bloeddiamanten. Smokkeldiamanten van de Angolese rebellen vonden gretige afnemers in Antwerpen. Unità kon met de illegale transactie massale wapenaankopen financieren. Dat is regelrecht in strijd met het embargo van de Verenigde Naties en dus werd Antwerpen de schietschijf van de internationale gemeenschap.
Dat veroorzaakte even paniek. De ministeries van Buitenlandse Zaken en van Economische Zaken richtten samen een werkgroep op. De Hoge Raad in Antwerpen reageerde alert met het World Congres 2000 in de stad, dat het probleem van de conflictdiamanten oploste. De Raad stelde er zijn ‘nagenoeg waterdicht’ (echt waterdicht bestaat niet in Afrika) certificeringssysteem voor. Dat wordt straks overgenomen door de internationale Kimberley Group, waarin overheden, niet-gouvernementele organisaties en diamantairs vertegenwoordigd zijn. De regeling geldt voor Angola en Sierra Leone, gesprekken over de controle op de diamanthandel van Guinée en Ivoorkust zijn aan de gang.
Guido Despiegelaere